NL8201363A - Inwerpdeur voor een balenpers. - Google Patents

Description

' t , * T tJ/EA/9

V

INWERPDEUR VOOR EEN BALENPERS

De uitvinding heeft betrekking op een inwerp-deur voor een balenpers met een bij voorkeur vertikale werkrichting, waarbij een persdeur zwenkbaar aan scharnieren aan een pershuis is. gelagerd en in de persdeur een 5 met een inwerpdeur afsluitbare inwerpopening is aangebracht, om samen te persen materiaal in de werkruimte van de balen-pers te brengen.

Bij balenpersen met vertikale werkrichting is het persschild meestal zo aangebracht, dat dit zich in zijn 10 bovenste eindstand in de rustpositie bevindt en in zijn onderste eindstand in de werkpositie. Het gevolg hiervan is dat de werkruimte beneden ligt en dat boven de werkruimte een inwerpopening aangebracht moet worden. De inwerpopening bevindt zich dan ongeveer op borsthoogte van de 15 gebruiker. De tot nu toe bekende inwerpopeningen hadden ‘ het nadeel van relatief kleine afmetingen, zodat het inwerpen van grote voorwerpen niet of slechts onder het voorafgaand verkleinen van deze voorwerpen mogelijk was.

Er zijn bijvoorbeeld bij vertikale balenpersen geen inwerp-20 openingen bekend, waarmee het mogelijk is om complete pallets met een grondvlak van 80 x 120 cm in de werkruimte te schuiven. Wanneer men nu de inwerpopening vergroot, zodanig dat dergelijke pallets in de werkruimte van de vertikale balenpers kan worden geschoven, dan moet deze inwerp-25 deur zo groot zijn, dat de bedieningspersoon het materiaal niet meer in de open stand van dé deur in de werkruimte van de pers kan werpen, wanneer men deze inwerpdeur volgens een horizontale lijn zwenkbaar aan het pershuis monteert. Wanneer men een zodanig groot gedimensioneerde inwerpdeur 30 gebruikt met een vertikale scharnierlijn, dan bestaat het nadeel, dat deze inwerpdeur zeer ver in de werkruimte van de gebruiker uitsteekt, hetgeen tot verwondingen kan leiden terwijl bovendien geen tafelblad aanwezig is voor het neerleggen van door de inwerpopening in de werkruimte te schui-35 ven materialen.

8201363 ί ΐ - 2 -

Het doel van de uitvinding is een inwerpdeur zo verder te ontwikkelen/ dat terwijl een horizontaal zwenkbaar aan het pershuis gemonteerde aanslagtafel wordt gevormd, een groot gedimensioneerde inwerpopening wordt verkregen, zonder 5 dat de hiervoor noodzakelijke inwerpdeur de gebruiker van de pers hindert.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt/doordat de inwerpdeur langs een horizontale lijn is gedeeld en uit een onderste en een bovenste deurdeel bestaat.

10 Een belangrijk kenmerk van de onderhavige uit vinding is dus de deling van de inwerpdeur in een bovenste en een onderste deurdeel.

Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is het onverschillig of de de inwerpopening afsluitende in- 15 werpdeur direkt aan het pershuis is aangebracht, of dat de inwerpopening met de daarbij behorende inwerpdeur aan of binnen een persdeur is aangebracht.

Er. is steeds een persdeur noodzakelijk om na het persen de samengeperste baal uit de werkruimte van de pers 20 te kunnen verwijderen. Bij de eerstgenoemde uitvoering zal de persdeur zich in een ander wandvlak van de balenpers bevinden, bijvoorbeeld in de linkerzijwand, terwijl in de rechterzijwand daar tegenover de inwerpopening met de inwerpdeur aangebracht zal zijn.

25 Bij de tweede genoemde uitvoering is de persdeur aan de voorzijde van de balenpers aangebracht en is in de persdeur dan de inwerpopening met de inwerpdeur aanwezig.

Bij het openen en sluiten van de persdeur wordt de inwerpdeur dan automatisch ook meebewogen.

30 Zoals reeds opgemerkt komt het er binnen het kader van de onderhavige uitvinding niet op aan of de inwerpopening met de daarbij behorende inwerpdeur zich-direkt aan het pershuis bevindt of binnen het aan het pershuis zelf zwenkbaar aangebrachte persdeur.

35 Voor het delen van de inwerpdeur in twee deurdelen bestaan verscheidene mogelijkheden.

Volgens een eerste mogelijkheid kan het onderste deurdeel door middel van een horizontaal scharnier tegen 8201363 + * - 3 - het bovenste zwenkbare deel van het onderste deurdeel aanslaan. Bij het openen van het onderste deurdeel wordt het bovenste deurdeel dan neergeklapt.terwij1 dit in het verti-kale vlak naar beneden steekt, waarbij, het onderste deurdeel 5 een horizontaal tafelblad vormt.

Volgens een tweede uitvoeringsvorm kan het bovenste deurdeel door middel van een horizontaal verlopendr aan het bovenste deel van het pershuis of aan het bovenste deel van de persdeur aangebrachte scharnier, zwenkbaar bewegen. "·* 10 Hier wordt bij het neerklappen van het onderste deurdeel tot in het horizontale vlak tegelijkertijd het bovenste deurdeel eveneens in een horizontaal vlak of in een schuin omhoog wijzende richting opgeklapt,

De derde voorkeursuitvoeringsvorm heeft volgens 15 conclusie 2 daarop betrekking, dat het onderste deurdeel door middel -van horizontale scharnieren zwenkbaar en het bovenste deurdeel verschuifbaar aan het pershuis of aan de persdeur is aangebracht.

. Het bovenste deurdeel is dus als een soort afsluit-20 schuiforgaan uitgevoerd, waarbij het volgens conclusie 3 de voorkeur verdient wanneer de verschuivingsaandrijving van het bovenste deurdeel geschiedt door het verzwenken van het onderste deurdeel. Er behoeft dan slechts êên enkele handbeweging uitgevoerd te worden waarbij dan de beide deurdelen te-25 samen en synchroon kunnen worden geopend.

Om een bijzonder veilig sluitende, betrouwbaar functionerende en onderhoudsvrije aandrijving voor de verschuiving te verkrijgen, verdient het volgens conclusie 4 de voorkeur, wanneer de schuifaandrijving van het bovenste deurdeel ge-30 schiedt door middel van een trekkabel, welke met een eerste bevestigingspunt aan het zwenkbare deel van het onderste deurdeel aangrijpt en via leidrollen loopt en met het tweede bevestigingspunt aan het bovenste deurdeel aangrijpt.

Met het neerklappen van het onderste deurdeel tot 35 in de horizontale eindstand wordt de trekkabel uitgetrokken en deze lengtetoename wordt gebruikt om het bovenste deurdeel in zijn open stand omhoog te trekken.

Opdat wordt gewaarborgd dat met het sluiten van het 8201363 -4-- onderste deurdeel ook het bovenste deurdeel weer in de neergelaten gesloten stand terechtkomt, verdient het volgens conclusie 5 de voorkeur, wanneer het bovenste deurdeel veer-belast in de gesloten richting wordt gedwongen, doordat aan 5 eén bevestigingspunt van het deurdeel het ene einde van een trekkabel aangrijpt, waarvan het andere deel via een veer aangrijpt op het huis of de persdeur. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat bij het sluiten van het onderste deurdeel, dat wil zeggen bij de overgang van de horizontale open stand in "·* 10 de vertikale gesloten stand het bovenste deurdeel steeds van zijn omhoog getrokken open stand in de neergelaten gesloten stand over gaat onder invloed van de kracht van de veer.

Om een nog verdere beveiliging voor de gesloten stand van het bovenste deurdeel te waarborgen wordt volgens 15 conclusie 6 het bovenste deurdeel met een stuurnok verbonden, die in de gesloten stand van het bovenste deurdeel een nok uit de in de sluitrichting gerichte kantelbaan van het onderste deurdeel. verwijdert. De sluitbeveiliging van het. onderste deurdeel is belangrijk, omdat verhindert moet. worden dat 20 wanneer het persschild langs de inwerpdeur beweegt, deze deur volledig is gesloten. Enerzijds kan daardoor geen materiaal uit de persruimte naar buiten dringen en anderzijds moet het voor de gebruiker niet mogelijk zijn om tijdens de werking in de persruimte van de vertikale balenpers te grijpen.

25 De materie van conclusie 6 vormt hiervoor een bijzonder eenvoudige oplossing, omdat in de open stand van het bovenste en onderste deurdeel een veerbelast in de inwerpopening uitstékende nok is aangebracht, die uitsteekt in de kantelbaan van het onderste deurdeel.

30 Hierdoor wordt gewaarborgd, dat het sluiten van het onderste deurdeel slechts dan gelukt, wanneer het bovenste deurdeel, dat uitgevoerd is als schuiforgaan, volledig in de gesloten stand staat. Voor het beveiligen van deze functie wordt volgens conclusie 7 de nok aan het vrije, 35 zwenkbare einde van een aan het pershuis bevestigde, veer-belaste stuurhefboom aangebracht, waarvan de zwenking tegen de kracht van de veer in door de aan het bovenste deurdeel in de schuifgeleiding meelopende stuurnok wordt veroorzaakt.

8201363 e» v - '-5-

Hierdoor wordt gewaarborgd, dat het bovenste deurdeel pas in zijn gesloten stand met zijn stuurnok de aan de veerbelas-te stuurhefboom aangebrachte nok uit de bewegingsbaan van het onderste deurdeel verwijderd.

5 Voor het elektrische aangeven van de sluitfunctie en voor het verder verzekeren van de gesloten stand wordt volgens conclusie 8 aan het zwenkbare deel van hetcnderste deurdeel een bedieningsnok aangebracht die een aan het pershuis of aan de persdeur aangebrachte schakelaar in de geslo-10 ten stand brengt. De schakelaar wordt dus pas dan bediend, wanneer het onderste deurdeel zich geheel in de gesloten stand bevindt, en dit volgens de kenmerken van de conclusies 6 en 7 pas mogelijk is, wanneer het bovenste deurdeel zich eveneens volledig in de gesloten stand bevindt.

15 De onderhavige uitvinding blijkt niet alleen uit de afzonderlijke conclusies, maar ook uit de combinatie van de conlusies onderling.

Alle in de stukken opgenomen aanwijzingen en kenmerken /--in het bijzonder de in de tekeningen weergegeven 20 ruimtelijke uitvoering worden als van belang van de uitvinding aangemerkt, voor zover zij afzonderlijk of in combinatie ten opzichte van de stand van de techniek nieuw zijn.

Hierna wordt de uitvinding aan de hand van slechts één uitvoeringsvorm weergevende tekening nader verduidelijkt.

25 Uit de tekeningen en de beschrijving hiervan blijken verdere voor de uitvinding belangrijke kenmerken en voordelen.

Fig. 1 toont schematisch het vooraanzicht van een vertikale balenpers met een inwerpdeur volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de balenpers 30 van fig. 1 met geopende inwerpdeur, in drie verschillende uitvoeringsvormen.

Fig. 3 toont schematisch een doorsnede van de inwerpdeur in de uitvoering waarin het bovenste deurdeel uitgevoerd is als schuiforgaan, en wel in de geopende stand.

35 Fig. 4 komt overeen met fig. 3, waarbij echter de inwerpdeur in de gesloten stand wordt getoond.

Fig. 5 is een bovenaanzicht van de schuifgeleiding van het bovenste deurdeel volgens fig. 3 en 4.

8201363 - 6 -

Fig. 6 toont de'sluitbeveiliging voor het bovenste deurdeel, waarbij het geopende onderste deurdeel is weergegeven.

Fig. 7 toont een zijaanzicht van de sluitbeveiliging 5 van fig. 6 in de open stand.

Fig. 8 toont een zijaanzicht van de sluitbeveiliging in de gesloten stand.

Fig. 1 toont het vooraanzicht van de vertikale pers 1 met een persdeur 2, die aan -vertikaal boven elkaar aange-10 brachte scharnieren 6 aan het pershuis is aangebracht. Zoals reeds werd opgemerkt, komt het er bij de uitvinding niet op aan of de in de persdeur 2 aangebrachte inwerpdeur nu in de persdeur 2 zelf is aangebracht of direkt in het pershuis. In het laatst genoemde geval zou de persdeur 2 zich op een 15 andere plaats van de vertikale pers 1· bevinden.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de inwerpdeur in de persdeur 2 aangebracht. De inwerpdeur bestaat uit een bovenste deurdeel 3 en een onderste deurdeel 4, waarbij het onderste deurdeel 4 door middel van horizon-20 taal aangebrachte scharnieren 32 klapbaar is uitgevoerd. De scheiding tussen het bovenste deurdeel 3 en het onderste deurdeel 4 verloopt volgens een horizontale lijn 8, die zich in de regel niet in het midden van de inwerpopening 7 bevindt. Om een zo groot mogelijk tafelblad te verkrijgen, 25 wordt het onderste deurdeel 4 daarom groter uitgevoerd dan het bovenste deurdeel 3.

De de inwerpopening 7 bedekkende inwerpdeur, die bestaat uit het bovenste deurdeel 3 en het onderste deurdeel 4 verdeelt de persdeur 2 dus in het bovenste deel met de 30 inwerpopening 7 en een onderste, vast deurdeel 5.

Bij het openen van de persdeur 2 is de werkruimte van de vertikale pers 1 dus toegankelijk en de samengeperste baal, die zich in het onderste gedeelte bij de bodem van het huis heeft gevormd, kan worden verwijderd.

35 Fig. 2 toont drie verschillende uitvoeringsvormen van de uitvoering van de bovenste deurdelen. In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het bovenste deurdeel uitgevoerd als verschuifbaar deel, dat in de richting van de pijl 12 8201363 - 7 - en in de tegengestelde richting in een schuifgeleiding van de persdeur 2 wordt geleid. Fig. 2 toont hierbij de half geopende stand, omdat de inwerpopening 7 zich tot boven het aangegeven getekende gebied uitstrekt.

5 Als tweede, uitvoeringsvorm wordt aangegeven dat het onderste deurdeel door middel van een horizontaal scharnier 20 zwenkbaar aan het voorste, zwenkbare einde van het onderste deurdeel 4 kan zijn aangebracht.. Het bovenste deurdeel 3* wordt dan zoals in fig. 2 wordt getoond, 10 in de uitgeklapte stand van het onderste deurdeel 4 naar beneden geklapt en stoort aldus de bediening van de pers niet, waarbij de gebruiker zijn materiaal in de richting van de pijl 9 over het onderste deurdeel 4 in de werkruimte van de vertikale pers 1 in kan werpen.

15 Als derde uitvoeringsvorm wordt getoond dat het bovenste deurdeel 3' zwenkbaar door middel van horizontale scharnieren 21 aan het bovenste deel van de persdeur 2 is aangebracht. Fig. 2 toont hierbij de open stand van het deurdeel 3' '.

20 Hierna wordt als voorkeursuitvoeringsvorm slechts de uitvoering van het deurdeel 3 als schuifdeel nader verduidelijkt. Hiertoe is voor het bovenste deurdeel 3 een synchrone aandrijving aangebracht, die aan de hand van fig. 3 en 4 nader wordt verduidelijkt.

25 Het onderste deurdeel 4 is met behulp van horizon tale scharnieren 32 (zie fig. 3) zwenkbaar aan de persdeur 2 van de vertikale pers 1 bevestigd. Aan het vrije zwenkbare deel van het onderste deurdeel 4 is aan een bevestigingspunt 11 het ene einde van een trekkabel 10 aangebracht, welke 30 trekkabel over een in het raamwerk 22 van de persdeur 2 bevestigde leirol 13 loopt en met een langer stuk evenwijdig in het raamwerk 22 van de persdeur 2 wordt geleid. Aan de bovenzijde wordt deze weer om een aan het raamwerk bevestigde leirol 14 gelegd en strekt deze zich verder naar een tweede 35 bevestigingspunt 15 aan het boveneinde van het bovenste deurdeel 3 uit. De bevestigingspunten 15 en 17 zijn hierbij uitgevoerd als in het raamwerk 22 uitstekende, door een langwerpig gat 23 stekende pennen, zoals in fig. 5 wordt getoond. Het 8201363 • ψ - δ - langwerpige gat 23 vormt daarbij tegelijkertijd de verti-kale schuifgeleiding van het bovenste deurdeel 3. In de figuren 3 en 4 wordt slechts de ene zijde van de aandrijving en de geleiding van het bovenste deurdeel 3 en het onderste 5 deurdeel 4 getoond; de tegenover liggende zijde is identiek uitgevoerd.

Fig. 4 toont de gesloten toestand van het deurdeel . 4 .en toont tegelijkertijd dat nabij de scheidingslijn 8 vrij-. wel geen tussenruimte tussen het onderste gedeelte van het -··* 10 bovenste deurdeel 3 en het bovenste gedeelte van het onderste deurdeel 4 aanwezig is, zodat door deze tussenruimte niet in de persruimte van de pers kan worden gegrepen. Tegelijker-tijs is schematisch een handgreep aangegeven die aan het onderste deürdeel 4 kan zijn aangebracht.. Deze handgreep kan 15 ook tot voorbij de lijn 8 naar boven verlengd zijn uitgevoerd, opdat het onderste deurdeel 4 bij het sluiten niet tegen de kopkanten aankomt en de vingers dan bij het sluiten in de lijn 8, dat wil zeggen tussen het bovenste en het onderste deurdeel 3, 4 in de spleet terecht kunnen komen.

20 De figuren 6, 7 en 8 tonen een sluitbeveiliging voor het bovenste deurdeel, welke waarborgt, dat het onderste deurdeel 4 steeds slechts dan geheel kan worden gesloten, wanneer ook het bovenste deurdeel 3 zich in zijn geheel gesloten stand bevindt. Zijdelings is hiertoe aan het boven-25 ste deurdeel 3, zoals getoond in de figuren 7 en 8, een stuurnok 24 met het bovenste deurdeel 3 verbonden, welk deurdeel in het ü-vormige raamwerk 22 loopt. Het ondereinde van de stuurnok 24 is als een punt 25 uitgevoerd.

Aan het huis of raamwerk is bijbehorend bij de punt 30 25 een zwenkbare stuurhefboom 26 aangebracht, die in het draaipunt 34 zwenkbaar aan het raamwerk 22 van de persdeur 2 is bevestigd. Aan het vrije zwenkbare deel van de stuurhefboom 26 is een spernok 28 aangebracht, die door een uitsparing 35 aan het raam 22 in de sluitbaan van het onderste 35 deurdeel 4 uitsteekt..Fig. 7 toont de open stand van het bovenste deurdeel 3 en het onderste deurdeel 4, waarbij te zien is dat de nok 24 het sluiten van het deurdeel 4 zou verhinderen. Het sluiten wordt steeds dan verhinderd, wanneer het bovenste deurdeel 3 zich niet eveneens in de geheel ge- 8201363 r*v ψ * - 9 - heel gesloten stand bevindt.

Voor de overgang tot in de geheel gesloten stand is er volgens fig. 8 voor gezorgd, dat de punt 25 van de stuur-nok 24 de stuurhefboom 26 in de richting van de pijl 36 5 verzwenkt, zodat de grendelnok uit zijn stand 28’ in de stand 28 beweegt, dat wil zeggen uit de zwenkbaan van het onderste deurdeel 4. Het in de richting van de pijl 36 zwenken treedt op tegen de kracht van een schroefveer 29 in, die aangebracht is op de schroefdraadschacht van een instelschroef 10 27. Met de instelschroef 27 kan de afstand waarover de grendelnok 28, 28’ in de sluitbaan van het onderste deurdeel 4 uitsteekt worden ingesteld.

Zoals fig. 6 toont is als extra elektrische beveiliging nog aari het vrije, zwenkbare deel van het onderste 15 deurdeel 4 een bedieningsnok 30 aangebracht, die zoals fig. 6 toont (aangegeven met streep-stippellijnen) in de geheel gesloten stand van het onderste deurdeel 4 en vast met het huis of raamwerk verbonden schakelaar 31 bedient.

Deze schakelaar geeft dan aan, dat de deur geheel is gesloten 20 en geeft de stroom voor de elektrische aandrijfaggregaten van de vertikale pers 1 vrij. Wanneer de deur niet geheel gesloten zou worden, omdat bijvoorbeeld het bovenste deurdeel 3 zich niet in de geheel gesloten stand bevindt (dan steekt de grendelnok 28' uit in de sluitbaan), dan wordt de schake-25 laar 31 ook niet bediend en kan geen overeenkomstige waar-schuwingsaanwijzing optreden; evenzo zijn de elektrische aandrijvingsaggregaten dan buiten werking gesteld.

8201363

Claims (8)

1. Inwerpdeur voor een balenpers met een bij voorkeur vertikale werkrichting, waarbij aan het pershuis een persdeur zwenkbaar aan scharnieren is bevestigd en in de persdeur een met een inwerpdeur afsluitbare inwerp-5 opening is aangebracht om samen te persen materiaal in de werkruimte van de balenpers te brengen, m e t h e t kenmerk-, dat de inwerpdeur volgens een horizontale ··-* lijn (8) is gedeeld en uit een onderste (4) eri een bovenste deurdeel (3, 3', 3'*) bestaat.

2. Inwerpdeur volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het onderste deurdeel (4) door horizontale scharnieren (32) zwenkbaar, en het bovenste deurdeel (3) verschuifbaar aan het pershuis of aan de persdeur (2) is aangebracht.

3. Inwerpdeur vólgens conclusie 1 of 2, met h e t kenmerk, dat de.schuifaandrijving van het bovenste deurdeel (3) geschiedt door het zwenken van het onderste deurdeel (4).

4. Inwerpdeur volgens conclusie 1 t/m 3, me t 20 het kenmerk, dat de schuifaandrijving van het bovenste deurdeel (3) geschiedt via een trekkabel (10), welke met een eerste bevestigingspunt (11) aan het zwenk-bare deel van het onderste deurdeel (4) is bevestigd en via leirollen (13, 14) geleidt met zijn tweede bevesti- 25 gingspunt (15) aan het bovenste deurdeel (3) aangrijpt.

5. Inwerpdeur volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het bovenste deurdeel (3) veerbelast in de.gesloten richting is voorgespannen, doordat aan het bevestigingspunt (17) van het deurdeel (3) het ene 30 einde van de trekkabel (1.6) aangrijpt, waarvan het andere deel (18) door een veer (19) ten opzichte van het huis resp. de persdeur (2) is voorgespannen.

6. Inwerpdeur volgens één van de conclusies 1 t/m 5,met het kenmerk, dat voor de sluitbeveili- 35 ging van het bovenste deurdeel (3) het bovenste, deurdeel (3) met een stuurnok (24) is verbonden die in de gesloten 8201363 - 11 - stand van het bovenste deurdeel (3) een nok (28, 28') uit de zwenkbaan van het onderste deurdeel (4) verwijderd {fig. 6-8).

7. Inwerpdeur volgens conclusie 6, met het 5 kenmerk, dat de nok (28,28')· aan het vrije zwenkbare einde van een aan het pershuis bevestigde, veerbelaste stuurhefboom (26) is aangebracht, waarvan de zwenking tegen de kracht van de veer (29) in door de aan het bovenste deurdeel (3) in de schuif geleiding meelopende stuurnok 10 (24) geschiedt.

8. Inwerpdeur volgens conclusie 6 of 7,m e t het kenmerk, dat aan het zwenkbare deel van het onderste deurdeel (4) een bedieningsnok (30) is aangebracht die een aan het pershuis aangebrachte schakelaar (31) in 15 de gesloten stand brengt (fig. 6). 8201363