NL8201291A - Aerodynamisch overbrengstelsel voor een progressief werkende vervaardigingsinrichting. - Google Patents

Description

-1- EJ> ------- tir _ i«

Aerodynamisdh oveibrengstelsel voor een progressief werkende vervaardigingsinrichting.

De cnderhavige uitvinding is in bet algemeen gericht cp een oveibrengstelsel voor voorwerpen, en neer in het bij-zonder cp een transporteurstelsel voor het overbrengen van een voorwerp tussen en het vasthouden van het voorwerp cp ineerdere 5 op elkaar volgende bewerkingsstations, waar een bewerking aan het voorwerp wordt uitgevoerd.

De cnderhavige uitvinding vindt in het bijzonder toepassing bij de vervaardiging van hulsvonnige voorwerpen, zoals cLlindrische, uit twee delen bestaande bussen en batte-10 rijhulzen van bijvoorbeeld zaklantaarribatterijen.

Zoals in de techniek algemeen bekend is, worden dergelijke cilindrische voorwerpen in het algemeen ruw gevormd en diep-getrdkken uit een spoel van bandmetaal en worden ver-volgens d&i of neer keren opnieuw diep-getrckken, cm de 15 middellijn kleiner te maken, terwijl de hoogte van het voorwerp wordt vergroot. Fundanenteel wordt het voorwerp eerst ruw gevormd uit een strock of band en in neerwaartse richting diep-getrckken door een dLeptrekmatri j s, waarbij een cilindrisch gevormde kcm wordt gevormd, die een betrekkelijk grote diameter 20 en een kleine hoogte heeft. Deze kcm wordt van de band of strock = afgesneden en met zijn bodem cp een transporteur gezet. De kcm wordt dan naar een tsreede bewerkingsstation gevoerd door middel van een luchtstroom, waar de kom cpnieuw wordt diepgetrckken en zijn diameter kleiner wordt gemaafct, Gewocnlijk zijn er cp 25 het tweede bewerkingsstation zijdelingse aanslagen aanwezig, die zo groot zijn, dat zij het doorlaten van de kcm in zijn oorsprcnkelijke toestand verhinderen, maar de kcm kunnen doorlaten, nadat hij cpnieuw is diepgetrdkken en zijn diameter kleiner is gemaakt. Soortgelijke inrichtingen kunnen zijn aangebracht 30 cp andere tussenliggende bewerkingsstaticns, waar bewerkingen cp de kcm worden uitgevoerd, waarbij zijn diameter kleiner wordt gemaakt. Op het laatste bewerkingsstation wordt de flens 8201291

4 V

-2- afgesneden en de voltooide kom kan uit de inrichting worden afgevoerd. De aanslagen cp elk van de bewerkingsstations zijn voorzien van vacuumcpeningen, zodat de kctn of bus stevig cp zijn plaats wordt gehouden cp de bewerkingsstations voor 5 de daar uit te voeren bewerkingen. Nadat de kcm cp Sen van de tussenliggende bewerkingsstations cpnieuw is diepgetrckken, kan een cptilinrichting zijn aangebracht, cm de bus terug cp te tillen naar een stand, waarbij zijn bodem zich cp de transport-band bevindt, zodat de bus kan worden overgebracht naar een 10 volgend bewerkingsstation door middel van een luchtstrocm of andere geschikte middelen. Een typisde, cp deze wijze werkende inrichting is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift no. EE 29.645.

In scmmige gevallen is gebleken, dat de bepaalde 15 bewerking, die op een bewerkingsstaticn wordt uitgevoerd, niet dient om de diameter van de kan kleiner te maken. Zo kan bijvoorbeeld een bijzondere bewerking worden uitgevoerd, waarbij een gat wordt gestoken in de bodem van de kan, of de zijwand van de kom wordt uitgewdlst, on dezelfde diameter 20 te houden, maar de hoogte van bet voorwerp groter te maken.

In deze gevallen zullen de cpsluitende zijdelingse aanslagen, beschreven in het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift no. EE 29.645, niet kunnen dienen cm de kom cp zijn plaats te houden gedurende de bewerking op een bepaald bewerkingsstation. 25 Dientengevolge moeteriJbdeze gevallen mechanisch bediende tussenliggende aanslagen zijn aangebracht, die zijn gesynchroni-seerd net de werking van de persplunjer.

De onderhavige uitvinding is gericht cp het aarodynamische overbrengen van dergelijke voorwerpen, waarbij veranderingen in 30 de afmetingen van de voorvrerpen en tussenliggende mechanische aanslagen niet nodig zijn. De uitvinding vindt bijzondere toepassing in een inrichting voor de vervaardiging van cilin-drische, kcmvormige voorwerpen, zoals bussen, blikken of batteri jhulzen. Bij deze soort inrichting worden gewocnlijk 35 meerdere cp afstand van elkaar liggende bewerkingsstations 8201291 -3- * * f.

toegepast voor het uitvoeren van een redes achtereenvolgende bewerkingen cp da voorwerpen, waaibij de bewerkingsstations zi jn verbenden door een kanaal voor het overbrengen van voorwerpen van bfet ene bewerkingsstation naar het volgende.

5 Bij de beschreven voorkeursuitvoeringsvorm worden achter-eenvolgens bewerkingen uitgevoerd, die bestaan uit het raw vomen en dieptrekken, cpnieuw dieptrekken, vormen van de bodem, doorsteken en afsnijden.

Volgens de enderhavige uitvinding wordt het kanaal 10 gevormd door ireerdere rechte,. maar aider een hoek ten opzichte van elkaar geplaatste kanaalsegmenten, die aan hun overgangen rechte of starpe binnenhoeken vormen. Met uitzendering van het eerste bewerkingsstation voor rawvormen en dieptrekken, is een bewerkingsstation opgesteld op elk van de overgangen van de 15 kanaalsegmenten. De binnenhoeken vomen afgerende cppervlakken an cppervlakteccntact met het kemvormige voorwerp te waarborgen, teneinde het voorwerp gedurende de bewerking nausdeeurig cp een bepaald bewerkingsstaticai te positioneren. Ock is bij elke hoek een vacuumpoort aangebracht ora het voorwerp gedurende 20 de behandeling stevig tegen het afgerende cppervlak vast te houden.

De voorwerpen worden van het ene bewerkingsstation naar het yolgende yoortbewogen door middel van een luchtstraal, die bij het eerstgenoemde bewerkingsstation wordt geproduceerd 25 en die het voorwerp in de volgende afgerende hoek duwt. De wefking yan de vacuunpoorfcen en luchtstralen worden naiwkeurig met de bewerking door het gereedschap gesynchroniseerd.

Op het laatste bewerkingsstation is een beweegbare aanslag aangebracht, waarmee het blik of de kan axiaal door 30 middel van de zwaartekracht aider de bewegingslijn kan worden bewogen en naar een volgend bewerkingsstation kan worden ge-transporteerd.

Zoals uit de volgende gedetailleerde beschrijving zal blijken, wordt volgens de enderhavige uitvinding voorzien in 35 middelen voor het nauwkeurig vasthouden van da kom cp zijn plaats cp elk bewerkingsstatioipinfhahkelijk van het feit of de maat 8201291 -4- of diameter van de kan wordt veranderd. Als gevolg daarvan kunnen bewexkingen zoals hat doorsteken of walsen van de band worden uitgevoerd zonder de noodzaak tot ingewikkelde mechanische vasthoudinrichtingen.

5 Verdere. details van het overbrengstelsel volgens de uitvinding zullen in de volgende gedetailleerde besdirijving aan de hand van de tekening nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een gedeeltelijk, schematise!! perspectivisch aanzicht van het aerodynamische overbrengstelsel volgens de 10 onderhavige uitvinding.

Fig. 2 is een gedeeltelijk, schematise!! bovenaanzicht van een uit vier eenheden bestaande, de voorwerpen geleidelijk vender bewerkende, gereedschapsmachine, waarbij het aerodyna-mische overbrengstelsel volgens de onderhavige uitvinding 15 is toegepast.

Fig. 3 is een gedeeltelijk bovenaanzicht cp een grotere schaal van een enkele bewerkingsstraat, waarbij het aerodynamische overbrengstelsel volgens de onderhavige uitvinding is toegepast.

Fig. 4 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens . 20 de lijn IV-IV in fig. 3.

De onderhavige uitvinding is beschreven en weergegeven in de vorrn van een de voorwerpen geleidelijk verder bewerkende gereedschapsmachine, die in zijn geheel is aangeduid met 1, voor de vervaardiging van een hulsvormig of konvormig voorwerp, 25 zoals een blik of een batterijhuls. Bij de beschreven bijzondere uitvoeringsvorm, die schematise!! in fig. 2 is get&kend, worden bij de gereedschapsmachine 1 vier bewerkingsstraten 2 toegepast. Bat zal echter duidelijk zijn, dat alle bewerkingsstraten een identieke constructie hdaben en cp dezelfde wijze werken. Daarcm 30 zal slechts een van de bewerkingsstraten, namelijk de bewerkingsstraat 3, worden beschreven.

Bij de beschreven bijzondere uitvoeringsvorm omvat elke bewerkingsstraat 2 vijf bewerkingsstatians, die bestaan uit een bewerkingsstation 4 voor het nwvormen en dieptrekken, 35 een bewerkingsstation 5 voor cpnieuw dieptrekken, een bewerkings-staticn 6 voor het vormen van de bodem, een bewerkingsstation 7 8201291 ί « -5- voor het doorsteken en een bewerkingsstation 8 voor het afsnijden. Het is editor duidelijk, dat elk willekeurig aantal cp elkaar volgende bewerkingsstations kan worden toegepast voor een bepaalde bewerking. Vender zijn de details van de matrijzen voor 5 de ruwe bewerking en voor het cpnieuw dieptrekken, alsmede de bijbehorende persplunjers niet in detail getekend, aangezien deze onderdelen canventicneel en algemeen bekend zijn en voor de deskundige duidelijk zijn.

In het eerste bewerkingsstation voor ruwvormen en 10 dieptrekken wordt een ronde voorvorm 9 uit een metalen plaat geponst. Zoals bekend is, kan het plaatmateriaal 10 worden toegevoerd vanaf een spoel van dat materiaal (niet getekend), en na elke pcnsbewerking worden voortbewogen in de richting van de pijl 11.

15 Na het uitponsen wordt de ronde voorvorm 9, die met een streeplijn in fig. 1 is getekend, diepgetrokken door middel van een matrijs 12 in het pons- en dieptrekstation 4, cm een betrekkelijk brede en cndiepe cilindrische kcm 13a te vormen. Nadat de kcm 13a is diepgetrokken, wordt de kcm 20 naar beneden geschoven door afstrijkmiddelen (niet getekendl en kcmt terecht in de positie volgens fig. 4, waarbij de bodem van de kcm rust cp een horizcntaal cpgestelde productielijn 14.

Uit de tekening blijkt, dat de productielijn 14 het ondercpperylak vormt van een doorgaand kanaal 15, dat dient 25 voor het geleiden van de kcrnmen door cpeenvolgende bewerkings-staticns van de gereedschapsmachine. Het kanaal 15 cmvat een eerste recht kanaalsegrrent 16, dat van het bewerkingsstation 4 voor het pcnsen en dieptrekken locpt naar het bewerkingsstation 5 voor het cpnieuw dieptrekken. De kcm 13a wordt door het eerste 30 kanaalsegment 16 voortbewogen door middel van een luchtstrocm, die eyenwijdig aan het kanaalsegment beweegt en die wordt ge-produoeerd door een luchtstraalmcndstuk 17, dat strocmcpwaarts van het bewerkingsstation 4 voor het pcnsen en dieptrekken is cpgesteld. Gesynchroniseerd met de werking van het pons- en 35 dieptrekgereedschap kan door een bron (niet getekendl lucht - · · · . . ..... ....

8201291 -6- onder druk aan. het luchtstraalmondstuk 17 worden toegevoerd in de richting van de pijl 18.

Cp het bewerkingsstation 5 voor het opnieuw dieptrekken buigt het kanaal 15 naar rechts door middel van een recht 5 tweede kanaalsegment 19, dat loodreciht op het eerste kanaalsegment 16 staat. Zoals het best in de fig. 1 en 3 is getekend, vormt da overgang van de kanaalsegmenten 16 en 19 een in hoofdzaak afgercnde binnenhoek 20, waarvan de krcmriingsstraal in hoofdzaak dezelfde is als de uitwandige krarmingsstraal van de dj^etrokken.. 10 kan 13a. Qpgenerkt wordt, dat de kraimingsstraal van de afgeronde hoek 20 voldoende groot is cm cppervlaktecontact te waafborgen net tenminste cngeveer §en vierde van het buitenoppervlak van de diep-getrckken kan 13a.

De kcm 13a wordt door de kradht van de luchtstrocm uit 15 het luchtstraalmcndstuk 17 in de hoek 20 geduwd, hetgeen door niet getekende middelen nauwkeurig wordt gesynchroniseerd met de bewerkingen. pcnsen, dieptrekken en cpnieuw dieptrekken. Qm de kcm gedurende het cpnieuw dieptrekken nauwkeurig te positicneren, kan de kcm 13a in de hoek 20 stevig worden vastgehouden door 20 middel van e£n of meer vacuunpoorten, waarvan er een bij 21 is getekend, die is geplaatst in het midden van de kronming van (fe afgeronde hoek 20 en die de kcm tegen het oppervlak van de afgercnde hoek aanzuigt. Het vacuum in de vacuunpoort is gesynchrcniseerd met de bewerking door het gereedsdiap, cm 25 de diepngetrokken kcm 13a gedurende de juiste tijdsperiode vast te houden en dan los te laten.

Bij het cpnieiw dieptrekken wordt de kcm 13a diep ge-trokken in een langwerpige vorm en met een kleinere dianeter, zoals bij 13b is aangegeven. Na hfet cpnieuw dieptrekken ligt 30 de bodem van de kcm 13b onder de productielijn 14. Op dit punt wordt een cptilkussen 22 in werking gesteld, dat wordt bediend door een nek, veerdruk of luchtdruk (niet getekend), cm de cpnieuw diep-getrckken kcm 13b op te tillen, zodat de bodem van de kcm cpnieuw in ddn vlak ligt met de productielijn 14.

35 Deze ccnstructie is oonventioneel en algemeen bekend in de 8201291 R----- -7- techniek.

Op dit tijdstip wordt lucht onder druk toegevoerd aan een luciitstraalmondstuk 24, dat coaxiaal ten qpzitihte van het tweede kanaalsegment 19 in de hoek 20 is geplaatst, cm de 5 cpnieuw diep getrckken kom 13b door het tweede kanaalsegment 19 te duwen of te doen voortbewegen naar het bewerkingsstation 6 voor het vonren van de bodem.

Zoals het best uit de fig. 1 en 3 blijkt, is het bewerkingsstation 6 voor het vormen van de bodem cpgesteld 10 bij de overgang van het tweede kanaalsegment 19 op een recht, derde kanaalsegment 26. Het derde kanaalsegment 26 staat loodrecht op het tweede kanaalsegment 19 en verloopt naar rechtsten cpzichte daarvan. Uit de tekening blijkt, dat de overgang van deze kanaalsegmenten een afgeronde binnenhoek 15 24 vormt, waarvan de krcaxmingsstraal in hoofdzaak gelijk is aan de uitwendige kroririingsstraal van de opnieu* diep-getrokken kom 13b. In het algemeen zal de afgeronde hoek 24 zodanig zijn gevormd, dat cppervlakbecontact wordt gemaakt net termdnste vierde deel van het cilindrische buitencppervlak van 20 de opnieuw diep-getrckken kom.

De kom wordt nauwkeurig gepositioneerd en stevig vastgehouden op zijn plaats tegen de afgeronde hoek 24 door middal van een vacuum, dat wordt geproduoeerd door een vacuunpoort 25, die in het midden van de krcmming van de 25 hoek 24 is geplaatst. In het algemeen zal de werking van het vacuum* dat door de vacuumpoort 25 wordt geproduoeerd, zodanig worden gesynchrcniseerd, dat de kom op zijn plaats wordt gehouden, totdat het werktuig voor het vormen van de bodem, dat in fig.

4 in zijn geheel net 26 is aangeduid, in de kcm beweegt.

30 Cp dit bewerkingsstation wordt in de kom een bodem gevormd, waaibij het komvormige voorwerp 13c wordt verkregen. Na het vormen van de bodem kan de kcm 13c van het bewerkingsstation 6 naar het doorsteekstaticn 7 worden voortbewogen door een luchtstrocm, die wordt geleverd door een luchtstraalmcndstuk 35 27, dat in de afgeronde hoek 24 is geplaatst en naar het 8201291 -8- volgende bewerkingsstation is gericht. Het is duidelijk, dat de luditstroam uit het luchtstraalmondstuk 27 is ge-’cynchroniseerd met de bewerking van het vrerktuig 26a voor ' het vormsn van de bodem.

5 Een recht vierde kanaalsegment 28 verbindt het bewerkingsstaticn 6 voor het vormen van de bodem met het doorsteekstaticn 7. Het kanaalsegment 28 staat loodrecht op het kanaalsegment 26 en steekt naar links daarvan uit, cm een afgeronde binnenhoek 29 te vormen, die op het doorsteek-10 station 27 is gelegen. De hoek 29 is zodanig gevormd, dat de kcm 13c vast en nauwkeurig op zijn plaats wordt gehouden gedurende de werking van een doorsteekpcns 30, die een gat 31 in de bodem van de kcm aanbrengt, zodat een doors token kcmvormig voorwerp 13d wordt gevormd. Gedurende het doorsteken 15 kan de kcm stevig op zijn plaats worden vastgehouden door middel van een vacuum aan de vacuunpoort 32, die is geplaatst in het midden van de krcmming van de afgeronde hoek 29.

De werking van het vacuum aan deze vacuunpoort zal worden gesyn-dircniseerd met de werking van de doors teekpcns 30.

20 Na het doors teken kan de kcm 13d door middel van een luditstroam uit het luchtstraalmondstuk 33 in de hoek 29 door het vierde kanaalsegment 28 naar het afsnij station 8 worden bewogen. De werking van het luchtstraalmondstuk 33 zal worden gesynchrcniseezd net de werking van de doors teekpcns 30.

25 De rest van de censtructie die bij het doorsteekstaticn 7 behoort, is cenyenticneelvan aard.

Het laatste of afsnijstaticn 8 is voorzien van een aanslag 34, die in het midden aan het uiteinde van het kanaalsegrrent 28 is cpgesteld, tezamen net een afgerond 30 cpperylak 35, dat zodanig is gevormd, dat het aanligt tegen een deel van het cilindrische buitencppervlak van het komyonnige voorwerp, dat uit het bewerkingsstaticn 7 afkcmstig is.

Ben yacuumpoort 36 wordt synchroon net het afsnijwerktuig 37 bediend, cm de kcm stevig vast te houden tegen de aanslag, 35 terwijl het afsnijwerktuig in de kcm naar beneden beweegt.

8201291 -9-

Nadat het afsnijwerktuig in de kcm is bewogen, wordt de aanslag 34 teruggetrokken in de richting van de pijl 38, zodat de flens 39 cp de kcm 13d vrijkcmt van het oppervlak 35, zodat da kom axiaal naar beneden kan vallen in de-stand, die in 5 stceeplijnen in fig. 4 is getekend, zodat de flens kan worden verwijderd. Hierbij wordt de afgewerkte kom 13e verkregen, die door middel van de zwaarbekracht valt cp een transporteur 40, waarmee het afgewerkte voorwerp uit de inrichting kan worden verwijderd.

10 Ofschocn aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld slechts de working van een enkele bewarkingsstraat is beschreven, is het duidelijk, dat alle bewerkingsstraten 2 gelijktijdig kunnen werken, an de beschreven bewerkingen uit te voeren.

Het is duidelijk, dat door deskundigen binnen het 15 principe en de cmvang van de uitvinding, zoals uitgedrukt in . de bijgaande conclusies, verscheidene veranderingen kunnen worden aangebracht in de details, materialen, stappen en inrichting van cnderdelen, die hierboven zijn beschreven en in de tekening zijn weergegeven, cm de aard van de uitvinding 20 duidelijk te maken. Hoewel bijvoorbeeld als uitvoeringsvoorbeeld de aan elkaar grenzende kanaalsegmenten loodrecht cp elkaar zijn getekend, is het duidelijk, dat zij onder elke gewenste hoek ten opzichte van elkaar kunnen staan. Zo kan bijvoorbeeld, zoals in streeplijnen in fig. 2 is aangegeven, de hoek tussen 25 het eerste kanaalsegrnent 16 en: het tweede kanaalsegment 19 groter <dan 90°, waardoor het kanaal 15 een zigzagvorm krijgt.

Dit kan bijzonder nuttig zijn, wanneer de dianeter van de kan. bij de bewerking cp het betreffende bewerkingsstatian meet worden gemaakt. In dit geval wordt het positioneren van de kom 30 vergemakkelijkt door de vemauwde toegangsweg tot het volgende kanaalsegment. Nadat de diameter van het voorwerp kleiner is gemaakt, kan het gemakkelijk overgaan in het volgende kanaal-segrrent 19 naar het eerstvolgende bewerkingsstaticn.

8201291

Claims (27)

1. Inrichting voor da vervaardiging van kcravormige voorwerpen, welke inrichting is voorzien van ioeerdere op afstand van elkaar liggende bewerkingsstations voor het uitvoeren van een reeks op elkaar volgende bewerkingsn aan de voorwerpen, 5 met het kenroerk, dat da bewericingsstaticns zijn verbonden door een kanaal voor het overbrengen van voorwerpen van het ene. bewerkingsstati.cn. naar het volgende, welk kanaal is gevormd door een aantal ondar een hoek ten qpzidite van elkaar cpgestelda kanaalsegmenten, die aan hun overgangen birmen-10 hoeken yorroen, welke bewarkingsstaticns op de overgangen zijn opgesteld, dat middelen zijn aangebracht voor hat stevig vasthouden van de voorwerpen tegen een binnenhoek gedurenda da bewerking cp het betreffende bewerkingsstaticn en dat middelen zijn aangebracht voor het doen voortbewegen van de 15 voorwerpen van het ene bewerkingsstaticn naar het volgende bewerkingsstatian na elke bewerking.

2. Inrichting volgens oonclusie 1, met het kennerk, dat elk kanaalsegment recht is.

3. Inrichting volgens oonclusie 2, met het kenroerk, dat 20 de kanaalsegmenten in hoofdzaak loodrecht op elkaar staan.

4. Inrichting volgens oonclusie 2, met het kenmerk, dat een of ineer paren aan elkaar grenzenda kanaalsegmenten elkaar snijden cnder een biDDffihoek die groter is dan 90°.

5. Inrichting volgens oonclusie. 1, met het kemrerk, 25 dat de binnenhoeken zijn voorzien van afgeronde cppervlakken voor het stevig vasthouden van cilindrische voorwerpen.

6. Inrichting volgens oonclusie 1., met het 'kenmerk, dat de. yastfaoudmiddelen bestaan uit vacuunmiddelen, die aah elke hoek zijn opgesteld cm een voorwexp stevig daartegen vast te 30 houden.

7. Inrichting volgens oonclusie 6, met het kenroerk, dat de vacuunmiddelen bestaan uit tenminste §en vacuumpoort, die in de hoek is opgesteld on het voorwerp daartegen aan te zuigen. 8201291 c 7 ί- -11-

8. Inrichting volgens conclusie 7, met 'het kenmerk, dat de binnenhoeken zijn voorzien van afgeronde oppervlakken, waarvan de vorm overeenkomt net die van de buitenqppervlakken van de cilindrische voorwerpen, we Ike poort is geplaatst in 5 hoofdzaak in het midden van de krcraning van de hoek.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenrosrk, dat de voortbewegingsmiddelen bestaan uit luchtstraalmondstuk-middelen cm de voorwerpen van het ene bewerkingsstaticn naar het volgende te duwen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, net het kenmark, ' dat de luchtstraalmondstukmiddelen bestaan uit tenminste edn luchtstraalmcndstuk, dat nabij elke hoek is opgesteld en dat naar de volgende hoek is gericht.

11. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat het voorwerp cp twee achtereenvolgende bewerkingsstaticns in hoofdzaak cp dezelfde diameter wordt gehouden.

12. Inrichting volgens conclusie 1, gekenitierkt door middelen bij het laatste bewerkingsstaticn voor het in zijn axiale richting afvoeren van het voorwerp. ;

13. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hoek is gevormd voor het maken van cppervlaktecontact met tenminste ongeveer vierde deel van het cppervlak van het voorwerp. ‘ I

14. Ihrichting voor de vervaardiging van cilindrische, 25 kcmvormige voorwerpen, welke inrichting is voorzien van een eerste. bewerkingsstaticn voor het dieptrekken van een kcm uit een metalen voorvorm, van een tweede bewerkingsstaticn, waarcp de kcm opnieuw wordt diep-getrokken en zijn diameter kleiner wordt gemaakt, en van een derde bewerkingsstaticn voor het 30 uitvoeren van een bewerking aan de kcm zonder zijn diameter kleiner te maken, van een eerste kanaalsegment dat het eerste mat het tweede bewerkingsstaticn verbindt, van een tweede kanaal-segmant, dat het tweede met het derde bewerkingsstaticn verbindt, welke kanaalsegmsnten onder een hoek ten cpzichte van elkaar 35 zijn geplaatst cm op het tweede bewerkingsstaticn een binnenhoek aan hun overgang te vormen, welke hoek is gevormd cm te passen 8201291 -12- op het buitencppervlak van het voorwerp, an het voorwerp nauwkeurig op het bewerkingsstation te positioneren, van een vacuunpoort, die is opgesteld in de hoek voor het stevig vasthouden van de kom in de hoek gedurende het opnieuw dieptrekken, 5 en van luditstraalmcndstukken die op elk bewerkingsstation zijn opgeteld, voor het doen voortbewegen van de kcm van het ene bewerkingsstation naar het volgende langs een productielijn.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het eerste bewerkingsstation is voorzien van middelen voor 10 het positioneren van het voorwerp op een productielijn na de desbetreffende bewerking.

16. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt door een eindbewerkingsstaticn voor het uitvoeren van een bewerking cp het voorwerp, door een eindkanaalsegment, dat het voorafgaande 15 bewerkingsstaticn verbindt met het eindbewerkingsstatian, door een aanslagorgaan, dat is opgesteld aan het einde van het eindkanaalsegment, door een vacuunpoort bij het aanslagorgaan voor het stevig vasthouden daartegen van het voorwerp gedurende de eindbewerking, door een luchtstraalmondstuk bij 20 het voorafgaande bewerkingsstation voor het doen voortbewegen van het voorwerp vein het voorafgaande bewerkingsstation1 via het eindbewerkingsstatian, en door middelen voor het in zijn axiale richting doen bewegen van het voorwerp uit het eind- i bewerkingsstaticn.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het feeranerk, dat de genoemde bewegingsmiddelen bestaan uit middelen voor het verplaatsen van het aanslagorgaan, zodat het voorwerp door middel van de zwaartekracht kan vallen naar een positie onder de productielijn.

18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het eindbewerkingsstatian is voorzien van middelen voor het afsnijden van een deal van het voorwerp.

19. Inrichting volgens conclusie 18, gekenmerkt door meerdere tussenliggende bewerkingsstatiens, die zijn gelegen 35 tussen het tweede en. het eindbewerkingsstatian voor het 8201291 -13- uitvoeren van cp elkaar volgende bewerkingen cp het voorwerp, waarbij alls tussenliggende stations met elkaar en met vooraf-gaande en daarcp volgende bewerkingsstations zijn verbonden door kanaalsegmenten, die een doorlopend kanaal vormen voor 5 het achtereenvolgens overbrengen van voorwerpen naar elk beweikingsstaticn, doordat aan elkaar grenzende kanaalsegmenten onder een hoek ten cpzichte van elkaar zijn geplaatst, om cp elk bev^rkingsstation een binnenhoek te vormen, welke hoeken zodanig zijn gevonrd dat zij pas sen cp het buitencppervlak van 10 het voorwerp, cm dit narsdceurig cp het betreffende bewerkings- station te positicneren, en door een vacuurtpoort die is opgesteld in elke hoek voor het stevig vasthouden van het voorwerp daartegen gedurende de bewerking cp het betreffende bewerkings-staticn.

20. Xnrichting yolgens conclusie 19, met 'het kenmerk, dat de tussenliggende bewerkingsstaticns zijn yoorzien yan middelen voor het achtereenvolgens vormen van een hodem in het voorwerp en voor het doorsteken van het voorwerp,

21. Xnrichting volgens ccnclusie 20, net het keriroerk, 20 dat da bewrerkingsstations zijn ingericht voor het achbareen- volgens dieptrekken, cpnieuw dieptrekken, vormen van de hodem, doorsteken van de geyormde bodem en afsnijden van een' deel van het voorwerp, in da genoemda volgorde, .. ,

22. Xnrichting volgens conclusie 14, met hat Kenmerk,. 25 dat het genoemda voorwerp een cilindrische kom is en' dat de hoeken bestaan uit rcnde cppervlakken cm cppervlaktecontact met da kcm te majken.

23. Xnrichting yolgens oonclusie 22, mat het kenmerk, dat de. hoeken zodanig zijn geyormd dat zij in aaruraking kcmen 30 met tenrainste ongeyeer den vierde deel van het cilindrische qppervlak van de kom.

24. Xnrichting volgens conclusie 22; met het kehitferk, dat ami elkaar grenzende kanaalsegmenten loodredit op elkaar staan.

25. Xnrichting yolgens oonclusie 23, itet het kenmerk, 35 dat het tweeda en het eindbewerkingsstaticn aan elkaar grenzen, 8201291 -14-

26. Inriditing volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat aan elkaar grenzende kanaalsegmenten zodanig zijn opgesteld, dat zij binnenhoeken groter dan ongeveer 90° vormen.

27. Inriditing voor de vervaardiging van kcawormige 5 voorwerpen, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8201291