NL8201179A

NL8201179A - Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefapparaat.

Info

Publication number: NL8201179A
Application number: NL8201179A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1981-03-25
Filing date: 1982-03-22
Publication date: 1982-10-18
Also published as: JPS57158057A; FR2502878A1; AT389789B; GB2095434A; AU8126682A; US4542424A; DE3211080A1; ATA116882A

Description

-—.— , . 1 C/Ca/eh/1383

Xnformatiesignaalopneem- en/of -weergeefapparaat.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een informatiesignaalopneem- en/of -weergeefapparaat, en meer in het bijzonder op een dergelijk apparaat, dat tijdens signaalopname met een van de normale snelheidswaarde afwijkende band-5 transportsnelheid wordt bedreven.

Als voorbeeld van een dergelijk apparaat van bekend type kan een videobandapparaat worden genoemd, waarbij een roteerbare magneetkopeenheid opname van een informatie-signaal volgens een aantal zich schuin over een magneetband 10 uitstrekkende informatiesignaalregistratiesporen uitvoert. Bij een dergelijk videobandapparaat wordt behalve de reeds genoemde, voor informatiesignaalopname dienende magneetkopeenheid, welke tijdens bedrijf een roterende beweging uitvoert, een vaststaande magneetkop toegepast voor opname van een stuursignaal in een 15 speciaal stuursignaalregistratiespoor van de magneetband? dit stuursignaal dient om de magneetbandtransportsnelheid tijdens signaalweergave zodanig te besturen, dat een nauwkeurige weergave van het oorspronkelijk opgenomen informatiesignaal wordt verkregen.

20 Ter verkrijging van een zo hoog mogelijk ge- bruiksrendement van de magneetband, is het daarbij gewenst, bij de opname van een informatiesignaal met een zo hoog mogelijke registratiedichtheid te werken. Dit kan worden gerealiseerd door de bandtransportsnelheid tijdens signaalopname te 25 verlagen, respectievelijk met een lagere dan de normale bandtransportsnelheid te werken. In een dergelijk geval treedt echter bij signaalweergave in toenemende mate "wow" en "flutter" op, welke tijdens signaalweergave door middel van een videobandapparaat tot gevolg kunnen hebben, dat het bij de uitlezing 30' verkregen geluid en beeld instabiliteiten vertonen en een duidelijke kwaliteitsdaling ondergaan.

In verband charmedë is reeds voorgesteld, tijdens de signaalopname bovendien een pilootsignaal op te nemen, waarbij de tijdens signaalweergave optredende "wow"- en "flutter"-35 componenten van het uitgelezen informatiesignaal aan de hand van frequentieschommelingen van het eveneens uitgelezen pilootsignaal worden gedetecteerd. De frequentieschommelingscomponent 8201179 r - 2 - van het pilootsignaal wordt dan toegevoerd aan een servobe-sturingsschakeling voor zodanige bijregeling van de band-transportsnelheid, dat de ongewenste "wow” en ’'flutter" uit het informatiesignaal worden geëlimineerd. Volgens dit eerder 5 gedane voorstel wordt het zojuist genoemde pilootsignaal in een afzonderlijk registratiespoor op de magneetband opgenomen. Het zal echter duidelijk zijn, dat de toepassing van een afzonderlijk registratiespoor voor het pilootsignaal tot gevolg heeft, dat de totale hoeveelheid voor opname van het informatie-10 signaal beschikbare magneetband vermindert, hetgeen strijdig is met de behoefte aan grotere signaalregistratiedichtheid.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel een informatiesignaalopneem- en/of -weergeefapparaat te verschaffen, waarbij het zojuist genoemde bezwaar zich niet voor-15 doet.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een dergelijk apparaat te verschaffen, waarmede een hoge informatie-registratiedichtheid kan worden verkregen zonder gevaar voor "wow" en "flutter" van enige ontvang.

20 Een ander doel van de uitvinding is het verschaf fen van een dergelijk apparaat, waarbij de bandtransportsnel-heid wordt bestuurd aan de hand van een pilootsignaal, dat voor detectie van in de bandtransportsnelheid optredende schommelingen wordt gebruikt.

25 Daartoe verschaft de uitvinding een informatie signaalopneem- en/of -weergeefapparaat, dat op de gebruikelijke wijze is uitgerust met een eerste roteerbare transducent voor opname van een informatiesignaal in tenminste één infor-matiesignaalregistratiespoor op een registratiemedium, mid-30 delen voor opwekking en afgifte van een stuursignaal, middelen voor opwekking van een pilootsignaal van vooraf bepaalde frequentie, en met een tweede transducent voor opname van het stuursignaal in een stuursignaalregistratiespoor op het registratiemedium. Volgens de uitvinding dient een dergelijk appa-35 raat van eerder voorgesteld type zodanig te zijn uitgevoerd, dat het pilootsignaal, voorafgaande aan de opname van het stuursignaal in een stuursignaalregistratiespoor van het regis- 8201179 -—1 - 3 - tratiemediura, op het stuursignaal wordt gesuperponeerd.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt uitgegaan van een informatiesignaalweergeefapparaat, dat op bekende wijze is uitgerust met een eerste roteerbare transdu-5 cent voor uitlezing van een in tenminsteéén informatiesignaal-registratiespoor op een registratiemedium opgenomen informa-tiesignaal, een inrichting voor besturing van de transport-snelheid vanhet registratiemedium met een tweede transducent voor uitlezing van een in een stuursignaal van het registra-10 tiemedium opgenomen stuursignaal. Volgens de uitvinding bevat een dergelijk apparaat nu voorts detectiemiddelen voor detectie van een frequentieschommelingscomponent van een op het uitgelezen stuursignaal gesuperponeerd pilootsignaal en middelen voor besturing van de transportsnelheid van het regis-15 tratiemedium tenminste mede in afhankelijkheid van de frequenties chommelings component van het pilootsignaal.

Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt uitgegaan van een informatiesignaalopneem- en -weergeef-apparaat, dat op bekende wijze is uitgerust met een roteer-20 bare transducent voor opname en weergave van een informatie-signaal in, respectievelijk uit, tenminste één informatie-signaalregistratiespoor van een registratiemedium, middelen voor opwekking en afgifte van een stuursignaal, middelen voor opwekking en afgifte van een pilootsignaal van vooraf be-25 paalde frequentie en met een transducent voor opname en weergave van een dergelijk stuursignaal in, respectievelijk uit, een stuursignaalregistratiespoor van het registratiemedium.

Volgens de uitvinding dient een dergelijk apparaat voorts te zijn voorzien van middelen voor superpositie van het piloot-30 signaal op het stuursignaal voorafgaande aan de opname daarvan, middelen voor detectie van een frequentieschommelings-component van het opr "het ‘stuursignaal gesuperponeerde pilootsignaal na uitlezing van het stuursignaal en van middelen voor.besturing van de bandtransportsnelheid tijdens signaal-35 weergave tenminste mede in afhankelijkheid van de superpositie van het pilootsignaal op het stuursignaal.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu 8201179 r - 4 - volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van een uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: fig. IA het blokschema van de opneemsectie van 5 een apparaat volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding,· fig. 1B een blokschema van de weergeefsectie van het apparaat volgens fig. IA, fig. 2A-2C enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van de opneemsectie volgens fig. IA, en 10 fig. 3A-3C enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van de weergeefsectie volgens fig. 1B.

Volgens het in fig. IA getekende blokschema van een opneemsectie van een informtiesignaalopneemapparaat volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding dient een stuur-15 signaalgenerator 1 voor opwekking en afgifte van. een stuursignaal CTL volgens fig. 2A, dat op de voor een dergelijk apparaat normale wijze dient voor besturing van de transportsnel-heid van bijvoorbeeld een magneetband tijdens signaalweergave. Voorts bevat de sectie een pilootsignaalgenerator 2, welke 20 een pilootsignaal PLT volgens fig. 2B opwekt en afgeeft, dat niet afzonderlijk, zoals eveneens gebruikelijk, doch volgens, de uitvinding tezamen met het stuursignaal CTL op de magneetband wordt opgenomen. Daartoe worden het stuursignaal CTL en het pilootsignaal PLT bij het hier beschreven uitvoerings-25 voorbeeld toegevoerd aan een AM-modulator 3 voor amplitude-modulatie van het pilootsignaal PLT met het stuursignaal CTL tot een amplitudegemoduleerd signaal S volgens fig. 2C, dat vervolgens door een vaststaande opneem- en weergeefmagneetkop.

4 in ëén enkel stuursignaalregistratiespoor on een magneetband 30 5 wordt opgenomen; deze laatstgenoemde wordt daarbij aan langs- transport onderworpen door de combinatie van een kaapstander 6 en een drukrol 7, -waarvan de eerstgenoemde door middel van een kaapstanderaandrijfmotor 8 in rotatie wordt aangedreven. Opgemerkt wordt, dat bij videobandapparaten van gebruikelijk 35 type het zojuist genoemde stuursignaalregistratiespoor slechts voor opname van het eveneens genoemde stuursignaal CTL wordt gebruikt en dat een eventueel pilootsignaal daarbij in een af-.

8201179 - 5 - - · . Ί zondérlijk registratiespoor wordt opgenomen. Zoals in deze alinea is beschreven/ vindt volgens de uitvinding opname van het amplitudegemoduleerde signaal S in slechts het stuur-signaalregistratiespoor plaats. Zoals de fig. 2A, 2B en 2C 5 laten zien, bedraagt de frequentie van het pilootsignaal PLT meer dan tweemaal de frequentie van het stuursignaal CTL, zodat amplitudemodulatie van het pilootsignaal PLT met het stuursignaal CTL tot een goed bruikbaar, amplitudegemoduleerd signaal S leidt.

10 Fig. 1B toont het blokschema van een bijbehorende weergeefsectie. Daarbij wordt het amplitudegemoduleerde signaal S door de vaststaande magneetkop 4 uit de magneetband uitgelezen en via een weergeefversterker 9 toegevoerd aan een begrenzings-schakeling 10, welke uit het uitgelezen signaal S een piloot-15 signaal PLT’ volgens fig. 3B afscheidt. Indien dit uitgelezen pilootsignaal PLT' geen "wow”- en "flutter"-verschijnselen laat zien, zal het dezelfde frequentie als het opgenomen pilootsignaal PLT hebben. Indien de ongewenste stoorverschijnselen echter wel in het uitgelezen pilootsignaal PLT' voorkomen, zal 20 dit signaal frequentieschommelingscomponenten vertonen. In verband daarmede wordt het door de begrenzingsschakeling 10 afgegeven, uitgelezen pilootsignaal PLT' toegevoerd aan een FM-detector 11, welke op de eventuele aanwezigheid van dergelijke . frequentieschommelingscomponenten reageert door afgifte van 25 een signaal WF volgens fig. 3C, dat overeenkomt met de hoeveelheid "wow" en "flutter", welke in het uitgelezen pilootsignaal PLT1 aanwezig is. Dit signaal WF wordt toegevoerd aan een servo-besturingsschakeling 14.

Het door de weergeefversterker 9 afgegeven, 30 amplitudegemoduleerde signaal S wordt voorts via een diode 12 toegevoerd aan een omhullende detector 13 voor detectie van een uitgelezen stuursignaal CTLJ, -dat eveneens aan de servo-besturingsschakeling 14 wordt toegevoerd. Deze laatstgenoemde levert een servobesturingssignaal aan de kaapstanderaandrijf-35 motor voor besturing of regeling van de transportsnelheid van de magneetband 5. Meer in het bijzonder zal de servobesturings-schakeling 4 eventueel in het uitgelezen stuursignaal CTL1 8 2 0 1 1 7 9 - 6 -

F

optredende "wow"- en "flutter"-verschijnselen corrigeren met behulp van het signaal WF, zodanig, dat de bandtransport-snelheid op basis van zowel het uitgelezen stuursignaal CTL' als het uitgelezen pilootsignaal PLT' wordt geregeld- De fre-5 quentieschoinmelingscomponent van het pilootsignaal PLT’ kan bijvoorbeeld aan spanningsomzetting worden onderworpen en als deel van een servospanning aan de aandrijfmotor 8 worden toegevoerd. &angezien de in het uitgelezen stuursignaal CTL’ optredende "wow" en "flutter" op die wijze practisch geheel 10 worden, geëlimineerd, wordt steeds de gewenste bandtransport-snelheid verkregen- Daarbij zal het duidelijk zijn, dat de aldus uitgevoerde correctie nog verder kan worden verfijnd door toepassing van een hogere frequentie bij het door de pilootsignaalgenerator 2 geleverde pilootsignaal PLT.

15 De uitvinding beperkt zich niet tot het in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeeld. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt over-20 schreden.

8201179

Claims

1. Informatiesignaalopneeraapparaat van het type met een eerste roteerbare transducent voor opname van een in-formatiesignaal in tenminste één informatiesignaalregistratie-spoor op een registratiemedium, middelen voor opwekking en af- 5 gifte van een stuursignaal, middelen voor opwekking en afgifte van een pilootsignaal van vooraf bepaalde frequentie en met een tweede transducent voor opname van tenminste het stuursignaal in een stuursignaalregistratiespoor op het registratiemedium, gekenmerkt door middelen voor combinatie van het stuur-10 signaal met het pilootsignaal tot een gecombineerd signaal, dat voor opname in het genoemde stuursignaalregistratiespoor aan de tweede transducent wordt toegevoerd.

2. Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor combinatie van het stuursignaal met het 15 pilootsignaal een amplitudemodulator voor amplitudemodulatie van het pilootsignaal met het stuursignaal omvatten.

3. Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de frequentie van het pilootsignaal meer dan tweemaal de frequentie van het stuursignaal bedraagt.

4. Informatiesignaalweergeefapparaat van het type met een eerste roteerbare transducent voor weergave van een informatiesignaal uit tenminste ëên informatiesignaalregistra-tiespoor van een registratiemedium, een tweede transducent voor weergave van een in een stuursignaalregistratiespoor 25 van een registratiemedium opgenomen stuursignaal, middelen voor weergave van een pilootsignaal uit een registratiemedium en met middelen voor verwerking van een uitgelezen stuursignaal en een uitgelezen pilootsignaal tot een regelsignaal voor-·· regeling van de transportsnelheid van het registratie-30 medium, met het kenmerk, dat de middelen voor weergave van een pilootsignaal uit het registratiemedium samenvallen met de tweede transducent, het uitgangssignaal van de tweede transducent wordt toegevoerd aan eerste detectiemiddelen voor afscheiding van een frequentieschommelingscomponent van een piloot-35 signaal uit dat uitgangssignaal en aan tweede detectiemiddelen 8201179 r .-8- voor afscheiding van een stuursignaal uit dat uitgangssignaal, en dat de uitgangssignalen van de eerste en tweede detectiemiddelen aan de middelen voor verwerking van beide signalen worden toegevoerd.

5 .5. Apparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de eerste detectiemiddelen een begrenzingsschakeling voor afscheiding van een pilootsignaal uit het uitgangssignaal van de tweede transducent en een FM-detector voor detectie van een frequentieschommelingscomponent van een uitgelezen 10 pilootsignaal omvatten.

6. Apparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede detectiemiddelen een omhullende detector voor afscheiding van een stuursignaal uit het uitgangssignaal van de tweede transducent omvatten.

7. Apparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen voor verwerking van een uitgelezen stuursignaal en een uitgelezen pilootsignaal tot een regelsignaal zijn gekoppeld met een aan het aandrijfmechanisme van het registratiemedium toegevoegd servobesturingsstelsel.

8. Signaalopneem- en -weergeefapparaat van het type met een roteerbare transducent voor opname en weergave van een informatiesignaal in, respectievelijk uit, tenminste één informatiesignaal van een registratiemedium, middelen voor opwekking en afigfte van een stuursignaal, middelen voor 25 opwekking en afgifte van een pilootsignaal van vooraf bepaalde frequentie, een tweede transducent voor opname en weergave van een stuursignaal in, respectievelijk uit, een stuursignaal-registratiespoor van het registratiemedium, middelen voor opname en weergave van een pilootsignaal op, respectievelijk 30 uit, het registratiemedium en met middelen voor verwerking van een uitgelezen stuursignaal en een uitglezen pilootsignaal tot een rege-lsignaal vóór regeling van de transport-snelheid van het registratiemedium, gekenmerkt door middelen voor combinatie van het stuursignaal en het pilootsignaal tot 35 een gecombineerd signaal, dat voor opname in het genoemde stuursignaalregistratiespoor aan de tweede transducent wordt toegevoerd, waarbij de middelen voor weergave van een piloot- 82 0 1 1 79 - 9 - signaal uit het registratiemedium samenvallen met. de tweede transducent, het uitgangssignaal van de tweede transducent wordt toegevoerd aan eerste detectiemiddelen voor afscheiding van een frequentieschommelingscomponent van een pilootsignaal 5 uit dat uitgangssignaal en aan tweede detectiemiddelen voor afscheiding van een stuursignaal uit dat uitgangssignaal, en dat de uitgangssignalen van de eerste en tweede detectie-middelen aan de middelen voor verwerking van beidé signalen worden toegevoerd.

9. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen voor combinatie van het stuursignaal met het pilootsignaal een amplitudemodulator voor amplitudemodulatie van het pilootsignaal met het stuursignaal omvatten.

10. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, 15 dat de eerste detectiemiddelen een begrenzingsschakeling voor afscheiding van een pilootsignaal uit het uitgangssignaal van de tweede transducent en een FM-detector voor detectie van een frequentieschommelingscomponent van een uitgelezen pilootsignaal omvatten en dat de tweede detectiemiddelen een omhul-20 lende detector voor afscheiding van een stuursignaal- uit het uitgangssignaal van de tweede transducent omvatten.

11. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen voor verwerking van een uitgelezen stuursignaal en een uitgelezen pilootsignaal tot een regelsignaal zijn ge- 25 koppeld met een aan het aandrijfmechanisme van het registratiemedium toegevoegd servobesturingsstelsel. 8201179