NL8200984A - Vrachtschip voor koellading. - Google Patents

Description

v .9

Vrachtschip voor koellading

De uitvinding heeft betrekking op een koelcontainerschip met een van koelstaven voor de luchtdoorvoer voorziene koelinstallatie, zowel voor container-belading als ook voor stukgoed-belading, waarbij het stukgoed op als dubbele bodem uitgevoerde, in het schip 5 inzetbare draagdekken met luchtuitstroomopeningen opgeslagen is en waarbij de draagdekken op de koelstaven aan te sluiten zijn en waarbij de containers door tussenkomst van losneembare flexibele koppe-lingsstukken met de koelstaven te verbinden zijn.

Uit het Duitse octrooischrift 27 21 327 is een koel-10 containerschip voor het stuwen van containers en een koelinstallatie met aansluitmiddelen voor de verbinding van de koelinstallatie met de koelluchtaansluitstompen van luchtleidingskanalen voor de koeling' van containers bekend, waarbij in de geleidingsframes van de containers als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken inzetbaar zijn, die 15 van een aansluitinrichting voor de verbinding met de toevoerluchtstompen van de koelinstallatie voorzien zijn en in het bovenste laadoppervlak daarvan openingen voor de koelluchtuitstroming ingelaten zijn.

Bij deze en dergelijke koelschepen gaat de tendens daar-20 heen, de laadoppervlakken van de schepen zo groot mogelijk, in de eerste plaats langer dan bijvoorbeeld bij 40 voets containers gebruikelijk, uit te voeren. Bij grote laaddekken zou bij de toepassing van de in het voorgaande vermelde koelcontainerschepen een nadelige verhoging van de luchtweerstand in de koelluchtdoorvoer 25 kunnen ontstaan.

De uitvinding beoogt, de koeling bij stukgoed-belading ook bij dergelijke grote laadoppervlakken optimaal te houden, in het bijzonder wanneer het laadoppervlak groter dan bijvoorbeeld bij belading met 40 voetscontainers is. De grote laaddekken hebben het 30 voordeel, dat het laden en lossen bij boven open schepen sneller en tegen lagere kosten uit te voeren is, zodat lange ligtijden vermeden worden.

De uitvinding bestaat daarin, dat de koelstaven door 8200984 * - 2 - tussenkomst van afsluitbare openingen met luchtdoorvoerkanalen verbonden zijn, die naar het inwendige van de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken voeren, en dat de openingen en de luchtdoorvoerkanalen een grotere doorsnede hebben dan die van de flexibele koppe-5 lingsstukken. De uitvinding heeft het voordeel, dat koelcontainer-schepen met naar verhouding grote laadoppervlakken voor stukgoed-belading uitgerust kunnen worden, waarbij een optimale koeling van het stukgoed zekergesteld is..Bij de uitvinding zijn van de bekende koelcontainer-installatie als 't ware speciale kanalen voor de toe-10 voerlucht afgetakt. De openingen in de koelstaven worden door kleppen of andere geschikte afsluitinrichtingen bij het gebruik van de draagdekken dichtgedaan, terwijl toevoerluchtopeningen voor de container-belading afgesloten moeten worden. Daarmee wordt de toevoer-lucht door tussenkomst van deze openingen naar het draagdek geleid, 15 en daarbij zijn de doorsneden in het gehele door de toevoerlucht doorstroomde deel van de installatie naar verhouding groot, zodat nu ook bij grote draagdekken voldoende koellucht in de draagdekken tot in de meest afgelegen openingen van de draagdekken geleid wordt. Het op grote draagdekken opgeslagen stukgoed wordt in zijn geheel 20 zonder uitzondering gelijkmatig goed gekoeld.

Een voordelige uitvoering bestaat daarin, dat de koelstaven aan de van de lading afgekeerde zijde met een horizontaal luchtdoorvoerkanaal door tussenkomst van afsluitbare openingen verbonden zijn, dat in een haaks daarop verlopend kanaal overgaat, waarop 25 de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken aan te sluiten zijn.

Bij deze uitvoeringsvorm liggen de draagdekken niet in langsrichting, maar in de kortere dwarsrichting. De kanalen kunnen zonder inbouwsels een naar verhouding grote doorsnede hebben, zodat de luchtweerstand practisch overwegend in de korte dwarsscheeps 30 liggende draagdekken optreedt. De afgebogen delen van de kanalen kunnen tegelijk als dragend constructiedeel voor de draagdekken uitgevoerd zijn.

Een andere voordelige uitvoeringsvorm bestaat daarin, dat elke koelstaaf aan de naar de lading toegekeerde zijde van luchtdoor-35 voerkanalen voor de verbinding met de draagdekken voorzien is. Daar- 8200984 « « * - 3 - bij kunnen de luchtdoorvoerkanalen van een aantal naast elkaar liggende koelstaven met elkaar verbonden zijn. Bij deze constructie-vorm kunnen de draagdekken weer dwarsscheeps en naar verhouding kort uitgevoerd zijn. De zijwanden van de als dubbele bodem uitge-5 voerde draagdekken zijn weer van naar verhouding grote openingen voorzien, zodat dan de koellucht langsscheeps door een aantal naast elkaar liggende draagdekken met geringe luchtweerstand stromen kan.

Er worden weer grote laadoppervlakken gevormd.

Verdere details van de uitvinding wordt aan de hand van 10 de in de figuren voorgestelde uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.

Fig. 1 is een langsdoorsnede over een laadruim van een koelcontainerschip.

Fig. 2 is een horizontale doorsnede over het laadruim 15 volgens fig. 1, maar zonder container-belading.

Fig. 3 is een doorsnede D-D volgens fig. 2.

Fig. 4 is een doorsnede in het vlak E-E volgens fig. 2.

Fig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm volgens dezelfde doorsnede als fig. 4.

20 Fig. 6 is een langsdoorsnede zoals fig. 1, maar bij een belading met stukgoed.

Fig. 7 is een langsdoorsnede overeenkomstig aan fig. 1, maar met horizontaal liggende koelstaven.

Fig. 8 is een doorsnede in het vlak F-F volgens fig. 7.

25 Fig. 9 is een langsdoorsnede overeenkomstig aan fig. 7, maar bij een belading met stukgoed.

Fig. 10 is een doorsnede in het vlak G-G overeenkomstig aan fig. 9.

Fig. 11 is een horizontale doorsnede in het vlak H-H

30 in fig. 10.

Fig. 12 is een dwarsdoorsnede corresponderend met de uitvoeringsvormen volgens fig. 9-11 met horizontale beluchtings-technische onderverdeling van het laadruim.

Fig. 13 is een langsdoorsnede over een uitvoeringsvorm 35 met loodrechte koelstaven met een andere soort verbinding van de 8200984 • 4- - 4 - koelstaven met als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken.

Fig. 14 is een horizontale doorsnede I-I in fig. 13.

Fig. 15 toont details van een loodrechte koelstaaf met doorsneden op verschillende hoogten.

5 Bij alle uitvoeringsvormen is boven de scheepsbodem 1 de dubbele bodem 2 door het tankdek 3 gevormd. Het laadruim 4 wordt enerzijds naar buiten door de buitenhuid 5 afgesloten, en anderzijds wordt het laadruim 4 verder naar boven door het luikhoofd 6 begrensd, dat weer weerdek-luikdeksels 8 draagt. Het scheepsruim is verder 10 door ruimschotten 9 onderverdeeld.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 zijn in de nabijheid van de ruimschotten 9 loodrechte koelstaven 10 van een op zichzelf bekende constructievorm ingezet. Fig. 1 toont een op zichzelf bekende belading van het schip met op elkaar gestapelde koelcontainers 15 11. Deze zijn door eveneens bekende flexibele koppelingsstukken 7 zowel voor de toevoerlucht als ook voor de afvoerlucht met de koelstaven 10 verbonden. De toevoerluchtopeningen zijn met 12 en de afvoerlucht-openingen met 13 aangegeven. De flexibele koppelingsstukken 7 zijn niet in detail voorgesteld. De toevoerlucht- 12 en 20 afvoerlucht-openingen 13 hebben de voor dit soort van koelcontainer-verkeer gebruikelijke afmetingen.

Bij de constructievorm volgens fig. 1 t/m 3 zijn aan de aan de lading tegenovergestelde zijde van de koelstaven 10 luchtdoorvoerkanalen 14 ingebouwd, die aan de ruimschotten 9 of aan de koel-25 staven 10 bevestigd zijn. In langsscheepse richting zijn deze aan de buitenhuid 5 aangebracht. Deze luchtdoorvoerkanalen 14 staan door tussenkomst van openingen 15 met het toevoerluchtkanaal in de koelstaven in verbinding en hebben een grotere doorsnede dan de toevoer-12 en afvoerlucht-openingen 13 voor koelcontainers 11. De luchtdoor-30 voerkanalen 14 lopen eerst dwarsscheeps en dan afgebogen 14 a langs-scheeps. De doorsnede, van de langsscheeps verlopende delen 14 a van de luchtdoorvoerkanalen 14 kan zich verkleinen, zoals in fig. 2 aangegeven. Hiermee wordt een gelijkmatige beluchting van het gehele draagdekoppervlak zekergesteld, die in het volgende in detail be-35 schreven wordt: 8200984 if · - 5 -

Fig. 2 en 3 tonen de inbouw van als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16, die door draagconsoles 17 gedragen worden, welke op hun beurt aan de buitenhuid 5 bevestigd zijn of - zoals in het middelste deel in fig. 3 voorgesteld - delen van tussendekken 18 5 vormen kunnen. De als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16 strekken zich dwarsscheeps over hun gehele lengte van de draagconsoles 17 van het buitendek tot aan tussendekken 18 uit. De aan de buitenhuid 5 bevestigde draagconsoles 17 zijn als dubbele bodem uitgevoerd en vormen tegelijk de luchtdoorvoerkanalen, 14 en 14 a waarvan de lucht 10 overgangsmogelijkheden bij de uitvoeringsvoorbeelden volgens fig. 4 en 5 in doorsnede voorgesteld zijn. De als dubbele bodem uitgevoerde draagconsoles 17 dienen voor de luchtdoorvoer en kunnen aan hun dragende deel 17 a ingetrokken en daarvan openingen 19 voorzien zijn. Deze liggen tegenover de openingen 20 in de randen van de als dubbele 15 bodem uitgevoerde draagdekken 16. De randen zijn eveneens uitgespaard uitgevoerd, zodat het oppervlak 21 van de draagdekken 16 en het oppervlak van de draagconsoles in één lijn liggen, om het beladen bijvoorbeeld met vorkheftrucks mogelijk te maken. Tussen de randen van de draagdekken 16 en die randen van de draagconsoles 17 zijn de 20 openingen 19 en 20 omvattende dichtingen 22 ingelegd.

Een andere uitvoeringsvorm van de afsteuning van de draagdekken toont fig. 5, die zich in hoofdzaak daardoor van de uitvoeringsvorm van fig. 4 onderscheidt, dat de assen van de verbindings-openingen horizontaal liggen, die eveneens met elkaar uitgericht 25 zijn.

Bij de belading met koelcontainers 11 zijn de koel-staven 10 op bekende wijze door tussenkomst van flexibele koppelings-stukken 7 met de toevoer- en afvoerlucht-openingen 12 en 13 van de containers 11 verbonden. De aan de van de lading afgekeerde zijde van 30 de koelstaven 10 aangebrachte openingen 5 zijn bijvoorbeeld door hand-of afstandsbediening gesloten. Bij de inzet van als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16 en belading met stukgoed volgens fig. 2 -6 zijn de toevoerluchtopeningen 12 van de koelstaven 10 gesloten, terwijl de afvoerluchtopeningen 13 geopend blijven. Aan ώ andere kant 35 zijn de aan de van de lading afgekeerde zijde van de koelstaven 10 8200984

« A

- 6 - aangebrachte openingen 15 naar de luchtdoorvoerkanalen 14 geopend, zodat nu de lucht uit de koelstaven 10 door tussenkomst van de luchtdoorvoerkanalen 14 in de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16 instroomt. De lucht stroomt uit de bekende openingen van de als 5 dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16 in het laadruim 4 en omspoelt het stukgoed. De afvoerlucht wordt zoals tot dusver door de afvoer-luchtopeningen 13 in de koelstaven 10 teruggevoerd. In aanvulling op de afvoerluchtopeningen 13 van de koelstaven 10 zijn verder afsluitbare afvoerluchtopeningen 23 voorzien, om de luchtweerstand van de 10 installatie bij stukgoed-beluchting te kunnen verminderen. Deze aanvullende afvoerlucht-openingen 23 moeten bij container-beluchting gesloten worden. De uitvinding heeft ten opzichte van de bekende wijze het voordeel, dat alle doorsneden in luchtdoorvoersystemen bij stuk goed-belading beduidend groter zijn dan die voor de luchtdoorvoer-15 verhoudingen aanzienlijke doorsneden bij container-belading.

Fig. 7 t/m. 12 tonen een verdere uitvoeringsvorm van de koelinstallatie. De onderscheidt zich van de tot dusver beschreven installatie daardoor, dat in plaats van de loodrechte koelstaven 10 nu horizontale beluchtingskanalen 24 aangebracht zijn.

20 De toevoerlucht- 12 en afvoerlucht-openingen 13 zijn aan van elkaar gescheiden kanalen 24 aangebracht. De openingen 12, 13 met de flexibelekoppelingsstukken 7 hebben onderling dezelfde horizontale en verticale afstanden, als bij de inbouw van loodrechte koelstaven 10. De functie bij container- en bij stukgoed-belading zijn 25 telkens dezelfde, als in het voorgaande beschreven.

Fig. 7 toont een langsdoorsnede over een laadruim 4 met aangesloten koelcontainers 11.

Fig. 8 toont de doorsnede F-F volgens fig. 7 met tevoren beschreven luchtdoorvoerkanalen 14 a, die op de warmteuitwisselaar 30 25 aangesloten zijn, waarbij voor elke container-installatie een af zonderlijke warmteuitwisselaar voorzien is.

Fig. 9 toont dezelfde installatie, maar met stukgoedlading op als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16.

Fig. 10 toont de doorsnede G-G volgens fig. 9 en fig. 11 35 de doorsnede H-H volgens fig. 10.

b.

8200984 i * - 7 -

Fig. 12 toont een andere uitvoeringsvorm van de afvoerlucht-kanaaldoorvoer en een andere koelruimverdeling bij stukgoedttans— port. Het laadruim 4 is door een speciaal uitgevoerd draagdek 27 horizontaal onderverdeeld. Daarmee ontstaan twee ruimen, die met 5 verschillende ruimtemperaturen gekoeld kunnen worden. Bovendien wordt daarmee bereikt, dat verschillende stukgoedladingen te laden zijn, die verschillende behandelingsmethodes vereisen. In beluchtings-technisch opzicht onderscheidt deze uitvoering zich van de tot dusver beschrevene daardoor, dat telkens twee horizontaal verlopende boven 10 elkaar liggende beluchtingskanalen 24 voor de afvoerlucht zijdelings van het laadruim 4 bij de buitenhuid 5 tussen de warmteuitwisselaars 25 samengebracht worden.

Fig. 13 toont een langsdoorsnede over een laadruim 4 met loodrechte koelstaven 10, die in aanvulling op de voor koeleontainer-15 belading vereiste toevoerlucht- 12 en afvoerlucht-openingen 13 horizontaal liggende luchtdoorvoerkanalen 28 hebben, die door middel van geschikte verbindingen het onder de optredende lucht aansluitende contact tussen de koelstaven 10 en de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken 16 tot stand brengen. Deze luchtdoorvoerkanalen 28 20 kunnen door een verbindingsstuk 26 van de dwarskanalen met elkaar verbonden zijn. De draagdekken 16 liggen dwarsscheeps en hebben in hun telkens twee langszijden grote niet voorgestelde openingen, op dat de lucht in langsscheepse richting van dekdeel tot dekdeel stromen kan.

25 Fig. 14 is de doorsnede I-I in fig. 13 en toont de aanbren ging van de draagdekken 16 en het verloop van de luchtstroming.

Fig. 15 toont een loodrechte koelstaaf 10 in de naar de lading toegekeerde zijde met doorsneden op verschillende hoogten: doorsnede A-A door een afvoerluchtopening 13, 30 doorsnede B-B door een toevoerluchtopening 12, doorsnede C-G tussen toevoerlucht- en afvoerlucht-openingen 12, 13.

Kort samengevat is in het voorgaande een koelcontainerschip beschreven met een van koelstaven voor de luchtdoorvoer voorziene 35 koelinstallatie, zowel voor container-belading als ook voor stukgoed- 8200984 - 8 - belading, waarbij het stukgoed op als dubbele bodem uitgevoerde, in het schip inzetbare draagdekken met luchtuitstroomopeningen opgeslagen is. Daarbij zijn de draagdekken op de koelstaven aan te sluiten. De containers zijn door tussenkomst van losneembare flexibele koppelings-5 stukken met de koelstaven te verbinden. De koelstaven zijn verder door tussenkomst van afsluitbare openingen met luchtdoorvoerkanalen verbonden, die naar het inwendige van de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken voeren. Deze openingen en deze luchtdoorvoerkanalen hebben een grotere doorsnede dan die van de flexibele koppelingsstukken.

8200984 - 9 -

Verwijzingslijst 1. scheepsbodem 2. dubbele bodem 3. tankdek 5 4. laadruim 5. buitenhuid 6. luikhoofd 7. koppelingsstukken 8. weerdek-luikdeksels 10 9. ruimschotten 10. koelstaven 11. koelcontainers 12. toevoerlucht-openingen 13. afvoerlucht-openingen 15 14. luchtdoorvoerkanalen (dwarsscheeps) 14a. luchtdoorvoerkanalen (langsscheeps) 15. openingen voor het luchtdoorvoerkanaal 14 16. draagdekken 17. draagconsoles 20 17a. dragend deel van de draagconsoles 17 18. tussendek 19. openingen van de draagconsoles 17 20. openingen van de draagdekken 16 21. oppervlak van de draagdekken 16 25 22. dichtingen 23. afvoerluchtopeningen 24. horizontale beluchtingskanalen voor afvoerlucht 25. warmteuitwisselaar 26. verbindingsstuk 30 27. speciaal uitgevoerd draagdek 28. horizontale luchtdoorvoerkanalen 8200984

Claims (6)

1. Koelcontainerschip met een van koelstaven voor de luchtdoorvoer voorziene koelinstallatie, zowel voor container-bela-ding als ook voor stukgoed-belading, waarbij het stukgoed op als dubbele bodem uitgevoerde, in het schip inzetbare draagdekken met 5 luchtuitstroomopeningen opgeslagen is en waarbij de draagdekken op de koelstaven aan te sluiten zijn of waarbij de containers door tussenkomst van losneembare flexibele koppelingsstukken met de koelstaven te verbinden zijn, met het kenmerk, dat de koelstaven (10) door tussenkomst van afsluitbare openingen (15) met luchtdoorvoer- 10 kanalen (14) verbonden zijn, die naar het inwendige van de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken (16) voeren en die een grotere doorsnede hebben dan die van de flexibele koppelingsstukken (7).

2. Koelcontainerschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koelstaven (10) aan de van de lading afgekeerde zijde 15 met een horizontaal luchtdoorvoerkanaal (14) door tussenkomst van afsluitbare openingen (15) verbonden zijn, wat in een haaks daarop verlopend luchtdoorvoerkanaal (14 a) overgaat, waarop de als dubbele bodem uitgevoerde draagdekken'(16) aan te sluiten zijn.

3. Koelcontainerschip volgens conclusie 2, met het 20 kenmerk, dat het afgebogen luchtdoorvoerkanaal (14 a) tegelijk als dragend constructiedeel voor de draagdekken (16) uitgevoerd is.

4. Koelcontainerschip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke koelstaaf (10) aan de naar de lading toegekeerde zijde van luchtdoorvoerkanalen (28) voor de verbinding met de 25 draagdekken (16) voorzien is.

5. Koelcontainerschip volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de luchtdoorvoerkanalen (28) van een aantal naast elkaar liggende koelstaven (10) door verbindingsstukken (26) met elkaar verbonden zijn. 30

6. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8200984