NL8200543A

NL8200543A - Verpakking voor sigaretten of dergelijke.

Info

Publication number: NL8200543A
Application number: NL8200543A
Authority: NL
Original assignee: Reynolds Tobacco Gmbh
Priority date: 1981-02-14
Filing date: 1982-02-12
Publication date: 1982-09-01
Also published as: LU83944A1; DE8104045U1; NL190008C; IT1149645B; BE892125A; FR2499947B3; FR2499947A3; NL190008B; IT8219655A0

Description

4 *

Verpakking voor sigaretten of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor sigaretten of dergelijke, bestaande uit een uitwendig omhulsel, waarin een doosvormige schuifnouder verschuifbaar is, die in een helft van een zijwand is voorzien van een uitsparing, die open is naar een uitneem-5 opening in het bovenste kopvlak van de schuifhouder.

Bij een dergelijke bekende verpakking (DE-GM 72 42 170) bestaat de uitsparing uit een diepe, vertikale sleuf in slechts één zijwand van de schuifhouder, diens gehele bovenste kopvlak open is.

Een in de schuifhouder gestoken pakje sigaretten kan met een in de 10 sleuf gestoken vinger uit de schuifhouder naar boven worden geschoven, zodat het gedeeltelijk boven de rand van het open, bovenste kopvlak van de schuifhouder uitsteekt. Dan worden sigaretten uitgenomen, en aansluitend wordt het pakje sigaretten weer in de schuifhouder gestoken en deze in het uitwendige omhulsel teruggeschoven.

15 Deze handelingen zijn omslachtig. Het openen van de verpakking en het uitnemen van sigaretten met slechts één hand is moeilijk, omdat de sigaretten door de ene vertikale sleuf in de zijwand van de schuifhouder niet voor het uittrekken kunnen worden vastgepakt. Het uitwendige omhulsel is bij deze verpakking aan beide kopvlakken open, 20 zodat de schuifhouder naar beide zijden uit het omhulsel kan worden het geschoven. Dit heeft tot gevolg, dat dikwijls'uiteinde van de schuifhouder wordt uitgeschoven, dat geen vertikale sleuf heeft, zodat de schuifhouder weer in het omhulsel teruggeschoven en naar de andere zijde uitgedrukt moet worden. Ook hierdoor wordt het han-25 teren nadelig beïnvloedt. Verder moet de gebruiker altijd er op letten, dat de schuifhouder niet geheel uit het omhulsel valt en van het omhulsel wordt gescheiden, omdat middelen voor het bij elkaar houden van deze onderdelen ontbreken. De genoemde nadelen gelden ook voor een andere bekende verpakking voor sigaretten of dergelijke 30 (DE-OS 28 49 786), waarbij de schuifhouder op een kleine opening na in het bovenste kopvlak geheel gesloten is. Het uitnemen van sigaretten geschiedt hierbij door uitkloppen uit de begrensde uitneemope-ning met het bekende nadeel van tabaksverlies en het ongewenste los- 8200543 *· * - 2 - maken van de sigarettenstopping. Het vastpakken van sigaretten om ze uit de schuifhouder te trekken, is niet mogelijk, omdat zij van de zijkant af niet toegankelijk zijn.

De uitvinding heeft ten doel, een verpakking van de beschreven 5 soort zodanig uit te voeren, dat de sigaretten goed kunnen worden vastgepakt en uit de schuifhouder kunnen worden getrokken, dat automatisch steeds die helft van de schuifhouder uit het omhulsel wordt geschoven, die van de uitsparing is voorzien, en dat een ongewilde scheiding van schuifhouder en omhulsel wordt verhinderd.

10 Het doel van het eenvoudig uitnemen van de sigaretten uit de schuifhouder wordt bereikt, doordat een uitsparing in elke zijwand van de schuifhouder is aangebracht, en dat de beide uitsparingen op één lijn tegenover elkaar liggen.

De beide tegenover elkaar liggende uitsparingen maken het 15 paarsgewijze vastpakken van sigaretten tussen duim en wijsvinger van één hand 'en het uittrekken daarvan door de uitneemopening mogelijk, in het bijzonder het open, bovenste kopvlak van de schuifhouder. Dit is eenvoudig en kan met dezelfde hand geschieden, die de verpakking vasthoudt en het uitglijden van de schuifhouder uit het omhulsel be-20 werkstelligt.

Bij voorkeur zijn de uitsparingen ongeveer vierkante uitsneden, waarvan de voorste rand van beneden naar boven schuin naar voren gericht verloopt. Beide uitsparingen hebben hetzelfde oppervlak. De afschuining van de ene rand van de uitsneden maakt deze in de rich-25 ting van het voorste, zijdelingse kopvlak van de schuifhouder wijder en bewerkstelligt een voor het vastpakken van de sigaretten gunstige geleiding van de vingers.

ij Bij een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het achterste kopvlak van het uitwendige omhulsel afgesloten door een 30 doorbroken kopwand. Op deze wijze heeft het omhulsel slechts één open kopvlak, waardoor de schuifhouder kan worden bewogen, en de kopwand, tegen welke de ingeschoven schuifhouder aanligt, dient als aanslag. In deze, bij het in elkaar schuiven van de verpakking automatisch optredende eindtoestand is zij door juiste afdekking van het 35 bovenste kopvlak van de schuifhouder geheel gesloten. Omdat de schuif- 8200543 - 3 - -Λ « houder slechts in de richting van het voorste kopvlak van het omhulsel uit het omhulsel kan bewegen, bevindt zich zijn van de uitsparingen voorziene helft steeds aan de openingszijde van de verpakking. Het verschuiven van de schuifhouder in de tegengestelde richting wordt 5 door de achterste kopwand verhinderd. Het feit, dat de verpakking slechts aan één zijde kan worden geopend, vergroot de betrouwbaarheid van zijn sluiting bij onderbrengen in een zak of dergelijke. Door de doorbreking in de achterste kopwand wordt de schuifhouder met de vinger uitgeschoven. Bij voorkeur is de doorbreking in het midden van 10 de kopwand aangebracht en strekt zich in wezen over zijn gehele breedte uit. De hoogte van de doorbreking kan ongeveer 1/3 van de hoogte van de verpakking bedragen.

Ter beveiliging van de schuifhouder tegen volledig wegglijden uit het omhulsel en de scheiding daarvan dient een aan tenminste één 15 zijwand van de schuifhouder aangebrachte, naar voren gerichte lip, die als begrenzing van de schuifbeweging achter een naar achteren omgevouwen tong van het uitwendige omhulsel grijpt. De ongevouwen tong bevindt zich aan een langsrand van het voorste, open kopvlak van het uitwendige omhulsel, terwijl de lip door een U-vormige snijlijn 20 in de zijwand van de schuifhouder is begrensd, die aan zijn achterste kopwand eindigt. Door . deze constructie wordt de schuivende beweging van de schuifhouder zodanig begrensd, dat tenminste zijn uitsparingen vrij zijn van het omhulsel, dat hij echter tendele in het omhulsel blijft steken en tegen volledig uitvallen is beveiligd. Dit 25 maakt het eenvoudig openen vai de verpakking mogelijk door vasthouden van het omhulsel met naar benedengerichtevoorste kopvlak, zodat de schuifhouder tot aan de onderlinge ingrijping van lip en tong automatisch uit het omhulsel glijdt.

Op doelmatige wijze kan aan de beide langsranden van het voorste, 30 open kopvlak van het omhulsel telkens één omgevouwen tong zijn aangebracht, die zich ongeveer over de gehele hoogte van de verpakking uitstrekt. Hierdoor ontstaat een zekere vrijheid bij de samenstelling van omhulsel en schuifhouder, die voor de verpakkingsmachines voordelig kan zijn.

35 In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding 8200543

ψ V

- 4 - schematisch weergegeven.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een geopende verpakking, fig. 2 toont een schuifhouder en 5 fig· 3 toont een omhulsel.

Sigaretten 1 zijn in twee evenwijdige rijen in een schuifhouder 2 van stijfjpapier- of kunststofmateriaal ondergebracht. De schuifhouder 2 is aan zijn bovenste kopvlak 3 open uitgevoerd, en in zijn beide zijwanden 4 en 5 bevinden zich uitsparingen 6 en 7. Elke 10 uitsparing 6, 7 is open naar het open, bovenste kopvlak 3 van de schuifhouder 2. Zij is in wezen vierkant met af geronde hoeken uitgevoerd, en haar voorste rand 8 verloopt van beneden naar boven schuin naar voren, zhdat de uitsparingen 6, 7 wijder worden. De beide korte uitsparingen 6 en 7 liggen samen in de voorste langshelft van de schuifhou-15 der 2, hebben hetzelfde oppervlak en hebben een kleine afstand tot de voorste kopwand 9 van de schuifhouder.

Aan de achterste kopwand 10 van de schuifhouder 2 sluit een U-vormige snijlijn 11 in de ene zijwand 4 aan, die een lip 12 begrenst^ De lip 12 strekt zich over een deel van de hoogte van de verpakking 20 uitjZij heeft afgeronde hoeken en is naar voren gericht.

De verpakking wordt door een uitwendig omhulsel 12 uit hetzelfde materiaal als de schuifhouder 2 gecompleteerd. Het omhulsel 12 is aan zijn voorste kopvlak 13 geheel open, terwijl zijn achterste kopvlak door een kopwand 12 is afgesloten. Ongeveer in het midden van 25 de kopwand 14 bevindt zich een in wezen vierkante doorbreking 15, waarvan de breedte overeenkomt met de breedte van de kopwand 14. Aan de beide langsranden van het open kopvlak 13 is telkens een naar binnen omgevouwen tong fig. 16 aangebracht, die zich over de hoogte van het omhulsel 12 uitstrekken, en waarvan de ene als begrenzing voor de 30 uitschuivende beweging grijpt achter de lip 12 aan de schuifhouder 2 (fig. 1).

8200543

Claims

1. Verpakking voor sigaretten of dergelijke, bestaande uit een uitwendig omhulsel, waarin een doosvormige schuifhöuder verschuifbaar is, die in één helft van een zijwand is voorzien van een uitsparing, die open is naar een uitneemopening in het bovenste kopvlak van 5 de schuifhöuder, met het kenmerk, dat een uitsparing (6, 7) in elke zijwand (4, 5) van de schuifhöuder (2) is aangebracht, en dat de beide uitsparingen (6, 7) op één lijn tegenover elkaar liggen.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsparingen (6, 7) ongeveer vierkante uitsneden zijn, waarvan de 10 voorste rand (8) van beneden naar boven schuin naar voren gericht verloopt, en dat de beide uitsparingen (6, 7) een gelijk oppervlak hebben.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het achterste kopvlak van het uitwendige omhulsel door een door- 15 broken kopwand (14) is afgesloten.

4. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de doorbreking (15) in het midden van de kopwand (14) is aangebracht.en zich in wezen over zijn gehele breedte uitstrekt.

5. Verpakking volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, 20 dat de hoogte van de doorbreking (15) ongeveer 1/3 van de hoogte van de verpakking bedraagt.

6. Verpakking volgens de conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de schuifhöuder (2) aan tenminste één zijwand (4, 5) is voorzien van een naar voren gerichte lip (12), die als begrenzing voor de 25 uitschuifbeweging achter een naar achteren omgevouwen tong (16) van het uitwendige omhulsel (12) grijpt.

7. Verpakking volgens de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat een omgevouwen tong (16) zich aan tenminste één langsrand van het voorste, open kopvlak (13) van het uitwendige omhulsel (12) bevindt, 30 en dat de lip (12) is begrensd door een U-vormige snijlijn (11) in de zijwand (4) van de schuifhöuder (2), die aan zijn achterste kopwand (10) eindigt.

8. Verpakking volgens de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat aan de beide langsranden van het voorste, open kopvlak (13) van 8200543 - 6 - het omhulsel (12) telkens één omgevouwen tong (16) is aangebracht, die zich ongeveer over de gehele hoogte van de verpakking uitstrekt.

9. Verpakking voor sigaretten of dergelijke, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8200543