NL8105932A - Prefab-betonnen vloerplaat, werkwijze voor het vervaardigen van een stortmal voor een dergelijke plaat, en met gebruikmaking van die werkwijze vervaardigd schaalvormig kunststoflichaam. - Google Patents

Description

ut,·* ΐ νο 2168 "Prefab-betonnen vloerplaat, werkwijze voor het vervaardigen van een stortnal voor een dergelijke plaat, en net gebruikmaking van die werkwijze vervaardigd schaalvormig kunststof lichaam.

De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een prefab-vloerplaat van algemeen rechthoekige gedaante uit al dan niet gewapend beton met tenminste een hijsopening.

In het bijzonder betreft de uitvinding der gelijke vloerplaten 5 met een dikte van 8-16 cm - veelal met een, bijvoorbeeld stalen, profielrandversterking - ten gebruike bij het leggen van kadevloeren, ’ grote werkvloeren, perrons, heftruckbanen, enz. De platen worden daarbij meestal op een zand- of dergelijk onderbed gelegd. Het plaatgewicht kan variëren van ca. UOO kg, tot meer dan 2000 kg. De vervaardiging 10 vindt op rationele wijze op grote schaal, in daartoe goed geoutilleerde fabrieken plaats.

Met het oog op het transport verdient het, in incidentele gevallen, de voorkeur de platen te vervaardigen in werkplaatsen nabij of op het werk. Meestal ontbreekt dan echter de geacheveerde outillage van 15 een fabriek.

Door plastificeerders aan het betonmengsel toe te voegen is het tegenwoordig mogeïijk, platen van de genoemde soort van aanvaardbare kwaliteit te verkrijgen, zonder dat het beton intensief mechanisch behoeft te worden getrild. Tegenover het nadeel van wat hogere- grcndstcf-20 kosten staat daarbij het aanmerkelijke voordeel van besparing op tril-apparatuur, het voorkomen van lawaaioverlast en vooral de mogelijkheid tot toepassing van eenvoudiger, in het bijzonder anders dan in staal mfcgevoerde mallen. Daardoor kan ook beter aan bepaalde wensen wat betrat de vormgeving voor de plaat tegemoet worden gekomen.

25 Doordat nl. in het verleden vrijwel uitsluitend met gebruikmaking van stamp-, tril- of schokapparatuur in beweging te brengen stortmallen moesten worden toegepast, deden zich bij de vervaardiging in grote aantallen vooral kostprijstechnische problemen voor, wanneer men aan die

Oplaten een van een zuiver para.l.1 ellepipedumvormige gedaante enigszins 30 ‘afwijkende vorm, bijvoorbeeld door het aanbrengen van bepaalde prcfile-ringen, vilde geven.

8105932 * ** -2- *»

De uitvinding berust au mede op het inzicht,, dat door de in het. voorgaande toegelichte, nieuwe ontwikkeling bij da vervaardiging van dergelijke platen, dat wil zeggen zonder intensieve intrilling, meer vrijheid is verkregen om aan bepaalde vormgevingseisen voor· de mallen 5 voor de platen tegemoet, te -komen. Daarvan kan dan nuttig gebruik worden, genaakt om platen te verkrijgen, die specifieke voordelen bieden bij ✓ het manipuleren met en het hanteren van die platen, zoals in het bijzonder het stapelen en het transport, en ook bij het gebruik, speciaal door betere ligeigenschappen. ...

* * 10 ' Volgens de' uitvinding wordt daartoe, een pre fab-* vloerplaat van de.

in· de· aanhef vermelde soort nader gekenmerkt door een drietal, aan de plaatonderzijde aangevormde stapelnokken, die elk over ten hoogste ca* T/20 van. de plaatdikte uitsteken, vanuit de plaatonderzijde in het gebied grenzend aan. die nokken en. die op, ten opzichte van de plaatdikte 15 zeer geringe afstand van de plaatomtrek en op zodanige plaatsen langs die omtrek- liggen, dat het zwaartepunt van de door de middens van. die nokken bepaalde driehoek in hoofdzaak correspondeert met dat van de .plaat, terwijl het centrale gebied aan de plaatonderzijde rondom het bereik van de hijsopeningen een cassette-achtige uitsparing bevat ter 20 diepte van. ten hoogste 1/20 van de plaatdikte gemeten vanuit het omge-’ vender randgebied aan de "plaat onder zij de.

Aldus wordt in de eerste plaats bereikt, dat bi.j het stapelen van dergelijke platen voor opslag en transport het plaatgewicht gelijkmatig over de nokken verdeeld vcrdt. Door toepassing van drie oplegpunten 25 treden er ook geen ongewenste spanningen in de plaat op. Doordat de nokken zich in de nabijheid van de rand bevinden, en de plaats van elke nok bovendien, desgewenst, gemakkelijk opzij van de plaat nog door een merkteken kan zijn aangegeven, kan bij het stapelen ook gemakkelijk gecontroleerd en gegarandeerd worden, dat de nokken van de opvolgende pLaten 2q strokend boven elkaar komen.

Tot dusverre was er bij het stapelen van dergelijke vloerplaten —. nodig, losse afstandsblokken, bijvoorbeeld stukken betontegel of bak- steen tussen te voegen, omdat dergelijke platen in stapels van grote aan-1 'tallen niet rechtstreeks op elkaar konden worden gelegd met het cog op 8 25 het risico voor te grote spanningen door plaatselijke onregelmatigheden * in de ondersteuning. Toepassing van dergelijke losse stapelstenen brengt 8105932

**- V

-3- echter risico voor onjuiste plaatsing en daardoor ongunstige belasting en breuk of beschadiging van de platen mee. ·

De ondiepe nokken nabij de plaatomtreksrand en in het bijzonder de cassetteachtige verdieping in het middengebied van de plaat onderzijde 5 dragen voorts bij tot een aanmerkelijke verbetering van de vaste ligging van de plaat, wanneer die wordt gelegd in een zand- of dergelijk onder-steuningsbed. Door de cassetteachtige uitsparing wordt nl. een zekere voorkeur voor het vinden van de onder steun ingskr acht en door de plaat vooral, in het randgebied bereikt, zonder dat daardoor echter het midden-10 gebied van de plaat door onvoldoende ondersteuning te zwaar kan worden belast.

Een verder voordeel van het gecombineerd toepassen van de af-standsnokken enerzijds en de cassetteachtige uitsparing in het middengebied aan de plaatonderzijde anderzijds bestaat nog hierin, dat de aan 15 het einde van de, meestal ovale hijsogën gevormde plaatverzwakking, die nodig is om het dwarselement, dat zich onder aan de hijssleutel bevindt, na het doorsteken door de hijsopening en het vervolgens een kwartslag draaien daarvan plaats te bieden bijvoorbeeld tussen in een stapel opvolgende platen, geringer kan zijn, ten bedrage van de som van de hoog-2o 'te van de nokken en de diepte van de cassetteachtige uitsparing.

De voorgestelde plaatsing van de afstandsnokken koert er in de praktijk, bijvoorbeeld bij een rechthoekige vloerplaat volgens de uitvinding, dus op neer, dat ëên afstandsnok zich in het midden van een omtrekszijde bevindt en de beide andere elk bij de beide aangrenzende 25 omtrekszijden op plaatsen vanuit de eerstgenoemde zijde ongeveer driekwart van de lengte van die aangrenzende omtrekszijden verwijderd.

De hoogte van de afstandsnokken bedraagt ongeveer U tot 8 mm, bij voorkeur ongeveer 5 nm. Een voor de praktijk bruikbare afmeting van de nok is ongeveer 10 x 10 cm.

30 Cok wanneer, bijvoorbeeld voor het tussen de platen van een sta pel insteken van de vorken van een heftruck, wegens de dikte van dergelijke vorken, toch aparte afstandsblokken nodig zijn, biedt de aanwesig-^ heid van de volgens de uitvinding aan de onderzijde aangevormde afstands- nokken het voordeel, dat de plaatsing van dergelijke blekken op de gun-35 stigste plaatsen geschiedt.

e ‘ De uitvinding betreft voorts een werkwijze voor het vervaardigen 8105932

S' V

-U

van een stortmal voor een "betonplaat van de "bovenvermelde soort die wordt gekenmerkt, doordat eerst op een ondersteboven op een steunvlak gelegd model of prototype'van die plaat door het daarop aanbrengen van een laag polyester, polyurethaan of der gelijk kunststofmateriaal met of 5 : zonder glasvezel - of soortgelijke bewapening-, een omgekeerd schaal vor mig kunststoflichaam wordt' gevormd, met aan de omtreksgedaante en aan de vorm van de onderzijde en zijranden van de te vervaardigen plaat aangepas-. te binnencontour, en met aan de buitenzijde van dat kunststoflichaam, : in het kunststofmateriaal ingebedde, daarvan uitstekende, ruwe steenslag-10 of dergelijke korrels en vervolgens om het schaalvormige lichaam, met de daarvan uitstekende korrels, een betonnen mallichaam tussen kunststoflichaam en een, dit lichaam op geringe afstand omgevende zijwand van een bekisting op het steunvlak wordt gestort, onder het daarbij inbedden van de genoemde, uitstekende korrels in het te storten-beton.

15 De uitvinding heeft tenslotte ook nog betrekking op een schaal- vormig kunststoflichaam, vervaardigd met toepassing van de bovenvermelde werkwijze en kennelijk bestemd voor het vervaardigen van een stortmal van een prefabvloerplaat volgens de uitvinding. .

. D.e. -uitvinding’'zal thans,. onder"-vèrwijzing;'-naar de tekening, waar 20 een uitvoeringsvoorbeeld van een betonnen-prefab-vloerplaat en een gedeelte van een stortmal voor een dergelijke plaat, in de stand, waarin die stortmal vervaardigd wordt, zijn weergegeven, nog nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van de vloerplaat;

25 fig. 2 is een bijbehorende dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II

in fig. 1; fig. 3 is een aanzicht volgens ÏII-III in fig- 1; fig. k is een dwarsdoorsnede op enigszins vergrote schaal van een gedeelte van een betonnen stortmal in een kunststofvormvlak voor een 30 vloerplaat volgens_fig. 1 in ten opzichte van de gebruikstcestand van die mal omgekeerde, bij het vervaardigen van die mal in genoemde stand.

'In de tekening is met het vervijzingscijfer 1 algemeen een gewa pend betonnen prefab-vloerplaat volgens de uitvinding aangeduid, van vierkante vorm. De plaat heeft een hoekstalen bovenomtreksrandverster-35 king 2, die met een bovenwapeningsnet 3 is verbonden. Met U is een ondervapeningsnet aangeduid. Met 5a, 5b’en 5c zijn drie, 0,5 cm hoge, 8105932 Λ -5- afstandsnokken van ca. 10 x 10 cm aangeduid, die "bij de onderhavige plaat, van ca. 2 x 2 m buitenafmeting, en. ik cm dikte aan de plaatonder-zijde zijn aangevormd. De totale plaatdikte is ter plaatse van die nokken dus 1U,5 ca.

De afstandsnokken 5a, 5¾ en 5c grenzen aan de in fig. .1 bovenste respectievelijk.de linker en rechter plaatomtrekszijden. Het zwaartepunt van de door de middens. A, B respectievelijk. C van de drie nokken φ ‘bepaalde driehoek - zoals in fig. 1 mét streepstippellijnen weergegeven -valt samen met het midden M van de plaat 1. .

1Q Met 6 is een. ten opzichte van de rest van de onderzijde van de vloerplaat binnenwaarts versprongen, cassettevormige verdieping aangeduid. In fig. 1 is de achthoekige omtreksvora daarvan met een onderbroken lijn aangegeven. Binnen die lijn bedraagt de vloerplaatdikte ca. 13,5 cm, behoudens onmiddellijk grenzend aan een tweetal hijsope-15 ningen 7a en Tb, van in horizontale doorsnede langwerpige vorm.

Deze openingen zijn gevormd door ia het beton 8 van de plaat 1 omstorte korte, ovale stalen buisstukken 9a, 9b die met de wapening •zijn verbonden. Het, met hét oog op het van de onderzijde op de plaat tot aangrijping brengen van het ondereinde van een door de hijsopening 2o gestoken - in de tekening niet-weergegeven - hijssleutel voor het hef-* fen van de plaat, verwijde gebied van de hijsopeningsmonding aan de . plaatonderzijde is met het vervijzingscijfer 10 aangeduid.

Overeenkomstig fig. k is met 11 een gedeelte bij de rand van een model of prototype van een plaat 1, zoals hierboven beschreven, 25 aangeduid, in ten opzichte van de figuren 2 en 3 omgekeerde stand.

De doorsnede is genomen ongeveer overeenkomstig het in fig. 1 bovenste gedeelte van de doorsnede II-II, dat wil zeggen ever een afstandsnok en het randgebied van een cassettevormige verdieping.

Met behulp .van dit model of prototype 11 wordt overeenkomstig 30 fig. U een algemeen met 12 aangeduide stortmal voor platen van de soort t2caÊ

Sin fig. 1-3, gevormd op een ondersteuningslaag 13, die als bekistingsbo-dem dienst doet voor het beten 1U waaruit de stcrpmal in hoofdzaak gevormd wordt. Met 15 is de bij 13 aan de ondersteuningslaag 13 bevestigde békistingszijvand·aangeduid voor dat beton. Alvorens het beton ïk ge-35 stort wordt, wordt eerst op het model of prototype 11 uit met glasvezels versterkt polyester een laag 16 aangebracht waarop, in nog niet verharde 8105932 -6- c.

“ - <*- toestand, schérpe steenslagkorrels gestrooid vordert, die gedeeltelijk in de laag 16 ingebed komen te zitten en er ten. dele uit steken, met het oog op stevige hechting van het, na voldoende verharding van de kunst- stoflaag 16" direct of op een later tijdstip daarop te storten beton 1¼.

5 De van het kunststofmateriaal uitstekende korrelgedeelten raken daarbij . ingebed in het beton ih. Na voldoende verharding vordt het- geheel ont- « kist: respectievelijk van de onderst euningslaag af genomen ën omgedraaid»

Nu verharding, kan de kunststoflaag 16 als. een afzonderlijk, schaal-vormige'lichaam worden beschouwd, dat ook elders van een betonnen ver-10 stijvingslaag kan worden voorzien. Dit heeft het voordeel, dat afzonderlijke lichte schaalvormige kunststoflichamen gemakkelijk naar de pro-duktieplaatsen van de betonelementen kunnen worden gevoerd.

Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding niet is beperkt tot het in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoe-15 ringsvoorbeeld, doch - veeleer - ten opzichte daarvan tal van varianten mogelijk zijn. .....- -------- 8105932

Claims (3)

1. Prefab-vloerplaat van algemeen rechthoekige gedaante uit al dan niet gewapend "beton met tenminste een hijsopening, gekenmerkt door een drietal aan de plaatonderzij de aangevorade stapelnokken, die elk over ten hoogste ca. 1/20 van de plaatdikte uitsteken vanuit de plaatonder-5 zijde in het gebied grenzend aan die nokken, en die op, tan opzichte van de plaatdikte zeer geringe afstand en op zodanige plaatsen langs die omtrek liggen,, dat het zwaartepunt van de door de middens van die nok- ken bepaalde driehoek ia hoofdzaak correspondeert met .dat van de plaat, terwijl het centrale gebied aan de plaatonderzijde rondom het bereik 10 van de. hijsopeningen een cassetteachtige uitsparing bevat ter diepte van ten hoogste 1/20 van de- plaatdikte, gemeten vanuit het omgevende randgebied-aan de plaatonderzijde.

2. Werkwijze voor het vervaardigen van' een stortmal voor tenminste een betonplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat eerst op een .15 ondersteboven op een steunvlak gelegd model of prototype van die plaat door het daarop aanbrengen van een laag polyester, polyurethaan of der-* lijk. kunststofmateriaal met of zonder'glasvezel - of soortgelijke bewapening, een omgekeerd schaal vormig kunststoflichaam wordt gevormd, met aan de omtreksgsdaante en aan de vorm van de onderzijde en zijranden 20 van de te vervaardigen plaat aangepaste binnencontour, en met aan de buitenzijde van dat kunststoflichaam, in het kunststofmateriaal inge-: · bedde, daarvan uitstekende, ruwe steenslag. - of dergelijke korrels, en vervolgens om het schaalvormige lichaam, met de daarvan uitstekende korrels, een betonnen mallichaaa tussen kunststoflichaam en een, dit 25 lichaam op geringe afstand ongevende zijwand van een bekisting cp het steunvlak wordt gestort, onder het daarbij inbedden van de genoemde, uitstekende korrels in het te storten beton.

3* Schaalvormig kunststoflichaam, vervaardigd met gebruikmaking van de werkwijze volgens conclusie 2, kennelijk bestemd voor het ver-30 vaardigen van een stortmal voor een prefab-vloerplaat volgens conclusie 1. 8105932