NL8105696A - Videobandapparaat. - Google Patents

Description

C/Ca/eh/1348 **

Videobandapparaat.

*

De uitvinding heeft betrekking op een videobandapparaat, en meer in het bijzonder op een videobandapparaat voor opname en/of weergave op, respectiëvelijk uit, een magneetband van een videosignaal met multiplexaudiosignalen, 5 welke laatstgenoemde signalen worden opgenoraen volgens van de videoregistratiesporen gescheiden, zich in de bandlangsrichting uitstrekkende audioregistratiesporen.

Bij de transmissie van een dergelijk televisiesignaal met multiplexaudiosignalen wordt behalve een 10 hoofdkanaalsignaal een hulpkanaalsignaal gevormd, dat op een draaggolfsignaal met een frequentie van 31,5 KHz is frequentie-gemoduleerd. De transmissie van twee audiosignalen geschièdt dan in de vorm van respectievelijk een dergelijk hoofdkanaalsignaal en hulpkanaalsignaal. Bij transmissie van een tele-15 visiesignaal met multiplexaudiosignalen kan worden gedacht aan stereofonische uitzendingen en aan uitzendingen in twee talen.

Ingeval van stereofonische uitzending wordt als hoofdkanaalsignaal een signaal overgedragen, dat de som 20 van het rechterkanaal- en het linkerkanaalaudiosignaal vormt, terwijl als hulpkanaalsignaal een signaal wordt overgedragen, dat het verschil tussen de genoemde beide audiosignalen vormt. Aan de ontvangstzijde worden de linkerkanaal- en rechterkanaal-audiosignalen van elkaar gescheiden door middel van een matrix-25 schakeling. Daarentegen wordt bij tweetalige uitzending het eerste audiosignaal als hoofdkanaalsignaal en het tweede audiosignaal als hulpkanaalsignaal overgedragen, waarbij de beide audiosignalen onveranderd blijven. Ingeval van een tweetalige uitzending dient echter wel een schakeleenheid of der-30 gelijke te worden toegepast voor onafhankelijke afgifte van het eerste en het tweede audiosignaal.

Meer in het bijzonder is het aan de ontvangstzijde noodzakelijk om, afhankelijk van de stereofonieparameters en/of eventuele tweetalige uitzending, de genoemde matrix-35 schakeling of de eveneens genoemde schakeleenheid respectievelijk in de transmissiebaan in te voegen of daaruit te ver- 8105696 ί > - 2 - wijderen.

' In verband daarmede wordt gewoonlijk aan de zendzijde een-stuursignaal met een frequentie van onge- veer 55,125KHz (3,5fH', waarbij f^. de beeldregelaftastfrequentie 5 van het televisiesignaal is), dat ingeval van stereofonische transmissie adn’ amplitudemodulatie met een frequentie van 9β2,5 Hz en ingeval van tweetalige uitzending aan amplitudemodulatie met een frequentie van 922,5 Hz'wordt onderworpen, gemultiplexeerd met het eerste en/of het tweede audiosignaal, 10 waarna detectie aan de ontvangstzijde van het desbetreffende stuursignaal automatisch tot de in de vorige alinea genoemde invoeging of verwijdering van de matrixschakeling, respectievelijk de schakeleenheid, leidt.

Bij opname van een dergelijk televisie-15 signaal met multiplexaudiosignalen door middel van een video-bandapparaat wordt gewerkt met twee audiosignaalregistratie-sporen; ingeval van stereofonische transmissie worden de - linkerkanaal- en rechterkanaalaudiosignalen van elkaar gescheiden en volgens deze twee audioregistratiesporen opgenomen, 20 terwijl ingeval van een tweetalige uitzending de op de beide m talen betrekking hebbende audiosignalen ieder volgens één van de audioregistratiesporen worden opgenomen..

In een dergelijk geval vindt echter geen opname van het hiervoor genoemde stuursignaal plaats. Dit heeft 25 tot gevolg, dat bij de weergave van een der gelijk videosignaal met multiplexaudiosignalen door middel van een viöeobandappa-raat door de bedieningspersoon overschakeling met de hand tussen de ene en de andere transmissiewij'ze dient te worden uitgevoerd, hetgeen ten koste van het gebruikscomfort gaat. Daar-30 bij kan nog worden opgemerkt, dat, afhankelijk van de informatie-. inhoud van een videoband, de beslissing om over te schakelen en wanneer over te schakelen zeer moeilijk kan zijn, zodat het gevaar niet denkbeeldig is, dat de signaalweergave onjuist verloopt.

35 De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, hierin verbetering te brengen en een videobandapparaat te verschaffen, dat vrij is van de hiervoor genoemde bezwaren.

8105696 ί » - 3 - „ Voorts'stelt de uitvinding zich ten doel, een videobandapparaat te verschaffen, waarbij automatische discriminatie mogelijk is tussen de verschillende mogelijke transmissiemodi van de op een magneetband opgenomen multiplex-5 audiosignalen

Daartoe schrijft de uitvinding voor, dat een videobandapparaat van het in de eerste alinea genoemde type is voorzien van middelen voor opwekking en afgifte van een volgens tenminste ëén van beide audioregistratiesporen op 10 te nemen pilootsignaal en van op de modi van de multiplex- audios ignalen reagerende middelen voor besturing van een parameter van het pilootsignaal of van de registratiespoorpositie, waar het pilootsignaal wordt opgenomen.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in 15 de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: ' fig. 1 een blokschema van een eerste uit voeringsvorm van een videobandapparaat volgens de uitvinding, 20 fig. 2 een blokschema van een tweede uit voeringsvorm van een videobandapparaat volgens de uitvinding, en fig. 3 een blokschema van een derde uitvoeringsvorm van een videobandapparaat volgens de uitvinding.

Bij het in fig. 1 weergegeven blokschema 25 wordt een via een afstemeenheid 1 ontvangen televisiesignaal via een videomiddenfrequentschakeling 2 toegevoerd aan een videodetectieschakeling 3 voor afgifte van een videosignaal.

Zoals gebruikelijk is bij een videobandapparaat, wordt dit videosignaal vervolgens via een opneembewerkingsschakeling 4 30 en de opneemaans lui ting R van een bedrijfstoestandkiesscha-kelaar 5 toegevoerd aan een roteerbare magneetkop 6 voor opname van het videosignaal op een om een omtreksdeel van een bandleitrommel geslagen magneetband T.

Het uitgangssignaal van de videodetectie-35 schakeling 3 wordt voorts via een audiomiddenfrequentschakeling 11 toegevoerd aan een audiodetectieschakeling 12, waarvan het uitgangssignaal via een laagdoorlaatfilter 13 als hoofdkanaal-signaal ter beschikking komt. Het uitgangssignaal van de 8 1 0 5 6 9 6 ___ - 4 - t * audiodetectieschakeling 12 wordt voorts via een bandfilter 14 met een onderste afsnijdfrequentie van 16 KHz toegevoerd aan een audiodetectieschakeling 15, welke via een blokkerings-schakeling 16 en een laagdoorlaatfilter 17 het hulpkanaal- 5 signaal Sg afgèeft. Het hoofdkanaalsignaal SM en het hulp-kanaalsignaal Sg worden beide toegevoerd aan een matrix-schakeling 18.

Het uitgangssignaal van het bandfilter 14 wordt voorts toegevoerd aan een bandfilter 19 met een cen-10 trale doorlaatfrequentiewaarde van 55,125 KHz, waarvan het uitgangssignaal via een AM-audiodetectieschakeling 20 een stuursignaal van 982,5 Hz of 922,5 Hz doet verschijnen. Dit stuursignaal wordt toegèvoerd aan twee bandfilters 21 en 22 met een nauwe doorlaatfrequentieband, welke respectievèlijk 15 een voor stereofonische transmissie kenmerkend stuursignaal Cg en een'voor tweetalige transmissie kenmerkend stuursignaal C_ af geven. De beide stuursignalen C_ en C_ worden toegevoerd aan een schakelsignaalopwekschakeling 23, waarvan het uitgangssignaal als schakelsignaal dient voor overschakeling tussen 20 drie transmissiemodi, te weten stereofonische transmissie, tweetalige transmissie en morairale transmissie. Het desbetreffende schakelsignaal wordt toegevoerd aan de stuuraan-sluiting van de matrixschakeling 18. Aan de stuuraans lui ting van de blokkeringsschakeling 16 wordt het uitgangssignaal 25 van het bandfilter 19 toegevoerd, zodat het hulpkanaalsignaal Sg in afwezigheid van het stuursignaal wordt geblokkeerd.

Bovendien wordt een ander signaal, zoals bijvoorbeeld het voor detectie van de rotatiefase van de roteerbare magneetkop 6 door een impulsvormsignaalgenerator 30 31 afgegeven rotatiefasedetectieslgnaal, toegevoerd aan een frequentietweedeler 32 ter verkrijging van een signaal van 15 Hz, dat aan een laagdoorlaatfilter 33 wordt toegevoerd voor omzetting in een sinus golf vormig signaal, dat aan het beweegbare contact van een kiesschakelaar 34 wordt toegevoerd.

35 Deze kiesschakelaar 34 is voorzien van drie vaste contacten, welke aan de respectieve transmissiemodi S (stereofonische transmissie) , B (tweetalige transmissie) en M (monaurale trans- 8105696 - 5 - miss'ie) zijn. toegevoegd. Aan de schakelbesturingsaansluiting van de kiesschakelaar 34 wordt het van een schakelsignaal-op-wekschakeling 23 afkomstige signaal toegevoerd. Ingeval van stereofonische transmissie ontvangt een mengschakeling 24 een 5 signaal via het vaste contact S; ingeval van tweetalige transmissie ontvangt een mengschakeling 25 een signaal via het vaste contact B; ingeval van monaurale transmissie verkeert het beweegbare contact van de kiesschakelaar 34 in aanraking met het geaarde vaste contact M.

10 De van de mengschakelingen 24 en 25 af komstige uitgangssignalen worden via respectieve contacten R van twee bedrijfstoestandkiesschakelaars 25 en 27 toegevoerd aan respectieve vaststaande magneetkoppen 28 en 29 voor opname van deze signalen in respectievelijk het eerste en het tweede 15 audioregistratiespoor van de magneetband T.

Zoals uit het voorgaande naar voren komt, wordt bij een dergelijk opneemstelsel het videosignaal in een voor opname door de roteerbare magneetkop 6 geschikte vorm gebracht, terwijl het audiosignaal in een voor opname in respec-20 tievelijk het eerste en het tweede audioregistratiespoor door de respectieve magneetkoppen 28 en 29 geschikte vorm wordt gebracht. Ingeval 'van stereofonische transmissie worden het linkerkanaal- en rechterkanaalaudiosignaal in respectievelijk het eerste en het tweede audioregistratiespoor op de magneet-25 band T opgenomen en wordt het signaal van 15 Hz na multiplex-bewerking eveneens in het eerste audioregistratiespoor opgenomen. Ingeval van tweetalige transmissie worden de desbetreffende audiosignalen in respectievelijk het eerste en het tweede audioregistratiespoor opgenomen en wordt het signaal van 15 Hz 30 na multiplexbewerking in het tweede audioregistratiespoor opgenomen. Ingeval van monaurale transmissie wordt het hoofd-kanaalaudiosignaal zowel in het eerste als het tweede audioregistratiespoor opgenomen.

Vervolgens zal het bijbehorende weergeef-35 stelsel worden beschreven.

Zoals fig. 1 laat zien, komt daarbij het door de roteerbare magneetkop 6 uitgelezen videosignaal ter be- 8105696

4 J

- 6 - schikking a^n het contact P van de schakelaar 5, waarna dit uitgelezen videosignaal via een weergeefschakeling 7 aan een mengschakeling 8 wordt toegevoerd.

Aan de weergeef contacten P van de schakelaars 5 26 en 27 verschijnen de door de respectieve magneetkoppen 28 en 29'uitgelezen signalen, welke via respectieve hoogdoorlaat-filters 41 en 42 met een afsnijdfreguentie van 20 Hz of meer worden toegevoerd aan een matrixschakeling 43. Tegelijkertijd worden de door de schakelaars 26 en 27 afgegeven signalen aan 10 respectieve bandfilters 44 en 45 met een frequentie van 15 Hz toegevoerd, welke de respectievelijk uit het eerste en het tweede audioregistratiespoor uitgelezen multiplexsignalen van 15 Hz afgeven, namelijk zodanig, dat bij stereofonische transmissie door het bandfilter 44 een stuursignaal Cg, wordt afge— 15 geven en ingeval van tweetaligetransmissie door het bandfilter 45 een stuursignaal CB' wordt afgegeven. Deze stuursignalen C' en C ' worden toegevoerd aan een schakelsignaalopwekscha-keling 46 voor vorming en afgifte van respectievelijk aan de genoemde transmissiemodi toegevoegde schakelsignalen, welke 20·op hun beurt worden toegevoerd aan de schakelbesturings-aansluiting van de matrixschakeling 43.

Ingeval van stereofonische transmissie geeft de matrixschakeling 43 een signaal af, dat de som vormt van het rechterkanaal- en het linkerkanaalaudiosignaal (als 25 respectievelijk door de beide magneetkoppen 28 en 29 uitgelezen) ? dit somsignaal verschijnt aan de eerste uitgangsaan-s lui ting van de matrixschakeling 43, terwijl aan de tweede uitgangsaansluiting van de matrixschakeling een desbetreffend verschilsignaal verschijnt. Ingeval van tweetalige transmissie 30 verschijnt het door de magneetkop 28 uitgelezen, eerste audio-signaal aan de eerste uitgangsaansluiting en verschijnt het door de magneetkop 29 uitgelezen, tweede audiosignaal aan de tweede uitgangsaansluiting? ingeval van monaurale transmissie verschijnt aan het eerste uitgangssignaal een gemengd signaal,· 35 dat een mengsel van de beide door de magneetkoppen 28 en 29 uitgelezen audiosignalen bevat. Het aan de eerste uitgangsaansluiting van de matrixschakeling 43 verschijnende hoofdka- 8105696 « i - 7 - naalsignaal S^* wordt toegevoerd aan de mengschakeling 47, terwijl het aan de tweede uitgangsaansluiting van de matrix-schakeling 43 verschijnende hulpkanaalsignaal Sg* via een FM-modulatieschakeling 48 met een draaggolffrequentie van 5 31,5 KHz aan de mengschakeling 47 wordt toegevoerd. Aan de FM-modulatieschakeling 48 wordt een van de schakelsignaalop-wekschakeling 46 afkomstig signaal toegevoerd voor vermindering van de modulatiegraad ingeval van tweetalige transmissie tot een lagere waarde dan ingeval van stereofonische transit) missie.

Het stelsel omvat voorts twee frequent!e-generatoren 51 en 52 met respectieve frequenties van 982,5 Hz en 922,5 Hz, waarvan de respectieve uitgangssignalen aan een stereocontact S en een tweetalig-contact B van een kiesscha-15 kelaar 53 worden toegevoerd; van deze kiesschakelaar 53 is het monauraal contact M geaard. Aan de schakelbesturingsaanslui-ting van de kiesschakelaar 53 wordt een van de schakelsignaal-' opwekschakeling 46 afkomstig signaal toegevoerd.

Het uitgangssignaal van de kiesschakelaar 53 20 wordt toegevoerd aan een AM-modulatieschakeling 54, welke tevens het uitgangssignaal met een frequentie van 55,125 KHz van een frequentiegenerator 55 krijgt toegevoerd voor amplitude-modulatie daarvan met een frequentie van 982,5 Hz ingeval van stereofonische transmissie, doch met een frequentie van 922,5 25 Hz ingeval van tweetalige transmissie; ingeval van monaurale transmissie wordt het signaal van'55,125 KHz onderdrukt.

Het uitgangssignaal van de AM-modulatieschakeling 54 wordt tevens aan de mengschakeling 47 toegevoerd. Het uitgangssignaal van de mengschakeling 47 wordt door een FM-modulatie-30 schakeling 59 aan FM-modulatie onderworpen en vervolgens aan de mengschakeling 8 toegevoerd.

Het uitgangssigaal van 'de mengschakeling 8 wordt toegevoerd aan een hoogfrequentschakeling 9 voor omzetting tot een signaal van een beschikbaar kanaal van het be-35 schouwde televisiestelsel, waarna het in de desbetreffende vorm aan de uitgangsaansluiting 10 ter beschikking komt.

Bij het hiervoor beschreven weergeef stelsel wordt het videosignaal derhalve door de roteerbare magneetkop 8105696 - 8 - 6 uitgelezen en worden de door de vaststaande magneetkoppen 28 en 29 uitgelezen audiosignalen derhalve, indien noodzakelijk, aan een matrixbewerking onderworpen. In dat geval worden het stuursignaal en het videosignaal met elkaar gemengd, waar-5 na omzetting tot een voor transmissie via een beschikbaar kanaal van het beschouwde stelsel geschikt signaal plaatsvindt. Daarbij vindt detectie plaats van het in het eerste en het tweede audioregistratiespoor opgenomen multiplexsignaal van 15 Hz, zodanig, dat automatische overschakeling van de matrix-10 schakeling 43 of dergelijke wordt verkregen.

Zoals in het voorgaande is uiteengezet, wordt volgens de uitvinding bij de opname en/of weergave van het televisiesignaal met de multiplexaudiosignalen tevens het pilootsignaal gemultiplexeerd en, afhankelijk van de trans-15 missiemodi, met de multiplexaudiosignalen in het eerste en/of het tweede audioregistratiespoor opgenomen, respectievelijk daaruit uitgelezen, zodat bij signaalweergave op basis van detectie van het pilootsignaal automatische overschakeling tussen de verschillende transmissiewijzen wordt verkregen.

20 Fig. 2 toont het blokschema van een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding? daarbij zijn zoveel mogelijk dezelfde verwijzingssymbolen als in fig. 1 gebruikt, terwijl terwille van de eenvoud met een eenvoudige beschrijving van de totale schakeling wordt volstaan.

25 Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 vindt weer opname van het discriminatiesignaal in één van de audio-registratiesporen plaats, doch de frequentie van dit discriminatiesignaal varieert met de transmissiemodes. van de audiosignalen.

30 · Een vande impulsvormsignaalgenerator 31 afkomstig rotatiefasedetectiesignaal wordt aan de frequentie-tweedeler 32 toegevoerd en vervolgens als signaal van halve frequentie aan het laagdoorlaatfilter 33 voor omzetting tot een sinusgolfvormig signaal, dat daarna aan het stereofonie-35 contact S van de kiesschakelaar 34 wordt toegevoerd. Een bijvoorbeeld van een synchronisatiescheidingsschakeling 35 afkomstig, verticaal synchronisatiesignaal wordt aan een fre-quentiezesdeelschakeling 36 toegevoerd, waarvan het uitgangs- 8105696 __ - 9 - signaal vervolgens aan een monostabiele multivibrator 37 wordt toegevoerd ter verkrijging van een signaal van 10 Hz. Dit signaal van 10 Hz wordt vervolgens door een laagdoorlaat-filter 38 in een sinusgolfvormig signaal omgezet, dat in dié 5 vorm aan het tweetalige contact B van de kiesschakelaar 34 wordt toegevoerd. Het monauralè contact B van de schakelaar 34 is geaard. Het aan het beweegbare contact van de kiesschakelaar 34 verschijnende uitgangssignaal wordt toegevoerd aan de meng-schakeling 25. Een aan de eerste uitgangsaansluiting van de 10 matrixschakeling 18 verschijnend signaal wordttvia het opneem-contact R van de kiesschakelaar 26 aan de magneetkop 28 toegevoerd voor opname in het eerste audioregistratiespoor van de magneetband T. Het uitgangssignaal van de mengschakeling 25 wordt via hét opneemcontact R van de kiesschakelaar 27-aan de 15 magneetkop 29 toegevoerd voor opname in het tweede audioregistratiespoor van de magneetband T. In het opneemstelsel wordt het videosignaal derhalve in het voor opname door de roteerbare magneetkop 6 geschikte formaat gebracht en vervolgens opgenomen, terwijl de audiosignalen in voor opname in de res-20 pectieve audioregistratiesporen geschikte vorm worden gebracht en door de respectieve magneetkoppen 28 en 29 daarin worden opgenomen.

Ingeval van stereofonische transmissie worden bij een dergelijk stelsel het linkerkanaal- en rechterkanaal-25 audiosignaal respectievelijk in het eerste en het tweede audioregistratiespoor opgenomen, terwijl het signaal van 15 Hz wordt gsmultiplexeerd en eveneens in het tweede audioregistratiespoor wordt opgenomen. Ingeval van tweetalige transmissie worden het eerste en het tweede audiosignaal respec- 30. tievelijk in het eerste en het tweede audioregistratiespoor opgenomen, terwijl het signaal van 10 Hz wordt gemultiplexeerd en eveneens in het tweede7 registratiespoor wordt opgenomen. Ingeval van monauralè transmissie wordt het audiosignaal van het hoofdkanaal in het eerste en het tweede audioregis— 35 tratiespoor opgenomen.

Vervolgens zal het weergeefstelsel van deze uitvoeringsvorm worden beschreven.

8105696 - 10 -

Zoals fig. 2 laat zien, Komt het door de roteerbare -magneetkop 6 uitgelezen videosignaal ter beschikking aan het weergeef contact P van de schakelaar 5, vanwaar het signaal via de weergeef schakeling 7 naar de mengschakeling 5 8 gaat.

* * De respectievelijk door de vaststaande mag-neetkoppen 28 en 29 uitgelezen audiosignalen komen ter beschikking aan de weergeef contacten van de respectieve'schakelaars 26 en 27 en worden via respectieve hoogdoorlaatfilters 10 41 en 42 met een afsnijdfrequentie van 20Hz of meer aan de matrixschakëling 43 toegevoerd. Het signaal van de schakelaar 27 wordt voorts aan twee bandfilters 44 en 45 met respectieve centrale frequentiewaarden van15 Hz en 10 Hz toegevoerd, zodanig, dat deze bandfilters het gemultiplexeerde en in het 15 tweede aüdioregistratiespoor opgenomen signaal van 15 Hz of 10 Hz af geven. Dit wil zeggen, dat ingeval van stereofonische transmissie door het bandfilter 44 het stuursignaal Cg' wordt afgegeven, terwijl ingeval van tweetalige transmissie door het bandfilter 45 het stuursignaal C* wordt afgegeven. Deze

Jo 20 stuursignalen Cg' en C^1 worden toegevoerd aan de scfiakel-signaalopwekschakeling 46, welke aan de respectieve trans-missiemodi toegevoegde schakelsignalen levert voor de scha-kelbesturingsaansluiting van de matrixschakëling 43.

De matrixschakëling 43 geeft ingeval van 25 stereofonische transmissie aan een eerste uitgangsaansiüiting het somsignaal van de béide door de respectieve magneetkoppen 28 en 29 uitgelezen linkerkanaal- en rechterkanaalaudiosignalen af en aan een tweede uitgangsaanslüiting het desbetreffende verschilsignaal. Ingeval van tweetalige transmissie verschijnt 30 aan de eerste uitgangsaanslüiting het door de magneetkop 28 uitgelezen, eerste audiosignaal, terwijl aan de tweede uit-gangsaans lui ting het door'de magneetkop 29 uitgelezen, tweede audiosignaal verschijnt. Ingeval van monaurale transmissie verschijnt aan de eerste uitgangsaanslüiting een mengsignaal, 35 dat een mengsel van de respectievelijk door de magneetkoppen 28 en 29 uitgelezen, eerste en tweede audiosignalen bevat.

De mengschakeling 47 krijgt zowel het aan de eerste uitgangs-. aansluiting van de matrixschakëling 43 verschijnende hoofd- s.

8105696 - 11 - kanaalsignaal S^' als, doch dan via de FM-modulatieschakeling 48 met een draaggolffrequentie van 31,5 KHz, het aan de tweede uitgangsaansluiting van de matrixschakeling 43 verschijnende hulpkanaalsignaal Sg* toegevoerd. De genoemde FM-modulatie-5 schakeling 48 krijgt bovendien van de schakelsignaalopwek-schakeling 46 een zodanig schakelbesturingssignaal toegevoerd, dat de modulatiegraad tijdens tweetalige transmissie lager komt te liggen dan tijdens stereofonische transmissie.

De schakeling bevat voorts twee frequentie-10 generatoren 51 en 52 voor afgifte van signalen met respectieve frequenties van 982,5 Hz en 922,5 Hz, welke respectievelijk aan het stereofoniecontact S en het tweetalige contact B van de kiesschakelaar 53 worden toegevoerd? van deze laatstgenoemde is het monauralè contact M geaard. Aan de schakelbe-15 sturingsaansluiting van de kiesschakelaar 53 wordt een van de schakelsignaalopwekschakeling 46 afkomstig stuursignaal toegevoerd.

x De AM-modulatieschakeling 54 ontvangt het signaal van de kiesschakelaar 53, benevens het van de genera-20 tor 55 afkomstige, impulsvormige signaal met een frequentie van 55,125 KHz. Het laatstgenoemde signaal wordt ingeval van stereofonische transmissie amplitudegemoduleerd met 982,5 Hz, ingeval van tweetalige transmissie amplitudegemoduleerd met 922,5 Hz en ingeval van monauralè transmissie onderdrukt. Het 25 uitgangssignaal van de modulatieschakeling 54 wordt aan de mengschakeling 47 toegevoerd. Het uitgangssignaal van de meng-schakeling 47 wordt vervolgens toegevoerd aan de FM-modulatie-schakeling 49, waarvan het uitgangssignaal aan de mengschakeling 8 wordt toegevoerd.

30 Het uitgangssignaal van de mengschakeling 8 wordt toegevoerd aan de hoogfrequentschakeling 9 voor omzetting tot een via een beschikbaar kanaal van het beschouwde stelsel overdraagbaar signaal, dat aan de uitgangsaansluiting 10 ter beschikking komt.

35 Bij het weergeef stelsel volgens fig. 2 wordt derhalve het videosignaal door de roteerbare magneetkop 6 uitgelezen en worden de audiosignalen door de vaststaande 'magneetkoppen 28 en 29 uitgelezen en, indien noodzakelijk, aan 8105696 12 - een matrixbewerking onderworpen. Het aldus verkregen audio· signaal, het stuursignaal en het videosignaal worden met elkaar'gemengd tot een signaal, dat wordt omgezet tot het voor transmissie via een beschikbaar kanaal van het stelsel 5 geschikte uitgangssignaal. Daarbij vindt detectie plaats van het gemultiplexeerde en in het tweede audioregistratiespoor opgenomen signaal met een frequentie van 15 Hz of 10 Hz, zodanig, dat automatische overschakeling van de matrix-schakeling 43 of dergelijke op grond van het detectieresul-10 taat wordt verkregen.

Zoals uit de voorgaande beschrijving van de tweede uitvoeringsvorm volgens fig. 2 naar voren komt, vindt bij deze uitvoeringsvorm de discriminatie tussen de verschillende transmissiemodi op basis van frequentieverschil 15 plaats.

Aan de hand van fig. 3 zal nu een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding worden beschreven.

Zoals fig. 3 laat zien, bevat deze uitvoeringsvorm een in zijn geheel met het verwijzingsgetal 30 aan— 20 geduide schakeling voor vorming van twee pilootsignalen en Pc met een frequentie van 30 Hz of minder (bijvoorbeeld 25 Hz) . Daarbij wordt voor televisiesignalen van het PAL-type of het SECAM-type uitgegaan van het als snelheidsregel-signaal bij het magneetbandlangstransport gebruikte stuur-25 signaal CP. Nadat dit stuursignaal CP door de frequent!etwee-deler 32 in frequentie is gehalveerd en vervolgens door het laagdoorlaatfilter 33 in de vorm van een sïnusgolfvormig" signaal SW van 25 Hz is gebracht, wordt het toegevoerd aan een fasekiesschakeling 34.

30 Zoals fig. 3 laat zien, bevat deze fase kiesschakeling 34 een paar schakeleenheden SWB en SWC, welke in de praktijk van electronisch - type zijn en zijn uitgevoerd, respectievelijk worden bedreven, als schakelaars met drie kiescontacten. Daarbij ontvangt.de schakeleenheid SWC behalve 35 het sinusvormige signaal CW ook het door een. omkeerschakeling 36 aan fase-omkering onderworpen signaal SW. De faserelatie

tussen de multiplexaudiosignalen en de pilootsignalen P. en P

" c •v.

8105696 - 13 - kan bijvoorbeeld de volgende gedaante hebben.

Ingeval van stereofonische transmissie worden het op een gedemoduleerd audiosignaal. gemultiplex- eerde pilootsignaal P^ en het op een ander gedemoduleerd audio- 5 signaal S gemultiplexeerde pilootsignaal zodanig bewerkt, dat zij in tegenfase met elkaar verschijnen. Voor twee audio- signalen, dat wil zeggen ingeval van tweetalige transmissie, worden de pilootsignalen P, en P zodanig gekozen, dat zij in * JJ c fase met elkaar verschijnen, zoals fig. 3 laat zien. Ingeval 10 van monaurale transmissie vindt geen multiplexering van de pilootsignalen P^ en Pc plaats.

De beide schakêleenheden SW, en SW_ zijn

jD O

zodanig geschakeld, dat de hiervoor beschreven relatie wordt verkregen. De vaste aansluitingen of kiescontacten S, B en M 15 van de fasekiesschakeling 34 vertegenwoordigen respectievelijk de schakelstand voor stereofonische transmissie, de schakel-stand voor tweetalige transmissie en de schakelstand voor monaurale transmissie.

De schakeltijdstippen van de schakeleen-20 heden SWjg en SW^, worden bepaald door een stuursignaal P^, dat drie respectievelijk aan de verschillende transmissiemodi toegevoegde waarden kent, bijvoorbeeld een negatieve waarde voor stereofonische transmissie, een positieve waarde voor tweetalige transmissie en de waarde nul voor monaurale transmissie. 25 Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm vindt de opname van de pilootsignalen P^ en Pc plaats na niveauver-laging met een vooraf bepaald bedrag (bijvoorbeeld -30 - -40 dB) ten opzichte van de audiosignalen en Sc-

Vervolgens zal het weergeefstelsel van de 30 uitvoeringsvorm, volgens fig. 3 worden beschreven.

Zoals fig. 3 laat zien, wordt het door de roteerbare magneetkop 6 uitgelezen videosignaal via het contact P van de schakelaar 5 en de weergeefschakeling 7 aan de meng-schakeling 8 toegevoerd. De door de vaststaande magneetkoppen 35:.28 en 29 uit de audioregistratiesporen van de magneetband T uitgelezen signalen worden via de contacten'P van de respectieve schakelaars 26 en 27 aan twee respectieve hoogdoorlaat- 8105696 - 14 - filters 41 en 42 met een afsnijdfrequentie van 30 Hz of meer toegevoerd, waarvan het uitgangssignaal aan .de matrixschakeling 43 wordt toegevoerd. Tegelijkertijd worden de door de schakelaars 26 en 27 afgegeven signalen via respectieve bandfilters 5 44 en 45 met een centrale frequentie van 25 Hz aan een scha- kelsignaalopwekschakeling 46 toegevoerd. Meer in het bijzonder kan worden gesteld, dat bij stereofonische transmissie door de bandfilters 44 en 45 met elkaar in tegenfase verkerende stuursignalen Cg' en Cg' worden af gegeven, terwijl ingeval 10 van tweetalige transmissie met elkaar in fase verkerende stuursignalen Cg’ en Cg’ worden af gegeven. Deze stuursignalen worden aan de schakelsignaalopwekschakeling 46 toegevoerd, zodanig, dat deze aan de schakelbesturingsaansluiting van de matrixschakeling 43 een êén van drie mogelijke toestanden vertonend 15 schakelbesturingssignaal levert.

De matrixschakeling 43 geeft ingeval van stereofonische transmissie aan zijn eerste uitgangsaansluiting een somsignaal en aan zijn tweede uitgangsaansluiting een verschilsignaal van het linkerkanaal- en het rechterkanaal-20 audiosignaal af. Ingeval van tweetalige transmissie verschijnt aan de eerste uitgangsaansluiting van de matrixschakeling 43 het door de magneetkop 28 uitgelezen, eerste audio-signaal, terwijl aan de tweede uitgangsaansluiting het door de magneetkop 29 uitgelezen, tweede audiosignaal verschijnt.

25 Ingeval van monaurale transmissie verschijnt aan de eerste uitgangsaansluiting van de matrixschakeling 43 een gemengd signaal, dat een mengsel van de door de magneetkoppen 28 en 29 respectievelijk uitgelezen, eerste en tweede audiosignalen bevat. Het aan de eerste uitgangsaansluiting van de matrix-30 schakeling 43 verschijnende hoofdkanaalsignaal SM* wordt toegevoerd aan de mengschakeling 47, terwijl het aan de tweede uitgangsaansluiting van de matrixschakeling 43 verschijnende hulpkanaalsignaal Sg' via de FM-modulatieschakeling 48 met een draaggolffrequentie van 31,5 KHz eveneens aan de mengscha-35 keling 47 wordt toegevoerd. Het uitgangssignaal van de schakelsignaalopwekschakeling 46 wordt aan de FM-modulatieschakeling 48 töegevoerd voor vermindéring van de modulatiegraad ingeval van tweetalige transmissie, dat wil zeggen vermindering 8 1 0 5 6 9 6 ___ - 15 - ten opzichte van de waarde bij stereofonische transmissie.

Het stelsel bevat voorts de frequentie-generatoren 51 en 52 van respectievelijk 982,5 Hz en 922,5 Hz,'waarvan de uitgangssignalen respectievelijk aan het 5 stereofoniecoritact S en het tweetalige contact B van de kies-schakelaar 53 worden'.toegevoerd? het monaurale contact M daarvan is geaard. De schakelbesturingsaansluiting van de kies-schakelaar 53 krijgt het signaal van de schakels ignaalopwek-schakeling 46 toegevoerd.

10 Het uitgangssignaal van de kiesschakelaar * 53 wordt toegevoerd aan de AM-modulatieschakeling 54, welke eveneens het uitgangssignaal van 55,125 KHz van de frequentie-generator 55 krijgt toegevoerd voor amplitudemodulatie met 982,5 Hz ingeval van stereofonische transmissie en met 922,5 Hz 15 ingeval van tweetalige transmissie? ingeval van monaurale transmissie wordt het signaal onderdrukt. Het uitgangssignaal van de modulatieschakeling 54 wordt toegevoerd aan de meng-schakeling 47, waarvan het uitgangssignaal na frequentiemo-dulatie door de schakeling 49 wordt toegevoerd aan de meng-20 schakeling 8.

Het door de mengschakeling 8 afgegeven signaal wordt toegevoerd aan een hoogfrequentschakeling 9 voor omzetting tot een voor transmissie in een beschikbaar kanaal van het beschouwde stelsel geschikt signaal, dat aan de uit-25 gangsaansluiting 10 ter beschikking komt.

Zoals in het voorgaande is beschreven, worden bij deze derde uitvoeringsvorm de pilootsignalen P^ en Pc in afhankelijkheid van de transmissiemodus respectievelijk met elkaar in fase of met elkaar in tegenfase gekozen, waarna zij 30 worden gemultiplexeerd en opgenomen in de audioregistratie-sporen. Bij signaalweergave wordt eerst de fase van de signalen geïdentificeerd voor discriminatie tussen de verschillende transmissiemodi. Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm is een positieve, betrouwbare detectie en identificatie van de 35 pilootsignalen P^ en Pc mogelijk.

Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uitvinding de mogelijkheid, dat van de in aanmerking komende 8105696 -16- transmissiemodi afhankelijke, respectievelijk daarmede overeenkomende of deze identificerende, pilootsignalen worden overgedragen, vervolgens worden gedetecteerd en voor automatische inschakeling van de in aanmerking komende transmissiemodus 5 bij signaalweergave worden gebruikt.

Aangezien bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen pilootsignalen worden gebruikt, welke de gedaante van sinusgolfvormige signalen met een binnen het audio-gebied (30-10000 Hz) gelegen frequentie hebben, worden de .

10 werkelijke audiosignalen niet nadelig beïnvloed en is de detectie van deze pilootsignalen zeer stabiel, dat wil zeggen onafhankelijk van uitwendige::.storing door de audiosignalen, het uitgangssignaal van de impulsvormsignaalgenerator enz. Bovendien kan de desbetreffende schakeling op zeer eenvoudige wijze 15 worden uitgevoerd.

Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat het feit, dat de pilootsignalen slechts in de audioregistratiesporen worden opgenomen, de compatibiliteit met andere, bestaande videobandapparaten voldoende waarborgt.

20 De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven details en in hun onderlinge samenhang worden aange— bracht, zonder dat daarhijj het kader van de uitvinding wordt 25 overschreden.

/ ......... - - - - 8105696

Claims (8)

1. Videobandappar aat, meer In het bijzonder voor opname en/of weergave op, respectievelijk uit, een magneetband van een videosignaal met multiplexaudiosignalen, welke laatstgenoemde signalen worden opgenomen volgens van de 5 videoregistratiesporen gescheiden, zich in de bandlangsrichting uitstrekkende audioregistratiesporen, gekenmerkt door middelen voor opwekking en afgifte van een volgens tenminste één van de audioregistratiesporen op te nemen pilootsignaal, en door op de transmissiemodus van de multiplexaudiosignalen reagerende 10 middelen voor besturing van een parameter van het pilootsignaal of van de registratiespoorpositie, waar het pilootsignaal wordt opgenomen.

2. Videobandapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de parameterbesturlngsmiddelen middelen 15 voor wijziging van de frequentie van het pilootsignaal in afhankelijkheid van de transmis siemodus van de multiplexaudiosignalen omvatten.

3. Videobandapparaat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de frequentiewijzigingsmiddelen schakel- 20 middelen voor selectieve overschakeling van de frequentie van het in ëén van de audioregistratiesporen opgenomen pilootsignaal omvatten.

4. Videobandapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de parameterbesturingsmiddelen middelen 25 voor wijziging van de fase van het pilootsignaal in afhankelijkheid van de transmissiemodus van de multiplexaudiosignalen omvatten.

5. Videobandapparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de fasewijzigingsmiddelen een fase-om- 30 keerschakeling voor fase-omkering van het pilootsignaal omvatten, benevens met het pilootsignaal en het aan fase-omkering onderworpen pilootsignaal gevoede schakelmiddelen voor levering van met elkaar in fase verkerende stuursignalen voor opname in de respectieve audioregistratiesporen tijdens een eerste trans- 35 missiemodus van de multiplexaudiosignalen en voor levering van met elkaar in tegenfase verkerende stuursignalen voor opname in 8105696 - 18 - de respectieve audioregistratiesporen tijdens een tweede trans-missiemodus van de multiplexaudiosignalen.

6. Videobandapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de registratiespoorpositiebesturings- 5 middelsn schakeimiddelen voor selectieve toevoer van het piloot-signaal aan de audioregistratiesporen in afhankelijkheid van de transmissiemodus van de multiplexaudiosignalen omvatten,

7. Videobandapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het pilootsignaal een frequentie is 10 gekozen, welke voldoende laag is om ongewenste beïnvloeding van de audiosignalen te verhinderen.

8. Videobandapparaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het pilootsignaal synchroon is met het verticale synchronisatiesignaal van het televisiesignaal of 15 met het magneetkoppositioneringssignaal, dat tijdens aandrijving in rotatie van de voor opname van het televisiesignaal op de magneetband dienende magneetkop ter beschikking komt. « / ê " ' 8105696