NL8105590A - Bandkassette voor een drukinrichting. - Google Patents

Bandkassette voor een drukinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8105590A
NL8105590A NL8105590A NL8105590A NL8105590A NL 8105590 A NL8105590 A NL 8105590A NL 8105590 A NL8105590 A NL 8105590A NL 8105590 A NL8105590 A NL 8105590A NL 8105590 A NL8105590 A NL 8105590A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tape
housing
cassette according
guide
free end
Prior art date
Application number
NL8105590A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8105590A publication Critical patent/NL8105590A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J35/00Other apparatus or arrangements associated with, or incorporated in, ink-ribbon mechanisms
    • B41J35/04Ink-ribbon guides
    • B41J35/06Ink-ribbon guides stationary
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41JTYPEWRITERS; SELECTIVE PRINTING MECHANISMS, i.e. MECHANISMS PRINTING OTHERWISE THAN FROM A FORME; CORRECTION OF TYPOGRAPHICAL ERRORS
    • B41J32/00Ink-ribbon cartridges

Landscapes

  • Impression-Transfer Materials And Handling Thereof (AREA)
  • Electronic Switches (AREA)
  • Storage Of Web-Like Or Filamentary Materials (AREA)

Description

* . « Γ T TJ/Se/SÓny-1349
Bandkassette yoor een drukinrichting.
*
De uitvinding heeft betrekking op bandkas-settes, en meer in het bijzonder op een bandkassette voor gebruik met een drukinrichting van het thermische overdracht-type.
5 Inrichtingen voor het afdrukken van visuele informatie op registratiepapier , in reaktie op een informatiesignaal, zijn algemeen bekend. Een type van- een dergelijke drukinrichting is het thermische overdrachttype, waarbij een pigment selektief overgebracht wordt van een 10 band op een registratiemedium, zoals een blad papier, door thermische energie aan bepaalde gebieden op de band toe te voeren. Een thermische kopconstructie kan bijvoorbeeld een aantal thermish exciteerbare elementen omvatten, die, in de geaktiveerde toestand, het pigment op het papier overbren-15 gen in de vorm van een reeks stippen of andere afzonderlijke elementen.
In het algemeen wordt de bij een dergelijke drukinrichting gebruikte band om twee spoelen gewikkeld, die daarna in de inrichting worden geplaatst, 20 waarbij het gedeelte van de band, dat zich tussen de spoelen uitstrekt, tussen de thermische kopconstructie en het papier wordt gepositioneerd. Bij een dergelijke constructie moeten de spoelen echter afzonderlijk in de inrichting worden gepositioneerd en moet het gedeelte van de band, dat 25 zich daartussen uitstrekt nauwkeurig tussen de thermische kopconstructie en het blad papier worden gepositineerd. Het zal duidelijk zijn, dat het positioneren van de band en de spoelen in de inrichting lastig, tijdrovend en vies kan zijn. Andere moeilijkheden treden op, wanneer het gedeelte 30 van de band tussen de spoelen bovendien tussen geleidings-. rollen of geleidingspennen in de inrichting gepositioneerd 8105590 -2- V * moet worden.
Verder kan het gewenst zijn om de lengte van het gedeelte van de band tussen de spoelen voor verschillende inrichtingen te variëren. Wanneer de band ech-5 ter in bijvoorbeeld een kassettehuis is opgenomen, zal het duidelijk zijn, dat het bandgedeelte altijd evenwijdig aan het papier gehouden moet worden wanneer dit tussen de thermische kopconstructie van de inrichting en het blad papier is aangebracht, onafhankelijk van de lengte van dat gedeel— 10 te.
De uitvinding beoogt een bandkassette te verschaffen voor gebruik met een drukinrichting, welke de bovengenoemde moeilijkheden niet heeft.
Hiertoe omvat een bandkassette volgens de 15 uitvinding, die bedoeld is om gebruikt te worden met een drukinrichting, een huis, eerste en tweede roteerbaar in het huis gemonteerde spoelen, een om de spoelen gewikkelde band met pigment en waarvan een gedeelte zich tussen de o spoelen uitstrekt, waarbij de lengte van dat gedeelte in— 20 stelbaar is, en beweegbaar ten opzichte van het huis gemonteerde geleidingsmiddelen voor het geleiden van het bandgedeelte.
Bovenstaande en andere doeleinden ,-ikenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk, worden uit 25 de volgende gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvoor-beelden van de uitvinding aan de hand wan de bij gevoegde tekeningen.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een drukinrichting waarbij een bandkassette volgens de uitvinding 30 kan worden gebruikt; .T Figuur 2 is een gedeeltelijk zijaanzicht van een gedeelte van de inrichting van fig.1.
Figuur 3 is een perspektivisch aanzicht van een bandkassette volgens een uitvoeringsvorm van de uitvin-35 ding;
Figuur 4 is een gedeeltelijk weggebroken perspektivisch aanzicht van de bandkassette van fig.3; 8105590 -3“ · .« * %
Figuur 5 is een perspektivisch aanzicht van een bandkassette volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 6 is een gedeeltelijk weggebroken 5 perspektivisch aanzicht van de bandkassette van fig.5;
Figuur 7 is een perspektivisch aanzicht van een bandkassette volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 8 is een perspektivisch aanzicht van 10 de bandkassette van fig.7, waarbij de werking daarvan wordt getoond.
Figuur 9 is een gedeeltelijk weggebroken bovenaanzicht van een modifikatie van de bandkassette· van fig.7; 15 Figuur 10 is een zijaanzicht van de bandkas sette van fig.9.
In fig.1 en 2 wordt een drukinrichting 20 getoond van het thermische overdrachttype, waarbij de bandkassette volgens de uitvinding kan worden gebruikt. Een der-20 gelijke drukinrichting is bekend. In het bijzonder omvat ... de drukinrichting 20 een roteerbaar in de inrichting gemonteerde plaat 22 over een gedeelte van de omtrek waarvan een registratieblad van papier 24 is aangebracht. Het blad 24 . wordt bij voorkeur toegevoerd van een continue papiervoorraad-25 rol en wordt voortbewogen door middel van een aandrijf rol 94 die de rollen van de plaat 22 roteert. De aandrijfrol 94 wordt weer geroteerd door middel van een daaraan bevestigde snaarschijf 96, waaromheen een snaar 98 is gelegd, die aangegrepen wordt door een uitgaande as 100 van een aandrijf-30 motor 102.
Een thermische kopconstructie 26 is ook aangebracht en een gedeelte 28a van de registratieband 28a is tussen de thermische kopconstructie 26 en een blad 24 gepositioneerd teneinde visuele informatie op het blad 24 te drukken in 35 reaktie op een informatiesignaal. Opgemerkt moet worden, dat de visuele informatie kan bestaan uit elke willekeurige V combinatie van woorden, symbolen, karakters,patronen, figuren 8105590 -4- '· * of dergelijke. Wanneer de band 28 voorzien is van een pig-mentlaag die bedekt wordt door een beschermende,laag zoals paraffine, heeft het verwannen van de band door de thermische kopconstructie 26 tot gevolg, dat de paraffine wordt 5 gesmolten, waarbij het respektieve gedeelte van de pigment-laag op het.blad 24 wordt overgebracht. In dit verband kan de thermische kopconstructie 26 een aantal verwarmingskop-pen of overdragers omvatten, die een breedte innemen, welke kleiner is dan de breedte van de pigmentlaag op de band 28, 10 zoals beschreven is in de Amerikaanse octrooiaanvrage nr.06/ 201779. Elke verwarmingskop is daarbij bij voorkeur vervaardigd van een weerstandsmateriaal , dat verhit wordt door een daaraan toegevoerd elektri'sch signaal. In het geval waarin een aantal verschillend 'gekleurde pigmentlagen op de 15 band zijn aangebracht, kan het aantal groepen verwarmings- koppen of overdragers worden aangebracht, zoals in de laatstgenoemde octrooiaanvrage is beschreven.
Zoals in fig.1 wordt getoond, omvat de druk-inrichting 20 een kopwagen 30, die langs geleidingsrails 32 20 en 34 in langsrichting van de plaat 22 kan bewegen,* zoals aangegeven met pijlen a en b. De thermische kopconstructie 26 is gemonteerd op een steun 26b, die weer roteerbaar gemonteerd is op de geleidingsrail 34 dicht nabij de plaat 22, en deze kan met de kopwagen 30 in de langsrichting van de 25 plaat 22 bewegen. Zoals duidelijk zal zijn uit de volgende beschrijving, kan de thermische kopconstructie 26 naar de plaat 22 en daarvan af worden belast. In het bijzonder zoals in fig.2 wordt getoond, dwingt een veer 31 de steun 26b en daardoor de thermische kopconstructie 26 normaal naar de 30 plaat 22 toe. Een elektromagneetconstructie 33 kan de steun 26b terugtrekken en daardoor de thermische kopconstructie 26, weg van de plaat 22 om de geleidingsrail 34, en tegen de kracht van de veer 31 in. Deze laatste beweging wordt ook uitgevoerd door een roteerbare hefboom 27, die met een 35 geleidingsstaaf 35 is verbonden, die weer roteerbaar gekoppeld is met een uitsteeksel 26c van de thermische kopconstructie 26 en niet met de kopwagen 30. De geleidingsstaaf 35 kan in een richting loodrecht op pijl a in fig.1 bewegen s.
8105590 -5- in reaktie op rotatie van de hefboom 27 met de hand* Wanneer de hefboom 27 dus wordt geroteerd, wordt de geleidingsstang 35 in de eerder genoemde richting verschoven en kantelt de thermische kopconstructie 26 om de geleidingsrail 34 weg van 5 de plaat 22 en tegen de kracht van de veer 31 in. In het algemeen worden de hefboom 27 en de geleidingsstang 35 echter gebruikt voor het van de plaat 22 wegkantelen van de thermische kop tijdens het aanbrengen en wegnemen van een kassette in en uit de inrichting, terwijl de elektromag-10 neetconstructie 33 deze funktie uitvoert tijdens het bedrijf van de drukinrichting, zoals hierna zal worden beschreven.
Zoals in fig.1 wordt getoond, is de band 28 om een voorraadspoel 36 en een opwindspoel 38 van de band-kassette volgens de uitvinding aangebracht en strekt zich 15 een gedeelte van de band 28a uit tussen deze spoelen in de langsrichting van de plaat 22 tussen de bandgeleidingsrollen of pennen 76 en 80 aan weerseinden van de kassette, zoals hierna nog gedetailleerder zal worden besproken. Het zich tussen de geleidingsrollen 76 en 80 uitstrekkende gedeelte 20 van de band wordt verder tussen een paar geleidingsrollen of pennen 40 en 42 die op de kopwagen 30 aan weerszijden van de thermische kopconstructie 26 zijn aangebracht in de juiste stand gehouden. Zoals gedetailleerder in de eerder genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage nr. 06/201.779 is be-25 schreven, zijn een eerste bandaandruk- of -kleminrichting 44 aangebracht voor het tegen de kopwagen 30 aanklemmen van de band bij beweging van deze wagen in de richting van pijl b, en een tweede bandaandruk- of -kleminrichting 46 voor het tegen de inrichting klemmen van de band tijdens beweging 30 van de kopwagen 30 in de richting van pijl a.
In fig.3 en 4 wordt een kassette 50 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Zoals te zien is omvat deze een kassettehuis 52 dat bestaat uit een bovenste helft 54 en een onderste helft 56, die, in de 35 samengevoegde toestand, een omsloten ruimte vormen. De voorraadspoel 36 en de opneemspoel 38 zijn op conventionele wij-\ ze roteerbaar gemonteerd op éën geheel met de bovenste helft 54 en/of de onderste helft 56 van het kassettehuis 52 vor- fl105590 ______ * * -6- mende uitsteeksels. Teneinde te voorkomen, dat de voorraad-spoel 36 en de opneemspoel 38 vrij in de kassette kunnen roteren, zijn bladveren 58 ei 60 aan de kassette bevestigd waarvan de vrije einden een axiale voorbelastingskracht uit-5 oefenen op respektievelijk de voorraadspoel 36 en de opneemspoel 38. Op deze wijze zal de band 28 niet uit zijn eerder ingestelde toestand bewegen, wanneer geen uitwendige krachten worden uitgeoefend. In dit verband kan een opwindknop 62 met de opwindspoel 38 worden verbonden voor het op 10 de opwindspoel 38 winden van de band 28 waarbij de door de bladveer 60 uitgeoefende kracht wordt overwonnen. Verder zijn nabij de opneemspoel 38 en de voorraadspoel 36 resp. bandgeleidingsrollen of pennen 39 en 41 aangebracht. De werking van deze rollen of pennen zal hierna uiteen worden "15 gezet.
Volgens een aspekt van de uitvinding is een banduittrekorgaan 64 aangebracht voor het instellen van de lengte van het zich tussen de voorraadspoel 36 en de'opwind— spoel 38 uitstrekkende bandgedeelte 28. In het bijzonder 20 omvat het banduittrekorgaan 64 holle, evenwijdige schuifor-ganen 66 en 67, die aan êën einde met elkaar zijn verbonden door een hol verbindingsorgaan 68 en die verschuifbaar op-genomen zijn in het kassettehuis 52 in een richting evenwijdig aan het gedeelte 28a van de band 28. Aan de vrije einden 25 ' van de schuiforganen 66 en 67 zijn bladveren 70 aangebracht, die in kontakt zijn met ofwel de bovenste helft 54 of de onderste helft 56 teneinde een relatieve kracht te leveren tussen de schuiforganen en het kassettehuis 52, waardoor een gelijkmatige schuif beweging van het banduittrekorgaan 64 30 ten opzichte, van het kassettehuis 52 te verzekeren en bovendien is. een grijpgedeelte 72 aangebracht op het verbindingsorgaan 68, waarmee de eerder genoemde schuif beweging van het banduittrekorgaan 64 in het kassettehuis 52 naar binnen en daaruit ..eenvoudig kan worden bereikt. Verder is in het 35 banduittrekorgaan 64 een bandgeleidingsrol of -pen 75 aangebracht ter plaatse van de verbindingshoek tussen het schuifofgaan 67 en het verbindingsorgaan 68.
v 8105590 « · --7-
Bovendien strekt een hol uitstekend gedeelte 74 zich loodrecht uit van de linker rand van het banduit-trekorgaan 64 en dit uitsteeksel omvat 'een bandgeleidings-rol of -pen 76 aan zijn vrije einde, waarbij dit laatste 5 vrije einde open is langs een naar binnen gericht gedeelte daarvan. Een overeenkomstig hol uitstekend gedeelte 78 strekt zich uit vanaf het kassettehuis 52 aan de tegenover liggende rechter rand daarvan, zoals te zien in fig.4, en dit strekt zich uit evenwijdig aan het uitstekende ge- 10 deelte 74. De bandgeleidingspen 80 is aan het vrije einde van het uitstekende gedeelte 78 aangebracht en het laatstgenoemde vrije einde is open langs een naar binnen gekeerd gedeelte tegenover het open gedeelte aan het vrije einde van het uitstekende gedeelte 74. Op deze wijze strekt' de 15 band 28 zich uit van de voorraadspoel 36, om de geleidings- rol 41, door het uitstekende gedeelte 78, om de geleidings- rollen 80 en 76, door het uitstekende gedeelte 74 en het .verbindingsorgaan 68, om de geleidingsrol 75 , door het schuif orgaan 67 om de geleidingsrol 39 en naar de opneem-20 spoel 38. Bij deze constructie strekt het gedeelte 28a tussen de geleidingsrollen 76 en 80 zich evenwijdig uit aan de dichtst bij liggende rand 52a van het kassettehuis 52 waardoor daartussen ruimte 82 wordt bepaald. Het zal duidelijk zijn, dat bij deze constructie de schuif beweging van het 25 · banduittrekorgaan 64 in de richting van de pijl X in fig.4, waarbij eveneens de schuifbeweging van het uitstekende gedeelte 74 en de bandgeleidingsrol 76 wordt veroorzaakt, tot gevolg heeft, dat het gedeelte 28 van de band 28 tussen de geleidingsrollen 76 en 80 wordt vergroot. In dat geval 30 blijjft het gedeelte 28a van de band 28 echter evenwijdig aan de dichtst bij liggende rand 52a van het kassettehuis 52. Wanneer het gewenst is, om het gedeelte 28a te verkorten, wordt het banduittrekorgaan 64 in de richting tegengesteld aan de richting van pijl X in fig.4 bewogen in het kassette-35 huis 52 naar binnen. In een dergelijk geval wordt de opwindknop 62 geroteerd teneinde het resulterende vrije gedeelte in de band op te nemen waardoor het gedeelte 28a in een ge- 8105590 * * -8- spannen toestand blijft tussen de geleidingsrollen 76 en 80.
Voor het aanbrengen van de bandkassette 50 in de drukinrichting 20 zoals getoond in fig.1, is een ge-5 leidings- of plaatsbepalingsopening 84 aangebracht op het schuiforgaan 66 nabij het linker einde van de kassette 50 en een geleidings- of plaatsbepalingsopening 86 is in het 'kassettehuis 52 aangebracht aan het tegenover liggende einde van de kassette 50, waardoor deze openingen over gelei-10 dings- of plaatsbepalingspennen 88 resp. 90 van de inrichting geplaatst kunnen worden. Op deze wijze kan de kassette 50 nauwkeurig gepositioneerd worden in de drukinrichting 20, waarbij het banduittrekorgaan 64 in zijn gewenste teruggetrokken stand wordt vastgehouden. Op dat moment zijn de 15 voorraadspoel 36 en de opneemspoel 38 over bijbehorende aandrijfassen van de inrichting geplaatst. Het zal duidelijk zijn, dat vooraf gaande aan de plaatsbepaling van de kassette 50 in de drukinrichting 20, de thermische opneemkop 26 door de hefboom 27 en de geleidings stang 35 weg van de 20 plaat 22 wordt gehouden. Wanneer de thermische opneemkop 26 van de plaat 22 af wordt gehouden, belast een zich daarvan uit strekkende arm 26a de hefboom van de eerste klemin-richting 44 zodanig, dat deze laatste in de richting tegen de klok in geroteerd wordt, gezien.....in fig.1, weg van de 25 plaat 22. De eerste kleminrichting 24 belast de hefboom van de tweede kleminrichting 46 weer in een richting waarin deze, gezien in fig.1, in de richting tegen de klok in van de plaat 22 af wordt bewogen. Wanneer de bandkassette 50 dientengevolge in de drukinrichting 20 is aangebracht, wordt 30 het gedeelte 28 van de band 28 dat zich tussen de geleidingsrollen 76 en 80 uitstrekt, automatisch tussen de thermische kopconstructie 26 en het blad 24 gepositioneerd. Daarna wordt de thermische kopconstructie 26 doorr de hefboom 27 in de richting naar de plaat 22 toe bewogen, naar de in fig. 35 1 getoonde stand, in kontakt met de band 28 teneinde de druk- bewerking aan te vangen.
/. In bedrijf van de drukinrichting 20, bewegen "8105590 -Side thermische kopconstructie 26 en. de kopwagen 30 in de richting van pijl a, gezien in fig.1, door middel van een aandrijf snaar 37 en een niet getoonde motor, waarbij de aandri j f snaa^ verbonden is met de kopwagen 30 door middel 4 5 van een verbindingsorgaan 30a. Op dat moment voorkomt de tweede bandkleminrichting 46, dat de band beweegt, zodat de thermische kopconstructie 26 één horizontale informatielijn op het blad 24 drukt. Aan het einde van de lijn kantelt de elektromagneetconstructie 33 de thermische kopconstructie 10 26 weg van de plaat 22 maar over een kleinere afstand dan met de hefboom 27 wordt bereikt. Dienovereenkomstig drukt de arm 26a van de thermische kopconstructie 26 de eerste bandkleminrichting 44 niet weg van de plaat 22. Wanneer daarna de thermische kopconstructie 26 en de kopwagen 30 in 15 de richting van pijl b worden bewogen in hun uitgangsstand, zoals getoond in fig.1, trekt de eerste bandkleminrichting 44 op de kopwagen 30 een nieuw gedeelte 28a van de band 28, van de voorraadspoel 36. Het losse gedeelte in de band wordt opgenomen door de opwindspoel 38 die geroteerd wordt 20 door een niet getoonde motor. Wanneer de ±n fig.1 getoonde positie is bereikt, laat de elektromagnetische constructie 33 de thermische kopconstructie 26 los, zodat deze weer in kontakt gebracht wordt met de band 28 voor het drukken van de volgende lijn. Op hetzelfde moment wordt het blad 24 door 25 de motor 102 en via de eerder genoemde constructie over één lijn getransporteerd.
In tegenstelling tot de bekende techniek wordt de bandkassette 50 dus slechts in de inrichting geplaatst op de geleidingspennen 88 en 90, waarna de band au-30 tomatisch tussen de thermische opneemkop 26 en het blad 24 wordt gebracht. De bandkassette volgens de uitvinding kan verder gebruikt worden met drukinrichtingen met verschillende afmetingen, d.w.z. drukinrichtingen met platen van verschillende lengten. Wanneer de bandkassette 50 uit de druk-35 inrichting 20 van fig.1 wordt verwijderd, en aangebracht wordt in een drukinrichting met een plaat met een kleinere V lengte, wordt op deze wijze het banduittrekorgaan 64 slechts 8105590 * *r -10- licht in het kassettehuis 52 naar binnen gedrukt. Op dat moment komt de zich tussen de voorraadrol 36 en de opwind-spoel 38 bevindende band 28 vrij te hangen. De opwindknop 62 wordt daarom geroteerd teneinde het bandgedeelte 28a 5 tussen de geléidingsrollen 76 en 80 te spannen en in gespannen toestand!-.te. houden.
Zoals verder in fig.3 wordt getoond, is de breedte van het uitstekende gedeelte 74 van het banduittrek-orgaan 64 en het uitstekende gedeelte 78 van het kassette-10 huis 52 kleiner dan de breedte van het kassette-huis 52.
Op deze wijze kan een als een langwerpig U-vormig orgaan gevormd deksel 92 over de uitstekende gedeelten 74 en 78 en over het zich tussen de geleidingsrollen 76 en 80 uitstrekkende gedeelte 28a van de band 28 worden geplaatst ten-15 einde het gedeelte 28a tegen de beschadiging te beschermen.
De poten van het deksel 92 kunnen bijvoorbeeld van elkaar af gebogen wprden teneinde deze over het uitstekende.gedeelte 74 en het gedeelte 78 aan te brengen, waarna de poten losgelaten worden zodat deze de uitstekende gedeelten 74 en 20 78 aangrijpen.
In fig.5 en 6 wordt een bandkassette 150 volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond, welke een kassettehuis 152 omvat, dat bestaat uit een bovenste helft 154 en een onderste helft 156 die tezamen een. omsloten 25 ruimte bepalen. Zoals het geval was bij de bandkassette 50 van fig.3, omvat de bandkassette 150 een voorraadspoel 136 en een opwindspoel 138, die beide roteerbaar in het kassettehuis 152 zijn gemonteerd. Ook is een opwindknop 162 bevestigd aan de opwindspoel 138, op dezelfde wijze als de rela-30 tie tussen de opwindknop 62 en de opwindspoel 38 van fig.3. Verder zijn zoals bij de uitvoeringsvorm van fig.3, blad-veren 158 en 16Q aangebracht voor de voorraadspoel 136 en de opwindspoel 138 teneinde een tegenkracht te vormen om het vrij roteren van de spoelen te voorkomen. De bandkasset-35 te 150 omvat ook een hol uitstekend gedeelte 178 met een geleidingspen 180 aan zijn vrije einde, waaromheen een band 128 van de voorraadspoel 136 is gewikkeld. Bovendien is een 8105590 -11- geleidings- of plaatsbepalingsopening 186 in de bandkassette 150 aangebracht nabij het verbonden einde van het uitstekende gedeelte 178, en dat bedoeld is om de kassette in de drukinrichting te richten.
5 . - Een banduittrekorgaan 164 dat een bovenste helft 166 en een onderste helft 168 omvat en dat, in de samengestelde toestand een ruimte bepaalt, is aan één einde scharnierend verbonden met de linker onderhoek van het kas-settehuis 152, zoals getoond in fig.5, d-ΐα.ν. een scharnier-10 pen 170. Het tegenover liggende vrije einde van het banduittrekorgaan 164 omvat een uitstekend gedeelte 174 met een aan het vrije einde daarvan bevestigde geleidingsrol of pen 176. Verder omvat het banduittrekorgaan 164 op een wijze die overeenkomt met het banduittrekorgaan 64 van de band-15 kassette van fig.3 een grijpgedeelte 172 voor het kantelen van het banduittrekorgaan 164 om de schamierpen 170, en een geleidingsopening 184 aan zijn vrije einde, die, tezamen met de geleidingsopening 186 dient om de bandkassette in de drukinrichting te richten. De onderste helft 168 van het 20 banduittrekorgaan 164 omvat ook een uitstekend gedeelte 188 met een geleidingspen 190 daarop. Het zal duidelijk zijn,dat de geleidingspen 190 gepositioneerd is op het uitstekende gedeelte 188 teneinde de kantelbeweging van het banduittrekorgaan 164 ten opzichte van het kassettehuis 152 niet te 25 hinderen. De band 128 strekt zich dus uit van de voorraad-spoel 136, door het uitstekende gedeelte 178, om de gelei-dingsrollen 180, 176 en 190, en terug om de opwindspoel 138. Wanneer het banduittrekorgaan 164 in de in fig.6 getoonde geopende stand is bewogen, geleidt de geleidingspen 176 30 de band 128 en trekt deze uit in een drukstand evenwijdig aan de dicht bij liggende rand 15 2a van het kassettehuis 152, teneinde een ruimte 182 daartussen te bepalen. Wanneer het banduittrekorgaan 164 in zijn geopende stand wordt bewogen, kan de bandkassette 150 op deze wijze in de drukinrichting 35 20 worden gepositioneerd waarbij de geleidingsopeningen 184 en 186 over geleidingspennen 88 en 90 van de drukinrichting 20 zijn aangebracht, en de band 128 zich tussen de thermi- 8105590 -12- sche kopconstructie 26 en het blad 24 bevindt.
In fig.7 en 8 is te zien, dat een bandkassette 250 volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding een kassettehuis 252 omvat, dat bestaat uit een bovenste 5 helft 254 en een onderste helft 256, die tussen zich in een ruimte bepalen. Een roteerbare voorraadspoel 236 en een roteerbare opwindspoél 238 zijn eveneens daarin aangebracht, waarbij een opwindknop 262 aan de opwindspoél 238 is bevestigd. Een hol uitstekend gedeelte 278 met een ge-10 leidingsrol of -pen 280 aan zijn vrije einde, strekt zich als één geheel uit van één einde van het kassettehuis 252 op in hoofdzaak dezelfde wijze als de uitsteeksels 78 en 178 van resp. de bandkassettes van fig,3 en 5. Verder omvat r de onderste linker- en rechter hoek van het kassettehuis '15 252 , zoals te zien in fig.7, afgeschuinde hoekgedeelten 292 en 294. Wanneer de bandkassette 250 in een drukinrich-ting wordt gepositineerd, werken op deze wijze de geleidings-platen 296 .van de inrichting samen met de af geschuinde gedeelten 292 en 294, teneinde de bandkassette 250 nauwkeurig 20 in de inrichting te /pDsitineren. Een bladveer 298 van de inrichting drukt ook tegen een zijde van het kassettehuis 252 voor het uitvoeren van dezelfde funktie.
De rand van de bandkassette 250 tegenover het uitstekende gedeelte 278 heeft een scharnierend daaraan 25 ' bevestigd geleidingsorgaan 266. Het geleidingsorgaan 266 omvat een eerste gevorkt gedeelte 268 dat door middel van een scharnierpen 270 scharnierend bevestigd is aan de bovenste linker hoek van de bandkassette 250van fig.7, terwijl een geleidingsgedeelte 274 zich daarvan uitstrekt, welk 30 gedeelte een geleidingsrol of -pen 276 aan zijn vrije einde omvat voor het geleiden van de zich tussen de spoelen 236 en 238 uitstrekkende band. De band 28 strekt zich dus uit van de voorraadspoel 236, door het uitsteeksel 278, om de geleidingsrollen 280 en 276, om de scharnierpen 270 en tot 35 op de opwindspoél 238.
In tegenstelling tot de bandkassette van fig.3 en 5, wordt de band niet door middel van een aan de 8105590 -13- bandkassette bevestigd banduittrekorgaan uit de kassette getrokken, maar in plaats daarvan door een afzonderlijke met een schuifstang 268 van de inrichting verbonden band uittrekpen 264. In bedrijf wordt de banduittrekpen 264 5 in de ruimté 282 tussen het zich tussen de geleidingsrollen 276 en 280 uitstrekkende gedeelte en de dichtst bij liggende rand 252a van het kassettehuis 252 gestoken teneinde de band langs en evenwijdig aan de plaat 22 te bewegen, zoals in fig.8 wordt getoond. Op deze wijze wordt de band 228 even-10 wijdig aan de langsrichting van de plaat 22 gehouden wanneer de kassette 252 in de drukinrichting wordt geplaatst.
In dat geval geleidt het geleidingsorgaan 266 en in het bijzonder de geleidingsrol 276 daarvan de zich tussen de opwindspoel 238 en de banduittrekpen 264 bevindende band.
15 Het zal duidelijk zijn, dat, zoals het geval was bij de bandkassette 50 van fig.3, de bandkassette 250 van fig.7 gebruikt kan worden met verschillende inrichtingen met platen van verschillende lengten.
In fig.9 en 10 is te zien, dat een kassette 20 350 die een modifikatie is van de kassette van fig.7, een gemodificeerd geleidingsorgaan 366 omvat, met een eerste gedeelte 368 dat scharnierend bevestigd is om een scharnier-pen 370 aan een hoek van de bandkassette 350 nabij de voor-raadspoel 336, in plaats van de opwindspoel 338. Het schar-25 nierende einde van het geleidingsorgaan 366 omvat een ver groot cylindrisch einde 372 waaromheen de band van de voor-raadspoel 336 zich uitstrekt. Een één geheel vormend hol geleidingsdeel 374 strekt zich uit van het eerste gedeelte 368 en heeft een geleidingsrol of -pen 376 aan zijn vrije 30 einde voor het geleiden van de zich tussen de spoelen 336 en 338 uitstrekkende band.
Als een ten opzichte van de hierboven aan de hand van kassette 250 van fig.7 beschreven werkwijze alternatieve werkwijze, kan de band van de kassette 350 35 door de thermische kopconstructie 26 en de kopwagen 30 bij elke lijn-drukbewerking naar buiten worden getrokken. Wanneer bijvoorbeeld de thermische kopconstructie 26 een 8105590 -14- lijn op het blad 24 begint te drukken, voorkomt de tweede bandkleminrichting 46 bijvoorbeeld, dat de band beweegt.
De thermische kopconstructie 26 beweegt daarna in de richting van pijl a in fig.1 teneinde één horizontale regel op 5 -' het blad 24'te drukken en hierbij beweegt deze langs het geleidingsorgaan 336 en trekt de band van de voorraadspoel 336 mee. Aan het einde van een regel scharniert de elek-troraagneetconstructie 33 de thermische kopconstructie 26 weg van de plaat 22, zoals hierboven werd beschreven aan de hand van de. kassette van fig.3. Wanneer de thermische kopconstructie 26 in de richting van pijl b in fig.1 beweegt naar zijn uitgangsstand en langs het geleidingsorgaan 366 in de omgekeerde richting, wordt het resulterende vrije gedeelte.'in de band opgenomen door de opwindspoel 338 die door "15 een geschikte motor wordt aangedreven.
Het zal duidelijk zijn, dat bij alle bovenbeschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding een kassette wordt verschaft voor het snel en gemakkelijk positioneren van een band in een thermische drukinrichting. Bovendien kan, 20 in alle bovenbeschreven bandkassettes volgens de uitvinding, het gedeeltevan de band dat zich uitstrekt tussen de voorraad en opwindspoel in de niet-werkzame toestand van de kas— sette, zoals getoond in de figuren 3,5 en 7, vergroot worden, zoals getoond in fig.4,6 en 8, om gebruikt te worden in 25 ' de drukinrichting. Wanneer het gewenst is- om de lengte van de band te verkleinen, worden de banduittrekorganen van de kassettes van fig.3 en 5 terugbewogen in hun in fig.4 en 6 getoonde niet-werkzarte stand. De met dekassettes van fig.7 en 9 gebruikte band wordt automatisch door de inrichting teruggevoerd. Daar tussen de voorraad en de opwindspoel in de kassette volgens· fig. 3 en 5 op dat moment een vrijhangend gedeelte van de band optreedt, worden de bandopwindknoppen geroteerd teneinde de band op de opwindspoel te wikkelen.
. Verder is bij elk van de uitvoeringsvormen een geleidings-pen 76, 176, 276 of 376 in een verschuivende of scharnierende toestand beweegbaar gemonteerd op het kassettehuis ten-einde het gedeelte van de band tijdens de werkzame en niet-werkzame toestanden van de bandkassette te geleiden.
8105590

Claims (17)

1. Bandkassette voor gebruik met een druk-inrichting omvattende een huis, eerste en tweede roteerbaar in het huis gemonteerde spoelen, een om de spoelen gewikkelde van pigment voorziene band, welke een zich tussen de 5 spoelen uitstrekkend gedeelte heeft waarvan de lengte instelbaar is, gekenmerkt door een beweegbaar ten opzichte van. het. huis (52,152,252 ,352) beweegbare geleidingsinrich-ting (76;176;266;366) voor het geleiden van het gedeelte (28a) van de band (28).
2. Bandkassette volgens conclusie 1, verder gekenmerkt door een verschuifbaar in het huis (52) beweegbare banduittrekinrichting (64) voor het instellen van de lengte van het gedeelte (28a) .
3. Bandkassette volgens conclusie 2, met het 15 kenmerk, dat de geleidingsinrichting (74,76) aan de banduittrekinrichting (64) is bevestigd voor het ten opzichte van het huis (52) daarmee verschuifbaar meebewegen daarvan.
4. Bandkassette volgens conclusie 3, met het 20 kenmerk, dat de banduittrekinrichting (64) hol is en een eerste zich daarvan uitstrekkend en van een vrij einde voorzien uitstekend gedeelte (74) omvat, waarbij de geleidingsinrichting een met het vrije einde van het uitstekende gedeelte (741 verbonden geleidingspen (76) omvat. -25
5. Bandkassette volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het huis. (52) een tweede hol uitstekend gedeelte (78) omvat dat een vrij einde heeft en in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste uitstekende gedeelte (74.) is aangebracht, en verder een tweede, met het vrije einde van het 30 tweede uitstekende gedeelte (78) verbonden geleidingspen (80) omvat, waarbij het gedeelte (28a) van de band (28) dat. zich uitstrekt tussen de eerste en tweede geleidingspennen (76,80) en tussen het gedeelte (28a) en het huis (52) een ruimte (82) wordt bepaald. 35Λ'-
6. Bandkassette volgens conclusie 5, met het 8105590 -16- kenmerk, dat de band zich van de eerste spoel (136) uitstrekt door het tweede uitstekende gedeelte (78) , om de tweede geleidingspen (80) , om de eerste geleidingspen (76) , door de banduittrekinrichting (64) en tot op de tweede 5 spoel.
7. Bandkassette volgens conclusie 5, verder gekenmerkt door een met de eerste en tweede uitstekende gedeelten (74,78) samenwerkend deksel (92), voor het beschermen van het gedeelte (28a) van de band (28).
8. Bandkassette volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het deksel. (92) een in hoofdzaak langwerpig U-vorm heeft voor het vastgrijpen van de eerste en tweede uitstekende gedeelten (74,78).
9. Bandkassette volgens conclusie 2, geken- 15 merkt door een voorbelastingsinrichting (70) voor het verschaffen van een relatieve kracht tussen de bandiiittrekin-richting (64) en het huis. (52) teneinde een gelijkmatige schuifbeweging van de banduittrekinrichting (64) ten opzichte van het huis. (52) te verzekeren.
10. Bandkassette volgens conclusie 1, geken merkt door een voorbelastingsinrichting ¢78,60) voor het verschaffen van een bewegingsweerstand öp tenminste één van de eerste en tweede spoelen (36,38) teneinde het vrij roteren daarvan te verhinderen.
11. Bandkassette volgens conclusie 1, geken merkt door een scharnierend met het huis (152) verbonden banduittrekinrichting (164), welke in een werkzame stand gekanteld kan worden voor het instellen van de lengte van het bandgedeelte (128a).
12. Bandkassette volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting (176) aan de band uitttrekinrichting (164) is bevestigd teneinde daarmee ten opzichte van het huis (152) scharnierend te bewegen..
13. Bandkassette volgens conclusie 12, met 35 het kenmerk, dat de banduittrekinrichting (164) een eerste zich daarvan uitstrekkend en van een vrij einde voorzien uitstekend gedeelte (174) omvat, en dat de geleidingsinrich— 8105590 -17- ting een geleidingspen (176) omvat, die verbonden is met het vrije einde van het uitstekende gedeelte (174).
14. Bandkassette volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het huis (152) een tweede hol uitstekend 5 gedeelte (178) omvat met een vrij einde, dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste uitstekende gedeelte (174) uitstrekt wanneer de band-uittrekinrichting (164) in de werkzame stand wordt gekanteld, waarbij de kassette verder een tweede geleidingspen (180) omvat, die verbonden is met het 10 vrije einde van het tweede uitstekende gedeelte (178), waarbij het gedeelte. (128a) van de band (128) zich uitstrekt tussen de eerste en tweede geleidingspen (176,180), en waarbij een ruimte. (182) bepaald wordt tussen het gedeelte (128a) en het huis (152).
15. Bandkassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichting (266?366) scharnierend verbonden is met één zijde van het huis (252;352), en dat de geleidingsinrichting (266;366) een vrij einde en een met dat vrije einde verbonden geleidingspen (275;376) om-20 vat.
16. Bandkassette volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het huis. (252;352) een hol uitstekend gedeelte. (278;378) met een vrij einde omvat, dat aangebracht is aan een ten opzichte van de geleidingsinrichting (266;366) 25- tegenover liggende zijde van de kassette, en verder een met het vrije einde van het uitstekende gedeelte (278',378) verbonden geleidingspen (280;380)omvat, waarbij het gedeelte (228a;328a) van de band zich uitstrekt tussen de geleidingsinrichting (266;366) en de geleidingspen (280;380), 30 terwijl tussen het gedeelte (228a;328a) en het huis (252; 352. een ruimte (282;382) wordt bepaald.
17. Bandkassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukinrichting (20) een banduïttrekin-richting (264;268) omvat voor het instellen van de lengte 35 van het bandgedeelte. (228a). '· 81 0 5 5 9 0
NL8105590A 1980-12-11 1981-12-11 Bandkassette voor een drukinrichting. NL8105590A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1980178144U JPS6310305Y2 (nl) 1980-12-11 1980-12-11
JP17814480 1980-12-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105590A true NL8105590A (nl) 1982-07-01

Family

ID=16043404

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105590A NL8105590A (nl) 1980-12-11 1981-12-11 Bandkassette voor een drukinrichting.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4437778A (nl)
JP (1) JPS6310305Y2 (nl)
AT (1) AT386985B (nl)
AU (1) AU541121B2 (nl)
CA (1) CA1171017A (nl)
DE (1) DE3149194A1 (nl)
FR (1) FR2496010B1 (nl)
GB (1) GB2091685B (nl)
NL (1) NL8105590A (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4743133A (en) * 1982-09-30 1988-05-10 General Electric Company Inked ribbon cartridge
GB2146000B (en) * 1983-07-23 1988-10-12 Ricoh Kk Printer and cassette
JPS6083879A (ja) * 1983-10-15 1985-05-13 Brother Ind Ltd 印字装置
GB2150915B (en) * 1983-11-07 1987-10-28 Canon Kk Ink ribbon cassette
US4712932A (en) * 1984-01-28 1987-12-15 Brother Kogyo Kabushiki Kaisha Ribbon guide device
DE3418545A1 (de) * 1984-05-18 1985-11-21 Olympia Werke Ag, 2940 Wilhelmshaven Farbbandkassette fuer schreib- oder aehnliche bueromaschinen
JPS60194557U (ja) * 1984-06-01 1985-12-25 ブラザー工業株式会社 シリアルプリンタ
US4588996A (en) * 1984-06-19 1986-05-13 Pitney Bowes Inc. Thermal ribbon cartridge transport in a postage meter thermal printer
JPS6135983A (ja) * 1984-07-30 1986-02-20 Oki Electric Ind Co Ltd 多色プリンタ
CA1284913C (en) * 1984-10-23 1991-06-18 Mitsuhiro Shimada Heat-transfer type thermal recording device
FR2586616B1 (fr) * 1985-09-05 1990-08-10 Sagem Cartouche de ruban d'impression pour machine imprimante, notamment pour impression par transfert thermique
US5246298A (en) * 1986-07-15 1993-09-21 Monarch Marking Systems, Inc. Ink ribbon cartridge and installation methods relating thereto
US4776714A (en) * 1986-07-15 1988-10-11 Monarch Marking Systems, Inc. Ink ribbon cassette with movable guide rolls
JPH084303Y2 (ja) * 1987-12-25 1996-02-07 三菱鉛筆株式会社 インクリボンカセット
EP0387197B1 (de) * 1989-03-08 1993-07-28 Franz Büttner AG Nachladbare Farbbandkassette
DE9001718U1 (de) * 1990-02-14 1990-04-19 Pelikan Ag, 3000 Hannover Wechselkassette
JP2596263B2 (ja) * 1991-07-22 1997-04-02 ブラザー工業株式会社 テープカセット製造方法及びテープカセット
US5429443A (en) * 1992-04-06 1995-07-04 Alp Electric Co., Ltd. Thermal transfer printer with ink ribbon feed controller
JPH10181165A (ja) * 1996-12-27 1998-07-07 Fujitsu Ltd インクリボンカセット及びプリンタ
IT1297349B1 (it) * 1997-12-29 1999-09-01 Olivetti Lexikon Spa Cartuccia per nastro inchiostrato di scrittura
US7922407B2 (en) * 2007-03-08 2011-04-12 Hid Global Corporation Credential production print ribbon and transfer ribbon cartridges

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3425531A (en) * 1965-12-01 1969-02-04 Sperry Rand Corp Ribbon supply unit
JPS4922456B1 (nl) * 1970-01-24 1974-06-08
JPS5320210B2 (nl) * 1973-10-18 1978-06-26
DE2415265A1 (de) * 1974-03-29 1975-10-16 Buettner Ag Franz Kassette fuer farbband fuer schreibende maschinen
DE2552154C2 (de) * 1974-12-30 1986-06-12 Xerox Corp., Rochester, N.Y. Reibbremse für einen Farbbandwickel
US4046247A (en) * 1976-01-26 1977-09-06 Teletype Corporation Printer ribbon cartridge
US4051944A (en) * 1976-05-17 1977-10-04 Tally Corporation Capstan driven, endless printer ribbon cartridge
US4147439A (en) * 1977-09-06 1979-04-03 A. B. Dick Company Ribbon cartridge with improved ribbon tensioning and locking
JPS595978B2 (ja) * 1978-09-22 1984-02-08 松下電器産業株式会社 磁気テ−プ収納器
DE2965495D1 (en) * 1979-06-01 1983-07-07 Kienzle Apparate Gmbh Ink-ribbon mechanism and cartridge
DE2930115A1 (de) * 1979-07-25 1981-02-12 Olympia Werke Ag Farbbandkassette fuer eine schreib- o.ae. bueromaschine

Also Published As

Publication number Publication date
FR2496010A1 (fr) 1982-06-18
AU541121B2 (en) 1984-12-13
JPS6310305Y2 (nl) 1988-03-28
GB2091685B (en) 1984-12-12
AU7840481A (en) 1982-07-15
AT386985B (de) 1988-11-10
DE3149194A1 (de) 1982-08-05
JPS57101046U (nl) 1982-06-22
ATA532081A (de) 1988-04-15
GB2091685A (en) 1982-08-04
FR2496010B1 (fr) 1986-01-03
CA1171017A (en) 1984-07-17
US4437778A (en) 1984-03-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8105590A (nl) Bandkassette voor een drukinrichting.
CN106232372B (zh) 具有强化介质及色带装卸特征的介质处理设备
NL8105589A (nl) Drukinrichting.
US20240051320A1 (en) Media Processing Device with Enhanced Media and Ribbon Loading and Unloading Features
JP4407631B2 (ja) ロール紙給紙機構、ロール紙給紙カセット、及び画像形成装置
JPS6350125Y2 (nl)
JPH0356349A (ja) 記録装置
JP2007160801A (ja) ロール紙給紙機構、ロール紙給紙カセット、及び画像形成装置
EP0891871B1 (en) Print Cartridge
JPS6221566A (ja) 画像記録装置
CN100506544C (zh) 记录装置
US9764572B2 (en) Printer
JP3033283B2 (ja) 熱転写記録装置及びそのインク紙装填方法
US4030677A (en) Record media rewind mechanism
JPS5933648Y2 (ja) 記録装置
JPS6283156A (ja) シリアル型熱転写記録装置
CH661477A5 (en) Thermal printer
GB2387142A (en) Register control for printing onto a ribbon
JPH07101125A (ja) 記録装置
JPS63179780A (ja) インクリボンカセツト
JPH06316093A (ja) 画像表示装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed