NL8105412A - Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte. - Google Patents

Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte. Download PDF

Info

Publication number
NL8105412A
NL8105412A NL8105412A NL8105412A NL8105412A NL 8105412 A NL8105412 A NL 8105412A NL 8105412 A NL8105412 A NL 8105412A NL 8105412 A NL8105412 A NL 8105412A NL 8105412 A NL8105412 A NL 8105412A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
nozzle
injector
blowing
air conditioner
room air
Prior art date
Application number
NL8105412A
Other languages
English (en)
Other versions
NL188054C (nl
NL188054B (nl
Original Assignee
Ecotherm Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19838470&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8105412(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Ecotherm Gmbh filed Critical Ecotherm Gmbh
Priority to NL8105412A priority Critical patent/NL188054C/nl
Priority to DE19823242215 priority patent/DE3242215A1/de
Publication of NL8105412A publication Critical patent/NL8105412A/nl
Publication of NL188054B publication Critical patent/NL188054B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL188054C publication Critical patent/NL188054C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/02Ducting arrangements
    • F24F13/06Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser
    • F24F13/065Outlets for directing or distributing air into rooms or spaces, e.g. ceiling air diffuser formed as cylindrical or spherical bodies which are rotatable
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/24Means for preventing or suppressing noise
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F13/00Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
    • F24F13/26Arrangements for air-circulation by means of induction, e.g. by fluid coupling or thermal effect

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)

Description

u ' - έ * 81.5119/M/Rdm/sme
Korte aanduiding: Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte.
De uitvinding heeft betrekking op een ruimte-luchtbe-handelingsinrichting van het injector-type, in het bijzonder voor het in hallen of soortgelijke grote ruimten blazen van grote hoe-veelheden lucht met tenminste 44n richtingsverstelbaar blaasmond-5 stuk.
In het DE-OS 3 000 514 wordt een luchtverdeler beschre-ven/ die aan een verbindingsstuk onder een hoek ten opzichte van elteaar aangebrachte instelbare draaiflenzen bezit, waarvan de ene met een straalmondstuk en de andere met een luchttoevoersysteem 10 is verbonden. De draaiflenzen hebben een onderlinge helling van on-geveer 15° en het blaasmondstuk is onder een hoek, bij voorkeur van ongeveer 15° ten opzichte van de draaiingsas van de hierbijbehorende draaiflens, voorovergekanteld aangebracht.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op hoge-druk-15 ventilatie en -verwarming, zoals deze in het bijzonder in allerlei grote ruimten, bijvoorbeeld ook in fabriekshallen, sporthallen en andere utiliteitsruimten wordt toegepast. De hogedrukventilatie en -verwarming berust op het inductieprincipe. Bij het inblazen van primaire lucht wordt een vier- tot zesvoudige hoeveelheid aan se-20 cundaire lucht ventilatie-, koel-, bevochtigings-, verwarmings-, droog- en andere behandelingslucht meegesleurd, zodat de ter be-schikking staande totale hoeveelheid bewegende lucht het vijf- tot zevenvoudige bedrag van de ingeblazen hoeveelheid primaire lucht heeft.
25 Bij verwarmingsinstallaties met stralings- en/of con- vectieverwarmingslichamen stijgt de warme lucht naar boven, zodat in ruimten met een hoogte van ongeveer 10 meter, de temperatuur nabij de bodem ongeveer 15° C bedraagt, terwijl in de nabijheid van het dak een temperatuur van ongeveer 28° C kan heersen. Er ontstaan 30 dus temperatuurverschillen van ongeveer 13° en meer en verwarmings- 8 1 0 5 4 1 2 - 2 - ? * * systemen van deze soort zijn daarom oneconomisch omdat de hogere temperatures in de nabijheid van het dak of plafond optreden, maar niet daar waar zij nodig zijn namelijk in de nabijheid van de bodem. Ook wordt in vergelijking met het principe van ruimte-luchtbehande-5 ling met injectie een groter en dienovereenkomstig oneconomisch aantal van afzonderlijke verwarmingsinrichtingen noodzakelijk.
Bij ruimte-luchtbehandeling volgens het injectorprin-cipe wordt daarentegen belangrijk meer omgevingslucht in beweging gebracht, zodat de warmteopeenhoping belangrijk kan worden vermin-10 derd. Bij ruimten met een hoogte van 10 meter treden daarbij nog slechts geringe verschillen tussen de temperaturen in de nabijheid van de bodem en in de nabijheid van het plafond of dak van ongeveer 3° C op. De door de opeenhoping van warmte bij toepassing van de tot nu toe gebruikelijke afzonderlijke verwarmingslichamen bepaalde 15 energieverliezen, worden daarom op een voordelige manier vermeden. Hierbij komt nog dat minder verwarmingsinrichtingen noodzakelijk worden, zodat bovendien een kostenbesparing op de investering moge-lijk is. Ook zijn de onderhouds- en reparatiekosten geringer omdat minder inrichtingen noodzakelijk zijn.
20 Bij het ontwerpen en uitvoeren van luchtbehandelings- inrichtingen van het injector-type moot er echter rekening mee worden gehouden, dat de in de te verwarmen resp. de te behandelen ruimte aanwezige personen tegen tocht moeten worden beschermd, omdat in iedere ruimte op grond van de gegeven plaatselijke omstandigheden 25 en doelstellingen een andere stromingsverdeling van de ingeblazen lucht voorkomt, zijn na het aanbrengen van de inrichting dikwijls veranderingen noodzakelijk en ook bij latere gelegenheden kunnen veranderingen noodzakelijk zijn om het luchtbehandelingssysteem aan nieuwe doelstellingen en omstandigheden aan te passen. Bij de nood-30 zakelijke werkzaamheden ter verandering zijn dan omvangrijke snij-en iasbewerkingen aan de ondersteuningen voor de straalmondstukken, de straalmondstukken en de houders uit metaalplaat, de buisleidingen 8105412 *- * - 3 - etc. noodzakelijk om de luchtgeleiding in de gewenste wijze uit te voeren. Bij de hierboven vermelde literatuurplaats kan door het losmaken en bedienen van draaiflenzen een zwenken van het blaas-mondstuk uit zijn neutrale stand in een andere bepaalde richting 5 in de ruimte geschieden. Het is gebleken, dat veranderingen van deze soort dikwijls niet toereikend zijn om de gewenste verandering van de stromingsomstandigheden op eenvoudige en economische manier te bereiken.
De uitvinding heeft tot doel de bekende ruimte-lucht-10 behandelingsinrichtingen van Het injector-type te verbeteren en wel in het bijzonder het op eenvoudige en qua kosten op een gunstige manier mogelijk te maken, de stromingsverdeling in verwarmde en geconditioneerde ruimten volgens de eisen van d2it ogenblik met de geringste moeite aan te passen.
15 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een ruimte- luchtbehandelingsinrichting van het injector-type van de aan het begin genoemde soort, die is gekenmerkt door een drukkamer voor het opnemen van gecomprimeerde uit te blazen lucht met edn of meer aan zijn buitenoppervlak aangebrachte blaasmondstukkoppen, die 44n 20 of meer blaasmondstukken bezitten, die zodanig in een in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de algemene uitstroomrichting staand kopvlak zijn aangebracht, dat de uitstroomrichting van elk straal-mondstuk in een voorafbepaald hoekgebied afzonderlijk verstelbaar is.
25 Bij voorkeur bezit het straalmondstuk resp. bezittende straalmondstukken aan hun buitenomtrek tenminste twee cirkelboog- en/of ellipsvormige groeven of andere op een cirkelboog- of ellipsvorm liggende uitsparingen, waarin het kopvlak of delen of aanzetstukken van het kopvlak kunnen grijpen, waarbij het straalmondstuk resp. de 30 straalmondstukken en/of de kopylakken elastisch vervormbaar zijn.
De uitvinding wordt aan de hand van de bijgaande teke-ning nader toegelicht.
8105412 k * t - 4 -
Fig. 1 toont gedeeltelijk in doorsnede een uitvoerings-voorbeeld van een ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont in vereenvoudigde afbeelding een boven-5 aanzicht van een verkozen uitvoeringsvorm van een drukkamer, zoals deze in de ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type volgens de uitvinding kan worden gebruikt.
Fig. 3 toont een vooraanzicht van een sproeimondstuk-kop zoals deze met voordeel bij een ruimte-luchtbehandelingsinrich-10 ting van het injector-type volgens de uitvinding kan worden toege-past.
Fig, 4 toont een doorsnede door een biaasmondstuk volgens de lijn IV-IV in fig. 3.
Fig. 5 en 6 tonen doorsneden van gedeelten van de uit-15 voering van een enkeltraps-drukkamer en zij tonen in het bijzonder de uitvoering van de straalmondstukondersteuningen.
Fig. 7 toont in doorsnede een verkozen uitvoeringsvorm van een geleidingsstraalmondstuk in een straalmondstukkop.
Fig, 8 toont voorbeelden voor de instellingsmogelijk-20 heden en de vorming van de stroming door passende instelling van geleidings- en buitenblaasmondstukken van de blaasmondstukkop, waar-bij de uitvoerirtgen van de ondersteuning van de straalmondstukken in hoofdzaak met die van de in de fig. 5 en 6 getoonde uitvoerings-voorbeelden overeenstemmen.
25 Fig. 9 toont een diagram van de per uur uitgestoten 3 hoeveelheid lucht in m /h in afhankelijkheid van de blaassnelheid bij de blaasmondstukken in m/sec.
Fig. 10 toont een meertraps, in het gegeven uitvoerings-voorbeeld een viertraps-drukkamer in doorsnede; en 30 fig. 11-13 tonen uitvoerinasvoorbeelden van het aan- brengen van geluiddempend materiaal in een enkeltraps-drukkamer gedeeltelijk in doorsnede.
8105412 r τ * - 5 -
Bij de voorstelling volgens fig. 1 is aangenomen, dot de ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type zich in de bovenste rechter hoek van een grote ruimte bevindt. Inbouw-omstandigheden van deze soort kunnen door ruimtelijke of andere 5 bepalingen voorkomen, maar het is echter in de regel doelmatig ruimte-luchtbehandelingsinrichtingen van het injector-type ter vermindering van de investeringskosten zodanig aan te brengen, dat de inrichtingen met in hoofdzaak gelijke afstand van elkaar aan het dak of het plafond van de met lucht te behandelen ruimte zijn ver-10 deeld, waarbij de buitenste inrichtingen op een zodanige afstand van de v/and liggen, dat deze de hun toegewezen ruimte voldoende g^Lijk-matig met lucht kunnen behandelen.
Verse buitenlucht die door de pijlen 1 is voorgesteld, stroomt door de zijwand 2 van de te conditioneren ruimte via een 15 rooster 3 voor verse lucht en indien nodig door een filter 3a voor deze lucht in een warmtewisselaar 4, waarin de uitstromende af te voeren lucht een gedeelte van zijn warmte afgeeft. De voorverwarmde lucht komt dan langs geluiddempend materiaal in een stromingskanaal 6, door een opstelling van luchtkleppen 7 bij een ventilator 8. De 20 ventilator 8, die naar keuze een axiaal- of een radiaalventilator kan zijn, wordt door een electromotor 10 aangedreven. Een verwar-mingsbatterij 11 waaraan verwarmingsenergie wordt toegevoerd, wordt door een draagrail 12 vastgehouden. De lucht stroomt van de verwar-mingsbatterij 11 naar een hiermede verbonden drukkamer 13. Aan het 25 op de tekening linker eind van de drukkamer 13 bevindt zich een straalmondstukkop 14, die door een straalmondstukkop-ondersteuning 15 met de drukkamer 13 is verbonden. Zoals de pijl 16 toont stroomt de lucht uit e<£n of meer straalmondstukken van de straalmondstukkop 14 en volgens het injector-principe sleurt de primaire lucht secun-30 daire lucht mee.
Aan de buitenomtrek van de drukkamer 13 kunnen (niet getoonde) openingen aanwezig zijn die of wel door geblindeerde 8105412 * r - 6 - A < straalmondstukkoppen, dus geschikte afdekkingen gesloten zijn of waarin al naar omstandigheden straalmondstukkoppen zijn geplaatst.
In het onderhavige geval is aangenomen, dat de openingen door ge-blindeerde straalmondstukkoppen zijn afgedekt, zodat slechts uit de 5 getoonde straalmondstukkop 14 lucht kan uitstromen.
Lucht uit de ruimte (afvoerlucht), die door de pijl 18 is getoond, stroomt langs geluiddempend materiaal 19 in de warmte-wisselaar 4. Hier geeft deze lucht zijn warmte gedeeltelijk aan de instromende frisse lucht af en komt tenslotte via een afvoerventi-10 lator 20 in de vrije buitenlucht, zoals met de pijl 21 is aangegeven. Omgevingslueht die door de pijlen 22 is aangeduid, stroomt langs geluiddempend materiaal 23 door de luchtkleppen 7 naar de ventilator 8 en wordt opnieuw verwarmd en naar de blaasmondkop 14 gevoerd.
Ruimte-luchtbehandelingsinrichtingen van het injector- 15 type volgens de getoonde soort, kunnen met hoeveelheden van pri- 3 maire lucht van ongeveer 5000 tot 100.000 m /h werken. Zij kunnen voor verwarmings- en ventilatiedoeleinden worden toegepast; echter zijn zij ook geschikt voor een geheel of gedpeltelijke conditione-ring, koeling of bevochtiging-etc.
20 Het inregelen van de inrichting voor het aanpassen aan de telkens gegeven doelstellingen, in het bijzonder ter aanpassing aan de ruimtelijke omstandigheden is dan optimaal doorvoerbaar wanneer de luchtstroom naar alle zijden onder de gewenste hoek op eenvoudige manier kan worden ingesteld. 0m economische redenen is 25 erin voorzien, dat een of meer standaardconstructies, in het bijzonder van de drukkamer, van de blaasmondstukkoppen en van de blaas-mondstukken gekozen kunnen worden.
Fig. 2 toont een bovenaanzicht van een verkozen uitvoe-ringsvorm van een drukkamer 13. In totaal zijn zestien uitstroomope-30 ningen op gelijkmatige afstanden van elkaar aan de omtrek verdeeld. Ter vereenvoudiging van de getekende afbeelding zijn hierbij slechts op de drie onderste uitstroomplaatsen blaasmondstukkoppen 14 gete- \ 8105412 > « * r - 7 - kend. Op de andere uitstroomplaatsen zijn de ondersteuningen 15 voor de blaasmondstukkoppen getoond. In plaats van blaasmondstuk-koppen kunnen op de afzonderlijke uitstroomplaatsen geblindeerde straalmondstukkoppen of blinderingsdeksels zijn aangebracht, die 5 een uitstromen van lucht verhinderen wanneer in de betreffende rich-ting geen uitstromen van primaire lucht noodzakelijk is.
Uit fig. 3 die een aanzicht op de uitstroomzijde van een straalmondstukkop 14 toont, blijkt dat in het midden van het cixkelvormige kopvlak 27 een geleidingsstraalmondstuk 25 is aange-10 bracht, die door vier buitenstraalmondstukken 26 wordt geflankeerd.
Op de overige uitstroomplaatsen zijn geblindeerde straalmondstukken 28 aangebracht, die een uitstromen van de lucht op deze plaatsen verhinderen.
Zoals uit fig. 4 blijkt, bezit het geleidingsstraal-15 mondstuk 25 een mondstuklichaam 29, die overeenkomstig stromings-technische gegevens, is uitgevoerd waarbij in het bijzonder de dwarsdoorsnede van de doortocht voor de lucht naar de afstroomse zijde toe verkleind is. Dezelfde gezichtspunten gelden voor de mond-stuklichamen 30 van de buitenste straalmondstukken 26.
20 De mondstuklichamen 29 en 30 bezitten ααη hun omtrek groeven of soortgelijke geschikte uitsparingen, waarvan de eerste 31 resp. 34 onder een rechte hoek ten opzichte van de symmetrie-as van de mondstuklichamen verlopen. De tweede groeven, uitsparingen of dergelijke 32 resp. 35 sluiten ten opzichte van de eerste rich-25 ting een hoek van bij voorkeur 5° in, terwijl de groeven of uitsparingen of dergelijke 33 resp. 36 ten opzichte van de eerste rich-ting hoeken van bij voorkeur 15° insluiten. De getoonde en beschre-ven uitvoering geeft tenslotte een voorbeeld van de uitvinding weer.
Er kunnen ook nog verdere groeven, uitsparingen of dergelijke worden 30 aangebracht, bijvoorbeeld onder hoeken van 10°, 20° en 25° en zonodig nog meer. Ook kunnen andere geschikte vertrapte indelingen worden toegepast, bijvoorbeeld volgens de hoekcombinaties 0°, 3°, 6°, 9°, 8105412 » ϋΓ * 8 * 12° en zonodig meer, 0°, 4°, 8°, 12°, 16° en zonodig meer alsmede 0°, 6®, 12°, T8°, 24° en eventueel meer. Tenslotte behoeven de trapsgewijze opeenvolgingen ook niet lineair te zijn, maar zij kunnen afhankelijke van de afwijking van de uitgangstoestand groter 5 of kleiner worden.
Bij voorkeur bestaan de mondstuklichamen 29 resp. 30 uit elastisch meegevend materiaal en de groeven of dergelijke zijn zodanig uitgevoerd, dat een verandering van de richting van het betreffende straalmondstuk kan geschieden, een andere groef of TO dergelijke bijvoorbeeld 32, 33, 35 of 36, elastisch in de betreffende opening van het uit staal bestaande kopvlak 27 insnapt. Boven-dien kan ook de uitstroomrichting door een dienovereenkomstige ver-draaiing van het mondstuklichaam extra worden veranderd.
De beschreven uitvoering van de straalmondstukkop 15 maakt het mogelijk zonder vervormende ingrepen, in het bijzonder zonder snij- of laswerk, de stromingsomstandigheden aan praktisch' alle voorkomende eisen en omstandigheden aan te passen, Hierbij is er bij voorkeur voor te zorgen, dat het geleidingsblaasmondstuk 25 tenminste ongeveer 30^ van de totale doorstroomhoeveelheid van 20 de lucht vrijgeeft, terwijl door de overige blaasmondstukken de resterende hoeveelheid lucht uitstroomt. In het algemeen zal ongeveer 30 tot 80% van de uitstromende hoeveelheid lucht door het geleidingsblaasmondstuk 25 voor het uitstromen doorgelaten worden. Wanneer ervan uitgegaan wordt, dat de uit de blaasmondstukken uit-25 stromende lucht met ongeveer 5° tot 10° zijdelings divergeert, dan kunnen met de in de fig. 3 en 4 getoonde opstelling van de blaasmondstukken verschillende voordeelbiedende uitstroomkarakteristieken worden bereikt.
Wanneer geblindeerde blaasmondstukken in alle voor de 30 buitenmondstukken dienende openingen worden aangebracht, dan stroomt de lucht uitsluitend door het geleidingsblaasmondstuk 25, Men ver-krijgt dan de grootste reikwijdte, zodat een uittredesnelheid van ongeveer TO tot 30 m/sec kan worden aangehouden en de reikwijdte tot S 1 0 5 4 1 2 * -¾ - 9 - * 50 meter bedraagt. In dit geval wordt een eindsnelheid van 10 tot 20 cm/sec bereikt. Wanneer daarentegen de voor het geleidingsblaas-mondstuk bestemde opening door een geblindeerd mondstuk wordt ge-sloten, en in de voor de buitenmondstukken dienende openingen aan 5 de gehele omtrek blaasmondstukken 26 warden geplaatst, dan verkrijgt men onder dezelfde omstandigheden een reikwijdte van slechts onge-veer 20 tot 30 meter. Dit is daarom verklaarbaar, dat de door de gecombineerde blaasmondstukopstelling uitgestoten straal in het totaal een grotere diameter heeft, zodat ook de inductiewerking 10 wordt vergroot en de in de totale straal opgehoopte energie eerder wordt verbruikt.
Optimale omstandigheden zal men in het algemeen daardoor bereiken, dat zowel het geleidingsblaasmondstuk alsmede meer buitenmondstukken aanwezig zijn. In dit geval is het mogelijk door een 15 geschikte instelling van de richting van de uitgestoten hoeveelheden lucht de uitstroomkarakteristiek willekeurig te varieren en aan de gegeven doelstellingen aan te passen.
<stukj
In tegenstelling tot blaasmondkoppen van andere soort, kan het kopvlak 27 vlak zijn uitgevoerd, zodat een eenvoudiger en 20 economischer vervaardiging wordt verkregen. Binnen het kader van de uitvindingsgedachte zijn verdere uitvoeringen, afleidingerj ver-beteringen en dergelijke van het beschreven systeem mogelijk. In het bijzonder is het mogelijk , dat niet de mondstukiichamen 29 resp. 30 uit elastisch vervormbaar materiaal bestaan, maar het kop-25 vlak 27. Ook kunnen zowel de mondstukiichamen 29 resp. 30 alsmede het kopvlak 27 uit elastisch vervormbaar materiaal bestaan.
Het is niet noodzakelijk dat de mondstukiichamen aan hun omtrek doorlopende groeven bezitten, maar het is ook mogelijk aan Sen of meer blaasmondstukken of aan de kopvlakken elastische 30 aanzetstukken of dergelijke aan te brengen, die een op het kopvlak resp. op het blaasmondstuk of de blaasmondstukken aangebrachte uit-sparingen zodanig kunnen ingrijpen, dat de richting van het blaasmondstuk of van de blaasmondstukken tegen de kracht van elastische 8105412 - 10 - • Λ / r vervorming in kan worden veranderd. Bij voorkeur zullen de groeven of andere de verstelling mogelijk makende inrichtingen zodanig be-meten resp. aangebracht zijn, dat het blaasmondstuk resp. de blaas-mondstukken ten opzichte van de algemene uitstroomrichting op rich-5 tingsveranderingen van 0°, 5° en 15° in alle richtingen instelbaar zijn.
Ook andere getrapte combinaties, bijvoorbeeld met tel-kens 3°, 4° en 6° enz. zijn mogelijk en wel in lineaire en niet-lineaire opeenvolging. Volgens een verder verkozen kenmerk van de 10 uitvinding, kan ook de richting van een of meer blaasmondstukken ten opzichte van het kopvlak door elastische of plastische vervorming van 44n of meer blaasmondstukken of van het kopvlak of van een tussen 44n of meer blaasmondstukken en het kopvlak aangebrachte verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld uit een plastisch vervormbare 15 kunststof- of loodverbindingsring worden veranderd.
Zoals fig. 4 toont, kan in de blaasmondstukkoponder-steuning 15 resp, in de doorgang naar de biaasmondstukkop een klep 37 zijn aangebracht, die het mogelijk maakt gebieden van lucht naar behoefte in of uitgeschakeld kunnen worden. De klep 37 kan op ge-20 schikte manier om een as 38 zwenkbaar zijn aangebracht.
De fig. 5 en 6 tonen verkozen uitvoeringsvormen van uit-stroomplaatsen van de drukkamer 13. In het uitstroomgebied zijn op geschikte manier geluiddempende materialen 39 aangebracht. In de buitenste opening van de drukkamer 13 zijn blaasmondstukkoponder-25 steuningen 15 resp. 15' aangebracht. De blaasmondstukkopondersteu-ning 15 is horizontaal gericht terv/ijl de blaasmondstukkopondersteu-ning 15' over 30° ten opzichte van de uitstroomrichting naar beneden is gekanteld. Aan het op de tekening linker eind van de blaasmond-stukkopondersteuning 15 resp. 15' zijn de (gedeeltelijk getoonde) 30 blaasmondstukkoppen 14 aangebracht.
Fig. 7 toont een andere verkozen mogelijkheid van de verstelling van de reikrichting van de blaasmondstukken. Het blaas- 8105412 > * - 11 - mondstuk in het onderhavige geval bij voorkeur het geleidingsblaasmondstuk 25, bezit een bolvormig aanzetstuk of een bolvormig buiten-vlak 40, dat zodanig in een geleiding 41 is aangebracht, dat de richting van het blaasmondstuk traploos veranderbaar is. De gelei-5 ding 41 is op een passende manier in het kopvlak 27 geplaatst. Bij voorkeur bestaat het kopvlak 27 uit staal, terwijl de geleiding 41 uit staal of kunststof bestaat, Het mondstuklichaam 40 bestaat bij voorkeur uit rubber.
Volgens een verder verkozen kenmerk van de uitvinding 10 is de uitstroomrichting van het geleidingsblaasmondstuk door de in fig. 7 getoonde uitvoering traploos veranderbaar, terwijl de buiten-mondstukken 26 overeenkomstig de uitvoering in fig. 4 in hoeken van 0°, 5° of 15° trapsgewijs kunnen worden versteld.
Fig. 8 toont voorbeelden van mogelijke uitstootrich-15 tingen en hun instelgebieden. Beide biaasmondstukkoppen 14 zijn zodanig gesteld, dat de buitenmondstukken 26 ten opzichte van de algemene uitstroomrichting, die met de symmetrie-as van de blaas-mondstukkop overeenkomt, over 15° naar onderen en naar boven, en dienovereenkomstig in alle overige richtingen gezwenkt kunnen worden.
20 Eveneens is de stromingsrichting van het geleidingsblaasmondstuk 25 over 15° naar beneden en naar boven en dienovereenkomstig in alle overige richtingen verzwenkbaar.
De in fig. 8 getoonde onderste blaasmondstukkop 14 bezit in hoofdzacrfc dezelfde instelgebieden, echter is de blaasmond-25 stukkop overeenkomstig de afbeelding van fig. 6 zodanig aangebracht, dat deze ten opzichte van de horizontaal over 30° naar beneden is gekanteld.
In het in fig. 9 getoonde diagram van de hoeveelheden lucht voor 66n blaasmondstuk is de afhankelijkheid van de per tijds-30 eenheid uitgestoten hoeveelheid lucht van de luchtsnelheid ter plaat-se van het fciaasmondstuk uitgezet. Een verdere parameter is het aan-tal blaasmondstukken en het blijkt dat de uitgestoten hoeveelheid lucht met het aantal buitenmondstukken stijgt. De onderste lijn 100 8105412 • t* - 12 - heeft betrekking op het geval dot lucht uitsluitend uit het gelei-dingsblaasmondstuk 25 stroomt terwijl bij de lijnen 102, 104, 106 en 108 die gevallen aangegeven zijn, dat 2, 4, 6 of 8 buitenmondsfukken 9 26 extra lucht laten uitstromen.
5 Terwijl bij de tot nu toe beschouwde uitvoeringen de drukkamer 13 enkeltraps was uitgevoerd, toont fig. 10 als verder uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding een viertraps drukkamer. Deze voorziening dient daartoe dat de drukkamer aan de omtrek vier boven elkaar aangebrachte rijen van blaasmond-10 stukkoppen bezit. In het inwendige van de drukkamer zijn eventueel in hoofdzaak ringvormige scheidingswanden 46 - 48 aangebracht, die bij de rijen van blaasmondstukkoppen behorende uitstroomruimten 42-45 vormen. Het blijkt, zoals in fig. 10 is getoond, dat de in hoofdzaak ringvormige scheidingswanden evenals de bovenste en onderste 15 begrenzing van de drukkamer 13 met geluiddempend materiaal' kunnen zijn bekleed en dit is in het linker gedeelte van de afbeelding weergegeven. Op de bodem van de drukkamer 13 bevindt zich geluiddempend materiaal 50.
In de fig. 11 - 13 is weer een enkeltraps drukkamer, 20 gedeeltelijk in doorsnede, getoond. Het blijkt dat in al de drie gevallen om stromingstechnische redenen het geluiddempende materiaal 50 een in hoofdzaak conische centrale verhoging vormt. Bovendien is bij fig. 12 eip/oor gezorgd, dat de uitstromingsdoorsnede door verhoging van het hieronder liggende geluiddempende materiaal 51, 25 vernauwd is. Op de plaatsen 52 en 54 kan vulmateriaal zijn aangebracht. Fig. 13 toont dat de uitstromingsdoorsnede door een speciale opstelling van het geluiddempende materiaal 53 continu nauwer wordt.
Het vulmateriaal 55 is voor dit doel op een bijzondere wijze vervormd.
Overeenkomstig de gegeven doelstelling maakt de uitvin-30 ding het mogelijk op voordelige manier een aanpassing van een ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type aan praktisch alle doelstellingen om het op eenvoudige en economische manier mogelijk te maken, dat de klimaatregeling voor in de ruimte aanwezig betrok-ken personen optimaal gehouden kan worden.
8105412 ______

Claims (19)

1. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type in het bijzonder voor het in hallen of soortgelijke grote ruim-ten gericht blazen van grote hoeveelheden lucht met tenminste 44n richtingsverstelbaar blaasmondstuk, gekenmerkt door een 5 drukkamer (13) voor het opnemen van gecomprimeerde uit te blazen lucht met din of meer aan zijn buitenvlak aangebrachte blaasmondstuk-koppen (14) die in de naar de algemene uitstroomrichting toegekeerde zijde 44n of meer blaasmondstukken (25, 26) bezitten, die in een ten opzichte van de algemene uitstroomrichting in hoofdzaak lood-'10 recht hierop staand kopvlak (27) zodanig zijn aangebracht, dat de uitstroomrichting van elk blaasmondstuk (25, 26) in een voorafbe-paald hoekgebied afzonderlijk verstelbaar is.
2. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het blaas- 15 mondstuk resp. de blaasmondstukken (25, 26) aan de buitenomtrek tenminste twee cirkelboog- en/of ellipsvormige groeven (31 - 36) of andere op een cirkel- of ellipsvorm liggende uitsparingen bezitten, waarin het kopvlak (27) of delen of aanzetstukken van het kopvlak (27) kunnen ingrijpen en dat het blaasmondstuk resp. de blaasmond-20 stukken (25, 26) en/of het kopvlak (27) resp. de delen of aanzetstukken van het kopvlak (27) elastisch vervormbaar zijn.
3. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type volgens conclusie 1, gekenmerkt door aan het blaasmondstuk resp. de blaasmondstukken (25, 26) aangebrachte aanzetstuk- 25 ken, die in op het kopvlak (27) aangebrachte uitsparingen zodanig kunnen grijpen, dat de richting van het blaasmondstuk resp. van de blaasmondstukken (25, 26) tegen de kracht van elastische vervorming in veranderbaar zijn. 8Ί 0 5 4 1 2 « * « f * ► - 14 -
4. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het blaasmondstuk resp. de blaasmondstukken (25, 26) en/of het kopvlak (27) uit elastisch of plastisch vervormbaar materiaal be- 5 staan.
5. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de rich-ting van het blaasmondstuk resp. van de blaasmondstukken (25, 26) ten opzichte van het kopvlak (27) doo^plastische vervorming van een 10 tussen het blaasmondstuk resp. blaasmondstukken (25, 26) en het kopvlak (27) aangebrachte verbindingsmiddel veranderbaar is.
6. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens 6en van de conclusies 1-5, met 'het kenmerk, dat het blaasmondstuk resp. de blaasmondstukken (25, 26) 15 ten opzichte van de algemene uitstroomrichting ter verandering van hun richting in alle richtingen instelbaar zijn.
7. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens e6n van de conclusies 1-6, m e t het kenmerk, dat het blaasmondstuk resp. de blaasmondstukken (25, 26) 20 ten opzichte van de algemene uitstroomrichting in richtingen van 0°, 5°, 10°, 15° of meer in alle richtingen instelbaar zijn.
8. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de trap-pen 0°, 3°, 6°, 9° of meer, of 0°, 4°, 8°, 12°, 16° of meer, of 25 0°, 6°, 12°, 18°, 24° of meer bedragen.
9. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens edn van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat in het kopvlak (27) tenminste een geleidingsblaasmond- 8105412 r* f> * % - 15 - stuk (25) is aangebracht, die ten opzichte van een ander mondstuk (26) een belangrijk grotere luchtdoortreding kan toelaten.
10. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens ddn van de conclusies 1-9, met het k e n-5 m e r k, dat het geleidingsblaasmondstuk (25) tenminste 30$o van de totale doorstroomhoeveelheid van de lucht opneemt, terwijl de resterende doorstroomhoeveelheid van lucht zo over andere blaas-mondstukken (26) verdeeld is, dat elke hiervan minder dan 30$ van de doorstroomhoeveelheid opneemt.
11. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens ddn van de conclusies 1-10, met het ken-m e r k, dat het kopvlak (27) in hoofdzaak cirkelvormig is en het geleidingsblaasmondstuk (25) in of nabij het midden van het kopvlak (27) is aangebracht.
12. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens ddn van de conclusies 1-11, met het ken-m e r k, dat in het kopvlak (27) openingen aanwezig zijn waarin uitwisselbare blaasmondstukken (25, 26) of geblindeerde mondstukken (23) inzetbaar zijn.
13. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens den van de conclusies 9-12, met het ken-m e r k, dat de aridere blaasmondstukken resp. de buitenmondstukken (26) resp. de openingen het geleidingsblaasmondstuk (25) in hoofdzaak cirkelvormig omgeven.
14. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens den van de conclusies 9-13, met het ken-m e r k, dat de richting van het geleidingsblaasmondstuk (25) onaf-hankelijk van de richting van de overige blaasmondstukken (26) ver- 8105412 • 0 < - 16 - * f * anderbaar is.
15. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van bet injector- type volgens 66n van de conciusies 9-14, met het ken- m e r k, dat de richting van het geleidingsblaasmondstuk (25) trap-5 loos veranderbaar is.
16. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het geleidingsblaasmondstuk (25) een bolvormig aanzetstuk of een bolvormig buitenvlak (40) bezit, dat zodanig in een geleiding (41) 10 is aangebracht, dot de richting van het geleidingsblaasmondstuk (25) traploos veranderbaar is. 1
17. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector- type volgens 66n van de conciusies 9-16, met het kenmerk, dat een of meer van de overige blaasmondstukken (26) een 15 bolvormig aanzetstuk of een bolvormig buitenvlak bezit/bezitten, dat zodanig in een geleiding is aangebracht, dat de richting/richtingen traploos veranderbaar is/zijn.
18. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type volgens een van de conciusies 1-17, met het ken- 20. e r k, dat de drukkamer (13) aan de omtrek meer boven elkaar aangebrachte rijen van blaasmondstukkoppen resp. openinaen voor blaasmondstukkoppen bezit en dat in het inwendige hiervan in hoofd-zaak ringvormige scheidingswanden (46 - 48) aanwezig zijn, die de bij de rijen van blaasmondstukkoppen behorende toestroomruimten (42-25 45) van elkaar scheiden.
19. Ruimte-luchtbehandelingsinrichting van het injector-type volgens een van de conciusies 1 - 18, m e t het ken- 8105412 - 17 - t * ' Γ w m e r k, dat de in hoofdzaak ringvormige scheidingswanden (46 - 48) met geluiddempend materiaal zijn bekleed. % 8105412
NL8105412A 1981-11-30 1981-11-30 Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte. NL188054C (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105412A NL188054C (nl) 1981-11-30 1981-11-30 Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte.
DE19823242215 DE3242215A1 (de) 1981-11-30 1982-11-15 Injektor-raumklimageraet

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105412 1981-11-30
NL8105412A NL188054C (nl) 1981-11-30 1981-11-30 Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8105412A true NL8105412A (nl) 1983-06-16
NL188054B NL188054B (nl) 1991-10-16
NL188054C NL188054C (nl) 1992-03-16

Family

ID=19838470

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105412A NL188054C (nl) 1981-11-30 1981-11-30 Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3242215A1 (nl)
NL (1) NL188054C (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3477255D1 (en) * 1984-01-07 1989-04-20 Henryk Bernhardt Discharge nozzle arrangement for injector air conditioners
DE3400393A1 (de) * 1984-01-07 1985-07-18 Bernhardt, Henryk, Dipl.-Ing., 5014 Kerpen Duesenanordnung fuer injektor-raumklimageraete
DE3418678A1 (de) * 1984-05-19 1986-01-23 Ferdinand Schad KG, 7201 Kolbingen Vorrichtung zur belueftung von raeumen
DE3840268C1 (en) * 1988-11-30 1990-02-01 Erwin Mueller Gmbh & Co, 4450 Lingen, De Air blow-out device for ventilation and air-conditioning installations
FI101421B (fi) * 1996-07-05 1998-06-15 Abb Installaatiot Oy Menetelmä ja sovitelma ilman jakamiseksi huonetiloihin
DE102008042803C5 (de) * 2008-10-13 2018-01-11 LGB Lufttechnische Anlagen und Gerätebau GmbH Vorrichtung zur Führung eines Luftstromes
ITMC20080201A1 (it) * 2008-11-11 2010-05-12 Isofom Srl Cartuccia silenziata per presa d'aria di edifici.
CN116964383A (zh) * 2021-01-25 2023-10-27 东芝开利株式会社 空调机的室内单元

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3000554A1 (de) * 1980-01-09 1981-07-16 Babcock-BSH AG vormals Büttner-Schilde-Haas AG, 4150 Krefeld Luftverteiler
DE3000514A1 (de) * 1980-01-09 1981-07-16 Babcock-BSH AG vormals Büttner-Schilde-Haas AG, 4150 Krefeld Luftverteiler

Also Published As

Publication number Publication date
NL188054C (nl) 1992-03-16
DE3242215C2 (nl) 1989-04-27
NL188054B (nl) 1991-10-16
DE3242215A1 (de) 1983-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4335647A (en) Air device with flexible mounting system
EP1620681B1 (en) Method and apparatus for delivering conditioned air using pulse modulation
US5456023A (en) Advance cure paint spray booth
US6945866B2 (en) Method and apparatus for delivering conditioned air using pulse modulation
US3699872A (en) Air distribution apparatus
CA2471905C (en) Modular service unit
CA2520330C (en) A system for directing and controlling two separate streams of air to a kitchen
TW342439B (en) Discharge current control apparatus of air conditioner and method thereof
US10182550B2 (en) Climate control apparatus for a cleanroom livestock building
NL8105412A (nl) Injector-luchtbehandelingsinrichting voor een ruimte.
CA2206320A1 (en) Environmental control airhouse with variable output
US10473348B2 (en) Method and system for eliminating air stratification via ductless devices
US4489881A (en) Air delivery system for hospital rooms and the like
US4271751A (en) Air device with flexible mounting system
US3881402A (en) Distributing ventilating medium within spaces
US20160131156A1 (en) Device and System for Eliminating Air Pockets, Eliminating Air Stratification, Minimizing Inconsistent Temperature, and Increasing Internal Air Turns
EP0160437B1 (en) Air conditioning system
JP7083253B2 (ja) 空調システムの吹出口ユニット及び空調システム
EP2244022A1 (en) Apparatus for air treatment
KR200406717Y1 (ko) 냉난방 공조장치용 가변형 선회 공기 취출구
US3623419A (en) Heater or ventilator having a revolving discharge
FI66484C (fi) Ventilationsfoerfarande och -anlaeggning
EP2775223B1 (en) Air supply nozzle
EP0636846A1 (en) A system for distributing air in rooms for the processing of food products
KR101852479B1 (ko) 가변형 다방향 토출구를 구비한 지능형 송풍기

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BT A document has been added to the application laid open to public inspection
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: BERNHARDT. DIPL.-ING. HENRYK -

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20011130