NL8104934A - Steenboor. - Google Patents

Description

** > 4 & i VO 2382

Titel: Steenboor.

De uitvinding heeft betrekking op een steenboor met boorkop, een as waaromheen een schroefgoot is aangebracht voor het transport van boorgruis, waarbij tussen de as en de schroefgoot een met behulp van centreerringen uit hoogwaardig polymeermateriaal op radiale afstand 5 van de as gehouden, de schroefgoot ondersteunende mantelbuis/is aangebracht . . .

Bij een boor met een relatief grote diameter en naar verhouding kleine transportschouder van de schroefgoot of schroeflijn is een grotere doorsnede van de as vereist. Dit geeft een grotere massa van 10 de as, die een aanzienlijk deel van de slagenergie opeist en derhalve voor het boorwerk niet meer ter beschikking staat. Om de massa van de • . booras te kunnen verminderen, wordt bij een bekende steenboor voorge= steld, tussen de as en de schroeflijn een door middel van centreerringen uit hoogwaardig polymeermateriaal op radiale afstand van de as 15 gehouden, de schroeflijn ondersteunende mantelbuis aan te.brengen.

Deze schroeflijn wordt derhalve door de buismantel ondersteund en gecentreerd. Een aanzienlijk nadeel van deze oplossing is evenwel, dat de mantelbuis door de schroeflijn resp. door de as in trilling wordt gebracht en door de mantelbuis een hoog geluidsniveau uitgestraald 20 wordt.

Bij een verdere bekende steenboor is voor de geluidsdemping de as omgeven door een omhulling uit geluiddempend materiaal, zoals gummi, kunststof of dergelijke. De schroeflijn wordt door de omhulling ondersteund. Deze oplossing bezit voor een boor met een relatief grote 25 doorsnede het reeds geschilderde nadeel van een grote asdoorsnede en derhalve een grote massa.

De uitvinding heeft tot doei te voorzien in een steenboor met een de as omgevende mantelbuis, die een gering geluidsniveau bezit.

Volgens de uitvinding wordt het doel bereikt doordat tussen de 30 schroeflijn en de overige boorverlenende ondersteuningselementen geluiddempend materiaal aangebracht is.

Dergelijke ondersteuningselementen verhinderen in hoge mate de overdracht van lichaamsgeluid van de schroeflijn op de boorkop, de as 8104934 , I. . .

(, . ·! · -2- · · - » ; en de mantel, alsook omgekeerd. Bovendien verminderen dergelijke onderst euningselementen de neiging de schroeflijn tot een kritische trilling. Voor de onderst euningselement en kunnen geluiddempende materialen, zoals i · , rubber, kunststof of dergelijke toegepast worden, waarbij' urethaan-5; polymeer bijzonder geschikt is.

Om de schroeflijn met de boorkop .te-.jlateUL "meedraaien staat deze j i schroeflijn bij de meeste steenboren in contact met de boorkop. Om een J · . „ ...

1 .; zo goed mogelijke ontkoppeling van geluid te verkrijgen, is het van i 5 · ; ' voordeel, dat de onderst euningselement en tussen de schroeflijn en de T0‘ boorkop zijn aangebracht. De-ondersteuningslementen kunnen met de boorkop of met de schroeflijn verbonden worden. -

Een wezenlijk deel van de lawaaiopwekkende trillingen wordt i » / · ·.

tijdens de slagoverdracht in de booras opgewekt. Voor het vermijden van een verdere overdracht van deze trillingen op de schroeflijn is IJ· het doelmatig, dat de onderst euningselement en tussen de schroeflijn en : de vooras'aangebracht zijn. De onderst euningselement en kunnen b.v.

uitgevoerd worden als centreenrtngjgn voor de mantelbuis.

Een verdere mogelijkheid van de geluidsoverdracht bestaat tussen dè schroeflijn en de mantelbuis. Om ook hier de onderlinge opwekking 20 'van 'trillingen te verhinderen, zijn bij voorkeur de ondersteunings- elementen tussen de schroeflijn en de mantelbuis aangebracht. De onder-steuningselementen kunnen aan de mantelbuis of aan de schroeflijn aangebracht worden. Bovendien is het mogelijk, de ondersteuningselemen-ten als afzonderlijke derde elementen uit te voeren.

25 Om een goede geluids demping· tot stand te brengen, is het doel- .

matig, dat de onderst euningselement en zoals de mantelbuis ten minste voor een deel van'een beklêdingiis voorzien. De bekleding kan als afzonderlijk element vervaardigd en op de mantelbuis aangebracht worden. Verder is het evenwel ook mogelijk, de bekleding rechtstreeks, b.v.

30 door opspuiten, op de mantelbuis aan te brengen.

Voor een optimale geluids onderdrukking is het van voordeel, wanneer de bekleding om de totale lengte van de mantelbuis is aangebracht.

De mantelbuis bezit derhalve geen plek meer, van waaruit het geluid ongedempt uitgestraald kan worden. Een over de totale lengte aange- .35 brachte bekleding kan relatief eenvoudig door onderdompelen, opspuitam 8 1 0 4 9 3 4 .

.«#· -y' * I ~ ï ' * i : - 3 - - of opwalsen aangebracht worden. Verder is ook bet opschuiven of opschroeven van een vooraf vervaardigde buis mogelijk.

Uit fabricage-technische gronden is het doelmatig de bekleding en de centreecgipgBi uit een stuk uit een geluiddempend materiaal te vervaar-5 digen.Deccentreeningen zijn derhalve met de mantelbuis onverliesbaar en onverschuifbaar verbonden.

Om het opwekken van lawaai-veroorzakende trillingen in de tussen de as en de mantelbuis aanwezige holle ruimte te vermijden, is het van voordeel, dat tussen de mantelbuis en de as een bekleding van geluids-10 absorberend materiaal is aangebracht. De bekleding kan met de mantelbuis of met de as worden verbonden. De bekleding moet evenwel zodanig -.gedimensioneerd worden',, dat zij niet met de beide delen gelijktijdig in aanraking komt,, en derhalve een geluidsbreuk ontstaat.

De uitvinding zal onderstaand aan de hand van een uitvoerings-15 voorbeeld en onder verwijzing naar de tekening, nader worden uiteengezet. Herin toont: fig. 1 een steenboor volgens de uitvinding met een bekleding, alsook met een bekleding-dragende mantelbuis in gedeeltelijke door- - snede; 20. -fig. 2 een andere uitvoeringsvorm van een steenboor volgens de * uitvinding met een bekleding alsook met daaraan aangevormde centreer-ringen-bezittende mantelbuis.

Fig. 1 toont een as 1 van een steenboor met een met deze integraal verbonden boorkop 2. De as 1 heeft in zijn achterste uiteinde 25 een insteekeinde 1a met een meeneemgroef 1b voor het draaimeeneem- element. De boorkop 2 is voorzien van stiftvormige sneden 2a. De as 1 is geheel omgeven door een schroeflijn 3. De schroeflijn 3 dient voor de centrering van de boor, alsook voor het transporteren van boor-gruis uit het boorgat. Tussen de as 1 en de schrodEöjn 3 is een mantel-30 buis ^ aangebracht. De mantelbuis h is door twee cenireerringen/5, 6 van geluiddempend materiaal t.o.v. de as 1 gecentreerd. Tussen de mantelbuis k en de schroeflijn 3 is een bekleding 7 aangebracht van een geluiddempend materiaal. De bekleding 7 dient ter ondersteuning van de schroeflijn 3 en verhindert een overdracht van trillingen van . 35 de schroeflijn 3 op de mantelbuis h en omgekeerd. Voor de centreer- 8T04934. " ·! . ...

ringen .5, 6 en de bekleding 7 kunnen b.v. rubber, kunststof, of dergelijke worden toegepast. Voor een zo goed mogelijke geluidsöntkoppe-ling· tussen de as 1 en de schroeflijn 3 is een met de boorkop 2 in aangrijping staand^meeneemgedeelte 3a voor het draaimeeneemelement 5 ondersteund door een plaatvormig ondersteuningselement 8. Het onderst eunings element 8 kan eveneens uit rubber, kunststof of dergelijke I · .

; .· bestaan. Om de lawaaiopwekking in de tussen de as 1 en de mantelbuis b . ;· aanwezige holle ruimte te verhinderen, is tussen de mantelbuis U en de as 1 een voering 9 uit geluidsabsorberend materiaal aangebracht. De 10 voering 9 is verbonden met de mantelbuis Voor de voering 9 kan een . schuimstof (b.v. styropor) mineraalwol of dergelijke worden toegepast.

De in fig. 2 weergegeven boor bestaat uit een as 11 en een daar-'mee verbonden boorkop 12. De as 11 bezit aan zijn achteruiteinde een insteekeinde 11a met een meeneemgroef 11b voor het draaimeeneemelement..

, 15 De boorkop 12 is voorzien van een plaatvormige snede 12a. De as 11 is omgeven door een schroeflijn 13.· Tussen de schroeflijn 13 en.de as 11 is- een mantelbuis. aangebracht. De mantelbuis 1k wordt door twee centreerringen .15» 16 too.v. de as 11 gecentreerd. De centreerringen 15, Ίβ zij9 integraal verbonden met een de mantelbuis 14 omgevende 20 bekleding 1T uit geluiddempend materiaal. De schroeflijn 13 rust tegen de bekleding 17. De bekleding 17 verhindert de overdracht van trillingen van de schroeflijn 13 op de mantelbuis 1U. Bovendien worden de kritische trillingen van de mantelbuis 1^ verregaand verminderd. Als bekleding 17 kan een trillingsdempend materiaal, zoals rubber, kunststof of derge= 25 ' lijke worden toegepast. Het aanbrengen van de bekleding. 17 op de mantel buis 14 kan door opspuiten, opkrimpen of opvulcaniseren plaatsvinden.

8104934

Claims (7)

1. Steenboor. met "boorkop, een as met daaromheen een schroeflijn voor het transporteren van boorgruis, waarbij tussen de as en de schroeflijn een door middel van centreerringen uit hoogwaardig poly-meermateriaal op radiale afstand gehouden, de schroeflijn-ondersteu-5 . nende mantelbuis is aangebracht, met het kenmerk, dat tussen de schroeflijn (3, 13) en de overige hoordelen ondersteunende elementen uit geluiddempend materiaal zijn aangebracht.

2- Steenboor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onder- -steuningselementen (8) tussen de schroeflijn (3) en de boorkop (2) 10 aangebracht zijn. _ v,· .· -·

3. Steenboor volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de onder-steuningselementen tassen de schroeflijn (3, 13) en de booras (1, 11) zijn aangebracht. It·. Steenboor volgens een der· conclusies T t/m 3» met het kenmerk, 15' dat de ondersteuningselementen tussen de schroeflijn ¢3, 13) en de mantelbuis (lt, .11;) zijn aangebracht.

5. Steenboor volgens conclusie !+, met het kenmerk, dat’ de ondersteu-ningsélementen uitgevoerd zijn als de mantelbuis (k, 14) die voor ten minste een deel omgeven is met een bekleding (T, 17)*

6. Steenboor volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bekleding (7, 17) de mantelbuis (U, lU) over de gehele lengte omgeeft.

7· Steenboor volgens een der conclusies 5 of 6, met het kenmerk, dat de bekleding (17) en de centreerringen (15, 16) uit een stuk geluiddempend materiaal zijn vervaardigd.

8. Steenboor volgens een der conclusies 1 t/m 7» met het kenmerk, dat tussen de mantelbuis (h) en. de as (1) een voering (9) uit geluids— absorberend materiaal is aangebracht. 8 1 0 4 934 ·