NL8104157A - Werkwijze voor het plaatsen van panelen van door fabrikage vooraf onderling verbonden tegels, alsmede een wand- of vloerpaneel. - Google Patents

Description

% £ - .< V» * Ι* - i -

Werkwijze voor het plaatsen van panelen van door fabrikage vooraf onderling verbonden tegels, alsmede een wand- of vloerpaneel.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het plaatsen van panelen van door fabrikage vooraf, in het bijzonder met polyurethaanschuim, opzij onderling verbonden tegels. Voorts betreft de uitvinding een wand- of vloerpaneel.

5 De genoemde panelen kunnen in principe op de zelfde wijze als de af zonderli j ke tegels geplaatst worden, dat wil zeggen in een cementbed of door middel van een kleeflaag. Het plaatsen geschiedt evenwel belangrijk sneller, omdat een paneel telkens uit een aantal tegels bestaat.

10 De uitvinding beoogt het plaatsen van dergelijke panelen verder te vereenvoudigen en te versnellen.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel hierdoor bereikt, doordat de panelen worden opgebracht op een dragende onderconstructie, die verdeeld is in met de panelen in over-15 eenstemming zijnde oppervlakte-gedeelten, en deze met de panelen in een fabrikage vooraf verbonden worden tot een wand- of vloerpaneel.

De telkens uit een paneel en een dragende onderconstructie bestaande wand- of vloerpanelen kunnen grotere afmetingen hebben dan enkel de panelen en kunnen eenvoudiger en sneller bevestigd worden. Een 20 wandpaneel heeft bijvoorbeeld de hoogte van de ruimte en is 30 cm 8104157 -2 - tf . ''ν' t (drie tegelbreedten) breed en wordt opgehangen aan de ruwe wand.

Een bijzonder gunstige verdere ontwikkeling van de uitvinding bestaat hierin dat de tegels aan de rand van het paneel een vooraf vervaardigde voeg bezitten, die is uitgevoerd als 5 een groef** en messingverbinding. Hierdoor vervallen telkens de werkzaamheden voor het dichtvoegen van de ruimten tussen de panelen. Voorts vervallen de stelwerkzaamheden om de op elkaar aansluitende randen te brengen in één vlak. Zij worden nu aldus automatisch gesteld. Wanneer de dikte van de tegels niet voldoende is om in de 10 tussenruimte van de voeg een groef·* en messingverbinding aan te brengen, wordt verder voorgesteld de groef- en messingverbinding aan te brengen in een aan de achterzijde van de tegels omvattend verdikt verlengstuk van de vooraf vervaardigde voeg.

Een andere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvin-15 ding bestaat hierin dat de panelen door bouten verbonden zijn met de onderconstructie, die bij voorkeur ter plaatse waar de voegen elkaar kruisen zijn aangevormd aan de vooraf aangebrachte voeg, bij voorkeur gelijktijdig hiermee en bestaande uit hetzelfde materiaal.

20 Dergelijke bouten vereisen fabrikage-technisch nauwelijks kosten en geven in het gemonteerde paneel een gunstig krachtenverloop. Zij kunnen ook bovendien zijn aangebracht in.een kleefmiddel om het stellen van de panelen op de onderconstructie te vergemakkelijken en/of de panelen tot aan het uitharden van het 25 kleefmiddel vast te houden.

Voor een wandpaneel wordt voorgesteld dat de onderconstructie bestaat uit een plaatprofiel bij voorkeur van iets kleinere breedte dan het paneel, dat door vertikale ribben is verstevigd. De ribben kunnen verschillend zijn uitgevoerd, in het bij-30 zonder aan de rand anders dan in het vlak, echter in de regel zullen deze voor het afsteunen op de wand alle dezelfde diepte bezitten.

De breedte van het plaatprofiel moet iets kleiner zijn dan die van het paneel om de aan het paneel aangebrachte aansluiting van het ene 8104157 . >» ' T e - 3 - wandpaneel met het andere wandpaneel niet te storen. De op het vlak van het profiel aangebrachte ribben liggen bij voorkeur achter de voegen van het paneel, waarvan de kunststof vulling eventuele onregelmatigheden, verbuigingen en dergelijke gemakkelijker kan 5 volgen. Om de tegels zo goed mogelijk te doen aanliggen op de onderconstructie kunnen deze aan de achterzijde voorzien worden van meegevende ribben, noppen of dergelijke, die tegelijk met het voegen vooraf aangeschuimd worden.

Voor een vloerpaneel wordt een onderconstructie 10 bestaande uit een geschuimde kunststofplaat bij voorkeur van poly-propyleen voorgesteld. Hierbij bestaat een gunstige verdere ontwikkeling van de uitvinding hierin dat de tegels van het paneel op de kunststofplaat vooraf gevoegd zijn en met een dunne laag van de voegmassa aan de achterzijde bedekt zijn om grotere buigbelas-15 tingen van de tegels uit te sluiten. Omdat de bij voorkeur gekozen voegmassa, namelijk polyurethaanschuim, niet vasthecht aan het bij voorkeur gekozen materiaal van de plaat van de onderconstructie, namelijk polypropyleenschuim, zijn de genoemde bouten voor de vloerpanelen eveneens gunstig. Zij kunnen hierbij ook aan de achter-20 zijde zitten en kan ter bevestiging aan de plaat van de onderconstructie hierachter tevens een kop hieraan vastgeschuimd worden.

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zullen thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij: 25 fig. 1 een horizontale doorsnede is over een wand paneel; fig. 2 een vertikale doorsnede over een vloerpaneel is; fig. 3 een doorsnede is van een voegverbinding 30 tussen twee panelen; fig. 4 een doorsnede is van een andere voegverbinding tussen twee panelen; fig. 5 een doorsnede is over een bevestiging van 8104157 ^ lp * - 4 - een paneel aan een onderconstructie; fig. 6 een doorsnede is over een andere bevestiging van een paneel aan een onderconstructie.

Het in fig. 1 weergegeven wandpaneel bezit als 5 onderconstructie een plaatprofiel 1 met twee dubbel schuin afgewerkte randen 2 en twee ribben 3 van een trapeziumvormige doorsnede. Aan de oppervlaktezijde van het plaatprofiel 1 is een paneel 4 bestaande uit vooraf gevoegde tegels 5 bevestigd. Door het voegen vooraf worden de tegels 5 met een voegvulsel 6 bestaande uit aan 10 de tegelranden aangeschuimd polyurethaanschuim verbonden en heeft langs de randen van het paneel de vorm van een groef en messing.

Zoals fig. 4 in het bijzonder laat zien, is aan de ene rand een groefprofiel 7 en aan de andere rand een messingprofiel 8 aangevormd. Beide profielen hebben over de dikte van de 15 tegels 5 tezamen de normale voegbreedte en verbreden zich onder de tegels 5 tot een aan de achterzijde van de tegels overgaande bredere lijst, waarin bij het groefprofiel 7 de groef is ingevormd en bij het messingprofiel 8 de messing is aangevormd.

Wanneer de voegdiepte voldoende is, dat wil zeggen 20 wanneer de tegels dikker zijn, kunnen ook overeenkomstig fig. 3 een groefprofiel 9 en een messingprofiel 10 beperkt blijven tot de voegruimte. Panelen met dergelijke randen kunnen ook zonder een onderconstructie op de gebruikelijke wijze vast verbonden met het oppervlak geplaatst worden.

25 Het paneel 4 is aan het plaatprofiel 1 bevestigd met behulp van draadbouten 11 en kunststofmoeren 12. Zoals fig. 6 laat zien, zijn de draadbouten 11 bij het voegen vooraf aangevormd aan horizontale voegvullingen 6 en worden voorzien van een ankervormige wapening 25. Voorts toont fig. 6 een in fig. 1 niet waar-30 neembare bijzonderheid, namelijk een aan de achterzijde van de tegels 5 aangeschuimd systeem van iets meegevende ribben 13 van polyurethaan, die rammelende geluiden verhinderen.

In fig. 5 is als een alternatief voor de kunst- 8104157 4* - 5 - stofmoer 12 en op een draadloze bout 14 zittende klem weergegeven.

Voor al deze bevestigingsmiddelen 11-15 en de verbindingsmiddelen 7 en 8 wordt ruimte in de diepte van het plaat-profiel 1 ter beschikking gesteld.

5 De in fig. 2 weergegeven vloerplaat heeft als onderconstructie een met behulp van een spuitgietwerkwijze verkregen polypropyleenplaat 16. Het paneel 17 hiervan is ontstaan door aanligging tegen de polypropyleenplaat 16/ waarbij behalve de voeg-vullingen 18 een laag 19 aan de achterzijde bestaande uit een dunne 10 polyurethaanschuimlaag is verkregen. Voorts zijn hierbij aan de in de weergegeven doorsnede niet zichtbare voegen in gaten van de polypropyleenplaat 16 bouten 20 aangevormd. Deze hebben tevens door op de onderzijde van de polypropyleenplaat boven de gaten aangebrachte vormdelen koppen 21 verkregen. De koppen 21 liggen in de vrije 15 ruimte tussen de ribben 22 van de polypropyleenplaat 16.

Voor een voegdichte aansluiting van de bodemplaten grijpen de polypropyleenplaten 16 met haakvormige profielen in elkaar» waarvan in fig. 2 een haakvormig profiel 23 is te zien. Het paneel 17 bezit hier een vooraf aangebrachte volledige voegvulling 20 24/ waarmee aan de andere tegenover gelegen rand een vrije rand van de tegels in overeenstemming is.

25 8104157

Claims (11)

1. Werkwijze voor het plaatsen van panelen bestaande uit door het vooraf voegen, in het bijzonder met polyure-thaanschuira, opzij onderling verbonden tegels, met het kenmerk, dat 5 de panelen (4,17) worden opgebracht op een dragende onderconstructie (1, 16), die verdeeld is in met de panelen (4, 17) in overeenstemming zijnde oppervlaktegedeelten, en dat deze met de panelen (4, 17) vóóraf vervaardigd tot een wand- of vloerpaneel (fig. 1, 2), verbonden worden.

2. Wand- of vloerpaneel verkregen met behulp van de werkwijze volgens conclusie 1.

3. Wand- of vloerpaneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tegels aan de rand van het paneel (4) een vooraf aangebrachte voeg (7, 8, 9, 10) bezitten, die uitgevoerd is als een 15 groef-messing-verbinding (7, 8, 9, 10).

4. Wand- of vloerpaneel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de groef- en messing-verbinding (7, 8) is aangebracht in een op de achterzijde van de tegels omvattend verdikt verlengstuk van de vooraf aangebrachte voeg.

5. Wand- of vloerpaneel volgens één der conclu sies 2-4, met het kenmerk, dat de panelen (4, 17) door bouten (11, 20) zijn verbonden met de onderconstructie (1, 16), die bij voorkeur op de kruisingen van de voegen zijn aangevormd aan de vooraf aangebrachte voeg (6, 18) bij voorkeur uit hetzelfde materiaal.

6. Wandpaneel volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de onderconstructie (1) bestaat uit een plaat-profiel (1), bij voorkeur van een iets kleinere breedte dan het paneel, dat vertikale ribben (2, 3), bij voorkeur van eenzelfde diepte bezit, bij voorkeur achter de voegen (6) van de panelen (4).

7. Wandpaneel volgens één der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat tussen de tegels (5) en de onderconstructie (1) meegevende ribben (13), noppen of dergelijke zijn aangebracht, die bij voorkeur zijn aangeschuimd aan de tegels (5). 8104157 * s- - - 7 -

8. Vloerpaneel volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de onderconstructie (16) bestaat uit een kunststofplaat (16), bij voorkeur van polypropyleen.

’ 9. Vloerpaneel volgens conclusie 8, met het ken- 5 merk, dat de tegels van de panelen (17) op de kunststofplaat (16) vooraf gevoegd zijn en tenminste gedeeltelijk met een dunne laag (19) van de voegmassa aan de achterzijde bedekt zijn, waarbij door de panelen (17) bij voorkeur de kunststofplaat(16) in dienovereenkomstige gaten bouten (20) gaan, waaraan achter de kunststofplaat 10 een kop (21) is aangevormd.

10. Werkwijze in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving.

11. Wand- of vloerpaneel in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 15 8104157