NL8103289A - Doekbed. - Google Patents

Description

♦ p & c

* * W 5631-3 Ned.dB/lvD

Doekbed.

De uitvinding heeft betrekking op bedden van de soort, waarbij een patiënt wordt gedragen door een buigzaam doek, waarbij de einden 5 'zijn geslagen om twee., in hoofdzaak evenwijdige assen, en daarop wikkel-baar zijn. De assen kunnen in de zelfde richting worden gedraaid voor het overbrengen van het doek van een as op de andere, waardoor een patiënt, die op het doek ligt,, kan woeden omgedraaid,, of zij, kunnen in tegengestelde richting worden gedraaid voor het omhoog of omlaag brengen van de · 10 patiënt ten opzichte van een gebrükelijke matrasrof ander steunvlak beneden het doek.

Wanneer het doek is vervaardigd van.gaasmatèriaal, zoals beschreven in. het.Britse octrooischr-ift 1447163 en het Amerikaanse octrooischrift 3,905,055, is een dergelijk bed bijzonder geschikt voor het voorkomen en 15 behandelen van het zg„ doorliggen van patiënten. Bedden van deze soort worden.-hieronder verder, aangeduid met doekbed, welke term ruim moet worden gezien en een buigzame doekbaan van ..willekeurige vorm omvat, d..w.z. het behoeft niet noodzakelijk draadgaasmateriaal te zijn, hoewel dit normaal de voorkeur verdient.

20 Doekbedden worden gewoonlijk gebruikt als hulpmiddel bij be staande ziekenhuisbedden en bestaan dan uit een draagframe met vier op onderlinge afstand liggende steunen voor de roteerbare assen,, welke normaal uit de steunen kunnen worden gelicht, waarbij zij naar omlaag komen te hangen langs de zij den. van het bed. In dè Nederlandse octrooiaanvrage 25 7906940 is een dergelijk doekbed beschreven met een samenklapbaar frame, welk bed universeel is in die zin, dat het kan worden gebruikt bij vrijwel elk bestaand bed, zonder toevoeging van speciale, elementen of ver-loopstukken en zelfs, zonder het gebruik,van gereedschap.

Bij bestaande doekbedden. is het . mogelijk dat het frame wordt 30 beschadigd wanneer een as. niet rechtlijnig uit zijn beide steunen wordt gelicht. Wanneer de as slechts aan een einde wordt aangegrepen, zoals kan gebeuren wanneer de. as met een hand moet worden opgelicht, werkt de as ais hefboom waarmee zeer grote en beschadigende draaimomenten kunnen worden. ..uitgeoefend op de steun waarmee de as nog steeds in ingrijping is 35 en hierdoor kan het frame ernstig worden beschadigd ..en vervormd*. Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een samenstel van. as met steunen waarmee een as kan worden vrijgemaakt en, men deze as kan laten zakken aan slechts een einde, zonder- dat . het frame wordt beschadigd.

Daartoe hebben de assen van het bed volgens, de .uitvinding elk 40 legereenheden die demonteerbaar worden gesteund in op afstand liggende steunen· van een frame; van het bed, zodanig dat de as in elke · steun een 8103289

* I

- 2 - % .

toelaatbaar gebied van hoekbewegingen beschikbaar heeft en elk einde van elke as wordt vastgehouden, ten opzichte van het frame door een ketting, koord of dergelijk orgaan van zodanige lengte, dat wanneer een einde - van een as uit de bijbehorende steun wordt gelicht en men dit einde laat 5 zakken, waardoor het vrij. komt te hangen aan het betreffende koord of de ketting,, de as wordt gedwongen te bewegen volgens een zodanige boog, dat de daardoor, verkregen hoekbewëging aan het andere einde van de as, terwijl dit einde in de bijbehorende..stëun blijft liggen, ia gelegen binnen het toelaatbare.gebied.

10 Bij het doekbed volgens, de Nederlandse octrooiaanvrage 7906940 heeft elke as eindorganen die de legereenheden vertegenwoordigen.

Aan een einde heeft de eenheid een ringvormig', glijleger, dat rechtstreeks grijpt in een. steun,, terwijl het andere ëindorgaan een combinatie is van een leger en een eenheid van aandrij fkoppeling met rem, met een niet 15 cirkelvormig huis, dat niet draaibaar grijpt in de bijbehorende steun.

In hoDfdzaak gelijke legereenheden kunnen worden gebruikt bij het bedt ’ % 4 volgens de uitvinding,/ waarbij alles dat-nodig, is voor de uitvinding is, dat de legereenheid, het aandrijfhuis en/of. de sternen zodanig worden gevormd, dat het toelaatbare gebied van vrije hoekbewegingen mogelijk 20 is.

Wat het niet-aandrijvende. einde van .elke as betreft kan het ’ toelaatbare gebied van hoekbewegingen gemakkelijk worden verkregen door het vormen van de legereenheid met een geschikte speling ten opzichte van de bijbehorende steun. Aan het aandrijf einde. wordt het hoekgebied 25 echter bij. voorkeur verkregen door een geschikte vorm of montage van de steun, zodanig dat het aandrijfhuis in de werkzame stand van de as een goede, niet—roteerbare passing behoudt in. de steun, teneinde vreten van de tegen elkaar liggende vlakken te voorkomen- Dit kan bijvoorbeeld op eenvoudige wijze worden.verkregen.door het gebruiken van-.een steun, die 30 roteerbaar is gemonteerd rn het frame, ongeveer op de wijze van een roeidol in een roeiboot.

De. uitvinding zal. hieronder nader worden toegelicht aan de hand \ van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld ,van het doekbed volgens de uitvinding is weergegeven.

35 Pig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een volledig doekbed, gemonteerd-op een standaard-ziekenhuisbed.

. Fig. 2 toont het doekbed in vrijstaande vorm.

Fig. 3 is een doorsnede op grotere schaal .door een eindsteun van het bed.

40_________ ...... Fig. .4 is een doorsnede, volgens-IH-III .van fig. 3.

; . 81 03 289 ;.

- 3 - # *

Fig. 5 is een aanzicht van de steun in de -.richting van de pijl IV in fig. 3.

Fig. 6 is een doorsnede volgens V-V van fig. 3 van een detail.

Fig. 7 toont een detail van een variant van de steun.

5 Het weergegeven doekbed heeft een buigzaam, doek 4 van gaasmateriaal, dat is opgehangen aan twee, evenwijdige opwindassen 2, 3, waarop de einden van het doek 1 resp. zijn gewikkeld, zoals duidelijk ·· blijkt uit fig. 1 en 2. Een samenklapbaar steunframe 4, in hoofdzaak van buisconstructie, heeft op onderlinge afstand liggende steunen 5, 6 aan een einde van het 10 frame en soortgelijke, op afstand liggende steunen 7, 8 aan het andere ·· · einde van het frame.-De aangrenzende einden van de. assen 2, 3 zijn gesteund in deze steunen en het frame 4 kan worden gebruikt zoals in fig. 1, steunend op de basis 9 van een gebruikelijk bed, onder de niet-wéergegeven matras ervan, of vrij staand, volgens fig·. 2. Het frame 4 heeft 15 dwarselementen 10 aan de onderzijde, die in het eerste geval volgens fig. 1 verlopen over de basis 9, zodat het doekbed door deze basis wordt gesteund.

De aseenheden 2, 3 bestaan, elk uit een buisvormige as waarop het betreffende einde- van het doek 1 is gewikkeld en deze as verloopt 20 tussen eindorganen 11, 12 of 13, 14. Elk van de eindorganen 12 en 14 heeft een opwindkruk 15 waarmee, de as kan worden gedraaid via een aandrjgfkoppeling^remeenheid 16 of 17. De eenheden 16, 17 hebben een huis met een vierkant uitwendig profiel, zodat dit huis niet-roteerbaar in ingrijping kan worden gebracht met de bijbehorende steunen 5, 6.

25 Dé aseenheden. 2.,. 3 zijn réchts of links in die zin, dat zij alleen passen aan de linkerzijde of de rechterzijde van het frame 4. Daartoe zijn de huizen van de eenheden 16, 17 van verschillende afmetingen zodat het grootste ervan alleen past in de juiste steun 5 of 6.

De eindorganen 11 en 13 zijn onderling gelijk en omvatten elk 30 een ringvormig glijleger, dat rust in de bijbehorende steun 7 of 8 en vrije rotatie.mogelijk maakt van de betreffende ..as· wanneer aan de bijbehorende opwindkruk 15 wordt, gedraaid. De eindorganen 11 tot 14 van de aseenheden 2,- 3 en de eindsteunen 7, 8 zijn in hoofdzaak uitgevoerd als in detail· is beschreven in de bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage, 35 waarnaar hier wordt verwezen. De eindorganen. 11 en 13 rusten los in de , steunen .7, 8 zodat elk van de eindorganen 12 of 14 kunnen.worden gelicht uit de steun 5 of 6. en men dit kan laten zakken tot een onwerkzame zijdelingse stand, waarin dit orgaan naar. omlaag .hangt langs de zijde van het frame 4’aan., een stuk koord 18 of 19,. waarmee het betreffende 40 einde van de as met het frame 4 verbonden wordt gehouden. De passing van 8103289 1 .

.......- 4 - de eindorganen 11, 13 in de steunen 7, 8 is zodanig, dat daardoor de hoekverdraaiing kan worden opgenomen van een as wanneer deze uit de bijbehorende steun 5 of 6 wordt geheven.en men deze laat zakken en hangen aan het koord 18 of 19, zonder een beschadigend draaimoment op de steun 5 7 of 8 door de hefboom, die daarbij door de as wordt. gevormd.

„ De samenstellen van eindorgaan en steun aan het andere einde van het frame zijn ook zodanig dat zij de hoekverdraaiing kunnen opnemen van de aseenheden 2, 3 wanneer deze uit de bijbehorende- steunen 7, 8 worden gelicht, en men de assen laat zakken aan de hevestigingskoorden; 20 volgens 10 fig. 1. Echter, met het oog-op de aandrijf/remfunctie van de eindeenheden 16, 18fkunnen deze niet een zodanige passing hebben dat de vereiste hoekbeweging in de steunen .5,-6 zelf mógelijk is, wanneer tenminste vreten van de huizen moet worden voorkomen.. Daarom nemen, de steunen de rechthoekige huizen van de aandrij f/remeenheden .16, 1.7 nauwpassend op en 15 zijn zij roteerbaar gemonteerd in hoekelementen 21 van het frame 4 op de wijze van een roeidol van· een roeiboot. Dit en de nauwkeurig gekozen lengten van de koorden 18, 19 en 20 zijn de belangrijke verschillen van de constructie .vergeleken met die volgens de bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage.

20 De nieuwe steunconstructie is in detail weergegeven, in fig. 3 tot 5 voor.de steun 6. De steun heeft een rechthoekige steunuitsparing 22, die nauwpassend het rechthoekige huis 17a kan opnemen van de bijbehorende eenheid 17, welke in fig. 2 met gebroken lijnen is aangeduid.

&fgezien van de- linkse of rechtse uitvoering van deze uitsparing 22 zijn de 25 steunen 5, 6 onderling gelijk. De steun 6 heeft, een draaispil 23 die roteerbaar is opgenomen· in een legerbus 24 in het bijbehorende hoekelement 21 van het frame 4. De spil wordt axiaal, vastgehouden door een ring 25, bevestigd aan het einde van de spil 23 door- een-bout 26, welke grijpt in . een pentrale blinde boring 27 met schroefdraad, in de spil 23. Een als * 30 drukleger werkende onderlegring 28 is aangebracht tussen: de steun 6 . en het hoekelement .21 en een andere onderlegring .29 tussen het hoekelement 21 en de ring 25.

Het hoekelement 21 is symmetrisch en, heeft twee, ten opzichte van elkaar hellende en uitstekende .benen 30,- 31, welke zijn uitgéboord voor het 35 opnemen van een boven-framebuis332 en*een zij-&amebuis33. De, buis 32, die in het frame 4, de beide .hoekelementen 21 rechtstreeks met elkaar verbindt, ligt horizontaal en verschaft een heliénde draaias 34 voor de steun 6, welke as onder een hoek van ongeveër 55° met de. horizontaal helt.

fn detail is in fig~ 4 tot 6 weergegeven dat de steunuitsparing 40 22 wordt begrensd door vlakke, evenwijdige zijvlakken 35 en een plat 8103289 *

* Y V

.......:- 5 -......

bodemvlak 36, zodanig dat het huis 17a van de bijbehorende ^eenheid 14 nauw passend kan worden, opgenomen en daarbij stevig vastligt in. de steun 6 zonder vretende bewegingen wanneer de betreffende- '.kruk 15 wordt gedraaid.

•Fig. 7 toont een variant, waarbij, een bepaalde mate van wrijvings-5 belasting aanwezig is-op de draailegers van de steunen 5, 6., Vergeleken met fig, 3 blijkt uit fig. 7 dat .bij de variant .een gegolfde verende onderlegring. 40< is aangebracht, tussen, de vastlegring 25 en de drukring 29» Deze verende ring 40 staat onder axiale voorbelasting zodanig dat een bepaalde wrijvingsweerstand aanwezig, is in het leger, waardoor de 10 steun 6 of 5 niet vrij kan draaien en blijft in de stand waarin deze wordt geplaatst.. Hierdoor wordt het plaatsen van de assen vergemakkelijkt zodat een verpleegster, die het bed gereed maakt, de beide handen vrij heeft voor het hanteren van de aseenheden bij het plaatsen daarvan.

Voor het regelen van de· axiale voorbelasting van. de .verende ring 40 heeft 15 de uitstekende spil 23 van de steun een einddeel met kleinere diameter, waardoor, een trap 41 is verkregen,..waartegen de ring .40 aanligt en wordt aangehouden door de onderlegring 25. De verende ring 40 kan. zijn vervaardigd van. beryllium koper, waarbij, de drukringen 28, 29 bijvoorbeeld kunnen zijn vervaardigd .van. nylon.

20 * ...... 81 03289........." ~.................

»

Claims (7)

1. Bed, van de soort waarbij een patiënt wordt gedragen door een buigzaam doek, hangend tussen twee, in hoofdzaak evenwijdige assen, waarop de einden van hét doek wikke 1baar zijn, met' het kenmerk, dat de assen elk legereenheden hebben,, die demonteerbaar draagbaar zijn- door • 3 5 op afstand liggende steunen van een frame -van het bed, zodanig dat bij elke steun een toelaatbaar- gebied van hoekbewegingen beschikbaar is , terwijl elk einde van elke as wordt vastgehouden ten opzichte van het frame door middel van-een ketting, koord of der gelijk- orgaan van zodanige lengte, dat wanneer een einde van een. as -uit de bijbehorende steun wordt 10 gelicht én men dit einde laat- zakken,, waarbij het vrij komt te hangen aan het koord of de ketting, dit einde wordt gedwongen te bewegen binnen een hoekgebied zodanig-dat de daarvan het gevolg zijnde hoekbeweging van het andere einde van die as, terwijl dit einde in. de bijbehorende steun blijft rusten., steeds tijdens het laten zakken van het andere.aseinde bin-15 nen het toelaatbare gebied ligt.

2. Eed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke as eindorganên heeft, die de legereenheden vertegenwoordigen, welk. eindorgaan aan een einde van de as een ringvormig glijleger omvat, dat rechtstreeks in ingrijping is met .de bijbehorende steun, terwijl het eindorgaan aan het 20 andere aseinde een gecombineerde leger- en aandrijfkoppeling/remeenheid is met een niet cirkelvormig huis, dat niet roteerbaar in ingrijping is met de bijbehorende steun, waarbij, deze leger- en aandrijfkoppeling/remeenheden zodanig, zijn gevormd, dat zij het toelaatbare gebied van vrije hoekbewegingen in elke steun verschaffen. 25 3.. Bed volgens concusie 2, met het kenmerk, dat aan het ene- einde van. elke as het toelaatbare'gebied van hoekbewegingen wordt verkregen door het vormen .van het glijleger met een geschikte speling ten opzichte. van de bijbehorende-steun.

4. Bed volgens, conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat aan het 30 · andere einde van elke as -het toelaatbare gebied van hoekbewegingen wordt.verkregen, door-, geschikte vorming of montage vande betreffende steun, zódanig,- dat het -niét-cirkelvormige huis een goede, niet-roteerbare passing behoudt in. de steun waardoor vreten van de in aanraking zijnde vlakken van huis. en.· steun wordt, voorkomen. 35 . 5. Bed volgaas conclusie- 4,. met het kenmerk, dat het nie.t-cirkel—'. i vormige huis een-niet-roteêrbare passing heeft in de steun, welke ;________draaibaar is gemonteerd in het frame,· zodanig dat de steun kan draaien .....of. zwenken op de wijze, van een roeidol van een roeiboot. 8103289 t v * V s .........- 7 -

6. Bed volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de beide zwenkbare steunen van het frame, die de andere eindorganen van de assen opnemen, niet-cirkel vormige· uitsparingen hebben, welke de niet-cirkelvonni-ge huizen van deze andere eindorganen. met nauwe passing opnemen, welke 5 uitsparingen verschillende, afmetingen hebben, zodanig dat de combinatie van frame· met assen rechts of links is uitgevoerd, zodanig dat de assen slechts aan de--juiste zijden, van het frame kunnen worden gemonteerd.

7. Bed volgens conclusie S of 6, met het kenmerk, dat elk van de beide, zwenkbare steunen een as dragend deel heeft met een rechthoekige 10 uitsparing voor het opnemen van het huis van het betreffende eindorgaan van de.as, en een uitstekende draaispil, welke draaibaar .is opgenomen in een leger in .een- bijbehorend hoekelement van het frame.

8. Bed .volgens' conclusie· 7, met het kenmerk, dat de draaiassen van de draaibare steunen naar omhoog en naar buiten hellen onder een 15 hoek van ongeveer 55° met de horizontaal.

9. Bed volgens- conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de beweging van de zwenkbare steunen een wrijvingsweerstand ondervindt, zodanig dat zij niet vrij draaien in de draailegers maar in hun stand blijven staan waarin zij worden geplaatst, zodanig dat de bedienende man. daarvan gemak 20 ondervindt bij het passend plaatsen van de assen in het frame. . 10. Bed.volgens, conclusie 9, met .het kenmerk, dat de wrijvings-weerstand wordt verschaft door-.axiaal voorbelaste verende onderlegringen, die zijn verbonden met de spillen van de-draaisteunen. 81 03 28 9 . .«0Ö3-3ÈLU .... - ·