NL8102551A - Transportinrichting voor vellen. - Google Patents

Description

------- ^

• ** I

' 1

Ocë-Helioprint AS, Denemarken Transportinrichting voor vellen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van vellen naar een bewerkingsstation, omvattende ten minste twee voorraadhouders voor vellenstapels, waarbij elke vellen-stapel voorzien is van een separatierol die selektief kan worden 5 geaktiveerd teneinde vanuit een voorraadhouder een vel naar een bewerkingsstation te transporteren, en transportbanen voorzien van transportorganen die de voorraadhouders met het bewerkingsstation verbinden.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 10 7404899.

Daarin wordt een inrichting beschreven die is voorzien van een aantal voorraadhouders met bij elke voorraadhouder behorende middelen om een vel van de daarin opgenomen stapel te separeren en middelen om dat vel naar een belichtingsstation te transporteren. De toevoer vanuit 15 de verschillende voorraadhouders naar het belichtingsstation vindt volgens voornoemde Nederlandse octrooiaanvrage 7404899, via geheel gescheiden transportbanen plaats. De toevoer van vellen via geheel gescheiden transportbanen heeft als nadeel dat een groot aantal transport- en aandrijfmiddelen nodig zijn, hetgeen een ingewikkeld en 20 veel ruimte innemend toevoersysteem voor vellen vereist.

De uitvinding stelt zich tot doel een transportinrichting voor vellen te verschaffen die het genoemde nadeel niet vertoont, en die met een relatief gering aantal transport- en aandrijfmiddelen vellen vanuit ëën van een aantal voorraadhouders naar een bewerkingsstation kan 25 toevoeren.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de transportbaan voor elke voorraadhouder die dichter bij het hewerkingsstation is gelegen samenvalt met een gedeelte van de transportbaan voor elke verder van het bewerkingsstation gelegen houder, doordat de transportorganen 30 ten minste gedeeltelijk bestaan uit rollenparen waarvan telkens de aangedreven rol wordt gevormd door een separatierol en doordat bij het activeren van ëën separatierol, alle rollen draaiend worden aangedreven.

81 02 5 5 1 2 11 , ï

Hierdoor wordt bereikt dat met een relatief gering aantal transport- en aandrijfmiddelen vellen vanuit één van een aantal voorraadhouders naar een bewerkingsstation kunnen worden toegevoerd waarbij een eenvoudig en weinig ruimte innemend toevoersysteem voor vellen ontstaat.

5 Bij voorkeur is elke separatierol in niet-geaktiveerde toestand niet in kontakt met de vellenstapel en zijn middelen aanwezig die bij ' het aktiveren van de separatierol een kontakt tot stand brengen tussen de separatierol en de vellenstapel.

Hierdoor wordt bereikt dat met eenvoudige middelen is gewaarborgd dat 10 vellen alleen vanuit de geselekteerde voorraadhouder kunnen worden toegevoerd.

Bij voorkeur rust de vellenstapel tenminste gedeeltelijk op een verplaatsbare plaat die is aangebracht tegen een wand van een ruimte die verbonden kan worden met een persluchtbron en zijn in de wand uitstroom-15 openingen gevormd.

Hierdoor wordt bereikt dat elke separatierol in een gefixeerde positie kan worden opgesteld en dat de vellenstapel behorende bij de geaktiveerde separatierol alleen tijdens de bekrachtiging met luchtdruk met de separatierol in kontakt kan komen.

20 Bij voorkeur wordt de separatierol gevormd door een zuigrol.

Hierdoor wordt bereikt dat tijdens het separeren een vel op eenvoudige wijze in kontakt kan worden gehouden met een omtreksdeel van de separatierol teneinde het vel in de door rollenparen gevormde transportbaan te kunnen afbuigen.

25 Bij voorkeur wordt de zuigrol gevormd door een holle, cylindrische buis die aan het buitenoppervlak is voorzien van een bekleding waarin een aantal boringen is aangebracht en waarbij de boringen zijn verbonden met de ruimte binnen de holle buis via een aantal loodrecht op de as van de buis aangebrachte zaagsneden, met een diepte die kleiner is dan 30 de halve diameter van die buis.

Hierdoor wordt bereikt dat een eenvoudig opgebouwde zuigrol wordt verkregen welke tevens kan fungeren als wrijvingstransportrol.

Andere kenmerxen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoering 35 waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Fig. 1 een schematische doorsnede is van een aantal boven elkaar gelegen voorraadhouders, 81 02 5 5 1 r- 3 ί t

Fig. 2 een schematische doorsnede is van een. gedeelte van een elektro-fotografisch kopieerapparaat, waarin een inrichting voor het transporteren van vellen volgens de uitvinding kan worden toegepast, 5 Fig. 3 een doorsnede is van een voorraadhouder met aangesloten lucht-druksysteem,

Fig. 4 een langsdoorsnede is van een separatierol,

Fig. 5 een doorsnede is van een separatierol volgens lijn V-V van Fig. 4 en 10 Fig. 6 een in twee axiaal verschoven posities weergegeven schuif is die in een separatierol kan worden aangebracht.

Fig. 1 toont een doorsnede van een aantal boven elkaar gelegen voorraadhouders 1, 2, 3 en 4 in elk waarvan een stapel vellen kan worden opgenomen. De voorraadhouders kunnen zijn ingericht voor opname 15 van vellenstapels van verschillend formaat, bijvoorbeeld van de formaten A4, A3, A2 en Al.

In gefixeerde standen is op enige afstand boven de afvoerzijde van elke vellenstapel een separatierol 5 respectievelijk 6, 7 en 8 opgesteld. Deze separatierol!en worden bij in werking zijnde inrichting continu 20 draaiend aangedreven en kunnen op hierna te beschrijven wijze vellen van een stapel afvoeren en toevoeren aan een gemeenschappelijke transportbaan 9 die zich nagenoeg verticaal langs de afvoerzijde van de voorraadhouders uitstrekt. Het transport van vellen in deze transportbaan wordt verkregen door aandrukrollen 10, 11, 12 en 13 die 25 respectievelijk samenwerken met de continu aangedreven separatierol!en 5, 6, 7 en 8 en daarmee respectievelijk rollenparen vormen.

Zoals weergegeven in Fig. 2, die een elektrofotografisch kopieerapparaat toont waarin de uitvinding kan worden toegepast, worden de separatierol 1 en 5, 6, 7 en 8 gelijktijdig aangedreven via een gemeenschappelijk 30 aandrijfelement 14 dat door een aandrijfmotor 15 bij ingeschakelde inrichting in beweging wordt gehouden. Een door genoemde rollenparen via de transportbaan 9 aangevoerd vel wordt toegevoerd naar een eindloze transportband 16 die zich horizontaal boven de voorraadhouders uitstrekt. Transportband 16 kan door motor 15 via een overbrenging en 35 aandrijfelement 17 in twee richtingen worden aangedreven.

Het naar boven gerichte vlakke deel van de transportband 16 vormt de belichtingsplaats van toegevoerde fotogeleidende ontvangstvellen. Een 81 02 5 5 1 . 4 ' 4 i oplaadinrichting 18 is boven de transportband 6 geplaatst in een gefixeerde stand die stroomopwaarts van de belichtingsplaats is gelegen. Bij in werking zijnde oplaadinrichting bereikt een toegevoerd-fotogeleidend ontvangstvel in opgeladen toestand de belichtingsplaats.

5 Het ontvangstvel wordt in de gewenste belichtingspositie vastgehouden door de aandrijving van transportband 16 te onderbreken.

Met een niet-weergegeven optisch systeem kan een beeld van een origineel, bijvoorbeeld een microfilm, op een in het belichtingsvlak gepositioneerd ontvangstvel worden geprojekteerd teneinde daarop een 10 latent elektrostatisch beeld te vormen. Bij verder transport vanuit de belichtingspositie wordt het ontvangstvel langs een ontwikkel inrichting 19 geleid om het latente ladingsbeeld te ontwikkelen.

Om de gebruiker in staat te stellen de optische instelling op een in de belichtingspositie gepositioneerd vel uit te voeren is het gewenst dat 15 een fotogeleidend ontvangstvel in niet-opgeladen toestand in de belichtingspositie gebracht kan worden.

Nadat deze instelling is uitgevoerd kan het betreffende ontvangstvel alsnog worden opgeladen door de transportband in omgekeerde richting te bewegen totdat het ontvangstvel de oplaadinrichting geheel is gepasseerd, 20 waarna het ontvangstvel bij ingeschakelde oplaadinrichting opnieuw wordt toegevoerd naar dezelfde belichtingspositie. Om tijdens het teruggaande transport te verhinderen dat het ontvangstvel in de verticale transportbaan 9 belandt, wordt tijdens dit transport een afbuigelement 20 in een gestippelde stand gebracht.

25 Tevens wordt een luchtstroom vanuit ruimte 21 op het ontvangstvel gericht om het te leiden over een plaat 22 die onder de transportband 16 is aangebracht. Na de belichting van een opgeladen ontvangstvel voert de transportband 16 het van een latent beeld voorziene ontvangstvel naar een ontwikkel inrichting 19, waarna de gerede kopie het kopieerapparaat 30 verlaat.

De positie die een ontvangstvel in het belichtingsvlak kan innemen, is instelbaar, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van het formaat van het aangevoerde ontvangstvel of van de gewenste positie van het geprojecteerde beeld op het ontvangstvel.

35 In de bewegingsrichting gezien wordt een positionering verkregen door de beweging van de transportband 16 te stoppen op het tijdstip dat het ontvangstvel de gewenste positie bereikt heeft.

8102551 ¥* * 5

In de richting loodrecht op de bewegingsrichting kan een positionering verkregen worden door de voorraadhouders in die richting verplaatsbaar in het kopieerapparaat te bevestigen.

Het effektieve werkgebied van de in een gefixeerde stand opgestelde 5 separatierol 5 respectievelijk 6, 7 en 8 kan in overeenstemming gebracht worden met de ingenomen positie van de betreffende vellenstapel op een hierna aan de hand van Figuren 4, 5 en 6 te beschrijven wijze.

De voorraadhouders kunnen eventueel in dwarsrichting tot buiten het apparaat verplaatst worden, om ze toegankelijk te maken voor het inleg-10 gen van een nieuwe stapel.

Thans zal de uitvinding nader worden beschreven aan de hand van Fig. 3, die een voorraadhouder toont. De overige voorraadhouders zijn overeenkomstig opgebouwd.

Elke voorraadhouder wordt gevormd door een bodemplaat 23 en een opstaande 15 rand 25 aan de afvoerzijde.

De bodemplaat is voorzien van openingen 24 nabij de afvoerzijde.

Een gedeelte van de bodemplaat 23 en de opstaande rand zijn dubbelwandig uitgevoerd om een afgesloten ruimte 26 te vormen. Deze ruimte wordt aan de onderzijde begrensd door een V-vormig deel 27 dat is voorzien van 20 openingen 28. De opstaande rand 25 is voorzien van openingen 29 in de naar de stapel gerichte wand en wel ter hoogte van de bovenzijde van een ingelegde vellenstapel. De voorraadhouder is met het V-vormige deel 27 glijdbaar over een in een gefixeerde stand bevestigde koker 30 die is voorzien van openingen 31. Deze openingen 31 vormen tesamen met 25 openingen 28 een verbinding tussen de koker 30 en de ruimte 26.

De koker is via een persleiding verbonden met een persluchtbron 33, waardoor via de openingen 31 en 28 in de ruimte 26 een verhoogde luchtdruk tot stand kan worden gebracht.

Met de bodemplaat 23 is een afdekplaat 31 scharnierend verbonden. Het 30 scharnier kan worden gevormd door een omgezette rand 32 van de bodemplaat, die door aangebrachte openingen in de bodemplaat steekt.

De afdekplaat 31 draagt een gedeelte van de ingelegde stapel en dekt in ruststand de in de bodemplaat 23 aangebrachte openingen 24 af. Wanneer een verhoogde luchtdruk in de ruimte 26 tot stand wordt gebracht, dan 35 zal de door de openingen 24 uitstromende lucht de afdekplaat 31 omhoog drukken, waardoor het bovenste vel van de daarop rustende stapel in kontakt wordt gebracht met de in een gefixeerde stand boven de stapel 81 02 5 5 1 - 6 opgestelde separatierol 5, 6, 7 of 8. Tevens wordt via opentngen 29 in de opstaande rand 25 van de voorraadhouder lucht tegen de voorkant van de stapel geblazen om de voorste randen van de vellen van elkaar los te maken.

5 Elke separatierol 5, 6, 7 en 8 is ingericht om een vel door onderdruk vast te houden door ze te verbinden met de aanzuigt ei ding van genoemde persluchtbron 33.

Elke separatierol is volgens Fig. 4 en 5 opgebouwd uit een holle, cilindrische buis 34 voorzien van door zaagsneden verkregen openingen 35 10 en overtrokken door een huls 36 van elastisch materiaal, bijvoorbeeld rubber, voorzien van openingen 37 die in verbinding staan met de openingen 35 in de buis. Eén buiseinde is aangesloten op de aanzuig!ei ding van de persluchtbron 33 om een onderdruk in de rol te creëren.

Een aldus opgebouwde rol kan zowel fungeren als een wrijvingstransportrol 15 en als een zuigtransportrol.

Elke separatierol heeft bij voorkeur eenzelfde lengte. Dit heeft voordelen in verband met de fabrikage en de montage tussen dezelfde frame-platen in een kopieerapparaat. Wanneer een separatierol moet samenwerken met een smallere vellenstapel kan de zuigbreedte van de separatierol tot 20 de stapelbreedte beperkt worden door een holle cylindrische schuif 38 in de rol te brengen. Deze in Fig. 6 in twee standen weergegeven schuif is voorzien van evenwijdig aan de rotatie-as verlopende gleuven 39 ter lengte van de stapelbreedte.. Alleen ter plaatse van deze gleuven kan de separatierol als zuigtransportrol fungeren. Door axiale verplaatsing van 25 de schuif in de separatierol kan het zuiggebied van de separatierol verschoven worden afhankelijk van de positie van de voorraadhouder.

Aan de hand van Fig. 3 zal nu het afnemen van een ontvangstvel van de stapel volgens de uitvinding beschreven worden.

Een persluchtbron creërt gelijktijdig een onderdruk in de leiding 40 en 30 een overdruk in leiding 41. Wanneer een vel van de stapel afgenomen moet worden, dan worden gelijktijdig twee kleppen in een kleppenblok 42 geopend om gelijktijdig een onderdruk in één van de separatierollen 5, 6, 7 of 8 en een overdruk via één van de kokers 30 in een ruimte 26 tot stand te brengen.

35 Als gevolg van een verhoging van de luchtdruk in deze ruimte 26 beweegt de afdekplaat 31 omhoog, zodat de daarop liggende stapel in kontakt komt 81 02 5 5 1 7 WF^·-' met een separatierol 5, 6, 7 of 8 waarin op dat moment een onderdruk heerst. De separatierol zuigt het hovenste vel aan wanneer de daarin in een axiale lijn gelegen openingen in kontakt komen met dat vel.

Via openingen 29 in de opstaande rand 25 van de stapelhouder wordt 5 gelijktijdig lucht tegen de afvoerzijde van de stapel geblazen om te verhinderen dat meer dan ëën vel wordt meegenomen door de separatierol. De separatierol houdt ëën vel aangezogen gedurende tenminste een kwart van een omwenteling totdat de voorlopende rand in kontakt is gekomen met de aandrukrol die met de separatierol samenwerkt. Op dat moment sluiten 10 de betreffende kleppen in kleppenblok 42, waardoor de stapel weer in de oorspronkelijke stand terugkeert en de separatierol niet meer als zuigrol fungeert. De door een separatierol en een aandrukrol gevormde rollenparen fungeren verder als wrijvingstransportrollen om van lager gelegen stapels afgenomen ontvangstvellen naar een bewerkingsstation te 15 transporteren.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, maar dat binnen het kader van de uitvinding talrijke wijzigingen mogelijk zijn. Zo is het mogelijk om de kortstondig benodigde overdruk in een ruimte 26 en de gelijktijdig daarmee benodigde 20 kortstondige onderdruk in een der separatierol1 en 5, 6, 7 of 8 op andere wijzen tot stand te brengen, bijvoorbeeld door een luchtverplaatsing te bewerkstelligen met een zuiger.

81 02 5 5 1

Claims (6)

1. Inrichting voor het transporteren van vellen naar een be-werki ngsstati on, omvattende ten minste twee voorraadhouders (1, 2, 3, 4) voor vellenstapels, waarbij elke vellenstapel voorzien is van een separatierol (5, 6, 7, 8) die selektief kan worden geaktiveerd teneinde 5 vanuit een voorraadhouder (1, 2, 3, 4} een vel naar een bewerkings-station te transporteren, en transportbanen (9) voorzien van transport-organen (10-5, 11-6, 12-7, 13-8} die de voorraadhouders (1, 2, 3, 4) met het bewerkingsstation verbinden, met het kenmerk, dat de transportbaan (9) voor elke voorraadhouder (1, 2, 3) die dichter bij het bewerkings- 10 station is gelegen samenvalt met een gedeelte van de transportbaan (9) voor elke verder van het bewerkingsstation gelegen houder (2, 3, 4), dat de transportorganen (10-5, 11-6, 12-7, 13-8} tenminste gedeeltelijk bestaan uit rollenparen waarvan telkens de aangedreven rol wordt gevormd door een separatierol (5, 6, 7, 8}, en dat bij het activeren 15 van één separatierol, alle rollen draaiend worden aangedreven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke separatierol (5, 6, 7, 8} in niet-geaktiveerde toestand niet in kontakt is met eenvellenstapel, en dat middelen (25 t/m 33, 41, 42) aanwezig zijn die bij het aktiveren van een separatierol (5, 6, 7, 8) een kontakt tot 20 stand brengen tussen die separatierol (5, 6, 7, 8) en een vellenstapel.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vellenstapel tenminste gedeeltelijk rust op een verplaatsbare plaat (31) die is aangebracht .tegen een wand van een ruimte die verbonden kan worden met een persluchthron (33), en dat in de wand uitstroomopeningen (24) zijn 25 gevormd.

4. Inrichting volgens conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat de separatierol (5, 6, 7, 8) wordt gevormd door een zuigrol.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de zuigrol (5, 6, 7, 8} wordt gevormd door een holle, cylindrische huis (34) die aan het buiten- 30 oppervlak voorzien is van een bekleding (36) waarin een aantal boringen (37) is aangebracht, met het kenmerk, dat de boringen (37) verbonden zijn met de ruimte binnen de holle buis (34) via een aantal loodrecht op de as van de buis aangebrachte zaagsneden (35), met een diepte die kleiner is dan de halve diameter van de buis (34). 35

6. Inrichting volgens conclusies 4 of 5, roet het kenmerk, dat de zuigrol (5, 6, 7, 8} is verbonden met de aanzuigleiding (40) van een persluchtbron (33). 81 02 5 5 1