NL8102064A - Werkwijze en inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter alsmede op deze wijze verkregen produkten. - Google Patents

Werkwijze en inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter alsmede op deze wijze verkregen produkten. Download PDF

Info

Publication number
NL8102064A
NL8102064A NL8102064A NL8102064A NL8102064A NL 8102064 A NL8102064 A NL 8102064A NL 8102064 A NL8102064 A NL 8102064A NL 8102064 A NL8102064 A NL 8102064A NL 8102064 A NL8102064 A NL 8102064A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
butter
trough
decanter
fat
melted butter
Prior art date
Application number
NL8102064A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Entremont Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from FR8010117A external-priority patent/FR2481076A1/fr
Priority claimed from FR8101073A external-priority patent/FR2498081A1/fr
Application filed by Entremont Sa filed Critical Entremont Sa
Publication of NL8102064A publication Critical patent/NL8102064A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23CDAIRY PRODUCTS, e.g. MILK, BUTTER OR CHEESE; MILK OR CHEESE SUBSTITUTES; MAKING THEREOF
    • A23C15/00Butter; Butter preparations; Making thereof
    • A23C15/12Butter preparations
    • A23C15/14Butter powder; Butter oil, i.e. melted butter, e.g. ghee ; Anhydrous butter
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23LFOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
    • A23L5/00Preparation or treatment of foods or foodstuffs, in general; Food or foodstuffs obtained thereby; Materials therefor
    • A23L5/30Physical treatment, e.g. electrical or magnetic means, wave energy or irradiation
    • A23L5/34Physical treatment, e.g. electrical or magnetic means, wave energy or irradiation using microwaves

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nutrition Science (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Dairy Products (AREA)
  • Edible Oils And Fats (AREA)

Description

% *>,. y
Br/Bl/lh/1
Werkwijze en inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter alsmede op deze wij2e verkregen produkten.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze alsmede op inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter.
Boter bestaat in hoofdzaak uit ongeveer 82% vet, 5 ongeveer 16% water en ongeveer 2% eiwitten. Het is van groot belang uit de boter het van eiwitten bevrijde vet te winnen in een nagenoeg watervrije toestand, dat wil zeg-\_ gen in een toestand, die niet meer dan 0,1% water bevat.
Dit watervrije botervet kan immers zonder wijziging geduren-10 de zeer lange perioden worden bewaard onder veel economischer omstandigheden dan de boter als zodanig, namelijk door eenvoudig opslaan onder uitsluiting van de zuurstof uit de lucht. Aan het einde van deze bewaarperiode kan men uitgaande van dit watervrije vet boter of melk reconstitue-15 ren door de vereiste toevoer van water en eiwitten, zoals bijvoorbeeld caseïne.
Dit uit boter gewonnen watervrije vet vormt dus een uitmuntende oplossing voor het bevoorraden van landen, die ver van de züivélproduktiecentra zijn.gelegen en waar 20 climatologische omstandigheden alsmede het gebrek aan koelhuisinstallaties en het gebrek aan financiële middelen om dergelijke installaties op te zetten het onmogelijk maken melk of boter te exporteren.
Dit is dus een zeer belangrijke en zeer ruime 25 markt, die zich aanbiedt voor de verkoop van uit boter gewonnen watervrij vet, hetgeen het belang van uitgevoerde onderzoekingen rechtvaardigt om deze winning onder de meest gunstige omstandigheden mogelijk te maken.
Totnogtoe werd voor de scheiding van boter in de 30 bestanddelen daarvan in het algemeen gebruik, gemaakt van centrifugeringsprocedes. Bij deze procédés wordt de boter, die bij een temperatuur van ongeveer 55°C gesmolten is, "aan twee achtereenvolgende centrifugeringsbehandelingen 8102064 ' -2- ..... V <» onderworpen. Het produkt, dat bij de eerste behandeling wordt verkregen, bezit een vetgehalte .in de orde van 95%, terwijl het produkt, dat bij de tweede behandeling wordt verkregen, een gehalte in de orde van 99,5% bezit. Dit 5 produkt wordt vervolgens in vacuo behandeld in een gecombineerde droog-ontgassingsinrichting, waarin het vochtgehalte van het botervet wordt verminderd tot 0,1%. Na het pasteu-riseren wordt het vet af gekoeld. en geconditioneerd.
Het uitvoeren van deze procédés is ingewikkeld 10 en kostbaar. De procédés brengen relatief lange behandelings-tijden met zich meer, waarbij de totale behandelingsduur meer dan 10 uren bedraagt. De inrichtingen voor het centrifugeren brengen hoge investerings-, bedrijfs- en onderhoudskosten met zich mee;.voor de bereiding van vrij kleine 15 hoeveelheden eenheidsprodukt, Bovendien zijn zij onderhevig aan bedrijfsstoringen, die afbreuk doen aan de produktie-capaciteit van het geheel.
De uitvinding heeft ten doel deze nadelen te overwinnen en daartoe een werkwijze te verschaffen voor 20 het afscheiden van bestanddelen van boter, waarbij voor de uitvoering daarvan gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, die veel minder ingewikkeld zijn dan de inrichtingen voor het centrifugeren en veel minder kostbaar zijn dan derge-lijke" inrichtingen gezien vanuit hét standpunt van de -25 driedeling van investeringskosten, bedrijfskosten en onderhoudskosten. Deze inrichtingen zijn eveneens minder gevoelig voor storingen en veel betrouwbaarder dan de inrichtingen voor het centrifugeren. Bovendien worden, hetgeen een zeer groot voordeel van de 'werkwijze volgens de uitvinding is, 30 de bedrijfstijden op spectaculaire wijze verkort. Deze zeer korte bedrijfstijden in combinatie met het eenvoudige en betrouwbare karakter van de toegepaste inrichtingen maken het voor eenzelfde hoeveelheid produkt mogelijk de produktiekosten aanzienlijk te verlagen in vergelijking 35 met bekende methoden, hetgeen in cokbinatie met de bereikte besparingen op de Investeringskosten en verdere bedrijfs-en onderhoudskosten van het materiaal leidt tot een zeer r gunstige vermindering van de kostprijs van het watervrije 8102064 -3- ar ·» vetmateriaal, dat uit de boter wordt gewonnen.
De werkwijze volgens de uitvinding, die de combinatie van de bovengenoemde voordelen vertoont, bestaat in hoofdzaak daarin, dat de boter aan een speciale behandeling 5 met microgolven wordt onderworpen.
De term "microgolven” wordt hierbij in de gebruikelijke betekenis toegepast, namelijk voor het aanduiden van elektromagnetische golven,.ookwel aangeduid als UHF-golven, waarvan de golflengte in de orde van centimeters 10 ligt, dat wil zeggen waarvan de frequentie tussen 1000 en 30.000 MHz ligt. Voor het gehele spectrum van de radio-elektrische of elektromagnetische golven heeft men bij de verdeling daarvan in de praktijk, althans in Frankrijk, voor de industriële toepassingen van de "microgolven" in 15 hoofdzaak de frequentie van 2,450 GHz bestemd, waarvan de golflengte 12,2 cm bedraagt. De behandeling met microgolven van voedingsmiddelen in het bijzonder van vetachtige voedingsmiddelen, zoals boter, is welliswaar reeds bekend.
Deze behandeling heeft in het algemeen ten doel een aan-20 zienlijke herverhitting van het voedingsmiddel teweeg te brengen. Zo gebruikt men microgolven om diepgevroren voedingsmiddelen op temperatuur te brengen, die verscheidene tientallen °C boven nul kunnen liggen, of om tevoren gereed · gemaakt schotels, die enkele graden onder nul worden ge-25 houden op dezelfde temperatuur te brengen. Bij al deze bekende toepassingen van microgolven voor voedingsmiddelen worden daarom inrichtingen gebruikt voor het ontwikkelen van de maximaal mogelijke hoeveelheid warmte-energie in het inwendige van het voedingsmiddel en om zo veel moge-30 lijk een dissipatie van deze warmte-energie uit de behan-delingsruimte naar buiten te voorkomen.
De inrichtingen, die binnen het kader van de uitvinding worden gebruikt voor het behandelen van boter met microgolven, verschillen volkomen van .de bovengenoemde 35 bekende inrichtingen. Zij beogen in feite niet een aanzienlijke verwarming van de boter te bereiken, maar in tegenstelling daarmee deze verwarming zo veel mogelijk te .;s beperken om een optimale scheiding tussen het vet en de " 81 0 2 0 6 4 4.
-4- andere bestanddelen van de boter te bereiken.
Uit door aanvraagster uitgevoerde onderzoekingen is in feite gebleken, dat de bestraling van gesmolten boter met microgolven zeer snel aanleiding geeft tot een scheiding 5 tussen het vet van de boter en de andere bestanddelen daarvan/ dat wil zeggen het water en de eiwitten. Het spreekt vanzelf dat dit nieuwe effekt van microgolven, dat door aanvraagster aan het licht is gebracht en dat de grondslag van de uitvinding vormt, gepaard gaat met de reeds 10 bekende 'verhittingseffekten omdat de temperatuur van de gesmolten boter iin verloop van de behandeling met microgolven oploopt, aan het begin langzaam en later sneller, wanneer de behandeling wordt voortgezet. Uit de door aanvraagster opgedane ervaring is gebleken, dat de optimale 15 scheiding van de boterbestanddelen na verloop van een zeer korte bestralingstijd met microgolven wordt bereikt en dat het op deze wijze bereikte optimale resultaat de neiging bezit te ontaarden wanneer men de behandeling voortzet. Hoewel het op het ogenblik gaat om een hypothese, die nog 2Q geverifieerd moet worden, kan voorlopig worden aangenomen, ·-· -dat deze achteruitgang van het bereikte resultaat bij de scheiding van de bestanddelen het gevolg is van confectie-stromingen, die door de verhoging van de temperatuur in de '* ‘ ;· gesmolten botérmassa worden veroorzaakt; " 25 Uit de proeven is in de praktijk gebleken dat de zuiveringsgraad van de "vet”-fase na een bestraling van ongeveer 1 minuut ’99.,5% bereikt, waarbij de verhoging van de temperatuur dan in de orde van 6°C bedraagt. De voortzetting van de behandeling leidt tot een achteruitgang 30 yan de zuiveringsgraad en een steeds sneller oplopen van de temperatuur.
De werkwijze voor de behandeling van boter met microgolven volgens de uitvinding bezit daarom het kenmerk, dat de bestraling met microgolven uitgevoerd wordt aan een 35 laag gesmolten boter in rust of in laminaire stroming, waarbij de hoeveelheid UHF-energie, die door de gesmolten boter wordt geabsorbeerd en door de verhoging van de tempe-^ ratuur van deze boter wordt gevolgd, op zodanige wijze is 81 02 0 6 4 ar % -5- bepaald, dat de verhoging van de temperatuur gering blijft, in het bijzonder ten hoogste 6°C bedraagt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel van inrichtingen voor het continu afscheiden van 5 vet van boter, waarmee de werkwijze volgens de uitvinding wordt uitgevoerd.
Dit samenstel van inrichtingen wordt onderstaand beschreven aan de hand van niet-beperkende uitvoerings-voorbeelderi, die in de bijgaande tekeningen zijn weergegeven, 10 waarin figuur 1 een schematisch, beeld in lengtedoorsnede toont van een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel van inrichtingen volgens de uitvinding; figuur 2 een schematische langsdoorsnede op 15 grotere schaal toont van het gedeelte van een toevoer, behandeling met microgolven en vóór decantering van het samenstel volgens figuur 1; figuur 3 een schematische lengtedoorsnede op grotere schaal toont van de tusseninrichting voor het 2Q decanteren van het samenstel volgens figuur 1? figuur 4 een schematische lengtedoorsnede op grotere schaal toont van de eindinrichting voor het decanteren van het samenstel volgens figuur 1;
' figuur-5 een dwarsdoorsnede langs-de lijn I-I
25 in figuur 1 toont; figuur 6 een dwarsdoorsnede langs de lijn II-II in figuur 1 toont; figuur 7 een dwarsdoorsnede langs de lijn III-III in figuur 1 toont; en
3Q figuur 8 een dwarsdoorsnede langs de lijn IV-IV
in figuur 1 toont.
In figuur 1 is schematisch in lengtedoorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel van inrichtingen volgens de uityinding gegeven voor het continu afscheiden 35 van vet van boter.
In dit samenstel bewegen de gesmolten boter en de bestanddelen, die daaruit worden vrijgemaakt, van links naar rechts in de figuur in de door de pijl F aangegeven 8102064 -6- i s • richting.
. In deze bewegingsrichting omvat het samenstel van stroomopwaarts naar stroomafwaarts:.
- een toevoerinrichting 1, 5 - een inrichting 2 voor de behandeling met microgolven en voor het voor-decanteren, - een tusseninrichting 3 voor het decanteren, en . een eindinrichting .4 voor het decanteren.
Als deze inrichtingen alsmede het samenstel daar-10 van bezitten een gemeenschappelijk symmetrievlak in lengterichting' evenwijdig aan de vlakken van figuren 1-4.
De verschillende inrichtingen 1-4 zullen nu worden beschreven aan de hand van figuren 2-8.
Figuur 2 toont schematisch in lengtedoorsnede 15 op grotere schaal de inrichtingen 1 en 2, die deel uitmaken van het samenstel van figuur 1.
De toevoerinrichting 1 omvat in hoofdzaak een toevoerleiding 5 voor de toevoer van gesmolten boter, waarvan het afvoereinde verbonden is met het onderste gedeelte 2Q van e.en opslagkuip 6. Het toevoereinde van de toevoer-J ' · ; leiding'-5' 'is verbonden, met een inrichting voor het smelten van boter, die hetzij uit een verhittingsbuis met een dubbele mantel hetzij uit vetsmelters met een roterende boter ên'èèh‘dubbele mantel be s:taat. Een der gé lijke 'smelt-' 25 inrichting is een klassieke als zodanig algemeen bekende inrichting en het is dus niet noodzakelijk deze meer in bijzonderheden te beschrijven noch deze in de tekeningen weer te geven.
De 'toevoerleiding 5 of eigenlijk, de daaraan 30 voorafgaande smeltinrichting is voorzien van regelorganen voor het regelen van de toevoersnelheid van de boter, waardoor het mogelijk is deze toevoersnelheid aan te passen aan de bedrijfsomstandigheden, die mogelijk worden gemaakt door de behandelingsinrichting 2 en de hierna volgende 35 decanteringsinrichtingen. Dergelijke regelorganen voor het regelen van de stroomsnelheid zijn eveneens als zodanig algemeen békend eri het is niet noodzakelijk deze te be-^ schrijven noch'deze in de tekening weer te geven. Zij kunnen 81 0 2 0 6 4 * » -7- ι in het bijzonder bestaan uit een boterpomp met een regelbare afvoersnelheid, die aan de toevoer van de smeltinrich-ting is aangebracht en met pasteuze boter op een temperatuur van ongeveer 15°C wordt gevoed.
5 De boter, die de smeltinrichting in vloeibare vorm op een temperatuur van ongeveer 55°C verlaat, wordt door de leiding 5 toegevoerd aan het onderste gedeelte van de opslagkuip 6. Deze kuip evenals de leiding 5 zijn met warmte-isolerende materiaal bekleed om te voorkomen, 10 dat de gesmolten boter 7 op de wanden daarvan gaat stollen.
De afvoer van de kuip 6 bestaat uit een drempel-overloop 8, die een konstant niveau van vloeibare boter 7 in de opslagkuip 6 in stand houdt en bovendien een laminaire stroming van de gesmolten boter naar de hierna aangebrachte 15 behandelinsinrichting 2 waarborgt.
De inrichting 2 voor de behandeling met microgolven omvat een in hoofdzaak horizontale goot 9, die in het weergegeven voorbeeld naar boven open is en vervaardigd is uit een materiaal, dat microgolven doorlaat, zoals een 20 methacrylhars of bij voorkeur tetrafluoretheenpolymeer ’ V (TEFLON). Het eerste gedeelte 9' van deze goot 9 vertoont een dwarsdoorsnede in de vorm van een afgeplatte U (zie figuur 5), terwijl het laatste gedeelte 9' daarvan een ··***' ί dwarsdoorsnede in de vorm van een T(zie figuur 6j vertoont.
25 De gesmolten boter 7, die via de drempelover- loop 8 van de opslagkuip 6 aan de goot wordt toegevoerd, vloeit als een laminaire stroming in de goot 9 onder vorming in het eerste gedeelte 9’ van deze goot van een laag met een dikte van enkele centimers, die voor microgolven door-30 dringbaar is.
De goot 9, met uitzondering van de twee einden daarvan, is aangebracht in een omhulling 10, die uit een elektrisch geleidend materiaal bestaat en dus ondoordringbaar is voor microgolven, zoals bijvoorbeeld roestvrijstaal-35 plaat. Blinderingen 11', 11" alsmede een blindering 12, die de opslagkuip 6 bedekt voorkomen vóór de omhulling 10 elke voortplanting van de microgolven tussen het inwendige . yan deze omhulling en de daar buiten aanwezige atmosfeer.
8102064 . -8- •
Een schuif 13, waarvan de hoogte kan worden ingesteld en die vervaardigd is uit een elektrisch geleidend materiaal en inet het oppervlak van het bad van gesmolten boter 7 in kontakt komt, voorkomt bovendien elke emissie van micro-5 golven voorbij het einde van de omhulling 10.
De omhulling 10 bestaat uit twee gedeelten, een deksel 10’ en een onderste gedeelte 10", die met stoot-platen op elkaar zijn..gemonteerd .om de voortplanting van , « = . . . * . ' * i ’ de microgolven naar buiten te voorkomen en onderling op 10 verwijderbare wijze met elkaar zijn verenigd met behulp van op zichzelf bekende vergrendelbare en ontgrendelbare beves-tigingsorganen 14, zoals excentrische of kniebeugels.
Het, deksel 10' van de omhulling 10 draagt een bepaald aantal microgolfgeneratoren 15, die elk in hoofd-15 zaak bestaan uit een magnetron en elk via geleiders 16 verbonden zijn met een niet weergegeven elektrische energiebron, welke generatoren elk microgolven uitzenden in de inwendige ruimte van de omhulling 10 met behulp van een antenne 17. De antennes 17 van twee in de lengterichting 20 van de omhulling 10 na elkaar volgende UHF-generatoren 15 • . zijn ten opzichte van elkaar symmetrisch verspringend aan weerszijden van het axiale oppervlak in lengterichting van de omhulling 10 aangebracht (zie figuur .4) zodat de antennes •"'•'•'.'''.Λ van- veis chflieride generatoren' 15 'van' bovenaf 'gezien zigzags-··"'" 25 gewijs zijn geplaatst, waardoor dus een meer uniforme verdeling van de UHF-elektromagnetische velden over het inwendige van de omhulling 10 wordt gewaarborgd.
Het laatste gedeelte 9." in stromingsrichting van de goot 9 zal nu meer in bijzonderheden worden beschreven, 30 van wélk eindgedeelte het einde uitsteekt buiten de omhulling 10.
Terwijl het eerste gedeelte 9' van de goot 9 een dwarsdoorsnede in de vorm van een afgeplatte ü vertoont, die naar boven open is, vertoont het eindgedeelte 9", zoals 35 bovenstaand reeds is opgemerkt, een dwarsdoorsnede in de vorm van een E, die naar boven open is (zie figuur 6). De hoogte van het vertikale been van deze T wordt geleidelijk ^ groter (zie figuren 1 en 2) tot het door de lijn II-II in 8102064 -ikfiguur 1 aangegeven dwarsvlak enwel op zodanige wijze, dat een eerste decantering van het gedeelte 7“, dat het water en de eiwitten bevat, van de gesmolten boter 7 mogelijk is, terwijl het gedeelte 7', dat in hoofdzaak uit vet bestaat, 5 op het gedeelte 7" drijft.
Het einde van het gedeelte 9" van de goot 9 is voorzien van een eventueel instelbare drempel-overloop 18, die het. mogelijk maakt het niveau van de gesmolten boter 7 in de goot 9 in te stellen en daardoor de dikte van de 10 laag van gesmolten boter te beperken, die in de goot 9 aan de inwerking van de microgolven wordt blootgesteld.
In de zone van het dwarsvlak, dat bepaald wordt door de lijn II-II in figuur 1 is een horizontaal buisstuk 19 gevolgd door een vertikaal buisstuk 20 verbonden met het 15 eindgedeelte 9” van de goot 9. Het vertikale buisstuk 20 is op zijn beurt voorzien van een instelbare schuif 21, die het mogelijk maakt boven een tevoren bepaald niveau het wegstromen te waarborgen in een afvoergoot 22 (zie figuur 3) van het voor-gedecanteerde gedeelte 7", dat een fraktie van 20 het water en de eiwitten van de boter 7 bevat.
• In figuur 3 is schematisch, in lengtedoorsnede de tusseninrichting 3 voor het decanteren van het in figuur 1 weergegeven samenstel weergegeven.
' ···'* · Déze'tusseninrichting 3 voor het décanteren omvat 25 in hoofdzaak een horizontale goot 23, die naar boven open is en waaraan gesmolten vet 7' afkomstig van de goot 9 wordt toegevoerd via de drempel-overloop 18 en waarvan de afvoer plaatsvindt via een drempel-overloop 24.
De dwarsdoorsnede van de goot 23 bezit de vorm 30 van een T. De hoogte ^an het vertikale been van deze T neemt vanaf het begin van de goot 23 toe tot een dwarsvlak, dat door de lijn iy-ÏV in figuren 1 en 3 wordt bepaald. In figuren 7 en 8 zijn twee achtereenvolgende beelden van deze dwarsdoorsnede van T weergegeven. Deze toename van de hoogte 35 yan het vertikale been van de T maakten geleidelijke decantering van het gedeelte 7” mogelijk, dat het water en de eiwitten bevat en niet van de boter 7 is afgescheiden in ^ het voor-decanteringsgedeelte 9" van de goot 9 ondanks het 8102064
# -V
-10- feit, dat het gedeelte 7' van de boter 7, dat het vet bevat, op dit gedeelte 7" drijft.
In de zone van het dWarswlak, dat door de lijn IV-IV in de figuren 1 en 3 wordt bepaald, wordt dit gedeelte 5 7" boven een tevoren bepaald en instelbaar niveau onttrok ken met behulp van een inrichting, die bestaat uit een horizontaal buisstuk 25, een vertikaal buisstuk 26 en een instelbare schuif -27, welke.inrichting geheel overeenkomt .· ; met die, welke bovenstaand beschreven is voor de voor-10 de can tee rijrichting en zich bevindt in de zone van het dwarsvlak, dat door de lijn II-IÏ in figuur 1 wordt bepaald.
Het gedeelte 7" van de gesmolten boter 7, dat zo met behulp van de tussendecanteerinrichting is onttrokken valt via de pijl 28 in een opvangkuip 29, waarin even- · 15 eens de afvoergoot 22 afkomstig van de voor-decanteerinrich-ting en de afvoergoot 44 afkomstig van de eind-decanteer-inrichting 4 uitmonden.
De goot 23 alsmede de opvangkuip 29 en de afvoer-goten 22 en 44 zijn bij voorkeur vervaardigd uit roestvrij-. 20 staalplaat maar kunnen eveneens vervaardigd zijn uit elk - andèr'geschikt materiaal. In het geval de goot 23 uit roestvrij staalplaat is vervaardigd, is deze aan de buitenzijde bekleed met thermisch isolerend materiaal.
1 \ ‘ Dé'tjóot '23 kan een andere breedte Bezitten dan' ‘ ·*· 25' de goot 9 en kan in het bijzonder een grotere breedte bezitten tenëinde de stroomsnelheid van het produkt 7' te verminderen. Ook niet hetzelfde doel kan het verschil in hoogte tussen de drempeloverloop 24 en de bodem van het breedste gedeelte van de goten 23 groter zijn dan het 30 hoogteverschil tussen de drempel-over loop 18 en de bodem Van het breedste gedeelte van de 'goot 9.
In figuur 4 is de eind-decanteerinrichting 4 weergegeven. Deze bestaat in hoofdzaak uit een met thermisch isolerend materiaal beklede decanteerkuip 30, die 35 naar boven open is en waarvan de horizontale doorsnede bij voorkeur rechthoekig is.
Twee loodrecht op het symmetrievlak in lengte-^ richting van de inrichting aangebrachte tussenschotten 31 81 02 0 6 4 r -lien 32, die het bovenste gedeelte van de decanteerkuip 30 verdelen en tot op geringe afstand van de bodem 34 doorlopen, verdelen de decanteerkuip 30 in drie gedeelten 35, 36 en 37, die via de onderzijden met elkaar in verbinding staan.
5 Bovendien verschaft een tussenschot 33, dat evenwijdig is aan de tussenschotten 31 en 32 maar zich slechts over ongeveer 1/4 van de totale hoogte van de kuip 30 in het bovenste gedeelte daarvan uitstrekt, een afvoerruimte 38, grenzend aan de eindwand 40 van de decanteerkuip 30.
10 Aan de decanteerkuip 30 wordt vet 7' toegevoerd via de drempel-overloop 24 van de tussen-decanteerinrichting 3. Na een hernieuwde decantering wordt het vet via de laatste drempel-overloop 41 afgevoerd in een goot 42, die het vet naar andere behandelingsinrichtingen leidt, die 15 geen deel uitmaken van de onderhavige uitvinding, zoals pasteuriseer- en conditioneer-inrichtingen.
Het mengsel van water en eiwitten 7", dat in verloop van deze laatste decantering in de kuip 30 van het vet wordt afgescheiden, wordt afgevoerd via de ruimte 35, 20 die tussen het inwendige tussenschot 31 en de voorwand 39 van de kuip 30 wordt verschaft, en loopt via een mondstuk 43 in de af voergoot 44.
De wijze van werking van het aamenstel van / inrichtingen, dat het onderwerp van de uitvinding vormt ‘ 25 kan reeds duidelijk worden afgeleid uit de achtereenvolgende heschrijvingen, i.diè bovenstaand zijn gegeven. Het behande-lingsproces zal echter evenwel in het kort in algemene lijnen worden aangegeven.
De vloeibare bofer 7, die zonder geregélde 30 stroomsnelheid en op een temperatuur van ongeveer 55°C vanaf de smeltinrichting via het kanaal 5 wordt aangevoerd, wordt tijdelijk bij een konstant niveau in de kuip 6 opgeslagen, waarvan het volume groot genoeg is om de bovenste lagen van het vloeibare boterbad vrij van storingen te 35 doen zijn.
Via de drempel-overloop 8 van de opslagkuip 6 stroomt de vloeibare boter in de goot 9 van de inrichting voor de behandeling met microgolven. Direkt na de drempel- V 81 02 0 64 -12- overloop 8- stelt zich in de-,goot 9 een toestand van laminai-re stroming in.
De microgolven, die door de antenne 17 van de üHF-generatoren 15 worden uitgezonden, weiken op de gesmol-5 ten boter 7 in, die in de vorm van een laag met een dikte van 2-4 cm aanwezig is. De duur van de blootstelling van de boter aan het UHF-elektrische veld bedraagt in de orde van .één minuut, waarbij de geabsorbeerde energie geregeld ' ' wórdt 'door dé verhoging van de temperatuur van de boter, .10 welke verhoging van de temperatuur verschaft wordt door bepaling van het verschil van metingen, die uitgevoerd worden met behulp van thermömetrische sondes, die aangebracht zijn bij de toevoer, resp. bij de afvoer van de goot 9 en die niet in de tekeningen zijn weergegeven. De 15 geabsorbeerde energie wordt op zodanige wijze geregeld, dat de verhoging van de temperatuur van de gesmolten boter tussen de toevoer en de afvoer van de goot 9 niet meer dan bijvoorbeeld 6°C-bedraagt. Deze regeling kan automatisch worden uitgevoerd uitgaande van de meetverschillen, die met 20 de thermömetrische sondes worden verkregen.
- · Deze behandeling met microgolven met een duur in de orde van 1 minuut is voldoende om een zeer scherpe scheiding tussen het vet en de andere bestanddelen van de ' '·'. * ‘boterV:'nömëlijk het' water 'ën de eiwitten,- te bereikeru De. '' ; 25 op deze wijze gescheiden twee fasen worden aan een eerste decantering onderworpen in de vódr-decanteerinrichting, die aan de afvoer van de goot 9 is aangebracht in de zone van het dwarsvlak ÏI-II. Het vet wordt afgevoerd via de drempel-overloop 18, terwijl het mengsel van water en 30 eiwitten wordt afgevoerd via de goot 22 in de kuip 29.
Het vet wordt aan een tweede decantering in de goot van de tussendecanteefinrichting 3 onderworpen, waar-. bij het dan via de drempel-overloop 24 wordt afgevoerd, terwijl het mengsel van water en eiwitten direkt in de kuip 35 29 wordt afgevoerd.
Tenslotte ondergaat het vet een laatste decantering in de decanteerkuip 30 en wordt het via de drempel-overloop 41 afgevoerd in de goot 42, terwijl het mengsel 81 0 2 0 6 4 * -13- van water en eiwitten met.behulp van het mondstuk 43 en de goot 44 wordt afgevoerd in de kuip 29.
Het via de goot 42 afgevoerde vet bezit een gehalte van ongeveer 99,5%. Zoals bij de bekende inrichtingen 5 kan het vervolgens worden ontwaterd in een in vacuo bedreven droog-ontgassingsinrichting om het op een gehalte van ongeveer 99,9% te brengen. Het vet kan daarna worden ge-s pateuriseerd en geconditioneerd. .
Het samenstel van inrichtingen volgens de uit-10 vinding, dat in tegenstelling tot de gebruikelijke installaties een synchronisatie toepast, omvat geen ingewikkelde inrichtingen, die grote hoeveelheden energie verbruiken.
Het enige belangrijke energieverbruik is het verbruik, dat ten doel heeft de microgolven op te wekken, welk verbruik, 15 rekening houdende met de korte duur van de bestraling, per ton vet per uur vrij gering is.
De bovenbeschreven inrichtingen zijn slechts een voorbeeld, waardoor de uitvoeringsmogelijkheden van de uitvinding niet worden beperkt, terwijl daarbij modifica-20 ties kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van ' de uitvinding te treden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk t· overwegen om de vóór-decanteerinrichting of de tussen-decanteerinrichting te laten vervallen of zelfs deze beide ' ' : ' inrichtingën té laten vervallen. De capaciteit van de decan-25 teerkracht 30 zal dan dientengevolge moeten worden gemodificeerd.
De bovenbeschreven inrichtingen zijn in hoofdzaak voorgesteld voor een continue winning van het vet uit de boter. Zij kunnen echter gemakkelijk worden aangepast 3Q aan een discontinue winning. In dat geval wordt de drempel-overloop 18 verlaagd tot het niveau van de bodem van het eerste gedeelte van de goot 9 en wordt deze aan het einde afgesloten door een schuif. Eveneens kunnen de voor-decan-teerinrichting en de tussen-decanteerinrichting worden 35 weggelaten en kan de behandelingsgoot 9. door tussenkomst van met schuiven bediende afvoergoten naar keuze uitmonden in éën van de drie decanteerkuipen, die parallel zijn opgesteld en overeenkomen met de kuip 30, met dien verstande, 81 02 0 64 ; -14- w-· . dat de inwendige tussengoten alsmede de overlopen 41 en 43 zijn weggelaten en het aftappen alleen plaatsvindt met behulp van een afsluiter 45.
Met behulp van de toevoerinrichting 1 wordt 5 vloeibare boter aan de goot 9 toegevoerd/ waarop de microgolven inwerken. De gesmolten boter wordt vervolgens afgevoerd in ëari van de decanteerkuipen, bijvoorbeeld kuip no.
.··. w / 1. Verbolgens wordt de..goot ..9,.opnieuw, gevuld, en..worden de.: . ..· dirèkt hxerbóven beschreven handelingen herhaald totdat 10 de decanteerkuip no. 1 is gevuld. Daarna wordt overgegaan op de kuip no. 2, terwijl de inhoud van de kuip no. 1 wordt gedecanteerd. Vervolgens wordt overgegaan op de kuip no. 3, terwijl de inhoud van de kuip no.2 wordt gedecanteerd en de inhoud van de kuip no.1 via de afsluiter 45 in twee 15 trappen wordt afgevoerd: eerst het water en de eiwitten en vervolgens het vet met een gehalte van 99,5%. De kuip no.1 wordt daarna gereinigd en opnieuw in bedrijf gesteld, waarna de bovenbeschreven cyclus wordt herhaald.
Het zal evenwel duidelijk zijn, dat een derge-20 lijk. discontinu bedrijf overeenkomt met een veel kleinere . productiecapaciteit van de inrichting. Dit is dan ook de reden, waarom het continu werken in het algemeen de voorkeur zal verdienen. Om een goed resultaat te bereiken wat betreft ···'· * "dé kwaliteit'.' van.'· hét"'verkregen vet is' het' van. essentieel ’ '·’ · 25 belang, dat de stroming van de gesmolten boter en de bestanddelen daarvan door het samenstel van de inrichtingen volgens de uitvinding op laminaire wijze plaatsvindt, waarbij de enige storingszone de zones Van de overlopen zijn, waarvan de lengte ten opzichte.van de lengte van de decan-30 teringszones te verwaarlozen is.
De werkwijze 'volgens de uitvinding is niet beperkt tot de behandeling van boter maar kan eveneens in principe worden toegepast op alle andere voedingsmiddelen waaruit men het water of ander ongewenst produkt wenst te 35 verwijderen, dat deze kunnen bevatten.
81 02 0 64

Claims (11)

1. Werkwijze voor het, bij voorkeur continu, afscheiden van vet van een voedingsmiddel en in het bijzonder van boter, waarbij de gesmolten boter met microgolven wordt bestraald, met het kenmerk, dat een laag gesmolten 5 boter in rust of in laminaire stroming wordt bestraald, waarbij de dikte van deze laag kleiner is dan de indring-diepte van de microgolven.en de, hoeveelheid energie, die voor de microgolven aan de gesmolten boter wordt afgegeven, zodanig is, dat de temperatuur van de gesmolten boter door 10 de bestraling ten hoogste slechts enkele °C wordt verhoogd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmeirk, dat de verhoging van de temperatuur van de gesmolten boter tengevolge van de bestraling wordt beperkt trot maximaal 6°C.
3. Werkwijze volgens êén der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de toegepaste microgolven een frequentie van 2,45 GHz bezitten.
4. Samenstel van inrichtingen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-3, ' 20 gekenmerkt door in stromingsrichting een toevoerinrichting (1). voor het toevoeren van gesmolten boter, een inrichting (21 voor het behandelen met microgolven, waarmee eventueel • · eéh' vdór-décanteerinrichting'erf eén'eind-decanteerinrichting (41, eventueel voorafgegaan door een tussen-decanteerinrich-25 ting (31 zijn verenigd, welke inrichtingen alle een gemeenschappelijk. symmetrievlak in lengterichting bezitten.
5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de toevoerinrichting (1). voor het toevoeren van gesmolten boter in hoofdzaak een toevoerkanaal (51 voor het 3Q toevoeren met een geregelde snelheid en een met thermisch isolerend materiaal beklede opslagkuip met een konstant niveau (61 omvat, welke kuip (61 een voldoende capaciteit ten opzichte van de toevoersnelheid bezit om de bovenste lagen van het bad van gesmolten boter, dat in de kuip aan-35 wezig is, vrij van turbulenties te doen zijn, uit welke kuip (61 gesmolten boter wordt toegevoerd via een drempel-overloop (81 en de inrichtinc (2). voor de behandeling met 8102064 Γ . - -16- microgolven. ...
6. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de inrichting (2) voor de behandeling met microgolven een in hoofdzaak horizontale goot (9), die naar 5 boven open is en waaraan aan het toevoereinde gesmolten boter via de drempel-overloop (8) wordt toegevoerd uit de toevoerinrichting (1) en die aan het afvoereinde een drem-. ... pelroverloop· "(18) omvat, waarvan, de hoogte kan. worden ... ... geregeld en via welke drempel-overloop de gesmolten boter 10 wordt afgevoerd, welke goot (9), die vervaardigd is uit een voor microgolven doorlatend materiaal met uitzondering van de uiteinden daarvan aangebracht is in een omhulling (10), die vervaardigd is uit een elektrisch geleidend materiaal, alsmede generatoren (15) voor microgolven omvat, 15 die aangebracht zijn in het gedeelte boven deze omhulling (10) op een zodanige wijze, dat in de inwendige zone van de omhulling (10), die de goot (9) bevat, een zo homogeen mogelijk. UHF-elektromagnetisch veld wordt ontwikkeld.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het 20 kenmerk, dat de goot (9) uit methacrylhars bestaat. " ‘8.'Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk., dat de goot (9) uit tetrafluoretheenpolymeer bestaat. ......... ' V';: ’.9: Samenstei ‘volgens .conclusie 6, met het : *’ ; 25 kenmerk, dat de goot (9) aan elk. van de uiteinden daarvan voorzien is van een thermometrische sonde. IQ. Samenstel· volgens conclusie 6, met het kenmerk., dat de generatoren (15) van microgolven in lengterichting gerangschikt op de bovenwand van de omhulling 30 (10) zijn aangebracht, terwijl de antennes (17) daarvan in het inwendige van de omhulling (10.) uitstekend en symmetrisch zigzagsgewijs zijn aangebracht ten opzichte van het mediaanvlak in lengterichting van de inrichting (2) voor de behandeling met microgolven.
11. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk.,, dat de voor-decanteerinrichting, eventueel verenigd met de inrichting (2) voor de behandeling met microgolven of de tussendecanteerinrichting (3) bestaan uit een hori- 8102064 ’ ' . -17- zontale, met thermisch isolerend materiaal beklede goot (9" of 23) waaraan aan het toevoereinde daarvan gesmolten boter of niet van watervrij vetachtig materiaal wordt toegevoerd en het vet of watervrije materiaal aan het af-5 voereinde via een drempel-overloop (18) of (24) wordt afgevoerd, welke goot (9" of 23) een dwarsdoorsnede in de vorm van een T bezit, die naar boven open is en waarbij de hoogte van het vertikale been van de.T vanaf het toevoer-einde van de goot (9 of 23) toeneemt tot een afvoerzone 10 voor het afvoeren van het water en eiwitten om vervolgens opnieuw af te nemen.
12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de voor-decantèerinrichting, eventueel verenigd met de inrichting (2) voor de behandeling met microgolven 15 of de tussendecanteerinrichting (3) in de afvoerzone van het water en de eiwitten een horizontaal buisstuk (19 of 25) omvat, dat met het ondereinde van de T van de goot (9n of 23) is verbonden en waarmee een vertikaal buisstuk (20 of 26) is verbonden, dat voorzien is van een instelbare 20 schuif (21 of 27), waarmee het afvoerniveau van het water 'en de eiwitten wordt geregeld.
13. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de eind-decanteerinrichting (4) een met ther- - ‘misch isolerend materiaal beklede décantèerkuip (30) omvat, 25 die naar boven open is en een hellende bodem (34) vertikale laterale wanden, en een rechthoekige horizontale dwarsdoorsnede bezit, welke decahteerkuip (30). in het inwendige door drie vertikale en loodrecht op het symmetrievlak in lengterichting van de inrichting aangebrachte tussenschot-30 ten (31,32,33) verdeeld is in vier ruimten (35,36,37,38) die onderling in het onderste gedeelte daarvan met elkaar in verbinding staan, waarbij aan de opvangruimte (36) van bovenaf niet van watervrij vetachtig materiaal afkomstig van de voorafgaande inrichting wordt toegeyoerd welk' vet 35 of vetachtig materiaal na het decanteren van het water en de eiwitten wordt afgevoerd en daarbij de ruimten (37,38) passeert, die zich stroomafwaarts van de opvangruimte (36) bevinden, welke afvoer plaatsvindt via een drempel-overloop 81 02 0 6 4 . -18- Λ ^ (41), die in het bovenste gedeelte van de eindwand (40) van de decanteerkuip (30) is aangebracht, terwijl het water en de eiwitten via de ruimte (35), die zich stroomopwaarts van het opvangvat (36) bevindt, worden afgevoerd 5 via een mondstuk (43), dat in de voorwand (39) van de decanteerkuip (30) is aangebracht.
14. Produkten verkregen bij toepassing van de . . werkwijze volgen^.,éen dér conclusies .1 en,2. 8102064
NL8102064A 1980-04-29 1981-04-27 Werkwijze en inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter alsmede op deze wijze verkregen produkten. NL8102064A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8010117 1980-04-29
FR8010117A FR2481076A1 (fr) 1980-04-29 1980-04-29 Procede de separation des constituants d'une matiere alimentaire et notamment du beurre
FR8101073A FR2498081A1 (fr) 1981-01-21 1981-01-21 Procede et dispositifs pour la separation de la matiere grasse du beurre, et produits ainsi obtenus
FR8101073 1981-01-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102064A true NL8102064A (nl) 1981-11-16

Family

ID=26221768

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102064A NL8102064A (nl) 1980-04-29 1981-04-27 Werkwijze en inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter alsmede op deze wijze verkregen produkten.

Country Status (17)

Country Link
US (2) US4405651A (nl)
AU (1) AU547170B2 (nl)
BE (1) BE888232A (nl)
CA (1) CA1165170A (nl)
CH (1) CH641685A5 (nl)
DE (1) DE3116274A1 (nl)
DK (1) DK144381A (nl)
ES (1) ES8206200A1 (nl)
FI (1) FI68502C (nl)
GB (1) GB2074601B (nl)
GR (1) GR74826B (nl)
IE (1) IE50938B1 (nl)
IT (1) IT1144203B (nl)
LU (1) LU83267A1 (nl)
NL (1) NL8102064A (nl)
NZ (1) NZ196759A (nl)
SE (1) SE8102062L (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5204134A (en) * 1989-01-13 1993-04-20 Immuno Path Profile, Inc. Hypoallergenic milk products from natural and/or synthetic components and process of making
US5064674A (en) * 1989-01-13 1991-11-12 Immunopath Profile, Inc. Hypoallergenic milk products and process of making
FR2713893A1 (fr) * 1993-12-17 1995-06-23 Peneveyre Jacques Procédé pour la transformation du beurre ordinaire en beurre clarifié.
US6949265B1 (en) 1995-07-03 2005-09-27 Cargill, Incorporated Low temperature rendering process
US6159515A (en) * 1995-07-03 2000-12-12 Cargill, Incorporated Low temperature rendering process
US5725897A (en) * 1995-07-03 1998-03-10 Cargill, Incorporated Low temperature rendering process
FR2743311B1 (fr) * 1995-11-08 1999-02-19 Jacques Peneveyre Procede et dispositifs de moulage par decantation pour matieres decantables ou a changement de phase solide-liquide
US20110091615A1 (en) * 2009-10-15 2011-04-21 Whitewave Services, Inc. System and Method for Producing a Reduced-Fat Composition
EP3621459A1 (en) * 2017-05-09 2020-03-18 GEA Food Solutions Bakel B.V. Apparatus and method to heat animal raw fat material to produce fat
WO2018206639A1 (en) 2017-05-09 2018-11-15 Gea Food Solutions Bakel B.V. Malaxation apparatus for the production of virgin olive oil
RU2019139221A (ru) 2017-05-09 2021-06-09 Геа Фуд Сольюшнс Бакел Б.В. Установка и способ нагрева масла для жарки с использованием технологии на основе твердотельных рч-источников энергии
CA3062984A1 (en) 2017-05-09 2018-11-15 Gea Food Solutions Bakel B.V. Thawing-apparatus and method to thaw a substance

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1651028A (en) * 1922-01-07 1927-11-29 Johnson Lars Method of separating butter fats, etc.
US1837205A (en) * 1930-01-25 1931-12-22 Sharples Specialty Co Manufacture of pure milk fat
US2466894A (en) * 1940-12-06 1949-04-12 Sugar Creek Creamery Company Butter manufacturing process
US2414837A (en) * 1943-11-17 1947-01-28 Kraft Foods Co Manufacture of cream products
US3518094A (en) * 1965-11-16 1970-06-30 Mini Ind Alimenta Continuous production of telemea cheese
US3469996A (en) * 1966-02-14 1969-09-30 Armour & Co Procedure for continuously tempering shortening
GB1187766A (en) * 1966-12-09 1970-04-15 Unilever Ltd Sterilising Foodstuffs
US3519435A (en) * 1967-01-17 1970-07-07 Marjorie S Maccollom Fractionating 99 to 100% milk fat and making butter from the separated fats
GB1222208A (en) * 1967-10-06 1971-02-10 Hirst Microwave Heating Ltd Sterilisation of materials
US3772447A (en) * 1971-03-25 1973-11-13 Alfa Laval Ab Method of making butter
US4073951A (en) * 1974-04-18 1978-02-14 Sargeant Ralph G Agglomeration method

Also Published As

Publication number Publication date
BE888232A (fr) 1981-07-31
FI810978L (fi) 1981-10-30
IT1144203B (it) 1986-10-29
CH641685A5 (fr) 1984-03-15
SE8102062L (sv) 1981-10-30
GB2074601B (en) 1984-03-14
NZ196759A (en) 1985-03-20
AU6935181A (en) 1981-11-05
IE50938B1 (en) 1986-08-20
IE810766L (en) 1981-10-29
ES501499A0 (es) 1982-08-16
US4405651A (en) 1983-09-20
GR74826B (nl) 1984-07-12
AU547170B2 (en) 1985-10-10
GB2074601A (en) 1981-11-04
DK144381A (da) 1981-10-30
FI68502B (fi) 1985-06-28
CA1165170A (fr) 1984-04-10
US4457220A (en) 1984-07-03
FI68502C (fi) 1985-10-10
ES8206200A1 (es) 1982-08-16
LU83267A1 (fr) 1981-07-23
IT8167579A0 (it) 1981-04-29
DE3116274A1 (de) 1982-06-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102064A (nl) Werkwijze en inrichtingen voor het continu afscheiden van het vet van boter alsmede op deze wijze verkregen produkten.
US4020189A (en) Process for deep-fat cooking
DE1629030C3 (de) Kontinuierlich arbeitender Vakuumtrockner
US3708311A (en) Method of frying
US3787594A (en) Method of cooking comestibles
US3506407A (en) Simplified continuous rendering system
US2309139A (en) Process and apparatus for decaffeinating coffee
US1641441A (en) Freezing method
US3754468A (en) Apparatus for deep-fat cooking
US3628344A (en) Apparatus and method for concentration of liquid bearing solids by freezing
US2319457A (en) Apparatus for gravity separation of granular material
US3432636A (en) Method of and apparatus for producing dry concentrates from liquid materials
US4646526A (en) Method and apparatus for making fragmentary ice
US2782104A (en) Apparatus for the continuous lixivation, extraction or the like of vegetable matter
US2144800A (en) Pasteurizer
US2986012A (en) Method and apparatus for producing sterilized heat sensitive materials
US962725A (en) Diffusion apparatus.
US3512471A (en) Apparatus for removing water by evaporation from liquid mixtures
JP2002045301A (ja) 熱油循環型の熱油処理装置
US3043319A (en) Apparatus for freezing food products
US1506528A (en) Process and apparatus for treating foods
BE1015342A5 (nl) Werkwijze en inrichting voor het aan een temperatuurbehandeling onderwerpen van een chocolademassa.
US2151623A (en) Apparatus for making fruit products
US3553012A (en) Method and apparatus for processing agricultural products
US1903929A (en) Process and apparatus for the manufacture of sweated paraffin from nonsweated paraffin and the like substances

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed