NL8101896A - Omhulsel voor een weergeefinrichting met vlak paneel. - Google Patents

Description

V

t fe VO 1089

Titel : Omhulsel voor een weergeef inrichting met vlak paneel.

De uitvinding heeft in het algemeen "betrekking op een weergeef-inrichting met vlak paneel en meer in het bijzonder op een evacueerbaar omhulsel voor een dergelijke inrichting.

Het Amerikaanse octrooischrift U.1^5«633 beschrijft een weer-5 geef inrichting met vlak paneel, waarbij het omhulsel is voorzien van een frontplaat en een grondplaat, die door zijwanden evenwijdig aan elkaar op een afstand van elkaar worden gehouden. Een aantal steunwanden- verdeelt het omhulsel in een aantal kanalen en ondersteunt de frontplaat en de grondplaat tegen samenklappen door de atmosferische druk. De front-10 plaat ondersteunt een weergeefscherm, dat wanneer dit door elektronen wordt getroffen, een visueel uitgangssignaal levert. Wanneer een kleur-weergave gewenst is zijn langs de frontplaat schaduwmaskersecties opgesteld. De grondplaat ondersteunt de bundel geleidingsstelsels en andere componenten, die nodig zijn voor het verschaffen van de visuele 15 weergave.

De weergeefinrichting is een kathode-luminescente weergeefinrich-ting en moet derhalve voor een juiste werking luchtledig worden gemaakt. De zijwanden moeten derhalve permanent en hermetisch aan de frontplaat en de grondplaat zijn bevestigd. Meer in het bijzonder bestaan de front-20 plaat, de grondplaat en de zijwanden uit glas en derhalve vindt de her-metische afdichting plaats door de zijwanden aan de frontplaat en de grondplaat te fritten. De fritafdichtingen zijn permanent en derhalve moeten de inwendige componenten tijdens het fritten in het omhulsel aanwezig zijn, hetgeen tot een aantal ernstige problemen leidt. Voor het 25 fritten is het nodig, dat de inwendige componenten aan een hoge temperatuur en aan blootstelling aan de lucht worden onderworpen. De bundel-geleidingsroosters en de schaduwmaskersecties bestaan meer in het bijzonder uit dunne, metallische onderdelen en corroderen derhalve en trekken dikwijls krom, hetgeen leidt tot een hoog uitschotpercentage. Boven-30 dien wordt bij evacuatie het omhulsel door de atmosferische druk aan een hoge deformatiekracht onderworpen. Omdat de frontplaat uit glas moet bestaan en de grondplaat en zijwanden meer in het bijzonder uit glas worden vervaardigd, moet de deformatie minimaal zijn om het optreden van scheuren te voorkomen. De steunwanden en zijwanden moeten der-35 halve zodanig worden gedimensioneerd, dat de deformatie van de grond- 8101896 % · m - 2 - plaat en de frontplaat binnen toelaatbare grenzen liggen. De steun- en zijwanden kunnen met de vereiste toleranties worden uitgevoerd onder gebruik van kostbare bestaande methoden, doch desalniettemin doen zich moeilijkheden voor. De fritcyclus wijzigt de afmetingen van de zijwan-5 den op een.onvoorspelbare wijze, zodat, zelfs wanneer de vereiste toleranties bij het vervaardigen van de zijwanden en steunwanden worden onderhouden,’het fritten dikwijls veroorzaakt, dat de zijwanden buiten de toelaatbare toleranties vallen. Wanneer derhalve een gemonteerd omhulsel luchtledig wordt gepompt, kan dit onvoorspelbare verschil ertoe 10 leiden, dat $f de grondplaat of de frontplaat scheuren.

De uitvinding beoogt te voorzien in een omhulsel voor een weergeef inrichting met vlak paneel, waarbij zich deze moeilijkheden niet voordoen.

Daartoe voorziet de uitvinding in een weer geef inrichting met 15 vlak paneel, voorzien van een grondplaat en een frontplaat, die in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van elkaar opgesteld worden gehouden door een aantal zijwanden met een eerste voorafbepaalde afmeting. Een aantal steunwanden met een tweede voorafbepaalde afmeting strekt zich tussen de grondplaat en de frontplaat uit om het omhulsel in een aantal kanalen 20 te verdelen en'het omhulsel tegen de atmosferische druk te ondersteunen. Een buigzame afdichting voor het koppelen van de grondplaat, de frontplaat en de zijwanden omvat continue onderdelen, welke een zodanige configuratlè’'hébben, ” dat zij zich om de 'omtrek van het omhulsel uitstrekken. De continue onderdelen zijn zodanig gedimensioneerd, dat zij 25 zich naar buiten voorbij de buitenzijde van de zijwanden uitstrekken teneinde twee afdichtbare randen te vormen, die elkaar langs een hermetisch afdichtbare naad ontmoeten teneinde tussen de continue onderdelen een ruimte te vormen. De ruimte varieert overeenkomstig het verschil tussen de voorafbepaalde afmetingen van de zijwanden en steunwanden ter 30 compensatie van een dergelijk verschil.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een Vereenvoudigd, perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk weggebroken, van een weergeefinrichting met vlak paneel volgens de uit-35 vinding; fig. 2 een vergrote dwarsdoorsnede van een gedeelte van een voorkeur suitvoeringsvorm, waarin details van de opbouw volgens de uitvinding 8101896 * J» - 3 - zijn aangegeren; en fig. 3 een vergrote dwarsdoorsnede van een gedeelte van een voorkeursuitvoeringsvorm, voorzien van metalen zijwanden en een metalen grondplaat.

5 Fig. 1 toont een evacueerbaar omhulsel 10, voorzien van een grondplaat 11 en een frontplaat 12, die op een afstand van elkaar evenwijdig aan elkaar worden ondersteund door een aantal zijwanden 13, die zich langs de omtrek daarvan uitstrekken. Een aantal vanen lU en vaan- einden 16 vormen tezamen steunvanden 15 cm de grondplaat 11 en de 10 frontplaat 12 tegen de atmosferische druk te ondersteunen en het omhulsel 10 in een aantal zich in longitudinale richting uitstrekkende kanalen 17 te verdelen. Elk van de kanalen 17 omvat een hundelgeleidingsstelsel 18, waarlangs elektronenhundels worden voortgeplant. Wanneer een regel van de visuele weergave moet worden af gedrukt, worden de elektronen-15 bundels uit de bundelgeleidingstelsel 18 van alle kanalen 17 onttrokken. Derhalve draagt elk van de kanalen 17 bij tot elke regel van de weergave over de dwarsafmeting van het omhulsel.

Het omhulsel 10 moet luchtledig worden gepompt en derhalve moeten de zijwanden 13 hermetisch afdichtend met de grondplaat 11 en de 20 frontplaat 12 worden verbonden. Bovendien ondersteunen de steunwanden 15 de grondplaat 11 en de frontplaa-t 12 tegen samenklapping tengevolge van de kracht van de atmosferische druk wanneer het omhulsel 10 luchtledig wordt gepómpte frontplaat, en meer in het bijzonder de grondplaat, bestaan uit glas en derhalve is de toelaatbare deformatie in responsie op 25 de atmosferische druk beperkt. In verband hiermede moeten de zijwanden 13 en de steunwanden 15 worden vervaardigd met toleranties, die binnen' de defernatiegrenzen van de frontplaat zijn gelegen. Dit is mogelijk om een stuk-voor-stuk basis onder gebruik van moderne methoden. Hierbij doen zich evenwel verschillende ernstige bezwaren voor. In de eerste 30 plaats moeten de zijwanden, de vanen en de vaaneinden precies worden uitgevoerd voor een bepaald omhulsel teneinde ervoor te zorgen, dat de dimensionele variaties binnen de toelaatbare toleranties zijn gelegen en derhalve kan een massaproductie en een automatische montage niet op een economische wijze worden toegepast. D.v.z., dat een groot aantal van 35 elk van deze elementen niet afzonderlijk door massaproductie kan worden vervaardigd en op een willekeurige wijze uit een opslag kan worden afgenomen voor de montage van een omhulsel. Er doet zich een zeer ernstig 8101896 / * - k - probleem voor, zelfs wanneer de verschillende elementen voor een bepaald omhulsel worden uitgevoerd. Wanneer de zijwanden aan de grondplaat (of frontplaat) worden gefrit, ontstaan onvoorspelbare variaties, omdat de fritopbouw onder de zijwanden niet op een nauwkeurige wijze kan worden 5 geregeld. De toelaatbare dimensionele variatie kan derhalve worden overschreden, zelfs wanneer alle elementen zorgvuldig voor een bepaald omhulsel zijn uitgevoerd. Deze moeilijkheden kunnen worden overwonnen door gebruik te maken van een flexibele afdichting 22, welke een ruimte s omvat, waarin rekening wordt gehouden met dimensionele’verschillen tussen 10 de zijwanden en steunwanden.

Pig. 1 toont de flexibele afdichting 22 langs de frontplaat 12. Indien gewenst kan de flexibele afdichting 22 langs de grondplaat 11 zijn opgesteld. De zijwanden 13 kunnen ook in twee delen worden vervaardigd, waarbij êên deel aan de grondplaat is bevestigd, het andere deel aan de 15’ frontplaat is bevestigd en de flexibele afdichting 22 tussen de twee delen is aangebracht. Derhalve bestaat het omhulsel. 10 uit twee gedeelten, waarbij de grondplaat zich in het eerste gedeelte en de frontplaat zich in het tweede gedeelte bevindt. In sommige gevallen zijn de zijwanden aan de grondplaat bevestigd en in het eerste cmhulselgedeelte aanwezig.

20 - In andere gevallen zijn de zijwanden aan de frontplaat bevestigd en in het tweede omhulselgedeelte aanwezig. In dii gevallen, waarin de zijwanden in twee delen zijn uitgevoerd en aan zowel de grondplaat als de - --frontplaat-zijn bevestigd, zijn zij in de beide omhulselgedeelten aan- .·· wezig. Verder kan een buigzame afdichting worden gebruikt om de grond-25 plaat 11 en de frontplaat 12 met elkaar te koppelen. Onafhankelijk van de plaats is de buigzame afdichting 22 zodanig uitgevoerd, dat wordt voorzien in een ruimte langs de gehele omtrek van het omhulsel 10 teneinde de twee gedeelten van het omhulsel flexibel en hermetisch met elkaar te koppelen.

30 Zoals aangegeven in fig. 2, omvat de flexibele afdichting 22 een continu onderdeel 23, waarvan de configuratie dezelfde is als die van de orntrek van de frontplaat 12. Het buigzame onderdeel 23 strekt zich naar buiten voorbij de buitenzijde van de zijwand 13 uit over een afstand d teneinde een afdiehtbare rand 26a te vormen. Het continue onder-35 deel 23 wordt aan het binnenvlak van de frontplaat 12 gefrit of op een andere wijze daaraan permanent bevestigd, als aangegeven door de verbinding 27. Een tweede continu onderdeel 2k heeft een soortgelijke confi- 8101896 % - 5 -

S

r J

guratie als de omtrek van de frontplaat 12 en strekt zich naar buiten voorbij de buitenzijde van de zijwand 13 uit, eveneens over de afstand d, teneinde een tweede afdiehtbare rand 26b te vormen. Het onderdeel 2h is aan de zijwand 13 gefrit of op een andere wijze daaraan permanent be-5 vestigd, als aangegeven door de verbinding 28. De zijwand 13 is aan de grondplaat 11 gefrit of op een andere wijze daaraan permanent bevestigd, als aangegeven door de verbinding 29.

In fig. 2 is de hoogte van de steunwanden 15 groter dan de hoogte van de zijwand 13. De buigzame onderdelen 23 en 2h zijn derhalve van 10 elkaar gescheiden door een ruimte S. Cïadat de continue onderdelen 23 en 2h flexibel zijn kan de ruimte variëren om grote dimensionele verschillen tussen de hoogte van de zijwanden 13 en de steunwanden 15 te compenseren. Derhalve worden, wanneer twee omhulselgedeelten met elkaar moeten worden verenigd, de vaaneinden 16 op de vanen ik gecentreerd en 15 ontmoeten de twee afdiehtbare randen 26a en 26b elkaar langs een naad.

Deze naad kan worden gelast door elektronenbundellassen, ultrasoonlassen of een ander type lassen, waarbij de temperatuur van het omhulsel niet stijgt tot een niveau, waarbij de geleidingsroosters en de schaduwmasker-secties, die in het omhulsel aanwezig zijn, permanent worden beschadigd.

20 Jfadat de naald is gelast en het onhulsel luchtledig is gepompt, verandert de ruimte S wanneer de flexibele onderdelen 23 en 2k buigen teneinde het dimensionele verschil van de zijwanden en steunwanden te compenseren zonder dat de frontplaat of de grondplaat worden gedeformeerd.

Vanneer het omhulsel luchtlèdig wordt gepompt, doet de atmosferische 25 druk de buigzame afdichting 22 samenklappen en zou de afdichting 22 in het omhulsel kunnen worden getrokken. Dit wordt belet door de afïneting d van de afdichtingsverlenging voorbij de zijwanden. De afmeting d is aanmerkelijk groter dan de afstand S en bedraagt bij voorkeur tenminste tienmaal zoveel. Meer in het bijzonder zal, nadat het omhulsel luchtle-30 dig is gepompt, S bij benadering 0,075 cm bedragen en zal de afïneting d bij benadering 5,0-7,5 cm bedragen. De afstand tussen de zijwand 13 en de eerste steunwand 15 wordt zodanig gekozen, dat scheuren van de frontplaat 12 tengevolge van de invloed van de atmosferische druk op de frontplaat wordt belet.

35 Teneinde een uniforme hoogte voor alle vanen 1^, die in ëën om hulsel worden gebruikt, te verzekeren, worden de vanen meer in het bijzonder in stellen vervaardigd. Het vereiste aantal vanen wordt opeenge- 8101896 -6.--.

stapeld en aan beide randen gelijktijdig bewerkt. Op deze -wijze kunnen de stellen vanen voor verschillende omhulsels verschillen, doch zullen alle vanen voor een bepaald omhulsel hetzelfde zijn., zelfs ofschoon van massaproductiemethoden gebruik wordt gemaakt. De gaaneinden 16 en de zij-5 wanden kunnen ook worden opgestapeld, gelijktijdig worden bewerkt en als stellen worden opgeslagen. Het gebruik van de buigzame afdichting 22 maakt derhalve:·· het gebruik van een automatische montage en massaproductie mogelijk, terwijl falen, veroorzaakt door de atmosferische druk op de frontplaat, aanmerkelijk wordt gereduceerd.

10 Nadat de frontplaat en de grondplaat met elkaar zijn verenigd en - de buigzame afdichting 22 hermetisch is afgesloten, wordt hét-omhülsël luchtledig gepompt en tracht de atmosferische druk het omhulsel te laten samenklappen, waardoor de vanen en de vaaneinden worden samengedrukt, zodat de steunwanden 15 permanent tussen de frontplaat en de grondplaat 15 worden vast gehouden.

Het gebruik van een omhulsel met een buigzame afdichting brengt een aantal voordelen met zich mede. De afmetingen van de steunwanden en zijwanden kan verschillend zijn, zoals boven is beschreven. Bovendien kunnen de frontplaat 12, de zijwanden 13 en de grondplaat 11 uit ver-20 schillende materialen worden vervaardigd. In dit geval bestaat het continue afdichtonderdeel 23, dat aan de frontplaat is bevestigd, uit een materiaal, dat een uitzettingscoëfficient heeft, die dicht is gelegen ·;· -bij- aie' van "de frontplaat 12.. Het afdichtonderdeel 2^, dat aan de zijwanden 13 is bevestigd, bestaat uit een materiaal, dat een uitzettings-25 coëfficiënt heeft, die dicht is gelegen bij die van de zijwanden. Hierdoor wordt een (mechanische belasting in de fritverbindingen tot een minimum teruggebracht. De uitzettingscoëfficienten van de afdichtonderdelen 23 en 2k verschillen derhalve. Dit is toelaatbaar, omdat de afdicht onderdelen 23 en 2k buigzaam zijn en kunnen deformeren zonder dat 30 de las langs de naad 26 scheurt.

Een ander voordeel bestaat daarin, dat het mogelijk is defecten in het omhulsel te repareren. Indien derhalve na de eindmontage de vereiste bedrijfskarakteristieken niet binnen de toelaatbare toleranties liggen, kan de afdichting 22 worden geopend, kunnen de vereiste instel-35 lingen plaats vinden en kan de afdichting opnieuw worden afgesloten.

Fig. 3 toont een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij de buigzame afdichting uit een enkel continu onderdeel 23a bestaat. De frontplaat 12 8101896 - 7 - - ψ is gelijk aan die van de eerder beschreven uitvoeringsvorm en het continue onderdeel 23a is daaraan permanent bevestigd. De zijwand 13a bestaat uit een metaal, zoals koud gewalsde of roestvrij staal, en is kanaalvormig voor het verschaffen van een vastheid tegen atmosferische 5 druk. De grondplaat 11a bestaat ook uit een metaal, zoals koud gevalsd of roestvrij staal, en het binnenvlak daarvan is voorzien van een bekleding 31 van een isolatiemateriaal, zoals porcelein, voor het verschaffen van de vereiste isolatie. De steunvanden 15 zijn gelijk aan die van de eerder beschreven uitvoeringsvorm. De zijwand 13a is door 10 een las 32 hermetisch aan de grondplaat 11a bevestigd.

De frontplaat 12 en het afdichtonderdeel 23a bestaan respectievelijk uit glas en metaal en zijn door een glas-metaalafdichting 33 hermetisch met elkaar bevestigd, De afdichtbare rand, welke equivalent is aan de rand 26b van fig. 2, is integraal met de zijwand 13a en de twee 15 randen zijn door een las 3¼ hermetisch afdichtend met elkaar verbonden.

Het optreden van grote mechanische belastingen in de afdichting 33 wordt vermeden door voor de frontplaat 12a en het afdichtonderdeel 23a materialen te kiezen, die dicht bij elkaar gelegen, doch niet noodzakelijkerwijs gelijke uitzettingscoëfficienten hebben. Om deze reden zou 20 het afdichtonderdeel 23a meer in het bijzonder een uitzettingscoëfficient hebben, die aanmerkelijk verschilt van die van de zijwanden 13a. De integriteit van de las 3b wordt niet op een schadelijke wijze beïnvloed, omdat het afdichtonderdeel 23a dun en buigzaam is en derhalve deformeert zonder dat de las 3¼ scheurt.

25 De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 heeft voordelen, omdat ge bruik kan worden gemaakt van malmethoden, welke door vacuum-geïnduceer-de deformatiebelastingen sterk reduceren. De zijwanden 13 kunnen door een mal tot de benaderde vacuumbelaste positie worden gedeformeerd voordat de lassen 32 en 3^· tot stand worden gebracht. De mal wordt ver-30 wijderd na het luchtledig pompen van het omhulsel en voor het uitgloeien daarvan. De lassen worden derhalve n£ de deformatie van de gelaste delen tot stand gebracht en derhalve door een dergelijke deformatie niet mechanisch belast.

Een ander voordeel van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is, 35 dat aan de frontplaat en de grondplaat inwendige componenten kunnen worden toegevoegd, voordat de zijwanden aanwezig zijn. Hierdoor wordt het meer eenvoudig de fosforen op de frontplaat en de elektroden op de 8101896 r - 8 - grondplaat aan te ‘brengen, hetgeen toelaatbaar is, omdat het aanbrengen van de lassen 32 en 33 geen hoge temperatuur vereist.

De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 is ook van voordeel, omdat de met procelein beklede grondplaat 11a als een grote gedrukte keten kan 5 -worden behandeld. Derhalve kan een verbinding van de inwendige schakeling met een schakeling buiten het omhulsel tot stand worden gebracht onder gebruik van gegalvaniseerde, doorgaande openingen en andere bekende gedrukte-ketenmethoden.

• . . · - -··/· · ··;'· ;.·.····.· - . : ' » -· · .·. . . . .

8101896

Claims (9)

1. Omhulsel roor een weergeefinrichting met rlak paneel, voorzien van een grondplaat en een frontplaat, die in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar op een afstand van elkaar zijn opgesteld, een aantal zijwanden, die zich tussen de grondplaat en de frontplaat langs de omtrek van het 5 omhulsel uitstrekt, welke zijwanden een eerste voorafbepaalde afmeting bezitten,, en een aantal steunwanden, die zich tussen de grondplaat en de frontplaat uitstrekken om het omhulsel in een aantal kanalen te verdelen en de grondplaat en de frontplaat tegen atmosferische druk te ondersteunen met het kenmerk, dat de steunwanden (15) een tweede, vooraf-10 bepaalde afmeting hebben, die groter is dan de eerste voorafbepaalde afmeting, en het omhulsel (10) verder is voorzien van een buigzame afdichting (22) om de grondplaat (.11), de frontplaat (12) en de zijwanden (13) hermetisch en buigzaam met elkaar te koppelen, welke afdichting (22) is voorzien van tenminste êên continu onderdeel (23) met een zoda-15 nige configuratie, dat dit onderdeel zich langs de cmtrek van het omhulsel (10) uitstrekt voor het vormen van een eerste afdichtbare rand (26a), organen (2i+) om een tweede afdichtbare rand (26b) te vormen, waarvan de configuratie in hoofdzaak gelijk is aan die van de eerste afdichtbare rand (26a), waarbij de randen (26a en 26b) elkaar langs een afdicht-2G bare naad ontmoeten en een ruimte (5) vormen, welke ruimte (5) kan va-riëren voor het compenseren van het verschil tussen de eerste en tweede voorafbepaalde afmetingen, zodat de buigzame afdichting (22) de grondplaat (11), de frontplaat (12) en de zijwanden (13) zodanig koppelt, dat de steunwanden (15) tussen de grondplaat (11) en de frontplaat (12) worden 25 vastgehouden wanneer het omhulsel (10) luchtledig wordt gepompt.

2. Omhulsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afdichting (22) is voorzien van een eerste continu onderdeel (23)s dat aan de frontplaat (12) is bevestigd en waarvan de configuratie zodanig is, dat dit onderdeel zich langs de omtrek van het omhulsel (10) uitstrekt en waar-30 van de dimensies zodanig zijn, dat het onderdeel zich naar buiten (voorbij de buitenzijde van de zijwand (13) uitstrekt voor het vormen van de eerste afdichtbare rand (26a), een tweede continu onderdeel (2b), dat aan de zijwanden (13) is bevestigd en een zodanige configuratie heeft, dat dit onderdeel zich langs de omtrek van het omhulsel (10) uitstrekt, van 35 welk onderdeel de dimensies zodanig zijn, dat het onderdeel zich naar 8101896 — 10·» "buiten (voorbij de buitenzijde van de zijwanden) uitstrekt voor bet vormen van de tweede afdichtbare rand (26b), waarbij de randen (26a en 26b) elkaar langs een afdichtbare naad ontmoeten.

3. ' Omhulsel volgens conclusie 2 met het kenmerk,, dat de eerste 5 en tweede continue onderdelen (23 en 24) uit een buigzaam metaal bestaan.

4. Omhulsel volgens conclusie 3 met het kenmerk,, dat de frontplaat (12.) en de zijwanden (13) verschillende uitzettingscoëfficienten hebben en het eerste continue onderdeel (23) een uitzettingscoëfficient heeft, . 10. dat is gelegen bij die van de frontplaat (12), en het tweede continue onderdeel een uitzettingscoëfficient heeft, welke is gelegen bij die van de zijwanden (13).

5. Omhulsel volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de naar buiten stekende afmeting van de continue onderdelen (23 en 24) tenminste tien- 15 -maal groter is dan die van de ruimte (5).

6. Omhulsel volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de ruimte (5) zich bij de frontplaat (12) bevindt.

7. Omhulsel volgens conclusie 1 met. het kenmerk, dat de organen voor het vormen van een tweede afdichtbare rand integraal zijn met de 20 genoemde zijwand (13a).

8. Omhulsel volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat het continue onderdeel (23a) aan de frontplaat (12) is bevestigd en de zijwanden (13a) ,. en de grondplaat (11a) uit metaal bestaan.

9. Oomhulsel volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat het continue 25 onderdeel (23a) een. uitzettingscoëfficient heeft, welke dicht is gelegen bij die van de frontplaat (12). 8101896