NL8101738A

NL8101738A - Instrument voor het terughalen van teruggetrokken draden van binnen de uterus geplaatste contraceptische middelen.

Info

Publication number: NL8101738A
Application number: NL8101738A
Authority: NL
Original assignee: Myometricon Ab
Priority date: 1980-04-09
Filing date: 1981-04-08
Publication date: 1981-11-02
Also published as: JPS56158652A; DK157330C; NL180907B; NL180907C; SE417274B; US4372302A; FI64050C; FI811084L; NO151138C; JPS5745583B2; FR2480111A1; GB2073025B; CA1154642A; FI64050B; FR2480111B1; NO151138B; DK159381A; DK157330B; GB2073025A; IN154621B

Description

' ft» Λ - N.O. 30 010 - 1 -

Instrument voor het terughalen van teruggetrokken draden van binnen de uterus geplaatste contracentische middelen.

x

De uitvinding heeft betrekking op een instrument voor het terughalen van teruggetrokken draden van binnen de uterus geplaatste contraceptische middelen.

Ier voorkoming van zwangerschap gebruiken vele vruchtbare 5 vrouwen tegenwoordig binnen de uterus geplaatste middelen (IUD), die zijn voorzien van draden die naar buiten hangen door de cervix, zodat de dokter of de verpleegster bij controle in staat is te zien dat de IUD nog op zijn plaats is. Tele vrouwen controleren ook regelmatig zelf of de draden en dus de IUD nog op zijn juiste plaats is 10 na elke menstruatie. Het gebeurt echter vaak dat de draden niet kunnen worden gezien of gevoeld bij een controle wat een gevolg kan zijn van het verlies van de IUD, perforatie daardoor van de baarmoederwand of het terugtrekken van de draden in de baarmoederholte.

Dit laatste kan het gevolg zijn van een vergroting van de baarmoeder 15 door zwangerschap of myoma, maar meestal heeft het terugtrekken van de draden zonder duidelijke oorzaak plaats.

. Door het sonderen van de baarmoederholte kan men soms de aanwezigheid van een IUD controleren, zelfs als de draden niet zichtbaar zijn. Ben andere wijze van controleren van de juiste stand van 20 een IUD is met behulp van röntgenstralen of een ultrasoon onderzoek.

De nadelen van deze werkwijzen zijn dat een röntgenstraalonderzoek een bepaalde hoewel kleine dosis ioniserende straling met zich brengt en dat een ultrasonische onderzoek gecompliceerd en tijdrovend is. Bovendien, zelfs als de IUD is gevonden, blijft de vraag op welke 25 wijze het uit de baarmoeder moet worden verwijderd. Het achterlaten van de IUD met teruggetrokken draden maakt vele vrouwen onzeker en bezorgd, omdat zij niet kunnen controleren of de IUD op zijn plaats is.

Ben wijze van het terughalen van de draden heeft plaats 30 door middel van een chirurgische tang, welke werkwijze een vergroting van de servix met zich kan brengen onder lokale of algemene anesthesie. Deze werkwijze brengt ook hoge kosten met zich (Evans, Obstet. Gynec. 1974:44, 155)·

Een vroegere publikatie beschrijft het gebruik van een 35 schroeflijnvormig kunststofinstrument voor het terugvinden van IUD-draden (Husemeier and Gordon, Lancet 14 april 1979» blz. 807).

81 01738 ψ - 2 -

Dit instrument heeft de vorm van een vlakke flexibele schroef die na wassen van de vagina en de cervix kan worden gebracht in de baarmoederholte door het cervixkanaal, gedurende rotatie linksom. Binnen de baarmoeder wordt het instrument over.8 tot m 5 10 volledige wentelingen geroteerd, waardoor de draden om het /stru- ment kunnen worden gewikkeld. Deze draden kunnen dan naar buiten worden gebracht door de cervix en de IÏÏD kan direkt worden uitgetrokken of door de draden met een chirurgische tang te grijpen.

, Bij praktisch gebruik bleek dit schroeflijnvormige instru-10 ment een aantal nadelen te bezitten. Het deel van het instrument dat door de cervix moet worden binnengebracht is groot en heeft scherpe randen die veel pijn kunnen veroorzaken. Bovendien werkt het in een groot aantal gevallen niet bevredigend voor het terughalen van draden. In'feite was dit instrument aanvankelijk ontwikkeld met als 15 doel endometriale curettage, en niet voor het terughalen van teruggetrokken IÏÏD-draden.

Met de uitvinding worden de nadelen van het bekende instrument vermeden# De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een instrument voor het terughalen van teruggetrokken draden van 20 ITJD-'s en is gekenmerkt door een betrekkelijk stijve handgreep verbonden met een boogvormig gekromd van de handgreep afliggend deel dat een ronde dwarsdoorsnede bezit, flexibel is, en aan zijn concave vlak is voorzien van een aantal inkepingen die op onderlinge afstand van elkaar liggen langs het gebogen van de handgreep aflig-25 gende deel, welke inkepingen moeten worden gebruikt voor het grijpen van de draden bij het inbrengen en draaien van het instrument in de baarmoeder.

De dwarsdoorsnede van de handgreep kan elke vorm bezitten maar is bij voorkeur rechthoekig om een goede greep te verzekeren.

30 Het van de handgreep af liggende deel, dat is verbonden met de handgreep heeft ten opzichte van de handgreep bij voorkeur een kleinere dwarsdoorsnede, die bij voorkeur cirkelvormig of ovaal is. Het van de handgreep afliggende deel is verder betrekkelijk flexibel, terwijl de handgreep meer stijf is. Het feit dat het van de handgreep aflig-35 gende deel bpogvormig is gekromd is een belangrijk kenmerk, omdat daardoor het instrument makkelijker kan worden aangepast aan de natuurlijke elasticiteit van de wand van de baarmoeder.

De inkepingen op het concave oppervlak van het van de handgreep af liggende deel kunnen zijn gevormd door insnijdingen naar 40 binnen en naar voren in de richting van het inbrengen van het instru- 8101738

* τ* -V

' - 3 - ment. Daardoor worden inkepingen gevormd die niet uitsteken buiten de omtrek van het van de handgreep afliggende deel. De inkepingen zijn bij voorkeur axiaal verplaatst aangebracht rondom de omtrek van het van de handgreep afliggende deel.

5 Het heeft de voorkeur dat de inkepingen van het concave op pervlak van het van de handgreep afliggende deel een scherpe hoek insluiten, waarbij de top van de hoek in de inbrengrichting van het instrument ligt, d.w.z. de inkepingen hebben een voorvlak ten opzichte van het inbrengeinde dat naar beneden is gericht welk opper-10 vlak naar binnen verloopt naar de langshartlijn van het van de handgreep afliggende deei en naar voren in de inbrengrichting van het instrument, en een achteroppervlak dat samenkomt met het vooropper-vlak onder een scherpe hoek. Daardoor wordt een goede greep van de draden verkregen als het instrument in de baarmoeder wordt gebracht.

15 ' De top van het instrument is bij voorkeur afgerond. Het instrument kan worden vervaardigd uit elk type materiaal, maar bij voorkeur is het vervaardigd uit medisch aanvaardbaar kunststof materiaal, dat goedkoop is en gesteriliseerd kan worden. Indien gewenst kan het instrument worden versterkt door het inbedden van een 20 metalen draad langs zijn lengte en in de voorste inkeping. Deze inkeping kan zijn uitgevoerd als een haak voor het grijpen van de IÏÏD zelf. Het instrument wordt het beste vervaardigd voor éénmalig gebruik en wordt bij voorkeur verschaft in een weggooiverpakking.

De uitvinding wordt hierna aan de hand van een tekening in 25 detail beschreven.

Fig. 1 toont een instrument in doorsnede en in natuurlijke afmeting.

3Pig. 2 toont in perspectief het einde van het van de handgreep afliggende deel van het instrument in fig. 1.

50 3?ig. 3 toont schematisch een vooraanzicht van het instrument als het geplaatst is in de baarmoederholte (schematisch weergegeven in natuurlijke afmeting in doorsnede).

Het instrument volgens fig. 1 is in natuurlijke afmeting weergegeven en bestaat uit een handgreep 1,die een hoekige dwarsdoor-35 snede heeft om een veilige greep mogelijk te maken. De handgreep 1 is betrefckelijk stijf. Aan de handgreep 1 is een boogvormig gekromd in dwarsdoorsnede cirkelvormig flexibel van de handgreep afliggend einddeel 2 bevestigd, dat een aantal inkepingen met scherpe hoeken 3, 4» 5 aan zijn concave vlak bezit. Het van de handgreep afliggende 40 deel 2 heeft een kleinere dwarsdoorsnede dan de handgreep 1. Boven- 8101738 * • . ΐ·' * — 4 " dien is het vergeleken met dit van de handgreep afliggende deel betrekkelijk flexibel. Als weergegeven in de tekening zijn de inkepingen 3 tot 5 geplaatst in het concave vlak van het van de handgreep afliggende deel.

5 De inkepingen 3>4> 5 zijn axiaal en in lengsrichting verspreid aangebracht om de omtrek van het van de handgreep afliggende deel, dat verder een afgeronde top bezit. De voorste inkeping 3 is geplaatst nabij de top van het instrument en het insnij oppervlak ervan komt overeen met de maximale concaviteit van het instrument. Hier-10 door kan men zelfs draden bereiken die aanwezig zijn in de volledige diepte van de baarmoederholte.

Fig. 2 toont het voorste deel van het van de handgreep afliggende einde in detail en op grotere schaal, waarbij de verwij-zingscijfers dezelfde betekenis hebben als in fig. 1.

15 Fig. 3 toont het gebruik van het instrument volgens de uit vinding. Na sterilisatie van de vagina en de cervix door wassen wordt het instrument ingebracht door het cervicale kanaal in de baarmoederholte 8, waar een IÏÏD 9 aanwezig is. Omdat het van de handgreep afliggende deel van het instrument boogvormig is gekromd 20 kan men door enig draaien van het gebogen van de handgreep afliggende deel dit aanpassen aan de gebogen wand van de baarmoeder.

Door langzaam het instrument uit de baarmoeder te trekken en tegelijkertijd het concave vlak van het gebogen van de handgreep afliggende einde van het instrument tegen de wand van de baarmoeder-25 holte te drukken grijpen de inkepingen de teruggetrokken IUD-draden 10, waardoor de draden gemakkelijk naar beneden worden gebracht door het cervicale kanaal in de vagina. Daar kunnen' de draden wor- den gezien of worden gevoeld en aldus kan de juiste stand van de IÏÏD worden gecontroleerd. Indien gewenst kan de IÏÏD daarna uit de 30 baarmoeder worden verwijderd door trekken aan de draden.

- conclusies - 8101738

Claims

1. Instrument voor terughalen van teruggetrokken draden van binnen de uterus geplaatste contraceptische middelen, gekenmerkt door een betrekkelijk stijve handgreep (1) en een boogvormig gekromd van de handgreep afliggend einddeel (2), dat daarme-5 de is verbonden, welk einddeel (2) een afgeronde dwarsdoorsnede heeft, flexibel is, en op zijn concave oppervlak is voorzien van een aantal inkepingen liggend op onderlinge afstanden langs het gebogen van de handgreep afliggende deel (3,4»5)> welke inkepingen worden gebruikt voor het grijpen van de draden bij het inbrengen 10 en draaien van het instrument in de baarmoeder.

2. Instrument volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de 'inkepingen (3j4»5) een scherpe hoek bezitten met de top van de hoek in de richting van het inbrengen van het instrument. 15

3· Instrument volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de inkepingen (3,4,5) verder onderling onder een hoek zijn geplaatst ten opzichte van de langshartlijn van het gebogen van de handgreep afliggende einde (2).

4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat het van de handgreep afliggende einde (2) een afgeronde top (6) heeft. 8101738