NL8101519A - Volumineus garen met continue elementairdraden en met gemeleerde kleurpunten. - Google Patents

Volumineus garen met continue elementairdraden en met gemeleerde kleurpunten. Download PDF

Info

Publication number
NL8101519A
NL8101519A NL8101519A NL8101519A NL8101519A NL 8101519 A NL8101519 A NL 8101519A NL 8101519 A NL8101519 A NL 8101519A NL 8101519 A NL8101519 A NL 8101519A NL 8101519 A NL8101519 A NL 8101519A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
yarn
yarns
filaments
dyed
feed
Prior art date
Application number
NL8101519A
Other languages
English (en)
Other versions
NL188588B (nl
NL188588C (nl
Original Assignee
Du Pont
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Du Pont filed Critical Du Pont
Publication of NL8101519A publication Critical patent/NL8101519A/nl
Publication of NL188588B publication Critical patent/NL188588B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL188588C publication Critical patent/NL188588C/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D02YARNS; MECHANICAL FINISHING OF YARNS OR ROPES; WARPING OR BEAMING
    • D02GCRIMPING OR CURLING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, OR YARNS; YARNS OR THREADS
    • D02G3/00Yarns or threads, e.g. fancy yarns; Processes or apparatus for the production thereof, not otherwise provided for
    • D02G3/44Yarns or threads characterised by the purpose for which they are designed
    • D02G3/444Yarns or threads for use in sports applications
    • DTEXTILES; PAPER
    • D02YARNS; MECHANICAL FINISHING OF YARNS OR ROPES; WARPING OR BEAMING
    • D02GCRIMPING OR CURLING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, OR YARNS; YARNS OR THREADS
    • D02G3/00Yarns or threads, e.g. fancy yarns; Processes or apparatus for the production thereof, not otherwise provided for
    • D02G3/22Yarns or threads characterised by constructional features, e.g. blending, filament/fibre
    • D02G3/34Yarns or threads having slubs, knops, spirals, loops, tufts, or other irregular or decorative effects, i.e. effect yarns
    • D02G3/346Yarns or threads having slubs, knops, spirals, loops, tufts, or other irregular or decorative effects, i.e. effect yarns with coloured effects, i.e. by differential dyeing process
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S57/00Textiles: spinning, twisting, and twining
    • Y10S57/908Jet interlaced or intermingled

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)

Description

i Ν.0. 29.896
Volumineus garen met continue elementairdraden en met gemêleerde kleurpunten.
De uitvinding heeft betrekking op een volumineus synthetisch garen met continue elementairdraden (BCF) dat differentieel geverfd is of kan worden voor het vervaardigen van een nieuw gemêleerd uiterlijk. Het gemêleerde uiterlijk omvat versterkte kleine afzonderlijke punten van af-5 zonderlijke kleuren, dat wil zeggen kleurpunten, die willekeurig zijn verdeeld over en door een matrix van contrasterende kleur of kleuren.
De uitvinding omvat niet alleen aanverfbare en geverfde garens maar ook voorwerpen vervaardigd daaruit en een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke garens door onderlinge vermenging van een eerste BCF-ga-10 rencomponent, die in hoofdzaak vrij is van verwarring van de elemen-tairdraadjes, met een tweede BCF-garencomponent, die periodieke gebieden met sterke verwarring van de elementairdraadjes bezit, welke verwarring blijft in het gecombineerde garen. (BCF = Bulk Continuous Filament).
15 Gemêleerde BCF-garens kunnen op verschillende wijze worden ver vaardigd uit differentieel aanverfbare of geverfde BCF-componentgarens, voor het verschaffen van een groot aantal gemêleerde uiterlijkheden die zich in garens kunnen uitstrekken van een zeer sterke mêlering met betrekkelijk lange willekeurige lengten met afzonderlijke kleur (ver-20 krijgbaar met een beperkte hoeveelheid garen tot garenvermenging van elementairdraadjes tussen de componmenten) tot een zeer fijne mêlering (met een hoge mate van verwarring van de elementairdraadjes van garen tot garen tussen de componenten).
Het Amerikaanse octrooischrift 4.059.873 noemt deze verschillende 25 bekende werkwijzen en beschrijft ook een werkwijze voor het vervaardigen van een BCF-gemêleerd garen met een gemengde mate van mêlering omvattende niet alleen de kleuren van de componentgarens maar ook verschillende mengsels van dergelijke kleuren, waarbij de gebieden van deze verschillende kleuren willekeurig zijn vermengd langs het gemêleerde 30 garen, waardoor een pool materiaal vervaardigd daaruit het uiterlijk heeft van afzonderlijke kleurpunten, die de componentgarenkleuren zijn, verdeeld in een gemêleerde achtergrond die de kleurpunten dempt en bestaat uit verschillende kleuren die naar voren komen uit een verschillende mate van menging van de componentgarens, die het gemêleerde garen 35 vormen. Bij een dergelijk gemêleerd garen zijn de elementairdraadjes van de componenten van garen tot garen willekeurig vermengd voor het vormen van gemengde garen tot garen gebieden van willekeurige lengte 81015 19 4τ * 2 van genoemde elementairdraadjes willekeurig verdeeld tussen niet gemengde garen tot garen gebieden van willekeurige lengte. De gemengde gebieden houden de componentgarens samen voor het vormen van de gemêleerde garens. Dergelijke garens kunnen worden verwerkt tot pool-5 materialen die in hoofdzaak vrij zijn van zichtbare vegen en strepen en die zijn gekenmerkt door afzonderlijke kleuren van de componentgarens die zichtbaar zijn maar wat hun uiterlijk betreft gedempt zijn. Om dit resultaat te verkrijgen moeten alle componentgarens in hoofdzaak vrij zijn van verwarring van de elementairdraadjes bij het onderwerpen ervan 10 aan het onderling verwarren. Meer krachtige mêleer-effecten met grotere gebieden van afzonderlijke kleur kunnen worden verkregen onder gebruikmaking van een overeenkomstige werkwijze waarbij echter de componentgarens een verwarring van de elementairdraadjes bezitten die normaal is voor in de handel verkrijgbaar BCF-garen welke onderlinge verwarring 15 het onderling vermengen van elementairdraadjes van garen tot garen beperkt als zij worden gecombineerd.
Als gevolg van de sterke populariteit van BCF gemêleerde garens op de markt van getufte tapijten, gaan ontwerpers van tapijten verder naar het vinden van garens die opmerkelijke nieuwe mêleer-effecten verschaf-20 fen; het vervaardigen van aanvaardbare nieuwe garens blijft echter moeilijk als gevolg van de noodzakelijkheid van het combineren van de componentgarens in een voldoende willekeurige maar consequente mate voor het verkrijgen van een zich onderscheidend en gewenst gemengd garen dat niet gevoelig is voor het vormen van te verwerpen richtings- en 25 patroonvorming zoals vegen en strepen in het gerede voorwerp.
Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
Fig. 1 toont schematisch een aanzicht van een inrichting voor het 30 uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont op groter schaal op vereenvoudigde wijze in perspectief mondstukken voor het verwarren en onderling vermengen van garens opgenomen in een geluidwerende omsluiting.
Het produkt volgens de uitvinding is een gemêleerd aanverfbaar of 35 gemêleerd synthetisch gecombineerd garen bestaande uit een eerste garen in de vorm van een betrekkelijk losse matrix van gekroesde elementairdraadjes die willekeurig onderling zijn vermengd met delen van ten minste een tweede garen, dat gedifferentieerd aanverfbaar of gedifferentieerd geverfd is ten opzichte van een eerste garen en dat frequente 40 periodieke korte betrekkelijk compacte verdikte delen bezit met een 81015 19 ï 9 3 sterke vermenging van de elementairdraadjes over de gehele bundel elementairdraadjes van het tweede garen, welke verdikte delen in hoofdzaak vrij zijn van onderlinge vermenging met elementairdraadjes van het eerste garen, welke verdikte delen over de lengte van het tweede garen 5 zijn gescheiden door meer volumineuze betrekkelijk open gebieden van dezelfde gekroesde elementairdraadjes die willekeurig onderling zijn vermengd met elementairdraadjes van het eerste garen voor het verschaffen van een samenhangend gecombineerd garen.
Verdere onderscheidende effecten in het uiterlijk en kunnen wor-10 den verkregen als de elementairdraadjes in het gecombineerde garen van hetzij het eerste hetzij het tweede garen langer zijn dan de elementairdraadjes van de andere garens. Bijvoorbeeld wordt als de langere elementairdraadjes aanwezig zijn in de tweede garencomponent met kleur-punten, de extra lengte opgenomen door omgekrulde delen en lussen die 15 willekeurig zijn verdeeld over het oppervlak van het gecombineerde garen. De lussen kunnen hetzij verdikt of gebogen zijn afhankelijk van het lengteverschil en de onderlinge vermengingsomstandigheden. Als de lange elementairdraadjes aanwezig zijn in het eerste matrixgaren verzamelt extra lengte zich in oppervlaklussen van elementairdraadjes van 20 het matrixgaren, als beschreven bijvoorbeeld in het Amerikaanse oc-trooischrift 4.222.223. Bijzonder onderscheidende en bruikbare produk-ten worden verkregen als de elemenairdraadjes van het ene garen langer zijn dan de elementairdraadjes van het andere garen binnen een gebied van 15 tot 45%, en bij voorkeur 20 tot 30%.
25 De uitvinding omvat ook een werkwijze voor het vervaardigen van gemêleerd aanverfbaar of gemêleerd geverfd garen door toevoeren van een aantal in hoofdzaak vrij van twist zijnde, differentieel aanverfbare of differentieel geverfde, volumineus gemaakte garens met continue elementairdraadjes onder een voortbewegingsspanning en een naast elkaar lig-30 gend verband in een mondstukzone voor het onderling vermengen, waarbij met behulp van het mondstuk het vermengen van de elementairdraadjes van de garens willekeurig plaatsvindt van garen tot garen en het afvoeren van een samenhangend gecombineerd garen uit deze zone met een snelheid die 4 tot 30% kleiner is dan de toevoersnelheid van de componentgarens 35 naar de zone, waarbij êën garen van genoemd aantal een eerste garen is, dat in hoofdzaak vrij is van verwarring van de elementairdraadjes, waarbij de verbetering omvat het toevoeren als ander garen van genoemd aantal garens een tweede garen dat differentiaal aanverfbaar of differentiaal geverfd is ten opzichte van genoemde eerste garen, en waarbij 40 een periodieke verwarring van de elementairdraadjes aanwezig is be- 81015 19 9 * 1 ' 4 staande uit in hoofdzaak frequente korte betrekkelijk compacte verdikte gebieden met sterke verwarring over zijn gehele bundel elementairdraad-jes gescheiden langs het tweede garen door meer volumineuze gebieden van elementairdraadjes die betrekkelijk vrij zijn van verwarring, bij 5 voorkeur met een gemiddelde afstand tussen genoemde compacte verdichte gebieden liggende in het gebied van ongeveer 1,27 tot 10,16 cm.
Als de toevoersnelhéid van genoemde eerste en tweede garens niet gelijk zijn kan overtoevoer van de snelste van de twee tot 45% hoger zijn dan die voor de langzaamste van de twee. Om een gewenste mate van 10 onderlinge vermenging van de elementairdraadjes tussen de garens bij de werkwijze volgens de uitvinding te verschaffen moet het gecombineerde garen uit de onderlinge verwarringszone worden afgevoerd met een snelheid die 4 tot 30% kleiner is dan de toevoersnelheden van de garens in deze zone. Zolang echter de langzame (of net naar het geval de lang-15 zaamste) van de garencomponenten binnen dit gebied van 4 tot 30% wordt overtoegevoerd kunnen de andere componenten in een hogere mate worden overtoegevoerd in het bijzonder 15 tot 45% hoger en bij voorkeur 20 tot 30% hoger. Deze differentiële overtoevoer resulteert natuurlijk in een gecombineerd garen met een overeenkomstig verschil van lengten van de 20 elementairdraadjes in de componentgarens.
Als hierboven toegepast wordt het percentage overtoevoer in de vermengingszone berekend als het verschil tussen de toevoerrolsnelheid min de afvoerrolsnelheid, dat wil zeggen oppervlaksnelheden, gedeeld door de afvoerrolsnelheid en vermenigvuldigd met 100. Verschillen in 25 percentage overtoevoer worden berekend door de laagste overtoevoer van de hoogste overtoevoer af te trekken.
De periodieke verwarring van de elementairdraadjes, vereist bij de tweede garens met kleurpunt volgens de uitvinding, verschaft het nieuwe en zich onderscheidende gemêleerde uiterlijk volgens de uitvinding sa-30 men met een geschikte samenhang van het gecombineerde garen en met het vrij zijn van voorkeursrichting bij geverfde text!elvoorwerpen, die daarvan zijn vervaardigd. De periodieke verwarring (verwarring wordt gewoonlijk vervlechting genoemd bij compacte niet volumineuze garens) en werkwijzen voor het vervaardigen ervan zijn beschreven in het Ameri-35 kaanse octrooischrift 3.110.151 kolom 9, regel 57 tot kolom 10, regel 38. De spanning op het volumineuze vrij van verwaaring zijnde garen terwijl dit wordt onderworpen aan de periodieke verwarring is bij voorkeur minder dan 0,1 g per denier. In het geval van gekoppelde verwarring en vermenging bij de werkwijze als weergegeven in fig. 1 is de spanning 40 op het garen gedurende het periodiek verwarren in de eerste plaats het 81015 19 + i 5 resultaat van de trekkracht van de tweede mondstukinrichting, als gevolg van zijn naar voren gerichte werking veroorzaakt door de poort die de toegang naar het garenkanaal gedeeltelijk blokkeert.
Het behulp van een straalmondstuk volumineus gemaakt BCF-garen 5 heeft gewoonlijk een bepaalde mate van samenhang als gevolg van het onderling vermengen van de elementairdraadjes, maar dit onderling vermengen is gewoonlijk slechts over een deel van de elementairdraadjes op elke plaats langs het garen, en zelden tussen alle elementairdraadjes op een gegeven plaats. Daarom kunnen, als twee of meer garens met ver-10 schillende aanverfbaarheid worden behandeld volgens het Amerikaanse oc-trooischrift 4.059.873 zelfs zonder het verwijderen van de samenhang de bundels elementairdraadjes in een bepaalde mate openen zodat de elementairdraadjes van de verschillende typen kunnen vermengen, maar het grootste deel van het garen verschijnt als afzonderlijke kleuren 15 (krachtige mêlering). Als de samenhang wordt opgeheven door het spannen van de componentgarens voor de behandeling met het mondstuk, kunnen de elementairdraden openen en zich meer frequent vermengen zodat er een kleiner aantal zones is van uniforme kleur en meer gemengde zones. Bijvoorbeeld bezit een gecombineerd geel en blauw garen een aantal gele of 20 blauwe zones maar ook gemengde zones die verschillende tinten groen vertonen. In Amerikaans octrooischrift 4.059.873 worden de punten met individuele kleur of vlammen beschreven en bezitten een gemiddelde lengte van 3,9 tot 16,5 cm.
Bij het vervaardigen van garens volgens de uitvinding moet van de 25 kleurpunteinden eerst de cohesie worden verwijderd door spannen, dan worden zij afzonderlijk vervlochten voor het verschaffen van samenhangende verdikkingen van de hele bundel die zich herhalen met tussenpozen van ongeveer 1,3 tot 10,2 cm van midden tot midden, en meer in het bijzonder van 1,3 tot 6,4 cm. Bij gegeven garenssnelheid kan de 30 frequentie van de verdikkingen worden geregeld door de mediumdruk toegevoerd aan het verwarringsmondstuk; verhogen van de druk verhoogt de frequentie van de verdikkingen wat de afstand tussen de verdikkingen verlaagt. Onderlinge afstanden van verdikkingen (gemiddelde afstand over het geheel bepaald door de uit elkaar trekproef) groter dan 6,4 cm 35 hebben de neiging een overmatige vermenging mogelijk te maken tussen de matrix en de kleurpuntgarens wat kan resulteren in overmatig lange aanwezigheid van een bepaalde kleur garen wat aanleiding kan geven tot streepvorming en richtingsvoorkeur, bijvoorbeeld in poolmaterialen. Bij onderlinge afstanden kleiner dan 6,4 cm gemiddelde verdikkingsafstand 40 worden de kleurpunten duidelijker en meer opvallend in textielmateria- 81015 19 4 6 len als de gemiddelde afstand afneemt. Als gevolg daarvan heeft geen vermenging plaats bij deze verdikkingen omdat zij het niet toestaan dat de elementairdraden openen gedurende de daaropvolgende behandeling met een mondstuk. Tussen de verdikkingen zijn er echter korte gebieden die 5 in voldoende mate kunnen openen om een mate van onderlinge vermenging toe te laten met elementairdraadjes van het niet-samenhangende eerste garen van de matrix in voldoende mate om mechanische samenhang te geven tussen de garens maar niet voldoende om veel vermenging van kleuren te vertonen. Gedurende de behandeling met een mondstuk kan het matrixgaren 10 zich delen en volledig verwarren om de kleurpuntdraad of -draden, wat in bepaalde gevallen aan de garens het uiterlijk van een valse twist geeft om elkaar en in bepaalde gevallen een werkelijke valse twist voor delen van ongeveer 1 cm of minder.
Bij een garen volgens de uitvinding bestaande uit een blauw kleur-15 puntgaren en een gele matrix is het blauw het duidelijkst zichtbaar, is het geel verdeeld langs en om het blauwe garen en is er een klein aantal zones van korte lengte die groen lijken.
Verschillen tussen garens volgens de uitvinding en die volgens Amerikaans octrooischrift 4.059.873 zijn het duidelijkst als zij worden 20 getuft tot poollustapijten. Gemengde garens volgens de uitvinding tonen meer gebieden van vermengde kleuren dan van afzonderlijke kleuren en afzonderlijke kleuren gaan veelvuldiger over naar nabij liggende lussen als gevolg van het sterker aanwezig blijven van êén kleur over de lengte van het garen; er zijn dus grote lusdelen van dezelfde kleur bij de-25 ze tapijten. Aan de andere kant hebben de twee kleurengarens volgens de uitvinding in poollustapijten de neiging êén kleur of de andere kleur of beide kleuren te tonen aan de bovenzijde van elke lus maar zij tonen weinig gemengde kleurzones. Het aanwezig blijven van êên kleur over de lengte van het garen is vaak minder dan de lengte van het garen dat el-30 ke poollus vormt en daardoor verschijnen de kleuren op verschillende wijze in elke naastliggende lus. Bovendien varieert de diameter van de kleurpuntgarens van lus tot lus en is beperkt als een verdikking ligt aan de bovenzijde van een lus, wat een meer intensieve helderheid van de kleur in het beperkte gebied geeft. Garens uit meer dan twee kleuren 35 gedragen zich op dezelfde wijze.
De uitvinding verruimt de veelzijdigheid in vorming van gemêleerde BCF-garens door het toepassen van een nieuwe combinatie van garenbeharr· delinsgwerkwijzen met mediumstraal. Een nieuw effect wordt verkregen door het combineren en onderling vermengen van ten minste één garencom-40 ponent die veelvuldig periodieke onderlinge verwarring omvat over de 81015 19 • Λ 7 gehele garenbundel met ten minste één component die in hoofdzaak vrij is van verwarring van de elementairdraadjes. Bij het gecombineerde ga-renprodukt behoudt het garen met periodieke verwarring zijn samenhang en heeft de neiging een enigszins sinusvormige baan te volgen door en 5 langs de het minst verwarde elementairdraadjes van het matrixgaren. Om dit resultaat te bereiken moet het BCF-matrixgaren in hoofdzaak vrij zijn van (of bevrijd zijn van) verwarring van de elementairdraadjes.
Dit kan worden verkregen door gebruikmaking van garens die op een wijze volumineus zijn gemaakt die resulteert in weinig of geen verwarring in 10 het volumineuze garen, zoals door kroezen met hete tandwielen, of door het verwijderen van de verwarring van de elementairdraadjes uit een volumineus gemaakt garen, zoals een door een mondstuk met heet medium volumineus gemaakt garen, door het uitoefenen van spanning op het garen en dit zonder spanning te trekken in een onderling verweven baan door 15 een reeks evenwijdige strekpennen op de wijze als beschreven in bijvoorbeeld Amerikaans octrooischrift 4.059.873, fig. 1 en kolom 4 regels 34 tot 46 en kolom regels 21 tot 35.
Het tweede garen, dat het kleurpuntgaren moet zijn, moet afzonderlijk worden behandeld voor het erin brengen van het gewenste niveau van 20 periodieke verwarring, bij voorkeur een verwarring verkregen door een dwars gerichte straal, met een enkele mediumstraal in het garenkanaal.
Hetzelfde mondstuk 10 kan worden gebruikt voor het daaropvolgend onderling vermengen van de componenten met elkaar. Het verwijderen van de verwarring en het periodiek verwarren kunnen worden uitgevoerd als af-25 zonderlijke stappen waarbij het garen weer wordt opgewikkeld tussen de stappen, of kan in een gekoppelde continue wijze worden uitgevoerd als bijvoorbeeld weergegeven in fig.1 van deze octrooiaanvrage.
Het gebruikelijke BCF-tapijtgarens kunnen als component toevoerga-rens worden gebruikt. Bijzonder de voorkeur hebben wat betreft hun 30 vormgeving en uiterlijk combinaties van dergelijke toevoergarens uit polyamiden, in het bijzonder 66-nylon, die kationogene, zwakzure en sterkzure aanverfbaarheden bezitten waarbij elke component een denier heeft liggende in het gebied van 500 tot ongeveer 1250.
Fig. 1 toont een gekoppelde voorkeurswerkwijze volgens de uitvin-35 ding. Weergegeven zijn drie BCF-garenwikkels 10, 12, 14, die op een vaste plaats worden vastgehouden op een spoelraam (niet weergegeven) vanwaar respectievelijk drie polyamidetoevoergarens 16, 18, 20 worden afgetrokken.
De aanverfbaarheid van deze drie garens zijn respectievelijk zwak-40 zuur, sterkzuur en kationogeen. De garens lopen door geleidingen 22, 81 01 5 19 - - ----- I---- * ·*· 8 24, 26 op hun weg naar de aangedreven strekrol 28 en de ermee samenwerkende scheidingsrol 30 waarom zij langs naast elkaar liggende in een voldoend aantal wikkelingen lopen om slippen te voorkomen. De garens lopen vervolgens door een inrichting 32 voor het aanbrengen van water, 5 dat continu op de garens wordt aangebracht om het daarna onderling vermengen te vergemakkelijken, zoals op zichzelf bekend is. Het water kan op verschillende wijze worden aangebracht en op verschillende plaatsen voordat de behandeling met het mondstuk plaats heeft; dat wil zeggen de plaats voor het mondstuk is niet kritisch. De naast elkaar liggende ga-10 rens lopen vervolgens door een strekinrichting 34 bestaande uit een reeks evenwijdige cilindrische strekpennen waarbij het garen passeert overlangs en onderlangs beurtelingse pennen om een wrijvingsspanning op de garens te veroorzaken en om de elementairdraadjes en elk garen te spreiden om rechttrekken van de elementairdraadjes en het verwijderen 15 van de verwarring ervan op te heffen. De garens lopen dan naar de aangedreven toevoerrol 36 en de ermee samenwerkende scheidingsrtol 38. De rollen 36, 38 hebben een oppervlaktesnelheid die iets hoger is dan de strekrollen 28, 30 om de garens aan een extra spanning bloot te stellen voor het strekken en het ontwarren van de elementairdraadjes maar niet 20 voldoende om een strekhandeling op de elementairdraadjes te veroorzaken die nadelig zou zijn voor het volume van het garen door het permanent reduceren van de kroes van de elementairdsraadjes. Na een aantal wikkelingen om de rollen 36, 38 om slippen van de garens te voorkomen, worden deze van elkaar gescheiden, waarbij het eerste garen 16 direct 25 gaat naar het mondstuksamenstel 44 voor het onderling vermengen door middel van een medium, via de intreesleuf 46, terwijl de kleurpunt tweede garens 18, 20, met behulp van de scheidingspen 40 lopen door afzonderlijke garenkanalen in het mondstukverwarringssamenstel 42. Het samenstel 42 veroorzaakt de gewenste periodieke verwarring in de tweede 30 garens 18, 20, die de kleurpunten vormen in het geverfde produkt. Garens 18 en 20 komen dan continu samen met garen 16 in de poort 46 voor het binnentreden in het samenstel 44. De garens lopen door het samen stel 44 onder overtoevoer waarna zij worden vermengd tot een samenhangend kleurpunt gemêleerd aanverfbaar garen 48 volgens de uitvinding. 35 Het garen 48 wordt uit de uittreemediumstroom van het samenstel 44 afgevoerd onder een hoek van ongeveer 90° door rollen 50, 52, zoals gebruikelijk. Om overtoevoer te verschaffen is de oppervlaktesnelheid van de rollen 50, 52 kleiner dan die van de rollen 36, 38 in een mate noodzakelijk om de gewenste overtoevoer door het samenstel 44 te verschaf-40 fen. De rollen 50, 52 bewegen dan het garen 48 naar een opwikkelinrich- 81015 19 9 ting (niet weergegeven), om het garen tot een wikkel 54 met gemêleerd garen te wikkelen.
Het verwarringssamenstel 42 en het vermengingssamenstel 44 hebben elk een 'enkel cilindrisch garenkanaal met een enkel mediumkanaal dat 5 loodrecht op de garenbaan is gericht door het samenstel, bijvoorbeeld van het type als weergegeven en beschreven aan de hand van fig. 2 in Amerikaans octrooischrift 4.059.873. De ingang naar het garenkanaal is beperkt (bijvoorbeeld tot 10 tot 60% van de opening) door de poort 46, die de twistwerking van de straal reduceert en ervoor zorgt dat het 10 verrnengingsmedium in de eerste plaats uit het garenkanaal treedt door het tegenover liggende einde van het samenstel alsmede het regelen van de baan van de garens door het garenkanaal.
Fig. 2 toont een afzonderlijk aanzicht van de verwarringsstraalin-richting 42 en een vermengingsstraalinrichting 44 volgens fig. 1 omge-15 ven door een geluidwerende omhulling 56. Als weergegeven in fig. 1 geleidt de scheidingspen 40 de kleurpuntcomponentgarens 18, 20 door het verwarringssamenstel 42 voordat samenbrenging met het matrixcomponent-garen 16 aan de ingang naar het vermengingssamenstel 44 plaats heeft.
De uitdrukking "volumineus” als gebruikt hierin wijst op garens 20 met permanent gekroesde elementairdraadjes, dat wil zeggen de elemen-tairdraadjes houden hun kroes bij het verwijderen uit het garen.
De eerste en tweede garens volgens de uitvinding kunnen differentieel worden geverfd op elke trap van de werkwijze, bijvoorbeeld vöör of nd het combineren of zelfs nadat het gecombineerde garen is gevormd 25 tot een textielprodukt, zoals een bekledingsmateriaal of een tapijt. Hoewel "gedifferentieerd aanverfbare of geverfde garens” hierboven meestal zijn genoemd en de voorkeur hebben door hun meer algemene gebruik en beschikbaarheid, vallen hieronder ook garens die zijn gekleurd of kleurbaar zijn met andere middelen dan door verven, bijvoorbeeld 30 doordat zij pigmenten bevatten, en kunnen zij equivalente resultaten verschaffen.
In het algemeen kunnen de uitdrukkingen "aanverfbare” en "geverfde" garens onderling verwisselbaar worden gebruikt zonder in belangrijke mate het resultaat ten opzichte van de uitvinding nadelig te beln-35 vloeden.
De eerste en tweede garencomponenten van het gecombineerde garen volgens de uitvinding kunnen elk bestaan uit een enkel garen of een aantal garens met lage denier, die zijn samengevoegd zonder twist om een garen met hogere denier te verkrijgen, onder voorwaarde dat het sa-40 mengevoegde garen op andere wijze aan de gestelde eisen voldoet. Meer 81015 19 * " 10 dan één eerste matrixgaren en meer dan één kleurpunt tweede garen kan worden gebruikt. Tweekleurige en driekleurige gemêleerde garens zijn van bijzonder belang bij tapijten.
. Beproevingsmethoden 5 De grootte van de samenhangfactor van een verwarring van elemen- tairdraadjes in een garen wordt bepaald door een monster van het garen in verticale stand onder spanning vast te klemmen, welke spanning wordt verschaft door een gewicht in grammen dat 0,20 x de garendenier is (maar niet groter dan 100 gram). Een van een gewicht voorziene haak, 10 met een totaalgewicht in grammen dat numeriek gelijk is aan de gemiddelde denier per elementairdraadje van het garen (maar met een gewicht niet meer dan 10 gram) wordt door de garenbundel gestoken en naar beneden getrokken met een snelheid van 1 tot 2 cm per seconde totdat het gewicht van de haak wordt opgenomen door het garen. De afstand waarover 15 de haak is verplaatst door het garen totdat het gewicht wordt opgenomen karakteriseert de mate van verwarring van de elementairdraadjes in het garen. Het resultaat wordt uitgedrukt als "samenhangfactor” welke factor wordt gedefinieerd als 100 gedeeld door de bovengenoemde afgelegde afstand in centimeters. Omdat onderlinge vermenging van elementair-20 draadjes willekeurig is moet een voldoend groot aantal monsters worden beproefd om een representatieve gemiddelde waarde voor het gehele garen te verkrijgen.
De proef voor het zijdelings uit elkaar trekken geeft direct de zijdelingse samenhang van de bundel van het garen. Twee haken worden op 25 een willekeurig gekozen punt in ongeveer het midden van de garenbundel geplaatst om deze garenbundels in twee groepen elementairdraadjes te scheiden. De haken worden uit elkaar getrokken met een snelheid van 12,7 cm per minuut bij een hoek van 90° met de garenhartlijn door een machine voor het bepalen van de treksterkte, die de weerstand tegen 30 scheiding meet, zoals "Instron"-machine. Het garen wordt uit elkaar getrokken door de haken totdat een kracht van 454 gram wordt uitgeoefend, op welk punt de machine wordt gestopt en de afstand tussen de twee haken wordt gemeten en genoteerd. Tien bepalingen worden uitgevoerd en het gemiddelde wordt genomen als de uit elkaar trekwaarde. De lengten 35 van het beproevingsgaren moet ten minste 10 tot 15 cm bedragen en willekeurig worden gekozen in de garenwikkel.
De uit elkaar trekproef in zijdelingse richting wordt gebruikt om de afstand te bepalen van het verwarringspunt in het kleurpuntcompo-nentgaren hetzij voor hetzij nadat dit is gecombineerd voor het vormen 40 van een gemêleerd garen volgens de uitvinding. In het laatste geval 81015 19 ; 11 Λ worden monsters van de component die moet worden beproefd zorgvuldig ontward uit de gecombineerde garen. Nadat het garen is geverfd, zodat de component gemakkelijk kan worden geïdentificeerd. Gereedschappen zoals een .verlicht vergrootglas, een garenhaak, en pincetten kunnen wor-5 den gebruikt om het ontwarren van het kleurpuntgaren uit het monster voor de bovenbeschreven proef te vergemakkelijken. Vele pogingen zijn noodzakelijk om bevredigende monsters te verkrijgen. Voldoende monsters worden beproefd voor het verschaffen van 5 gemiddelden van 10 monsters elk. De 5 gemiddelden worden dan gebruikt om een algemeen gemiddelde 10 van de scheidingsafstand voor de garencomponent, die wordt beproefd, te berekenen.
Voorbeeld I
Dit voorbeeld heeft betrekking op een drie component's gemêleerd garen volgens de uitvinding met twee kleurpuntgarens met gelijke denier 15 en een matrixgaren met een grotere denier. Alle drie de componentgarens als oorspronkelijk verkregen zijn gebruikelijke, commerciële BCF-garens uit 66-nylon die volumineus zijn gemaakt door middel van een verwarmde mediumstraal met zeef van het type beschreven in Amerikaans octrooi-schrift 3.781.949. De twee kleurpuntgarens hebben elk een garendenier 20 van 760 en bevatten 40 elementairdraadjes met in hoofdzaak gelijke denier per elementairdraadje; één ervan is kationogeen aanverfbaar (Du Pont-type 854) en de andere is een laag amine zwakzuur aanverfbaar garen (Du Pont-type 855). De matrixgarencomnponent heeft een denier van 1245, omvat 80 hoog amine sterk zuur verfbare elementairdraden van on-25 geveer 15 denier per elementairdraad en drie antistatische elementairdraden met in totaal ongeveer 20 denier (Du Pont-type 857). Elk van de drie componenten als vervaardigd omvat een willekeurig aantal verwarringen van ondergroepen elementairdraden, als gevolg van de aard van het volumineus maken, wat voldoende is om behandelen en bewerken moge-30 lijk te maken en overeenkomt met een hechtingsfactor groter dan ongeveer 25. De garens worden behandeld om deze aanvankelijke verwarring te verwijderen, om een plaatselijke verwarring te brengen in elk van de kleurpuntgarens afzonderlijk en dan om ze te combineren in een continue werkwijze volgens de uitvinding als weergegeven in de fig. 1 en 2. De 35 oppervlaktesnelheid van de toevoerrol is 984 meter per minuut en de snelheid van de rol 50 bedraagt 944 meter per minuut voor een overtoevoer van 4,0% in het vermengingssamenstel 44. Tussen de strekrollen en de toevoerrol worden de garens onderworpen aan een spanning van 1,2 gram per denier en vier evenwijdige strekpennen worden gebruikt om het 40 ontwarren van de elementairdraadjes te vergemakkelijken. De kleurpunt- 81015 19 *·'*- 12 verwarringsmondstukken verkrijgen elk lucht bij 10,54 kg/cm2//0,255 m^/min en de vermengingsinrichting verkrijgt lucht bij 10,54 kg/cm2//0,878 nrfymin. Water wordt aan de garens toegevoerd in een hoeveelheid van 4,55 liter per minuut. Het gemêleerd aanverf bare 5 garenprodukt wordt opgewikkeld onder een spanning van 170 gram.
Elke verwarringsinrichting voor de twee kleurpuntgarendelen bestaat uit een cilindrisch garenkanaal met een diameter van 0,218 cm en een lengte van 1,905 cm. De twee garenkanalen zijn naast elkaar en evenwijdig met elkaar geplaatst in een gemeenschappelijk metalen huis. 10 Elk garenkanaal wordt loodrecht gesneden door een cilindrisch mediumka-naal met een diameter van 0,157 cm. De hartlijn van het mediumkanaal snijdt het garenkanaal op een punt dat ligt op 0,635 cm vanaf het in-gangseinde van het garenkanaal en dus 1,27 cm van het afvoereinde ervan. De hartlijnen van deze twee kanalen snijden elkaar binnen 15 0,0254 mm van elkaar. Elk garen treedt in zijn betreffende garenkanaal over het gladde afgeronde oppervlak van een metalen poort met rechte rand die 17% van het ingangseinde van het garenkanaal blokkeert en van het type is als weergegeven in fig. 2 van Amerikaans octrooischrift 4.059.873. De rand van de poort die de ingang gedeeltelijk blokkeert 20 staat loodrecht op de hartlijn van het mediumkanaal en bedekt een deel van het kanaal aan dezelfde zijde waarvanaf het medium het garenkanaal binnentreedt.
De inrichting voor het onderling vermengen voor het combineren van v de matrix en de kleurpuntgarens heeft een cilindrisch garenkanaal met 25 een diameter van 0,404 cm en een lengte van 1,905 cm. Het garenkanaal wordt loodrecht gesneden door een cilindrisch mediumkanaal met een diameter van 0,318 cm, waarbij de hartlijn van het mediumkanaal op 0,635 cm ligt vanaf het garentoevoereinde van het garenkanaal. De hartlijn van het mediumkanaal is over 0,101 mm verplaatst vanaf de hartlijn 30 van het garenkanaal zodat de twee elkaar niet geheel snijden.
Een garenpoort als boven blokkeert 55% van de ingang van het garenkanaal. In dit geval is de rand van de poort waarover de garens passeren evenwijdig met de hartlijn van het mediumkanaal en de verplaatsing van de hartlijn van het mediumkanaal is in een richting naar het open deel 35 van het kanaal boven de poort.
De twee kleurpuntgarens bleken frequente periodieke korte betrekkelijk compacte versterkte delen te bezitten met een hoge mate van verwarring van de elementairdraadjes gescheiden langs elkaar door meer volumineus en open gebieden van de elementairdraadjes. De onderlinge af-40 stand van de verdikkingen verschaft waarden in de uit elkaar trekproef 8101519 13 van 2,29 cm en 2,39 cm voor respectievelijk de kationogeen en zwakzuur aanverfbare garens. Voor het treden in de vermengingszone en na het verwarren heeft de matrixgaren een samenhangingsfactor kleiner dan 5.
In het gecombineerde garen zijn de verdikte delen van de twee 5 kleurpuntgarens in hoofdzaak vrij van onderlinge vermenging van de ele-mentairdraadjes met het matrixgaren terwijl de meer volumineuze meer open delen van de kleurpuntgarens enige willekeurige onderlinge vermenging van de elementairdraadjes met elementairdraadjes van het ma-trix-garen omvat, welke onderlinge vermenging een voldoende samenhang 10 verschaft tussen de garens maar in het algemeen niet voldoende is om evenveel vermenging van de kleuren in het gemêleerd geverfde gecombineerde garen tonen.
Het gecombineerde garen wordt direct op een gebruikelijke tapijt-rug uit polypropyleen, dat tijdens het spinnen is gebonden, getuft in 15 een vlakke lusconstructie onder toepassing van een 0,254 cm gaas, 0,48 cm poolhoogte bij een tapijtgewicht van 828 gram/m^. Het tapijt wordt op gebruikelijke wijze geverfd in een bekken onder gebruikmaking van een mengsel van verfstoffen voor het verschaffen van een diep bruine, een lichtgele en een oranje kleur aan respectievelijk de kationoge-20 ne, de lichtzure en de sterkzure garencomponenten. De tapijtpoollussen tonen afzonderlijke kleurpunten van de individuele kleuren in willekeurige verdeling met een geringe mate van vermenging met elkaar van de drie kleuren. Er heeft weinig overloop van een kleur of kleureffect van één lus naar nabij liggende lussen plaats. Het geverfde tapijt blijkt 25 vrij te zijn van ongewenste strepen en voorkeursrichting.
Het tapijt volgens dit voorbeeld wordt op slijtage beproefd in een hal gedurende 40.000 cycli (stappen) samen met een vergelijkbaar con-troletapijt vervaardigd uit gemêleerd garen verkregen met de werkwijze volgens Amerikaans octrooischrift 4.059.873. Na de proefneming zijn de 30 tapijtmonsters beoordeeld door een aantal experts met een schaal van 1 tot 5 waarbij 5 de beste aangeeft (bijvoorbeeld overeenkomstig het origineel). De resultaten in onderstaande tabel tonen dat het tapijt volgens de uitvinding bij elke beoordeling zeer goed was: 81015 19 * 14
Bepaald voor: Proef Controle
Textuurbehoud (texture retention) 3,5 2,7 5 Vervilting (matting) 4,0 2,7
Vervuilen (soiling) 3,0 2,3
Pluizen (fuzzing) 4,5 3,1
Pilvorming (pilling) 5,0 4,7
10 Voorbeeld II
Dit voorbeeld heeft betrekking op een driecomponent BCF-nylon gemêleerd garen volgens de uitvinding bevattende twee kleurpuntgarens (kationogeen en zwakzuur aanverfbaar) en iin matrixgaren (sterkzuur aanverfbaar) die alle drie door middel van een hete medlumstraal volu-15 mineus zijn gemaakt en van gelijke garendenier en aantal elementair-draadjes zijn; dat wil zeggen 760 denier en 60 elementairdraadjes (11 denier per elementairdraadje). De elementairdraadjes bezitten een drie lobbige dwarsdoorsnede met een modificatieverhouding van 2,3 en bevatten titanlumdioxidepigment voor het verschaffen van een halfdoffe 20 glans.
De inrichting en werkwijze-omstandigheden zijn in hoofdzaak hetzelfde als aangegeven in voorbeeld I met de uitzondering dat de toe-voerrolsnelheid 560 meter per minuut bedraagt, en de ontwarringsspan-ning 1,05 gram per denier, de watertoevoeging 3,78 liter per uur, de 25 opneemrolsnelheid 459 meter per minuut, de overtoevoer 22% en de wik-kelspanning 150 gram is. Ook bezit de vermengingsinrichting voor het combineren van de matrix en kleurpuntgarens een cilindrisch garenkanaal met een diameter van 0,518 cm en een lengte van 2,54 cm. Het garenkanaal wordt loodrecht gesneden op zijn midden door een rechthoekig me-30 diumkanaal met een lengte van 0,495 cm en een breedte van 0,272 cm en is met zijn grote dimensie evenwijdig met de hartlijn van het garenkanaal geplaatst. Hoewel deze inrichting meer lucht verbruikt dan die volgens voorbeeld I, wordt de gewenste mate van verwarring gemakkelijker en constant verkregen. De poort is ingesteld voor het blokkeren van 35 59% van de ingang van het garenkanaal. Bij het binnentreden van de ver- mengingszone bezitten de kleurpuntgarens een periodieke verwarring·zodanig dat uit elkaar trekwaarden worden verkregen van 3,4 cm en 3,94 cm voor respectievelijk kationogene en zwakzuur aanverfbare garens; op dat punt is de samenhangfactor voor het matrixgaren kleiner dan 6. Bij 40 zorgvuldig verwijderen uit het gecombineerde garen van de kleurpuntga- 81015 19 15 rens zijn respectievelijk uit elkaar trekwaarden verkregen van 335 cm en 325 cm.
Het gecombineerde garen is direct getuft tot een vlak lustapijt van 660 gram per m^ en een poolhoogte van 0,47 cm. Het tapijt wordt 5 stuksgewijs geverfd in een verfbad onder gebruikelijke omstandigheden welk verfbad een mengsel bezit van zure en kationogene verfstoffen voor het verschaffen van een gemêleerde kleuring.
Het garen en het tapijt bezitten in hoofdzaak dezelfde structurele en kleureigenschappen als het garen en het tapijt volgens de uitvin-10 ding beschreven in voorbeeld I.
Dit voorbeeld wordt herhaald met in hoofdzaak dezelfde resultaten onder gebruikmaking van drie differentieel aanverfbare garens, van elk 1225 denier, 19 elementairdraadjes, drie lobbige holle elementairdraad-jes met 4 holten uit helder 66-nylon polymeer.
15 Voorbeeld III
Dit voorbeeld demonstreert de uitvinding bij een gecombineerd 66-nylongaren vervaardigd uit slechts één sterk zuur aanverfbaar BCF-kleurpuntgaren en een kationogeen aanverfbaar BCF-matrixgaren met in hoofdzaak gelijke garendeniers (1225) maar verschillende aantallen 20 elementairdraadjes (respectievelijk 64 en 80 elementairdraadjes).
De inrichting en werkwijze-omstandigheden zijn dezelfde als beschreven in voorbeeld I met de uitzondering dat de toevoerrolsnelheid 1023 meter per minuut, de snelheid van de rollen 52, 50, 883 meter per minuut en de overtoevoer 15,7% bedraagt. De spanning toegepast voor het 25 ontwarren bedraagt 1,05 g per denier en de wikkelspanning bedraagt 150 g.
Het gecombineerde garen, dat is verkregen, heeft de eigenschappen wat betreft verwarring en vermenging van de elementairdraadjes volgens de uitvinding tussen de twee componentgarens als beschreven in voor-30 beeld I.
Een poolltapijt met vlakke lussen wordt vervaardigd uit het verkregen garen en geverfd om het kleurpuntgaren donkerbruin en het ma-trixgaren oranje te maken, Het tapijt toont punten met individuele kleuren met frequente samengetrokken donkerbruine punten, met weinig 35 vermenging van de oranje en bruine kleuren en met geen duidelijke stre-perigheid of richtingsvoorkeur.
Ter vergelijking wordt een vergelijkbaar tapijt vervaardigd uit een gemêleerd garen uit dezelfde toevoergarens maar behandeld als beschreven in Amerikaans octrooischrift 4.059.873. Het grootste deel van 40 de lussen in dit tapijt tonen een vermenging van de elementairdraadjes 8101 519 16 van de twee kleuren met frequente overloop van dezelfde kleur of hetzelfde kleureffect naar nabij liggende lussen. De bruine kleur verschijnt zelden als een in hoofdzaak duidelijke punt van donkerbruin als gevolg van een in het algemeen hogere mate van vermenging van de ele-5 mentairdraadjes tussen de twee componentgarens.
Voorbeeld IV
Dit voorbeeld heeft betrekking op een drie components op drie wijze aanverfbaar (tri-dyeble) garen volgens de uitvinding waarbij twee kleurpuntgarens in overtoevoer worden gebracht naar de vermengingszone 10 bij een hoger percentage overtoevoer dan het matrixgaren. Alle drie garens zijn BCF-garens 66-nylon op de markt gebracht door E.I. du Punt de Nemours and Company, Wilmington, Delaware voor toepassing in tapijten. Een van de kleurpuntgarens is kationogeen aanverfbaar (1225 denier type 854) en het andere is een sterk zuur aanverfbaar garen (1245 denier 15 Type 857A). Het matrixgaren is zwakzuur aanverfbaar (1225 denier Type 855) .
De inrichting is in hoofdzaak als weergegeven in fig. 1 met de uitzondering dat trapsgewijs verplaatste strekrollen en toevoerrollen worden gebruikt; de kleurpuntgarens worden toegevoerd door het deel met 20 grotere diameter voor het verschaffen van grotere toevoer als op zichzelf bekend. De toevoerrolsnelheid voor de kleurpuntdraden is 782 meter per minuut en 640 meter per minuut voor het matrixgaren. De garens staan onder een spanning van 1,1 g per denier als zij worden geleid over de strekpennen in de verwarringszone voor de elementairdraadjes 25 liggende voor de vermengingszone. Water wordt toegevoerd aan de garens in een hoeveelheid van 5,8 liter per uur. De verwarringsinrichting (voor de kleurpuntdraden) en de vermengingsinrichting worden bedreven in hoofdzaak als beschreven in voorbeeld I. Het gecombineerde garen wordt afgevoerd met een snelheid geregeld door de rollen 50, 52 die 30 worden aangedreven met een snelheid van 573 meter per minuut.
Hierdoor wordt een percentage overtoevoer voor de kleurpuntgarens van 36% en 12% voor het matrixgaren verkregen. Het verschil in overtoevoer is dus 24%; hierdoor wordt een gecombineerd garen verschaft waarin de kleurpuntgarens in hoofdzaak 24% langer zijn dan de elementairdraadjes 35 van het matrixgaren.
Het gecombineerde 4000 deniergaren is een gemêleerd aanverfbaar BCF-tapijtgaren met een ruwe textuur waarbij de kleurpuntdraden krullen en lussen vormen willekeurig over het gecombineerde garenoppervlak.
Voorbeeld 5 40 Dit voorbeeld is in hoofdzaak een herhaling van voorbeeld IV met 8101 519 « 17 de uitzondering dat het eerste matrixgaren meer wordt overtoegevoerd dan de twee kleurpunt tweede garens. De werkwijze-omstandigheden blijven dezelfde met de uitzondering dat de spanning voor het ontwarren 1,5 gram per denier bedraagt en de rol 50, 52 een snelheid heeft van 557 5 meter per minuut, wat resulteert in een overtoevoer van 15% voor de kleurpuntgarens en 40% voor het matrix eerste garen, dus een verschil in overtoevoer van 25%. Het gecombineerde garen heeft een totale denier van ongeveer 4000. Na het kruisverven ("cross-dyeing") op de gebruikelijke wijze vertoont het sterk verwarde garen dat is verkregen delen 10 met een uitspringende kleur in de verwarde kleurpuntkerndraden onder een bekleding van lusvormige en verwarde lichter gekleurde elementair-daden van het matrixgaren.
8101519

Claims (14)

1. Gemêleerd aanverfbaar of gemêleerd geverfd synthetisch gecombineerd garen, gekenmerkt door een eerste garen in de vorm van een betrekkelijke losse matrix van gekroesde elementairdraden die willekeurig 5 onderling zijn vermengd met delen van ten minste één tweede volumineus garen dat differentieel aanverfbaar is of differentieel is geverfd ten opzichte van het eerste garen en frequent periodieke betrekkelijk dichte verdichte delen omvat met sterke verwarring van de elementairdraden over de gehele elementairdraadbundel van het tweede garen welke verdik-10 te delen in hoofdzaak vrij zijn van vermenging met elementairdraden van het eerste garen, welke verdikte delen zijn gescheiden van elkaar langs het tweede garen door meer volumineuze betrekkelijk open delen van dezelfde elementairdraden willekeurig onderling vermengd met elementairdraden van genoemde eerste garen voor het verschaffen van een samen-15 hangend gecombineerd garen.
2. Garen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de algemene gemiddelde afstand tussen de verdikte delen in elk tweede garen ligt in het gebied van ongeveer 1,27 cm tot 6,35 cm.
3. Garen volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elementairdra-20 den van elk van genoemde eerste en tweede garens 15 tot 45% langer zijn dan de elementairdraden van het andere van genoemde eerste en tweede garens.
4. Garen volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat dit in hoofdzaak bestaat uit twee kleurpunt tweede garens en êên eerste garen 25 die alle differentieel aanverfbaar zijn of differentieel zijn geverfd ten opzichte van elkaar.
5. Garen volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het eerste garen ten minste ongeveer één derde van de totale gecombineerde garendenier omvat.
6. Garen volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk van genoem de eerste en tweede garens bestaat uit 66 nylon.
7. Getuft tapijt, met het kenmerk, dat het een garen bevat volgens de conclusies 1, 2, 3 of 6.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een gemêleerd aanverfbaar 35 of gemêleerd geverfd garen door toevoeren van een aantal in hoofdzaak twistvrije differentieel aanverfbare of differentieel geverfde volumineus gemaakte continue garens uit elementairdraadjes onder spanning van de voorwaartsbeweging en in een naast elkaar liggend verband in een met een mediumstroonr-werkende vermengingszone, het willekeurig met een 40 mondstuk vermengen van de elementairdraadjes van genoemde garens van 81015 19 19 ~ garen tot garen binnen genoemde zone, het verwijderen van een samenhangend gecombineerd garen uit genoemde zone met een snelheid die 4 tot 30% kleiner is dan de toevoersnelheden van de garens in genoemde zone, waarbij .één garen van genoemd aantal een eerste garen is, dat in hoofd-5 zaak vrij is van verwarring van de elementairdraadjes, met het kenmerk, dat als ander garen van genoemd aantal een tweede garen wordt toegevoerd voor het verschaffen van kleurpunten, welk garen differentieel aanverfbaar of differentieel geverfd is ten opzichte van genoemde eerste garen en dat een periodieke verwarring van de elementairdraadjes 10 bezit bestaande uit een in hoofdzaak frequente korte betrekkelijk compacte verdikte delen met hoge verwarring over de gehele bundel elementairdraadjes gescheiden langs het tweede garen door meer volumineuze delen van dezelfde elementairdraadjes welke volumineuze delen betrekkelijk vrij zijn van verwarring, zodat garen naar garen vermenging van 15 elementairdraadjes in het gecombineerde garen in hoofdzaak wordt voorkomen binnen genoemde verdikte delen, met de voorziening dat als de toevoersnelheid van het eerste garen en het tweede garen niet gelijk zijn de overtoevoer voor de snelste van de twee tot 45% hoger is dan de overtoevoer van de langzaamste van de twee.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de gemid delde afstand tussen genoemde verdikte delen in elk tweede garen ligt in het gebied van ongeveer 1,27 tot 6,35 cm.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de toevoersnelheid van de eerste en tweede garens gelijk zijn.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de toe voersnelheden van de eerste en tweede garens niet gelijk zijn.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het per-centage-overtoevoer voor het snelste van genoemde eerste en tweede garens verminderd met het percentage overtoevoer voor het snellere van de 30 twee ligt in het gebied van 15 tot 45%.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de verschillen tussen de twee overtoevoeren ligt binnen het gebied van 20 tot 30%.
14. Werkwijze volgens de conclusies 8, 9, 10 of 11, gekenmerkt door de stap van het onderwerpen van genoemd aantal garens aan een 35 spanning liggende tussen 0,5 tot 1,5 gram per denier om de kroes van de elementairdraden te strekken binnen elk van genoemde garens en om hun elementairdraden te ontwarren en evenwijdig te brengen direct voor het toevoeren van de garens naar genoemde met de mediumstraal verwerkende vermengingszone. 40 =s«a 81015 19
NLAANVRAGE8101519,A 1980-03-28 1981-03-27 Gemeleerd verfbaar of geverfd samengesteld garen en werkwijze voor het vervaardigen daarvan en getuft tapijt. NL188588C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US13512680A 1980-03-28 1980-03-28
US13512680 1980-03-28
US19203380 1980-09-29
US06/192,033 US4343146A (en) 1980-03-28 1980-09-29 Bulked continuous filament yarn with color-point heather

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8101519A true NL8101519A (nl) 1981-10-16
NL188588B NL188588B (nl) 1992-03-02
NL188588C NL188588C (nl) 1992-08-03

Family

ID=26833019

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8101519,A NL188588C (nl) 1980-03-28 1981-03-27 Gemeleerd verfbaar of geverfd samengesteld garen en werkwijze voor het vervaardigen daarvan en getuft tapijt.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4343146A (nl)
CA (1) CA1159240A (nl)
DE (1) DE3112247A1 (nl)
FR (1) FR2479284B1 (nl)
GB (1) GB2072728B (nl)
IT (1) IT1136876B (nl)
NL (1) NL188588C (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4567720A (en) * 1983-03-02 1986-02-04 Enterprise Machine & Development, Inc. Air jet texturing system
US6045906A (en) 1984-03-15 2000-04-04 Cytec Technology Corp. Continuous, linearly intermixed fiber tows and composite molded article thereform
US4799985A (en) * 1984-03-15 1989-01-24 Hoechst Celanese Corporation Method of forming composite fiber blends and molding same
US4818318A (en) * 1984-03-15 1989-04-04 Hoechst Celanese Corp. Method of forming composite fiber blends
US4871491A (en) * 1984-03-15 1989-10-03 Basf Structural Materials Inc. Process for preparing composite articles from composite fiber blends
US4874563A (en) * 1984-03-15 1989-10-17 Basf Structural Materials Inc. Process for preparing tows from composite fiber blends
US4615167A (en) * 1985-01-04 1986-10-07 Greenberg Neville G Highly entangled thread development
US5091030A (en) * 1985-07-15 1992-02-25 E. I. Du Pont De Nemours And Company Lightly bonded polyamide yarns and process therefor
US5116680A (en) * 1985-07-15 1992-05-26 E. I. Du Pont De Nemours And Company Lightly bonded polyamide yarns and process therefor
US4704856A (en) * 1986-01-09 1987-11-10 E. I. Du Pont De Nemours And Company False twisted differential tension yarn
US4790132A (en) * 1986-04-30 1988-12-13 E. I. Du Pont De Nemours And Company Process for making a false twisted differential tension yarn
US4934134A (en) * 1988-07-29 1990-06-19 Belmont Textile Machine Co. Apparatus for randomizing multiple yarn strands
US5172459A (en) * 1990-03-29 1992-12-22 Milliken Research Corporation Multi-ply air textured yarn
DE4036926A1 (de) * 1990-11-20 1992-05-21 Basf Ag Verfahren zur herstellung von hybridgarn
US5221059A (en) * 1991-01-30 1993-06-22 Basf Corporation Uniform yarn tensioning
CA2050611C (en) * 1991-01-30 1997-07-15 Andrew M. Coons, Iii Uniform yarn tensioning
US5148586A (en) * 1991-02-05 1992-09-22 Basf Corporation Crimped continuous filament yarn with color-point heather appearance
DE4221053A1 (de) * 1992-06-30 1994-01-05 Akzo Nv Unterschiedlich anfärbbares texturiertes Multifilamentgarn und Verfahren zu dessen Herstellung
US5327622A (en) * 1993-01-21 1994-07-12 Basf Corporation Highlighted non-blended continuous filament carpet yarn
DE59501776D1 (de) * 1994-11-25 1998-05-07 Rieter Ag Maschf Anordnung von Streck-Texturiermaschinen für Synthetikfäden
DE19746878B4 (de) * 1996-11-21 2008-01-24 Oerlikon Textile Gmbh & Co. Kg Verfahren zur Herstellung eines Mehrkomponentenfadens
US5786083A (en) * 1996-12-04 1998-07-28 Turtle Plastics, Inc. Floor mat and yarn therefor
US5996328A (en) * 1997-10-22 1999-12-07 Basf Coporation Methods and systems for forming multi-filament yarns having improved position-to-position consistency
US6240609B1 (en) * 1999-11-18 2001-06-05 Prisma Fibers, Inc. Apparent space-dyed yarns and method for producing same
US6332253B1 (en) * 2000-02-29 2001-12-25 Prisma Fibers, Inc. Textile effect yarn and method for producing same
CN107938087A (zh) * 2017-12-26 2018-04-20 山东宏业纺织股份有限公司 一种彩点纱的生产工艺
EP4265830A1 (en) * 2022-04-19 2023-10-25 AYM Syntex Ltd High bulk yarn and method of manufacturing thereof
WO2023203482A1 (en) * 2022-04-19 2023-10-26 Aym Syntex Ltd High bulk yarn and method of manufacturing thereof

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3110151A (en) * 1961-05-26 1963-11-12 Du Pont Process for producing compact interlaced yarn
US3953962A (en) * 1968-04-15 1976-05-04 E. I. Du Pont De Nemours & Company Crimped thermoplastic synthetic filaments of asymmetric composition
US3474613A (en) * 1968-09-13 1969-10-28 Du Pont Air jet process and apparatus for making novelty yarn and product thereof
US3781949A (en) * 1972-05-03 1974-01-01 Du Pont Process and apparatus for jet-texturing yarn at high speed
GB1381937A (en) * 1972-06-27 1975-01-29 Ici Ltd Composite yarns and methods for their manufacture
US4064686A (en) * 1975-02-27 1977-12-27 Whitted Robert L Intermittently bulked yarn
US4059873A (en) * 1975-08-29 1977-11-29 E. I. Du Pont De Nemours And Company Fluid process for making continuous filament heather yarn
US4058968A (en) * 1976-09-03 1977-11-22 Owens-Corning Fiberglas Corporation Bulked yarn and method of forming a bulked yarn
US4145869A (en) * 1977-07-22 1979-03-27 E. I. Du Pont De Nemours And Company Slub yarn and method of forming same
US4280261A (en) * 1978-12-15 1981-07-28 E. I. Du Pont De Nemours And Company Process for making heather yarn from bulked continuous-filament yarns
US4222223A (en) * 1978-12-15 1980-09-16 E. I. Du Pont De Nemours And Company Heather yarn made from bulked continuous-filament yarns
US4248036A (en) * 1979-03-08 1981-02-03 E. I. Du Pont De Nemours And Company Bulky yarn

Also Published As

Publication number Publication date
NL188588B (nl) 1992-03-02
NL188588C (nl) 1992-08-03
US4343146A (en) 1982-08-10
GB2072728A (en) 1981-10-07
FR2479284B1 (fr) 1985-11-29
IT8120786A0 (it) 1981-03-27
DE3112247A1 (de) 1982-04-01
FR2479284A1 (fr) 1981-10-02
DE3112247C2 (nl) 1989-07-27
CA1159240A (en) 1983-12-27
IT1136876B (it) 1986-09-03
GB2072728B (en) 1983-07-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8101519A (nl) Volumineus garen met continue elementairdraden en met gemeleerde kleurpunten.
EP0848095A1 (en) One step, ready-to-tuft, mock space-dyed multifilament yarn
DE1660176A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Mischen oder Verflechten der Faeden eines aus einer Vielzahl von Einzelfaeden bestehenden Kraeuselgarnes
EP0133198B1 (de) Verfahren und Anordnung zur Herstellung eines ungezwirnten Kräuselgarns aus mindestens zwei Fadenbündeln unterschiedlicher Farbe oder Färbbarkeit
US4059873A (en) Fluid process for making continuous filament heather yarn
JP2005501974A (ja) 織物効果糸及びその製造方法
EP0455927B1 (en) Process for preparing partially dissolvable and splittable conjugated microfiber
US4280261A (en) Process for making heather yarn from bulked continuous-filament yarns
US3899562A (en) Process for the production of mixed yarns
US4894894A (en) Continuous high speed method for making a commingled carpet yarn
US4222223A (en) Heather yarn made from bulked continuous-filament yarns
DE2907535A1 (de) Wie-gesponnenes multifilamentgarn
DE2332773C2 (de) Kompositgarn und Verfahren zu seiner Herstellung
US4993130A (en) Continuous high speed method for making a commingled carpet yarn
DE2241718A1 (de) Verfahren zur herstellung von texturiertem garn
JPH036265B2 (nl)
US5040276A (en) Continuous high speed method for making a commingled carpet yarn
DE2409053A1 (de) Gebauschte polyestertextilgarne
NL8104566A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van samenhangende garens.
DE60012687T2 (de) Texturiertes, kombiniertes polyester-multifilamentgarn und verfahren zu seiner herstellung
JP2018059229A (ja) インターミングルヤーンおよびその製造方法ならびに霜降調カーペット
JPS5812945B2 (ja) 異色性交絡糸条
DE2807418A1 (de) Bauschgarn, insbesondere hochbauschgarn, und verfahren zu seiner herstellung
DE2808607A1 (de) Gebauschtes filamentgarn und seine herstellung und verwendung
RU2042755C1 (ru) Извитая многоволоконная пряжа, полиэфирное извитое штапельное волокно и способы их получения

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010327