NL8100920A - Spreiplug. - Google Patents

Description

S' - λ -1- VO 1388

Spreiplug

De uitvinding heeft "betrekking op een spreiplug met êên in het achterste bereik van een tegenlegger voorziene ankerbout, met een zich naar voren conisch verwijdend spreilichaam, en met eens door het intrekken van het spreilichaam door middel van de ankerbout, radiaal ver-5 wijdbaar sprei-element.

De hierboven aangegeven spreiplug bezit een hulsvormig sprei-element. On tegen verdraaiing geborgd te zijn, alsook voor het vasthouden van de plug in het boorgat is het hulsvoimige spreilichaam aan zijn ontrek voorzien van uitsteeksels. Voor een dergelijke spreiplug 10 is het noodzakelijk dat de doorsnede van het boorgat binnen zeer nauwe grenzen moet liggen.·.Is de doorsnede nl. te groot, dan kunnen de uitsparingen niet in aanraking konen met de wand van het boorgat.

Het intrekken van het sprdlichaam in het sprei-element is derhalve niet mogelijk.

15 De uitvinding heeft tot doel een spreiplug te verschaffen, die in een groter doorsnedegebied van het boorgat inbrengbaar is.

Het doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding het sprei-elsnent bestaat uit zowel de ontrek van het spreilichaam aangebrachte lamellen, en de lamellen een radiaal verend, vrij einde bezitten, die 20 onder het vormen van een scherpe hoek met de langsas van de plug naar het tegenleger gericht is. De radiaal verende lamellen kunnen zich aanpassen aan de doorsnede van het boorgat binnen een groter bereik.

Daar het vrije einde van de lamellen naar het tegenleger gericht is, ontstaat bij het inbrengen van de plug in een boorgat een zeer geringe 25 weerstand. Wordt daarentegen de plug belast, dan werken de lamellen praktisch gesproken als weerhaken.

De lamellen kunnen afzonderlijk rond de ankerbout aangebracht worden. Dit vervaardigingstechnisch oogpunt is het evenwel doelmatig, wanneer de lamellen met een huls verbonden zijn. Door de huls worden 30 de lamellen tezamen gehouden, zonder evenwel beperkt te worden in hun functie. Het verbinden van de lamellen met de huls kan op verschillende manieren plaatsvinden. Een mogelijkheid is bij voorbeeld de lamellen door middel van puntlassen met de huls te verbinden. Een verdere ver- 8100920 ¢- ^ -, -2-' · ............ ..... ~ ·

Id inding smog eli j kheid is kleven, nieten· of solderen.

Om de lamellen op een eenvoudige wijze te vervaardigen is het van voordeel, dat de vrije einden van de lamellen over een scharnier eendelig met de huls verbonden zijn. De huls en de lamellen kunnen 5 derhalve tezamen in êên enkel, ponsproces vervaardigd worden. Qn de lamellen met de huls te verbinden zijn in beginsel twee verschillende mogelijkheden. Zijn de lamellen aan het achterste einde van de huls aangebracht, dan worden de lamellen uitsluitend onder een scherpe hoek naar buiten gebogen. Zijn. daarentegen de lamellen aan het voorste 10 einde van de huls aangebracht, dan worden zij over een stompe hoek naar binnen gebogen. In beginsel zijn beide soorten mogelijk.

Om te voldoen aan. een. grotere doorsnede moeten, de lamellen met een. voldoende massa naar buiten steken. Het is daarbij doelmatig, dat ' de lamellen in ongeveer de toestand ten opzichte van de langsas van 15 de plug een hoek van 5-30°, bij voorkeur 15° bezitten.

De uitvinding zal onderstaand aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld en onder verwijzing naar de tekening, nader worden uiteengezet. Hierin toont: fig. 1 een spreiplug in niet-gespreide toestand; 20 fig. 2 een afwikkeling van het in fig. 1 aangegeven sprei-element; fig. 3 de spreiplug volgens fig. 1 in gespreide toestand; fig. k een verdere uitvoeringsvoim van de spreiplug.

De spreiplug, zoals aangegeven in fig. 1 bezit een ankerbout 1 . Het- achterste einde van de ankerbout 1 is uitgevoerd als een zeskantige 25 kop en dient als tegenleger 1a. Grenzend aan het tegenleger 1a is een onderleg schijf 2 op de as van de ankerbout 1 aangebracht. Het voorste einde van de ankerbout 1 bezit een schroefdraad 1b. Op de schroefdraad 1b is een sprei-element 3 aangebracht. Het sprei-element 3 bestaat uit radiaal verende lamellen 3a en een ermee verbonden huls 3b. Een op het 30 schroefdraad 1b geschroefde spreiliehaam k wordt bij het aantrekken van de spreiplug tegen het tegenleger 1a in het sprei-element 3 getrokken. Door de naar buiten stekende lamellen 3a wordt voorkomen, dat het onder-legschijfje 2 verloren gaat. In niet-geveerde toestand vormen de lamellen 3a met de langsas van de spreiplug een hoek a. De hoek a is gelegen 35 tussen 5° en 30°, doch is bij voorkeur ongeveer 15°.

De in de fig. 2 weergegeven afwikkeling van het sprei-element 3 toont de over de huls of ring 3b met elkaar verbonden lamellen 3a.

81 009 2 0 -3-

Tassen de. afzonderlijke lamellen. 3a zijn sleuven 3c aanwezig. De vrije einden van de lamellen 3a worden langs de streeppuntlijn, die de scharnierplaat 3d vormt, ongebogen.

Pig. 3 toont de in een boorgat 5 aangebrachte spreiplug. Door het 5 aantrekken tegen het tegenleger 1a van de an kerb out 1 wordt het sprei-lichaam 4 in het sprei-element 3 getrokken. Daarbij zal het sprei-element 3 zich radiaal uitzetten. Bij het belasten van de ahkerbout 1 ontstaat door de bevestiging van het spreilichaam Λ en het sprei-element 3 een naspreiding. De lamellen 3a dienen bij het aantrekken ook 10 als borg tegen het verdraaien.

Fig. h toont een verdere uitvoeringsvorm van de spreiplug volgens de uitvinding. Dezeobestaat uit een ankerbout 6, een onderlegschijf 7 en een sprei-element 8. De ankerbout 6 is aan zijn voorste einde voorzien van een spreiconus 6a. Het achterste einde van de ahkerbout 6 15 bezit een schroefdraad 6b. Het sprei-element 8 bestaat uit lamellen 8a en een huls 8b. De lamellen 8a zijn aan het achterste einde van de huls 8b aangebracht en met deze over een scharnierplaats 8c verbonden.

In tegenstelling tot de in fig. 1 t/m 3 weergegeven uitvoeringsvorm is de buighoek van de lamellen 8a slechts gering. Aan het achterste einde 20 van de ankerbout 6 is een zeskantige moer 9 op de schroefdraad 6b geschroefd, welke als tegenleger dient. Bij het aantrekken van de zeskantige moer 9, wordt de spreiconus 6a in de huls 8a getrokken, waarbij deze zich radiaal uitzet. De lamellen 8a van het sprei-eleaent dienen bij het spreiden van de plug als beveiliging voor het terug-25 trekken en verdraaien.

81 009 2 0

Claims (3)

1. Spreiplug met een zich in het achterste "bereik van een tegenleger voorziene anker "bout, met een zich naar voren conisch verwijdend spreilichaam, en met een door het intrekken van het spreilichaam door middel van de ankerbout, radiaal uitzetbaar sprei-element, met het ken- 5 merk, dat het sprei-element (3, 8) "bestaat uit rond de omtrek van het spreilichaam (^, 6a) aangebrachte lamellen (3a, 8a), en de lamellen (3a, 8a) een radiaal verend, vrij einde bezitten, die onder vorming van een scherpe hoek met dellangsas van de plug naar het tegenleger (1a, 9) gericht is.

2. Spreiplug volgens conclusie T, met het kenmerk, dat de lamellen (3a, 8a) verbonden zijn met een huls· (3b, 8b).

3. Spreiplug'volgens conclusie 2, met het kenmerk,, dat het vrije einde van de lamellen (3a, 8a) over een schar nier plaats (3d, 8c) eendelig verbonden zijn met de huls (3b, 8b). 15 *+. Spreiplug volgens een der conclusies 1. t/m 3, met het-kenmerk, dat de lamellen (3a, 8a) iiuniet geveerde toestand ten opzichte van de lang sas van de plug een hoek (a) bezitten van 5-30° en bij voorkeur van 15°·- s 8100920