NL8007118A

NL8007118A - Spieverankering voor een spanorgaan in een betonbouwdeel.

Info

Publication number: NL8007118A
Application number: NL8007118A
Authority: NL
Original assignee: Dyckerhoff & Widmann Ag
Priority date: 1980-01-26
Filing date: 1980-12-31
Publication date: 1981-08-17
Also published as: DE8002044U1; CH649118A5; US4343122A

Description

N.0. 29689 S-pieverankering voor een soanorgaan in een betonbouwdeel.

De uitvinding heeft betrekking op een spieverankering voor een spanorgaan in een betonbouwdeel met een tegen het beton steunend ankerlichaam, dat een centrale doorgang voor het spanorgaan bezit, die voor het vormen van een zittingsvlak voor de spieën konisch 5 is verwijd en die door middel van een met het ankerlichaam vorm-sluitend verbindbare kap kan worden afgesloten, waarbij in het inwendige van de kap middelen zijn aangebracht, die tegelijk met het tot stand brengen van de verbinding met het ankerlichaam een drukkracht uitoefenen op de vrije kopse vlakken van de spieën.

10 Bij spanorganen met spieverankeringen, die slechts vanaf één einde worden gespannen, is het aan de einden, die vast met beton worden omstort, waaraan dus niet wordt gespannen, noodzakelijk, de spieën te beveiligen tegen een eventueel niet bedoeld losraken. Bij spanorganen, waarbij na het spannen geen verbinding tussen het 15 spanorgaan en het dit omgevende beton bijvoorbeeld door het inpersen van cementkit in het spankanaal tot stand wordt gebracht, is het bovendien nog nodig, de over de ankerlichamen uitstekende einden van het spanorgaan tegen corrosie te beschermen.

Bij een bekende spieverankering is het ankerlichaam aan de 20 zijde, waar het spanorgaan uit het ankerlichaam komt, voorzien van een cilindrisch aanzetstuk met inwendige schroefdraad, waarin een van een overeenkomstige uitwendige schroefdraad voorziene kap kan worden geschroefd (Zwitsers octrooischrift 482.080). In het inwendige van de kap bevindt zich een schroefveer, die over het boven 25 de spieën uitstekend einde van het spanorgaan wordt geschoven en bij het inschroeven van de kap in het aanzetstuk een kracht sluitende verbinding tussen het deksel van de kap en de kopse vlakken van de spieën tot stand brengt, om deze in een positie te fixeren.

1 *

Deze kap wordt met beton omstort, is dus verloren. Zij kan bij 30 spanorganen zonder verbinding met een corrosie beschermende massa worden gevuld.

i

In de praktijk wordt er naar gestreefd, delen, die vast worden ingeboüwd, dus verloren zijn, zo eenvoudig en zo economisch, maar ook zo doelmatig mogelijk uit te voeren. Dientengevolge heeft de 35 uitvinding tot doel bij een spieverankering van deze soort de voor het fixeren van de spieën en voor corrosie-bescherming van de verankering noodzakelijke kap eenvoudiger, daardoor economischer, en doelmatiger uit te voeren dan de bekende kap.

80 0 7 1 1 8 2

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de kap in het inwendige daarvan uit het materiaal daarvan gevormde uitsteeksels bezit, die zodanig zijn uitgevoerd en aangebracht, dat deze direct in werkzame verbinding met de spieën komen.

5 Op doelmatige wijze is de buitenwand van de kap in de zin van een diameter verkleining naar het gesloten einde toe haaks omgezet uitgevoerd, waarbij de daardoor gevormde schouder het aanlegvlak tegen de spieën vormt. De hooek a, die het haaks omgezette deel met de telkens aansluitende delen van de buitenwand vormen, zijn 10 voornamelijk kleiner dan 90°»

Het einde van de kap met kleinere diameter kan in omtrek poly-gonaal, in het bijzonder zeshoekig, zijn uitgevoerd.

Het deel van de kap met grotere diameter kan zijn voorzien van een inwendige schroefdraad, waarmee de kap op een overeenkomstig 15 uitwendige schroefdraad aan het ankerlichaam kan worden geschroefd.

Op doelmatige wijze bestaat de kap uit een diepgetrokken deel uit metaal, kunststof of dergelijke.

Het aanzienlijke voordeel van de uitvoering van een spiever-ankering volgens de uitvinding, in het bijzonder van een kap, 20 spruit vooral daaruit voort, dat door de bijzondere vormgeving van de kap kan worden afgezien van het daarin plaatsen van een drukveer. Daardoor is voor het fixeren van de spieën één van de tot nu toe toegepaste twee delen niet meer nodig. Toch moet niet worden afgezien van een zekere veerwerking, omdat door de bijzondere uit-25 voering van de haakse ombuiging er in wordt geslaagd om «.sm de de spieën fixerende schouder een zekere meegevendheid te geven.

Omdat de kap van buiten af om het cilindrische aanzetstuk van het ankerlichaam grijpt, wordt er tegelijkertijd ook in geslaagd om een betere afsluiting aan de kopse zijde en dientengevolge een 30 doeltreffender corrosie-bescherming te verkrijgen.

Verdere kenmerken van de uitvinding en daardoor bereikte voordelen volgen uit de hierna komende beschrijving van een in de tekening bewijze van voorbeeld weergegeven uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

35 IPig. 1 geeft een langsdoorsnede weer door een spieverahkering met daaropgeplaatste kap.

3?ig. 2 geeft een gedeeltelijk bovenaanzicht weer op de verankering met kap volgens fig. 1.

Fig. 3 geeft een schuin aanzicht weer van de spieverankering 40 volgens fig. 1 in open-gesneden toestand.

8 0 0 7 1 1 8 ¾ 5 fig. 4 geeft een detail weer uit fig. 1.

De spieverankering omvat een ankerlichaam 1, dat een centrale doorgang 2 voor het spanorgaan bezit, dat in het weergegeven voorbeeld is getekend als koord 3· In plaats van een koord kan 5 echter ook een draad of een staaf zijn aangebracht. De centrale doorgang 2 is aan één zijde konisch verwijd voor het vormen van een zittingsvlak voor een ringspie 4· De ringspie 4» die op zich zelf geen onderwerp van de uitvinding vormt, bestaat uit twee of drie afzonderlijke delen 4a, 4"b> die zich telkens over een hoek 10 van 180° of 120° uitstrekken en die op smalle in lengte-richting lopende spleet 4c na een gesloten ringvormige dwarsdoorsnede vormen. In het buitenvlak bezitten de afzonderlijke delen 4a, 4¾ een ringvormige groef 4d, waarin eenveerring 4e is gelegd, om de delen samen te houden. Voor het afsteunen ten opzichte van een - niet 15 weergegeven - betonbouwdeel dient een in het weergegeven voorbeeld cirkelvormige plaat 4·

Aan het spaneinde van het ankerlichaam 1 is een cilindrisch aanzetstuk 6 aangebracht, dat een uitwendige schroefdraad 7 bezit.

Op deze uitwendige schroefdraad 7 is een kap 8 geschroefd, die in 20 een deel 9 niet grotere diameter een overeenkomstige inwendige schroefdraad 10 bezit. Aan het deel 9 sluit via een haaks omgebogen deel 11 een deel 12 met kleinere diameter aan, dat is afgesloten door een deksel 13* Het deel 12 heeft in het weergegeven voorbeeld een zeshoekige omtrek (fig. 2), zodat dit door middel van een gang-25 bare moersleutel op het aanzetstuk 6 van het ankerlichaam 1 kan worden geschroefd.

De mate van ombuiging van het deel 11 is zodanig gekozen, dat de hoek a, die het omgebogen deel 11 met de buitenwanddelen van de gebieden 9 en 12 van de kap 8 vormen, telkens kleiner zijn dan 30 90° (fig· 4)· Daardoor wordt een ringvormige aanlegschouder 14 gevormd, die direct drukt op de kopse vlakken 12 van de ringspie 4 en door de aan het voor de kap 8 toegepaste materiaal inherente elasticiteit al naar gelang het bij het opschroeven van de kap 8 toegepaste dnaaimoment een elastische fixering van de spie 4 tot 35 stand brengt.

Bij de in schuin aanzicht in fig. 3 weergegeven ringspie 4' dragen de afzonderlijke delen van de ringspie aan de buitenvlakken, naast de in lengte-richting lopende spleten, in lengte-richting lopende uitsparingen 16. Door telkens twee aangrenzende uitsparingen 40 wordt een in lengte-richting lopende groef gevormd, waar doorheen 8007118 - - 4 bij het injecteren van het ringkanaal tussen de kabel 1 en de - niet weergegeven - omhullende buis cementkit kan lopen.

3 0 0 7 1 1 8

Claims

1. Spieverankering voor een spanorgaan in een betonbouwdeel met een tegen het beton steunend ankerlichaam, dat een centrale doorgang voor het spanorgaan bezit, die voor het vormen van een zittingsvlak voor de spieën konisch is verwijd en die door middel 5 van een met het ankerlichaam vormsluitend verbindbare kap kan worden afgesloten, waarbij in het inwendige van de kap middelen zijn aangebracht, die tegelijk met het tot stand brengen van de verbinding met het ankerlichaam een drukkracht uitoefenen op de vrije kopse vlakken van de spieën, met het kenmerk, dat 10 de kap (β) in inwendig uit het materiaal daarvan gevormde uitsteeksels bezit, die zodanig zijn uitgevoerd en aangebracht, dat zij direct in werkzame verbinding met de spieën (4) komen.

2. Spieverankering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitenwand van de kap (8) in de zin van een dia- 15 meterverkleining naar het gesloten einde toe haaks omgebogen is uitgevoerd, waarbij de daardoor gevormde schouder (14) het aanleg-vlak tegen de spieën (4) vormt.

3· Spieverankering volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat dehoé5ai(a), die het omgebogen deel (11) met de telkens 20 aansluitende delen van de buitenwand vormen, kleiner zijn dan 90°·

4· Spieverankering volgens één der conclusies 1 t/m 3> met het kenmerk, dat het einde (12) van de kap (8) met kleinere diameter in de omtrek veelhoekig, in het bijzonder zeshoekig, is uitgevoerd. 25 5· Spieverankering volgens één der conclusies 1 t/m 4> met het kenmerk, dat het deel (9) van de kap (8) met grotere diameter is voorzien van een inwendige schroefdraad (10), waarmee de kap (8) op een overeenkomstige uitwendige schroefdraad (7) aan het ankerlichaam (1) kan worden geschroefd.

6. Spieverankering volgens één der conclusies 1 t/m 5» met het kenmerk, dat de kap (8) bestaat uit een diepgetrokken deel uit metaal, kunststof of dergelijke. ---000O000---

8. D 7 1 18