NL8006801A - Elektrische gloeilamp. - Google Patents

Description

4 ib ï PHN 9917 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Elektrische gloeilamp"

De uitvinding heeft betrekking op een elektrische gloeilamp met een glazen lampvat dat voorzien is van een kneep, in welk lampvat een gloeilichaam is opgesteld, verbonden met stroomtoevoergeleiders die vakuundicht door de kneep naar buitentreden en verbonden zijn met de 5 kontakten van een grotendeels uit een isolerend-lichaam bestaande lamp-voet, waarbij de kneep van het lampvat in een uitsparing in het isolerend-lichaam steekt en daarin met kit bevestigd is. Een dergelijke lamp, waarbij het isolerend lichaam een keramische steen is, is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6717374 en kan worden gebruikt als pro-10 jektie-, studio- of theaterlamp.

In alle gevallen waarin een lamp in een optisch systeem wordt toegepast dient het gloeilichaam uitgericht te zijn ten opzichte van de lairpvoet, zodat het gloeilichaam bij plaatsing van de lamp in een lairp-houder van een optisch systeem, een vooraf bepaalde plaats in dat systeem 15 inneemt.

Lampen met de genoemde gebruiksbestemming nemen veelal een hoog vermogen op en geven licht van een hoge kleurtemperatuur0 De hoge kneeptemperaturen die daarvan het gevolg zijn maken toepassing van een lampvoet met een isolerend lichaam van keramiek of van een tegen hoge 20 temperaturen, tot circa 400°C, bestendige kunststof noodzakelijk en daarmee het gebruik van kit voor de bevestiging van de lampvoet aan het lampvat.

Het uitharden van kit vraagt relatief veel tijd. In die tijd dienen het lampvat en de lairpvoet uitgericht gefixeerd te blijven om te 25 voorkomen dat een verplaatsing van het gloeilichaam ten opzichte van de lampvoet optreedt. Dit brengt een langdurige bezetting van het uitricht-apparaat mee en verhoogt de kostprijs van de lamp.

De uitvinding beoogt een lampkonstruktie die het mogelijk maakt de kit die de lampvoet aan het lampvat bevestigt buiten een uit-30 richtapparaat door te harden.

Dit oogmerk wordt bij een lamp van de in de openingsparagraaf genoemde soort volgens de uitvinding daardoor gerealiseerd, dat op het oppervlak van de kneep tenminste êên nok aanwezig is, die de diepte waar- 800 680 1 PHN 9917 2 mee de kneep in de uitsparing in het isolerend lichaam van de lampvoet steekt bepaalt.

Bij het vervaardigen van lampen kan het gloeilichaam met grote nauwkeurigheid op een bepaalde afstand van een referentie op de kneep 5 in het lampvat worden gepositioneerd. Door de referentie op de kneep als een of meer nokken op het oppervlak van de kneep uit te voeren en deze nokken zo te bemeten dat ze bij het samenvoegen van lampvat en lamp-voet niet of niet verder dan tevoren bepaald in de uitsparing het isolerend lichaam van de lampvoet kunnen doordringen, ligt bij de lamp 10 volgens de uitvinding de afstand van het gloeilichaam tot de lampvoet vast. Deze afstand, de lichtcenterlengte, is de belangrijkste parameter van de positie van het gloeilichaam.

De konstruktie van de lamp volgens de uitvinding maakt het mogelijk de kit, waarmee lampvat en lampvoet aan elkaar bevestigd wor-15 den, te laten doorharden zonder dat gedurende de hardingsperiode een uitrichtapparaat bezet gehouden wordt. Bij lampen waarbij het zwaartepunt van het lampvat dicht bij de lampvoet ligt en een stabiele ondersteuning van het lampvat door de nok(ken) op het kneepoppervlak gewaarborgd wordt, behoeft zelfs geen gebruik gemaakt te worden van 20 mechanische hulpmiddelen, zoals een klem of een mal, on het lampvat tijdens het doorharden van de kit ten opzichte van de lampvoet te fixeren.

In een uitvoeringsvorm van de lamp volgens de uitvinding is op het kneepoppervlak een nok aanwezig aan elk der beide tegenover elkaar 25 liggende, bredere zijvlakken van de kneep. In een variant zijn aan elk der beide zijvlakken twee of meer nokken aanwezig. In deze variant heeft het lampvat bij de vervaardiging van de lamp een bijzonder stabiele stand ten opzichte van de lampvoet.

De nokken op het kneepoppervlak kunnen rusten tegen het 30 isolerend-lichaam zelf, terzijde van de uitsparing daarin. Een andere mogelijkheid is, dat de uitsparing in het isolerend-1 i.chaam grotendeels afgedekt is met een, glazen, keramische, kunststoffen of metalen, schijf waarin een opening voorkomt die de kneep vanhet lampvat tot aan de nok of nokken doorlaat. In deze uitvoeringsvorm kan gebruik gemaakt 35 worden van lampvoeten die in de handel verkrijgbaar zijn en bestemd zijn om ze op konventionele wijze met een lampvat samen te bouwen om een gerede lamp te vormen.

De lamp volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat de 8006801 ir* > PHN 9917 3 schijf of de begrenzing van de uitsparing in het isolerend lichaam een draagvlak vormt voor de kit die het lampvat net de lairpvoet verbindt. *

Bij konventionele lampen wordt de uitsparing in de lairpvoet, nadat de kneep van het lampvat daarin geplaatst is, verder gevuld met zand om 5 een draagvlak voor de kit te vormen en te voorkomen, dat zeer veel kit gebruikt zou worden. Bij de lamp volgens de uitvinding is het gebruik van zand, zoals hierna zal blijken, overbodig.

De lamp volgens de uitvinding kan een lairpvoet hebben voor toepassing in een Edison- of bajonebLamphouder, dan wel in een lairphouder 10 van andere vorm, bijvoorbeeld met een of meer stekerbussen. Vanwege de hoge kleurtemperatuur, het goede rendement en de gedurende de levensduur gelijkblijvende lichtopbrengst die halogeengloeilampen hebben, kan de lamp volgens de uitvinding, behalve inert gas, halogeen bevatten en derhalve een lampvat hebben van een glassoort met een hoog silicium-10 dioxydegehalte, bijvoorbeeld van 95 gew.% of meer, zoals kwartsglas.

Uitvoeringsvormen van de lamp volgens de uitvinding worden in de tekening getoond. Daarin is

Fig. 1 en Fig. 2 een voor- respektievelijk zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm, Fig. 2 met de lampvoet deels in doorsnede;

Fig. 2a een bovenaanzicht van een onderdeel van die uitvoeringsvorm;

Fig. 3 een vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm;

Fig. 4 een doorsnede volgens IV-IV in Fig. 3;

Fig. 5 een analoge doorsnede van een derde uitvoeringsvorm.

25 In de Fig. 1. en 2 heeft het lampvat 1 een kneep 2 en een gloeilichaam 3, dat verbonden is met stroomtoevoergeleiders 4 en 5 die vakuumdicht door de kneep 2 naar buitentreden en daar verbonden zijn met de kontakten 8 en 9 van een lampvoet 6, die grotendeels uit een keramische steen 7 van steatiet bestaat. Het kontakt 8 is met behulp van 30 kit 16 vooraf aan de steen 7 bevestigd. De keramische steen 7 heeft een uitsparing 10 waarin de kneep 2 van het lampvat 1 steekt. De kneep 2 heeft op zijn oppervlak, aan de bredere zijvlakken 15, twee paar nokken 12 die de diepte waarmee de kneep 2 in de uitsparing 10 van de keramische steen 7 steekt,bepalen. In deze uitvoeringsvorm is een metalen 35 schijf 13 aangebracht die op een rand 14 ligt. De nokken 12 steunen op de schijf 13. Met kit 11 is het lampvat 1 aan de lampvoet 6 bevestigd.

Bij het assembleren van de lamp wordt de stabiliteit van het lampvat 1 in de lampvoet 6 nog vergroot, doordat de stroomgeleider 4 door de 8 0 0 6 8 0 1 PHN 9917 4 bodem van de lampvoet 6 steekt ter plaatse waar het kontakt 9 tot stand gebracht moet worden. De schijf 13 dekt de uitsparing 10 nagenoeg af waardoor een draagvlak geboden wordt voor de bij het aanbrengen weke kitmassa 11 en het wegzakken van die massa in de uitsparing 10 voor-5 komen wordt. De opening 17 in de schijf 13 (Fig. 2a) laat de kneep 2 tot aan de nokken 13 door.

De verwijzingscijfers in Fig. 3 en Fig. 4 zijn 20 hoger dan die voor overeenkomstige delen van de lamp van Fig. 1 en Fig. 2. De kontakten van de lampvoet 26 zijn in deze figuren stekerpennen 28 en 29. De ^ uitsparing 30 in de keramische steen 27 is zo bemeten, dat de kneep 22 daarin met geringe speling past. De nokken 32 op het oppervlak van de kneep 22 stuiten echter op de rand 34 .In deze uitvoeringsvorm lopen de nokken 32 elk nagenoeg over de gehele breedte van het betreffende bredere vlak 35 van de kneep 22 waarop zij zich bevinden. De getoonde 15 lamp is een 220 V 1000 W theaterlamp met tijdens bedrijf een kneep-temperatuur van 400°C en een kleurtenperatuur van 3000 K.

In Fig. 5 heeft de kneep 42 aan slechts een breder zijvlak 55 een nok 52. De overige verwijzingscijfers zijn 20 hoger dan die van overeenkomstige delen in Fig. 4.

20 25 30 35 8 0 0 6 8 0 1

Claims (2)

1. Elektrische gloeilamp met een glazen lampvat dat voorzien is van een kneep, in welk lampvat een gloeilichaam is opgesteld, verbonden met stroomtoevoergeleiders die vakuumdicht door de kneep naar buiten-treden en verbonden zijn met de kontakten van een grotendeels uit een 5 isolerend-lichaam bestaande lanpvoet, waarbij de kneep van het lampvat in een uitsparing in het isolerend-li.chaam steekt en daarin met kit bevestigd is, met het kenmerk, dat op het oppervlak (15, 35, 55) van de kneep (2, 22, 42) van het lampvat (1, 31, 51) tenminste één nok (12, 32, 52) aanwezig is, die de diepte waarmee de kneep in de uitsparing (10, 30, 50) 10 in het isolerend-lichaam (7, 27, 47) van de lanpvoet (6, 26, 46) steekt, bepaalt.

2. Elektrische gloeilamp volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat de uitsparing (10) in het isolerend-lichaam (7) grotendeels is afgedekt met een schijf 13 waarin een opening (16) voorkomt die de kneep (2) 15 van het lampvat (1) tot aan de nok (12) doorlaat. 20 25 30 35 800 630 1