NL8006581A - Stelsel voor toepassing van een werkwijze voor de automatische, afstandbeveiligde rem- en rijbesturing van voorwerpen, die zich op dezelfde baan of hetzelfde spoor bevinden. - Google Patents

Description

* % vo 1251

Titel: Stelsel voor toepassing van een werkwijze voor de automatische, afstandbeveiligde rem- en rijbesturing van voorwerpen, die zich op dezelfde baan of hetzelfde spoor bevinden.

De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het tcepassen van een werkwijze voor de automatische, afstandbeveiligde rem- en rijbesturing van voorwerpen, in het bijzonder 'voertuigen, die zich op dezelfde baan of hetzelfde spoor bevin-5 den onder gebruikmaking van door die voorwerpen uitgezonden en ontvangen signalen, waarbij de snelheid van elk volgend voorwerp bestuurd wordt door het daaraan onnrLddellijk voorafgaande voorwerp.

In de Hederlandse octrooiaanvrage 80.0216^ is een werk-10 wijze en een stelsel van het boven aangeduide type beschreven. Hierbij wordt een in een overdrachtsmedium ingevoerd rijtoestem-mingssignaal van voorwerp naar voorwerp verder geleid. Een op het traject achtergebleven voorwerp schakelt op passieve wijze het rijtoestemmingssignaal voor het volgende voorwerp weg. Op 15 deze wijze worden alle volgende voorwerpen gedwongen zeer snel af te remmen.

Bij een dergelijk stelsel is het noodzakelijk het traject in delen onder te verdelen om redenen, verband houdende met de sign aal verzwakking langs het traject en met de topografische 20 bijzonderheden daarvan, zoals de aanwezigheid van wissels, kruisingen en dergelijke.

Doel van de uitvinding is de op de deelgrenzen optredende problemen bij het binnenrijden van een voorwerp in het volgende deel op te lossen en een snelle afremming te beperken tot het 800658 ? - 2 - voorwerp, dat onmiddellijk volgt op het achtergebleven voorwerp.

Daartoe vordt volgens de uitvinding een stelsel verschaft, gekenmerkt doordat in elk deel van het in delen onderverdeelde overdrachtsmedium een vrij-signaal en een rijtoestemmingssignaal 5 kan worden ingevoerd, waarbij het vrij-signaal bij aanwezigheid van een voorwerp via een signaalblokkeringsorgaan wordt geblokkeerd, zodat een door het vrij-signaal bekrachtigd, relais afvalt, dat op de contacten van het relais het aan het einde van * het voorgaande deel uitgekoppelde rijtoestemmingssignaal aan-10 wezig is en op het sluitorgaan van het relais het rijtoestemmingssignaal van het daarop volgende deel en door het relais afwisselend in afhankelijkheid van de aanwezigheid van een voorwerp inschakelbaar is en dat elk voorwerp een identiek, onafhankelijk van het ontvangen signaal opgewekt rijtoestemmingssignaal tegen-15 gesteld aan de voortbewegings richting uit zendt.

Bij dit stelsel vindt, evenals bij het stelsel beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 80.0216b, de verkrijging van de gegevens betreffende plaats en snelheid plaats bijvoorbeeld door middel van op zichzelf bekende inductieve of optisch wer-20 kende middelen, terwijl de overdracht plaatsvindt door geschikte modulatie van het door het voorwerp uitgezonden rijtoestemmingssignaal. Het verkrijgen van de gegevens betreffende plaats en snelheid, alsmede de overdracht moeten uiteraard in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften in het verkeerswezen worden 25 uitgevoerd.

Een belangrijk voordeel van het stelsel volgens de uitvinding bestaat daarin, dat dit stelsel zelfbeveiligend is, aangezien het wegschakelen van het rijtoestemmingssignaal ter plaatse van het voorwerp op passieve wijze plaatsvindt. Het wegschakelen 30 van het aan het begin van een deeltraject ingevoerde rijtoestemmingssignaal en de bezet-meldingen van het deeltraject vinden eveneens on passieve wijze volgens het ruststroomprincipe plaats. Wanneer om een of andere reden de doorschakeling niet 8003:8 ? - 3 - werkt of uitvalt, omdat het sluitorgaan van het relais geen contact maakt, dan komt geen rijtoestemmingssignaal Tan het ene in het andere deeltraject tere dit. Door de gedwongen koppeling van de relais contacten komt echter ook van het rijtoestemmings-5 signaal van het tracé, geen signaal in het deeltraject terecht.

Het stelsel volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht.

In de tekening zijn de voorwerpen 1, 2 en 3, in dit geval t voertuigen, op overeenkomstige wijze aangegeven als is geschied 10 in de Nederlandse octrooiaanvrage 80. 02l6U. Deze voorwerpen of voertuigen zijn in de voortbewegingsrichting uitgerust met een op het overdrachtsmedium b aangesloten ontvanger 6 en een zender 7. Tussen deze heide is een signaalblókkeringsorgaan 10 aange-bracht, dat steekt in een overdrachtsmedium U, bij voorkeur be-15 staande uit een van een sleuf voorziene holle geleider.

In tegenstelling tot de werkwijze, beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 80.0216U wordt hier niet het vanuit het voorafgaande voorwerp ontvangen rijtoestemmingssignaal geregenereerd, maar een soortgelijk, onafhankelijk van het ontvangen 20 signaal door het voorwerp gegenereerd rijtoestemmingssignaal uitgezonden tegengesteld aan de voortbewegingsrichting, zodat de invloed van een defekt voorwerp beperkt blijven tot het eerstvolgende voorwerp.

Het overdrachtsmedium b is langs het rijtracé onderverdeeld 25 in de deeltrajecten n+1, n, n-1. De deeltrajecten kunnen willekeurig lang zijn met een maximum van enige honderden meters.

In elk deeltraject n wordt door een signaalgenerator 15 een rijtoestemmingssignaal GS en door een andere signaalgenerator 16 een vrij-signaal FS ingevoerd. Het vrij-signaal FS wordt direct 30 in het overdrachtsmedium U ingevoerd, terwijl het rijtoestemmingssignaal GS via een sluitorgaan 17 van een relais lU loopt. Het relais l4 wordt door het vrij-signaal FS van het daarop volgende deeltraject bestuurd. Is het opvolgende deeltraject n+1 niet door een voertuig bezet, dan bevindt zich het relais lU.1 in een 8 0 0 6 Ξ 3 1 - - toestand, vaarbij het sluitorgaan gesloten is en hét rijtoe-stemmngssignaal QS vanuit de signaalgenerator 15 in het volgende deeltraject n vordt ingevoerd.

Het orgaan 18 van het relais 18.1 is in deze toestand open.

5 Wanneer derhalve het traject n+1 vrij is, dan vordt in het daarop volgende deeltraject n aan de voorzijde het rijtoestemningssignaal GS voor het eerste voorverp 1 ingevoerd. Wanneer een deeltraject "bezet is, zoals bijvoorbeeld het geval is met het deeltraject n, dan vordt het inbrengen van het rijtoestemmingssignaal 10 voor het daarop volgende deeltraject n-1 via het signaalblok-keringsorgaan 10 van het voorwerp 1 onderbroken en het aan het einde van het bezette deeltraject n uitgeschakelde rijtoestemmingssignaal vordt vanuit het voorverp 2 doorgeleid naar het deeltraject n-1, aangezien het relais lh,2 tengevolge van de 15 onderbreking van het vrij-signaal het orgaan l8 heeit gesloten.

De gegevens betreffende plaats en snelheid van het laatstgenoemde voorverp 2 in het deeltraject n komen derhalve terecht bij het eerste voorwerp 3 in het daarop volgende deeltraject n-1. Zoals uit de tekening blijkt, vordt tussen twee opeenvolgende 20 voorwerpen 1,2 binnen een deeltraject een overdrachtskanaal volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 80.0216^ ongebouwd, dat niet vordt beïnvloed door andere voorwerpen of voertuigen.

i 8 0 0 6 1 8 1

Claims (1)

1. Λ V - 5 - COHCLGSIE * * Stelsel -voor toepassing van een werkwijze voor de. automatische, afstandbeveiligde rem- en rigesturing van voorwerpen, in het bijzonder voertuigen, die zidi op dezelfde baan of hetzelfde spoor bevinden, met gebruikmaking van door 5 deze voorwerpen uitgezonden en ontvangen signalen, waarbij de snelheid van elk volgend voorwerp door het onmiddellijk daaraan voorafgaande voorwerp wordt bestuurd, met het kenmerk, dat in elk deeltraject (n+1, n, n-l) van het in deel-trajecten onderverdeelde overdrachtsmedium (U) een vrij-10 signaal (FS) en een rijtoestemmingssignaal (GS) kan worden ingevoerd, waarbij het vrij-signaal (FS) hij aanwezigheid van een voorwerp (1,2,3) via een signaalblokkeringsorgaan (10) wordt geblokkeerd, zodat een door het vrij-signaal (FS) bestuurd relais (lU.1, 1^.2) afvalt, dat op de contacten (17,18) 15 van het relais (lU.1, lk.2) het aan het einde van het voorafgaande deeltraject (n+l) uitgeschakelde rijtoestemmingssignaal (GS) en aan het sluitorgaan (17) het rijtoestemmingssignaal van het volgende deeltraject (n) is aangesloten en door het relais (1¼.1, lh.2) afwisselend in afhankelijkheid 20 van de aanwezigheid van een voorwerp (1,2,3) doorschakelbaar is en dat elk voorwerp een soortgelijk, onafhankelijk van het ontvangen signaal gegenereerd rijtoestemndngssignaal uitzendt tegengesteld aan de rij- of voortbevegingsrichting. 8 0 0 6 53 1