NL8006577A - Verstuiver. - Google Patents

Description

t .,:. *.- i

Verstuiver.

De uitvinding heeft betrekking op een verstuiver voor het met de hand verstuiven van een vloeistof zoals een wasmiddel of een geneesmiddel.

Bij een van de vestuivers van het met de hand bediende 5 type volgens de stand van de techniek wordt een verbindingsgat, dat naar een mondstuk voert, geopend cm de verstuiving uit te voeren in overeenstemming met de inwendige druk van een onderdrukzetkamer, die werkzaam is cm een vloeistof op te zuigen en onder druk te zetten. In de constructie van de verstuiver van dat type wordt 10 een aanzetkamer, die verbinding met de onderdrukzetkamer heeft, begrensd door de ocnbinatie van een cilinder en een zuiger voor het openen en sluiten van het verbindingsgat zodat, wanneer de druk in de aanzetkamer verhoogd wordt, de bedienzuiger ctnlaag bewogen wordt zodat een klepanderdeel, dat door de bedienzuiger gedragen 15 wordt, de verbindingsdoorgang, die naar het mondstuk voert, cpent.

In de aldus uitgevoerde constructie kan de bedienzuiger echter aanzienlijk crnlaag bewogen worden door de druk in de aanzetkamer. In dit geval kan het volume van de aanzetkamer abrupt verhoogd worden hetgeen uitnodigt tot de aanzienlijke verhoging in het volume van 20 de onderdrukzetkamer daar de aanzetkamer en de onderdrukzetkamer verbinding met elkaar hebben. Als gevolg hiervan kan de druk in deonder-drukzetkamer verlaagd worden cm het onmogelijk te maken cm de gewenste verstuiving te verzekeren.

In dat geval wordt de aanzetkamer bovendien gevormd in 25 een zodanig model dat deze boven de onderdrukzetkamer uitsteekt.

Teneinde de potpwerking van de onderdrukzetkamer uit te voeren kan derhalve een verstuivingskcp ingedrukt worden terwijl deze alleen geleid wordt door de relatieve sdiuiving tussen de zuiger en de cilinder ter plaatse van éên onderste gedeelte, waarbij men aldus 30 moeilijk slaagt in het cp stabiele en soepele wijze uitvoeren van de pompwerking. Ben ander bezwaar, dat rijst, is dat de vloeistof, die aider druk gezet wordt, door de schuifcppervlakken tussen de cilinder en de zuiger, die de aanzetkamer begrenzen, lekt.

800 6 57 7 t * 2

Kort croschreven is het derhalve een oogmerk van de uitvinding cm de tot dusver beschreven bezwaren te ondervangen en cm te voorzien in een verstuiver van het type, waarbij de indrukking van een klepanderdeel voor het cpenen van een verbindingsgat, dat 5 naar een mondstuk voert, zo geregeld wordt dat voorkomen wordt dat het hoofdzakelijke volume van een onderdrukzetkamer abrupt verhoogd wordt cm het zodoende nogelijk te maken cm een uitstekende verstuiving uit te voeren.

Een ander oogmerk van de uitvinding is cm te voorzien in 10 een verstuiver van het type, waarbij een afhangende cilinder voor het instellen van verticale verbinding tussen een bediencilinder en een cilinder, die een cnderdrukzetkaner vormt, afzonderlijk aangebracht is en met zijn onderste gedeelte schuift in de cilinder, die de onderdrukzetkamer vormt, zodat de patpwerking cp soepele en 15 stabiele wijze uitgevoerd kan worden en zodat de vloeistof, die eventueel uit de bedienkamer gelékt is, door deze afhangende cilinder in verstuivingsorganen geleid kan worden.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvcorbeeld 2Q daarvan.

Fig. 1 is een in doorsnede weergegeven verticaal zijaanzicht, waarin een verstuiver volgens de uitvinding weergegeven is; en fig. 2 is een doorsnede volgens II - H in fig. 1.

Van de in de tekening voorgestelde verstuiver is de ander-25 drukzetkamer 1 begrensd door een cilinder 2 en een zuiger 3. Van de cilinder 2 is het onderste gedeelte door tussenkomst van een terugslagklep 4 verbonden met een zuigpijp 5 en het bovenste gedeelte gevormd tot een zodanig met grotere diameter uitgevoerd gedeelte 2a dat dit een grotere diameter heeft dan het onderste ge-30 deelte daarvan. Hierbij wordt verhinderd dat de zuiger 3 cnhoög beweegt tot de positie van het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte 2a door de verhouding van een patpslag. Van het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte 2a is het boveneinde gebogen om een flesmand 7 te vormen, die verbonden moet worden aan de fleshals 6a 35 van een vloeistofhouder 6.

De zuiger 3, die de onderdrukzetkamer 1 vormt, is verban- 8006577 *' i 3 den aan een binnenste cilindrisch. onderdeel 8, dat een iets grotere diameter heeft en dat zich. cnfioog uitstrekt om een zodanige tweede zuiger 9 aan het boveneinde daarvan te vormen dat deze een grotere diameter heeft dan die van de zuiger 3. De tweede zuiger 9, die 5 aldus gevormd wordt, is cp schuifbaar wijze passend aangebracht in een tweede cilinder IQ, onder het vormen van een aanzetkamer 11, en is ter plaatse van het onderste gedeelte van een verstuivingskcp 12 aangebracht.

Een kleponderdeel 13 wordt in het cilindrische onderdeel 8 10 vastgehouden door tussenkanst van een ringvormig cpsluitonderdeel 14. Van het kleponderdeel 13 steekt de punt 13a cnfaoog uit de tweede zuiger 9 tot deze het verbindingsgat 15, dat in de verstuivinoskcp via een doorgang1— 12 gevormd is, opent en sluit. Dit verbindingsgat 15 heeft verbinding/ met het mondstuk 16, dat ter plaatse van het voorste gedeelte van 15 de verstui verkop 12 aangebracht is. Het cpsluitonderdeel 14 is gevormd net een aantal axiale doorgaande gaten 17 cm zodoende de verbinding in te stellen tussen de aanzetkamer 11, de onderdrukzetkamer 1 en het verbindingsgat 15 via de spleet tussen het cilindrische onderdeel 8 en het kleponderdeel 13 en de axiale doorgaande gaten 17.

20 Tussen het cpsluitonderdeel 14 en het onderste gedeelte van de cilinder 2 is aan de andere kant een veer 18 cpgeramen, waardoor de twee zuigers 3 en 9 en het cilindrische onderdeel 8 cithoog gedrukt worden.

Van de cilinder IQ, die de aanzetkamer 11 vormt, is het onderste eindgedeelte gevormd met een ringvormige step 19 voor het 25 regelen van de cmlaagbeweging van de zuiger 9. De ringvormige step 19 is net het vaste gedeelte daarvan passend aangebracht en vastgezet in een vastzetgroef 20, die in de verstuivingskop 12 buiten de cilinder 10 gevormd is. Bovendien is de stop 19 gevormd met een afhangende cilinder 21, waarvan het onderste eindgedeelte schuifbaar 30 gemaakt is in het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte 2a van de cilinder 2 zodat de verstuivingskep geleid kan worden on qp en neer te bewegen wanneer deze ingedrukt wordt.

Van het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte 2a van de cilinder 2 is het onderste gedeelte gevormd net een verbindings-35 poort 22, waardoor een kamer 23, begrensd door het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte 2a van de cilinder 2, door de afhangende 8006577 4 cilinder 21 en door het cilindrische gedeelte 8 zodanig in verbinding gesteld wordt met het inwendige van de* vloeistofhouder 6 dat de lucht in en uit de kamer stromen kan in overeenstemming met de onhoog- en anlaagbewegingen van de verstuivingskqp 12 en dat de 5 onder druk gezette vloeistof teruggevoerd kan worden-via de verfain-dingspoort 22 in de vloeistofifcamer 6 zelfs indien het lekt cm de kaner 23 binnen te gaan door de spleet tussen de cilinder 10 en de zuiger 9 waardoor de aanzetkamer 11 begrensd wordt.

Bovendien is van de cilinder 2 het onderste hinnengedeelte 10 gevormd met een gefreesde groef 24 en een naar binnen gericht veld 22 zodat wanneer de zuiger 3 zijn onderste positie nadert, zijn onderste eindgedeelte 3 over het naar binnen gerichte veld 25 beweegt tegen de aandrukkracht van de veer 18 ati zodoende de verbinding in te stellen van de onderdrukzetkamer 1 net de atmosfeer 15 via de gefreesde groef 24, ander het aldus abrupt verminderen van de druk in de onderdrukzetkamer 1 cm zodoende de eindiging van de verstuiving te verzekeren. Hierbij is van het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte 2a van de cilinder 2 de binnenwand ter plaatse van het middelste niveau daarvan gevormd met een gefreesde groef 26, 20 die dient cm te voorkonsn dat de druk in de vloeistofhouder negatief wordt.

De verstuiver volgens de uitvinding heeft de tot dusver beschreven constructie. Indien de verstuivingskcp ingedrukt wordt tegen de aandrukkracht van de veer 18, worden de twee zuigers 3 25 en9 tegelijk neergedrukt door de aanliggende aangrijping tussen het verbindingsgat 15, dat naar het mondstuk 16 voert, en het klepander-deel 13, onder het zodoende onder druk zetten van de vloeistof in de cnderdrukzetkamer. 1. Wanneer de drukken in de onderdrukzetkamer 1 en in de aanzetkamer 11 vooraf ingestelde niveau's overschrijden, 30 worden de tweede zuigers 3 en 9 verder neergedrukt tegen de aandruk-kradit van de veer 18 door de druk die uitgeoefend wordt op de zuiger 9 met een grotere diameter zodat het kleponderdeel 13 cmlaag bewogen wordt in overeenstemming met de neerdrukking cm zodoende het verbindingsgat 15 te cpenen.

35 Wanneer dit verbindingsgat 15 geopend is,, wordt de ander druk gezette vloeistof in de onderdrukzetkamer 1 uit het mondstuk 16 8006577 5 verstoven via het verbindingsgat 15. Daar in dit geval de omlaag-beweging van de zuiger 9, die de aanzetkaner 11 vormt, door de stop 19 tegengegaan wordt, wordt voorkeien dat de zuiger overmatig omlaag bewogen wordt. Als gevolg hiervan wordt voorkomen dat de volumes van 5 de aanzetkaner 11 en .de onderdrukzetkaner 1 abrupt overmatig worden era zodoende tegen te gaan dat de druk. in de onderdrukzetkamer abrupt verminderd wordt zodat de verstuivingstoestand altijd in een bevredigende staat gehouden kan worden.

Daarna worden, indien de druk in de onderdrukzetkaner 1 10 verlaagd wordt, de twee zuigers 3 en 9 onhoog gebracht door de aan-drukkracht van de veer 18, zodat het kleponderdeel 13 het verbindings-· gat 15 sluit. Indien de indrukking van de verstuivingskep 12 dan onderbroken wordt, wordt de verstuivingskop 12 athoog gebracht samen net de twee zuigers 3 en 9 door de aandrukkracht van de veer 18 cm 15 zodoende een onderdruk in de onderdrukzetkaner 1 cp te wekken zodat de vloeistof uit de vloeistofhouder 6 via de terugslagklep 4 in de onderdrukzetkaner 1 spuit, onder het zodoende mogelijk maken van de volgende verstuiving.

Zoals in het voorgaande beschreven is, is volgens de 20 uitvinding gezorgd voor een verstuiver vai het type, waarbij de aanzetkaner zo uitgevoerd is dat deze het veibindingsgat, dat naar het mondstuk voert, opent en sluit in overeerstemming met de druk in de endardrukzetkamer. Voorkomen wordt dat het volume van de onderdrukzetkaner tijdens de verstuiving abrupt verhoogd wordt zo-25 dat de verstuiving in een uitstékende staat gehouden kan worden. Bovendien kan, daar de cilinder, die van de aanzetkaner afhangt, zo geconstrueerd is dat deze schuift in het bovenste, net grotere diameter uitgevoerde gedeelte van de cilinder, die de onderdrukzetkamer vormt, de pairwerking daarvan op stabiele en soepele wijze 30 uitgevoerd worden, en kan voorkaren worden dat de vloeistof, die eventueel uit de aanzetkaner lékt, naar buiten lékt.

Kort samengevat is in het voorgaande beschreven dat teneinde de openings- en s luitverrxichtingen van een stuurklep, die naar een mondstuk voert, uit te voeren een aanzetkaner begrensd 35 wordt door een zuiger en een cilinder en in verbinding gesteld wordt met de onderdrukzetkaner van het onderdrukzetorgaan van een ver- 8006577 6 stuiter. Teneinde de beweging van de zuiger te regelen ia van de aanzetkamer het onderste gedeelte gevormd met een step au te voor--kanen dat het hoofdzakelijke volume van de anderdrukzetkamer abrupt verhoogd wordt. Van de step is het onderste gedeelte gevormd met 5 een afhangende cilinder voor het geleiden van de anlaagbareging van de in het voorgaande genoemde zuiger.

4 8006577

Claims (6)

1. Verstuiver/ bestaande uit onderdrukzetorganen, daaronder begrepen een eerste cilinder en een eerste zuiger, gedeeltelijk voor het cpzuigen van een vloeistof, uit een vloei stofhouder via een 5 terugslagklep in een anderdrukzetkamer en gedeeltelijk voor het onder druk zetten daarvan, een tweede zuiger, aangebracht boven en verbanden aan de eerstegenoerode zuiger door tussenkomst van een cilindrisch onderdeel, waarbij de tweede genoemde zuiger met een grotere diameter uitgevoerd is dan die van de eerstgenoemde zuiger, een tweede 10 cilinder die de tweede genoemde zuiger qp een schuifbare wijze op-neemt onder het vormen van een aanzetkamer die verbinding heeft met de onderdrukzetkamer, een kleponderdeel. dat verbonden is aan zowel de eerst- en tweede genoemde zuigers, een verstuivingskcp, daaronder begrepen een verbindingsgat, dat geopend en gesloten moet worden 15 door bet genoemde kleponderdeel, en een mondstuk, dat verbinding heeft met het verbindingsgat, voor het neerdrukken van de eersten tweede genoemde zuigers door hun aanliggende aangrijpingen met het genoemde kleponderdeel, en een veer die de eerst- en tweede genoemde zuigers arhcog drukt cp een wijze cm de onderdrukzetkamer 20 te expanderen, waarbij, wanneer de druk in de onderdrukzetkamer qpgevoerd wordt door een pompwerking, 'de tweede genoemde zuiger an-laag bewogen wordt tegen de aandrukkracht van de veer zodat het verbindingsgat gecpend wordt om zodoende de vloeistof uit het mondstuk te verstuiven, gekenmerkt doordat van de tweede genoemde cilin-25 der het onderste eindgedeelte gevormd is net een ringvormige step cm het zodoende mogelijk te maken cm de slag te regelen, waarbij de tweede genoemde cilinder in de richting, bewogen wordt cm de aanzetkamer te expanderen, doordat de eerstgenoemde cilinder een grotere diameter heeft ter plaatse van het bovenste gedeelte daarvan' dan 30. ter plaatse van het onderste gedeelte daarvan, doordat van de step het onderste gedeelte overgaat in een afhangende cilinder, en doordat van de afhangende cilinder het onderste gedeelte schuifbaar is in het met grotere diameter uitgeveerde gedeelte van de eerstgenoemde cilinder.

2. Verstuiver volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat van de eerstgenoemde cilinder het onderste gedeelte in de binnenste cm- 8006577 c * trekswand daarvan gevormd ia net een gefreesde groef en een naar binnen gericfit veld zodat de onderdrukzetkamer verbinding kan hebben met de atmosfeer via deze gefreesde groef wanneer de eerstgenoemde cilinder zich. in zijn onderste positie bevindt.

3. Verstuiver volgens conclusie 1, gekerinerkt doordat de genoemde ringvormige step en de genoemde afhangende cilinder als één geheel uitgevoerd zijn, waarbij de step gevormd is met een bovenste vastgezet gedeelte, dat passend aan te brengen is in een vastzet-groef, die in het onderste gedeelte van de verstuivingskep gevormd 10 is, cm zodoende de step en de afhangende cilinder vast te zetten.

4. verstuiver volgens conclusie l, gekenmerkt doordat de eerstgenoemde cilinder boven de bovenste positie van de eerstgenoemde zuiger gevormd is met een veibindingspoort zodat de lucht, die anders opgesloten mocht raken in een dergelijke kamer als begrensd 15 wordt door het met grotere diameter uitgevoerde gedeelte van de eerstgenoemde cilinder, door de afhangende cilinder en door het cilindrische onderdeel, dat de eerst- en tweede genoemde zuigers verbindt, via deze verbindingspoort vrijgegeven kan worden.

5. Verstuiver volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat het 20 bovenste, met grotere diameter uitgevoerde gedeelte van de eerstgenoemde cilinder gevormd is met een gefreesde groef, waardoor het inwendige van de vloeistofhouder in verbinding gesteld kan worden met de atmosfeer wanneer de afhangende cilinder anlaag bewogen wordt.

6. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de be-25 sdirijving en/of tekening. # 8006577