NL8006085A - Bekledingsmateriaal dat ultraviolette stralen kan reflecteren. - Google Patents

Bekledingsmateriaal dat ultraviolette stralen kan reflecteren. Download PDF

Info

Publication number
NL8006085A
NL8006085A NL8006085A NL8006085A NL8006085A NL 8006085 A NL8006085 A NL 8006085A NL 8006085 A NL8006085 A NL 8006085A NL 8006085 A NL8006085 A NL 8006085A NL 8006085 A NL8006085 A NL 8006085A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coating material
material according
white
ultraviolet rays
layer
Prior art date
Application number
NL8006085A
Other languages
English (en)
Other versions
NL182088C (nl
NL182088B (nl
Original Assignee
Hiraoka & Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP14380079A external-priority patent/JPS5667364A/ja
Priority claimed from JP448980A external-priority patent/JPS56101848A/ja
Priority claimed from JP449080A external-priority patent/JPS56101849A/ja
Priority claimed from JP1196980A external-priority patent/JPS607752B2/ja
Application filed by Hiraoka & Co Ltd filed Critical Hiraoka & Co Ltd
Publication of NL8006085A publication Critical patent/NL8006085A/nl
Publication of NL182088B publication Critical patent/NL182088B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL182088C publication Critical patent/NL182088C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09DCOATING COMPOSITIONS, e.g. PAINTS, VARNISHES OR LACQUERS; FILLING PASTES; CHEMICAL PAINT OR INK REMOVERS; INKS; CORRECTING FLUIDS; WOODSTAINS; PASTES OR SOLIDS FOR COLOURING OR PRINTING; USE OF MATERIALS THEREFOR
    • C09D5/00Coating compositions, e.g. paints, varnishes or lacquers, characterised by their physical nature or the effects produced; Filling pastes
    • C09D5/30Camouflage paints
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41HARMOUR; ARMOURED TURRETS; ARMOURED OR ARMED VEHICLES; MEANS OF ATTACK OR DEFENCE, e.g. CAMOUFLAGE, IN GENERAL
    • F41H3/00Camouflage, i.e. means or methods for concealment or disguise
    • F41H3/02Flexible, e.g. fabric covers, e.g. screens, nets characterised by their material or structure

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Artificial Filaments (AREA)
  • Photometry And Measurement Of Optical Pulse Characteristics (AREA)
  • Optical Elements Other Than Lenses (AREA)
  • Road Signs Or Road Markings (AREA)
  • Optical Filters (AREA)

Description

-1- 21583/Vk/ah
Aanvrager; Hiraoka & Co., Ltd. Tokio, Japan.
Korte aanduiding: Bekledingsmateriaal dat ultraviolette stralen kan reflecteren.
5 De uitvinding heeft betrekking op een bekledingsmateriaal, in de vorm van witte lagen, in staat om ultraviolette stralen te reflecteren.
Meer bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een wit laagvormig bekledingsmateriaal dat ultraviolette stralen reflecteert, op de zelfde wijze als sneeuw.
10 Het is algemeen bekend dat teneinde voorwerpen en personen te camoufleren in een omgeving die bedekt is met sneeuw, zodat de voorwerpen en personen niet kunnen worden waargenomen met het blote oog, deze worden bedekt met een wit laagvormig materiaal. Ook is het algemeen bekend teneinde een wit bekledingsmateriaal te verkrijgen een conventioneel 15 wit pigment, b.v. titaandioxide kan worden gebruikt, De conventionele witte pigmenten hebben echter de eigenschap dat ze de meeste toevallige ultraviolette stralen absorberen ai nauwelijks de toevallige ultraviolette stralen reflecteren«terwijl sneeuw 70-90% van de toevallige ultraviolette stralen reflecteert. Daarom geldt dat wanneer conventioneel wit laagvormig ma-20 teriaal in sneeuw is geplaatst en de omgeving wordt afgezocht om onder toepassing van een orgaan dat gevoelig is voor ultraviolette stralen,het mogelijk is met een speciale camera die voorzien is van een filter doorlaatbaar voor ultraviolette stralen of een ander hiertoe speciaal orgaan, zoals een spectrofotometer, het conventionele witte bekledingsmateriaal makkelijk 25 kan worden onderscheiden en zich duidelijk aftekent ten opzichte van de sneeuw. Daarom kan met het onderzoek op ultraviolette stralen het conventionele witte laagvormige materiaal niet voorkomen dat materialen of personen die in sneeuw zijn geplaatst worden gevonden.
Een van de doelstellingen volgaas de uitvinding is het verkrijgen 30 van een wit bekledingsmateriaal waarmee het mogelijk is om ultraviolette stralen te reflecteren zodat dit nauwelijks te onderscheiden is van het sneeuw-oppervlak, niet alleen met het blote oog, maar ook niet met opsporingsorganen die gevoelig zijn voor ultraviolette stralen.
Deze doelstelling kan worden bewerkstelligd door het toepassen 35 van een wit laagvormig bekledingsmateriaal dat ultraviolette stralen kan reflecteren en dat hierdoor wordt gekenmerkt dat ten minste een buitenlaag hiervan bestaat uit a) een nagenoeg kleurloos matrixmateriaal dat ten minste een 8006085 -2- 21583/Vk/ah thermoplastisch polymeer bevat en b) een wit, ultraviolette stralen reflecterend middel, gedisper-geerd in het matrixnateriaal dat ten minste een stof bevat gekozen uit de groep van zircoliumoxyde (ZrOg), bariumsulfaat (BaSO^) magnesiumoxyde 5 (MgO) en magnesiumcarbonaat (MgC03).
Bij het witte laagvormige bekledingsmateriaal volgens de uitvinding is het van belang dat ten minste een buitenoppervlak van het materiaal in staat is on ultraviolette stralen te reflecteren. Hiertoe is ten miste een laag van het buitenoppervlak bestaande uit een nagenoeg kleur-10 loos matrixmateriaal en een wit ultraviolette stralen reflecterend middel dat is gedispergeerd in het matrixmateriaal.
Het matrixmateriaal bestaat ten.minste uit een nagenoeg kleurloos thermoplastisch polymeer materiaal gekozen uit b.v natuurlijke rubber, sythetische rubber zoals polybutadieen ,butadieen-styreen copolymeer, 15 butadieen-acrylonitrile.copolymeer, polychloropreen, polyisopreen, poly-isobutyleen, isobutyleen-isopreen copolymeer, acrylzure estercopolymeren polyurethan-rubbersoorten ai chloorgesulfoneerde polyethyleen en thermoplastische sythetische polymeren zoals polyvinylchloride, polyethyleen, polypropyleen, ethyleen-vinylacetaatcopolymeren, vinylchloride-vinylace-20 taat copolymeren ai polyurethan. Polyvinylchloride is een bij voorkeur toe te passen matrixmateriaal. Het matrixmateriaal kan additieven bevatten zoals weekmakers, stabilisatoren en vulmiddelen tenzij de additievei een ongewenste werking hebben volgens de doelstelling van de uitvinding.
Het witte reflecterende middel voor ultraviolette stralen wordt 25 gekozen uit de groep bestaande uit zirconiumoxyde, bariumsulfaat, magnesiumoxyde en magnesiumcarbonaat.
In de buitenste oppervlaktelaag verdient het de voorkeur dat de hoeveelheid van het witte ultraviolette stralen reflecterende middel aanwezig is in een hoeveelheid van 20-200%, gebaseerd op het gewicht van het 30 matrixmateriaal. Bij voorkeur is de hoeveelheid magnesiumoxyde aanwezig in een hoeveelheid van 20-70%, magnesiumcarbonaat in een hoeveelheid van 20-100% en bariumsulfaat in een hoeveelheid van 70-150% berekend op het gewicht van het matrixmateriaal.
Wanneer de hoeveelheid van het middel dat de ultraviolette stralen 35 reflecteert minder is dan 20% heeft het verkregen bekledingsmateriaal soms een onvoldoende reflectie voor ultraviolette stralen en zodoende een onvoldoende schaduwgevend effekt voor zichtbaar licht. Daarom is het moeilijk om voorwerpen ai/of personen te verbergen of te camoufleren door 8006085 +* * -3- 21583/Vk/ah deze te bedekken met het laagvonnige materiaal. Wanner de hoeveelheid van het middel dat de witte ultaviolette stralen reflecteert meer is dan 200% heeft het verkregen buitenoppervlak scans een slechte flexabiliteit en zal het makkelijk kreuken bij lage temperatuur. Ook geldt dat wanneer 5 de hoeveelheid van het middel dat de ultraviolette stralen reflecteert meer is dan 200% deze hoeveelheid de toename van de· reflectiviteit van het verkregen buitenoppervlak ten opzichte van ultraviolette stralen slechts zeer weinig verhoogt. Zodoende verdient het aanbeveling dat het middel dat de ultraviolette stralen reflecteert wordt toegepast in een 10 hoeveelheid van 20-200%,berekend op het gewicht van het matrixmateriaal.
Ook verdient het de voorkeur dat het witte middel dat de ultraviolette stralen reflecteert wordt toegepast in de vorm van kleine deeltjes. Verder verdient het de voorkeur dat de kleine deeltjes een grootte hebben van maximaal 150 /im. Meer in het bijzonder hebben de deeltjes een 15 grootte van 40^um of minder.
De buitenste oppervlaktelaag van het materiaal dat de ultraviolette stralen reflecteert kan worden toegepast in de vorm van een film of een vezelhoudend weefsel. Ook kan het laagvormige materiaal volgens de uitvinding zijn samengesteld uit een oppervlaktelaag die alleen de ultravio-20 lette stralen kan reflecteren of een samengestelde laag en ten minste een buitenste oppervlaktelaag die de ultraviolette stralen reflecteert.
De kleine deeltjes van het witte middel dat de ultraviolette stralen reflecteert worden gelijkmatig gedispergeerd in het matrixmateriaal onder toepassing van conventionele mengapparatuur zoals bijvoorbeeld een 25 kala ndeer-menger, Bumbury-menger of schroef-extruder. Wanneer het laagvonnige bekledingsmateriaal volgens de uitvinding is samengesteld uit een buitenste oppervlaktelaag met het witte middel dat de ultraviolette stralen reflecteert wordt het mengsel van het middel dat de ultraviolette stralen reflecteert samen met het matrixmateriaal gevormd tot een laag 30 met de gewenste aftnetingen met behulp van bekende apparatuur ter vorming van lagen of veil ai bijvoorbeeld met behulp van een kala ndeerapparaat of extruder. De dikte van de laag is niet beperkt tot bepaalde waarden, hoewel het de voorkeur verdient dat de laag een dikte heeft van 0,05 mm of meer, bij voorkeur 0,1 mm of meer.
35 Wanneer de buitenste oppervlaktelaag met het middel dat de ultra violette stralen reflecteert wordt gevormd op een oppervlak of een sub-straatlaag, kan de substraatlaag worden gekozen uit vezelhoudend weefsel, dat bijvoorbeeld is geweven, gebreid of non-woven, en polymere lagen of 8006035 -4- 21583/Vk/ah films. Het vezelhoudende weefsel kan zijn vervaardigd uit continue garens, stapelvezels waaruit een garen is gesponnen, gesplitst garen of tape-vor-mig garen. De vezel kan zijn vervaardigd uit een natuurlijke organische vezel zoals katoen of wol, een anorganische vezel zoals glasvezel, een· or-5 ganische synthetische vezel zoals polyester, polyamide, polyacronitrile of een in water niet-oplosbare of moeilijk in water oplosbare gemodificeerde polyvinylalcoholvezel, een geregenereerde vezel zoals viscose of cupra-vezel en een half-synthetische vezel zoals celluloseacetaatvezel. Het verdient de voorkeur dat het weefsel van de substraatvezel is vervaardigd 10 uit polyester, polyamide of gemodificeerde polyvinylalcoholdraden of stapel vezels. Met name verdient het de voorkeur dat het weefsel uit de sub-straatvezels bestaat uit een in water niet-oplosbare of in water nauwelijks oplosbare polyvinylalcoholdraad of vezel. Dit' type vezelhoudend weefsel heeft een voortreffelijke reflectiviteit van 60-70% ten opzichte 15 van ultraviolette stralen met een golflengte van 300-400 millimicron (mpm). Wanneer dit type weefsel wordt toegepast als substraat-weefsel wordt het mogelijk om de hoeveelheid middel dat de ultraviolette stralen reflecteert en dat aanwezig is in de witte buitenlaag te verminderen. Omdat de reflectiviteit van de gemodificeerde polyvinylalcohollaag niet wordt 20 verlaagd wanneer dit weefsel herhaaldelijk wordt gewassen zal de werking met betrekking tot de reflectie van de ultraviolette stralen van het substraat dat uit dit weefsel is vervaardigd constant kunnen worden gehouden zelfs wanneer het bekledingsmateriaal herhaaldelijk wordt gewassen.
Wanneer het laagvormige substraatmateriaal is vervaardigd uit 25 een polymere laag of film kan deze laag of film zijn vervaardigd uit natuurlijke rubber, synthetische rubber zoals polybutadieen, butadieen-styreen copolymeer, butadieenacrylonitrilcopolymeer, polychloropreen, po-lyisopreen, polyisobutyleen, isobutyleenisopreencopolymeer, copolymeer van een acrylzure ester, polyurethanrubber of chloorgesulfoneerde poly-30 ethyleen of thermoplastische synthetische polymeren zoals polyvinylchloride, polyethyleen, polypropyleen, ethyleenvinylacetaatcopolymeer, vinyl-chloride-vinylacetaatcopolymeer of polyurethan.
. Het laagvormige substraat-materiaal heeft bij voorkeur een kleur loos oppervlak waarbij op het oppervlak een buitenste laag is aangebracht 35 waarmee de eigenschap wordt verkregen dat ultraviolette stralen worden gereflecteerd. Het laagvormige substraat-materiaal kan bestaan uit ten minste een nagenoeg kleurloos oppervlak, gevormd op ten minste een zijde van het ondersteunende laagvormige materiaal.
3 0 Q 5 Ö 8 5 «, * -5- 21583/Vk/ah
Het nagenoeg kleurloze oppervlak kan bestaan uit een nagenoeg kleurloos matrixmateriaal bestaande uit ten minste een thermoplastisch polymeer ai titaandioxyde dat is gedispergeerd in het matrixmateriaal.
De hoeveelheid titaandioxyde is bij voorkeur gelegen bij 2-50%, in het 5 bijzonder bij 3-20%, berekend op het matrixmateriaal. Het titaandioxyde wordt toegepast in de vorm van kleine deeltjes, bij voorkeur met een grootte van 1,0 yum of minder, meer in het bijzonder met eai grootte van 0,2-0,6/m. Het titaandioxyde kan van het rutieltype zijn of kan anatase zijn. Met betrekking tot de witheid ai de eigenschappen met betrekking 10 tot het vermogen om ultraviolette stralen te reflecteren verdient titaan-oxyde in de vorm van het anatasetype de voorkeur bij de werkwijze volgens de uitvinding.
Het thermoplastische polymere matrixmateriaal in het laagvormige substraatmateriaal kan worden gekozen uit polymeren die geschikt zijn als 15 laag dat het buitenste oppervlak vormt waarin aanwezig is het middel dat de ultraviolette stralen reflecteert. Het verdient de voorkeur dat het laagvormige substraatmateriaal een voortreffelijke eigenschap heeft om zichtbaar licht te filteren zodat een 8-punts. voorwerp niet kan worden waargenomen door het laagvormige substraatmateriaal, volgens de methode 20 JIS K-68 28, 4-10-2.
Het laagvormige substraatmateriaal kan een of meer metalen foelies bevatten zoals bijvoorbeeld aluminiumfoelie, gelamineerd met de polymere laag of film en/of het vezelhoudende weefsel. Het verdient de voorkeur dat het oppervlak van het laagvormige substraatmateriaal een hoge mate 25 van witheid heeft. Teneinde een wit buitenoppervlak te verkrijgen dat ultraviolette stralen reflecteert kan een film o flaag dat het middel, dat de ultraviolette stralen reflecteert worden toegevoegd aan het matrixmateriaal met name in de oppervlaktelaag van het laagvormige substraatmdsa’i-&L waartoe een klaar loos hechtmiddel kan worden gebruikt of de toevoeging 30 kan worden bewerkstelligd onder toepassing van de smelt-bindmethode. Anderzijds kan een oplossing of dispersie van het mengsel van het middel dat de ultraviolette stralen reflecteert en het matrixmateriaal worden aangebracht op het witte oppervlak van het laagvonnige substraat-materiaal of geïmpregneerd door het laagvormige substraatmateriaal en vervolgens wordt 35 de oplossing of de dispersie tot stollen gebracht door de verdunnende stof hieruit te verwijderen. De dikte van de laag van het buitenoppervlak is bij voorkeur 0,05-0,5 mm, meer in het bijzonder 0,1-0,3 mm.
Het witte laagvormige bekledingsmateriaal volgens de uitvinding 8006035 -6- 21583/Vk/ah heeft niet alleen een voortreffelijke witheid maar ook een voortreffelijke reflectie van 70% of meer, gewoonlijk 80-85% t.a.v. ultraviolette stralen met een golflengte van 300-400 njjim. Daarom geldt dat wanneer het witte bekledingsmateriaal volgens de uitvinding wordt geplaatst in een sneeuw-5 oppervlak het moeilijk is om dit materiaal te onderscheiden van de sneeuw, - niet alleen met het blote oog, maar ook met apparatuur die wordt toegepast om voorwerpen op te sporen m.b.v. ultraviolette stralen.
Bij het bekledingsmateriaal volgens de uitvinding kan het buitenoppervlak naast het witte middel dat de ultraviolette stralen reflecteert 10 ook een wit vlamvertragend middel bevatten, gedispergeerd in het raatrix-materiaal. Het witte vlamvertragende middel kan worden gekozen uit conventionele witte vlamvertragende middelen tenzij het bereiken van de doelstelling volgens de uitvinding nadelig wordt beïnvloed. Gewoonlijk zal het vlamvertragende middd diantimoontrioxyde bevatten, welke stof 15 effektief is voor het bewerkstelligen van een vlamvertragende werking van het laagvormige materiaal zender dat dit ten koste gaat van de witheid en de eigenschap om ultraviolette stralen te reflecteren door het buitenste oppervlak. Het vlamvertragende middel kan niet alleen aanwezig zijn in de buitenste oppervlaktelaag maar ook in het substraatmateriaal. De 20 hoeveelheid vlamvertragend middel, zoals diantimoontrioxyde is bij voorkeur gelegen bij een hoeveelheid van 2-10%, met name 4-7% gebaseerd op het gewicht van het matrixmateriaal.
Het laagvormige substraatmateriaal kan een elektrogeleidende stof bevatten waarmee het mogelijk is om elektromagietische golven te reflec-25 teren die worden toegepast voor radar (radio-opsporing en rangschikking), tenzij het bereiken van de doelstelling volgens de uitvinding wordt bemoeilijkt. De elektrische geleidende stof kan worden gekozen uit fijne metaaldraden zoals roestvrij staal, koper en aluminium, koolstof vezels, grafietvezels, fijne metaaldeeltjes, koolstof en grafiet.
30 Het laagvormige bekledingsmateriaal volgens de uitvinding kan “ op verschillende wijzen worden bevestigd bijvoorbeeld met behulp van draden, tapes, touw e.d. Het zal duidelijk zijn dat elk van de wijzen van bevestiging wordt bewerkstelligd met organen die voorzien zijn van een buitenste oppervlak dat het witte middé. bevat met ultraviolet reflecterende eigen-35 schappen. De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende, niet-beperkende voorbeelden. In de voorbeelden is de reflectie van het laagvormige materiaal t.a.v. ultraviolette stralen en zichtbaar licht gemeten bij een golflengte van 350 en 600 mpm, onder toepassing van een 8005085 -7- 21583/Vk/ah spectrofotometer type 607 vervaardigd door Hitachi, Japan.
Voorbeelden I en II
In elk van de voorbeelden I en II werd een mengsel bereid met een samenstelling zoals weergegeven in tabel A. Het mengsel werd gekneed 5 en tot een laag gevormd met een dikte van 0,1 mm onder toepassing van kalandeerapparatuur. De verkregen laag had eigenschappen zoals aangegeven in tabel A.
Tabel A
10
Voorbeeld
s am eis telling (gew. delen) _I II
15 polyvinylchloride 100 100 D. 0. P. 75 75 zirkoniumoxyde 100 100 diantimoontrioxyde 0 0 zinkstearaat 3 3 20 reflectie voor ultraviolette stralen 8 2 80 met een golflengte van 350 mpn(%) vlam vertragende werking (klasse) 2e 1-ste 25
De vlamvertragende werking werd bepaald volgens JIS-Z-2150-B door het materiaal gedurende 2 minuten te verhitten.
Vergelijkend voorbeeld 1 30
De zelfde werkwijze als aangegeven in voorbeeld I werd uitgevoerd behalve dat geen zirkoniumoxyde werd toegepast. De verkregen laag was doorschijnend en had nagenoeg geen reflcetie t.o.v. ultraviolette stralen met een golflengte van 350 mpm.
Vergelijkend voorbeeld 2 35
De zelfde werkwijze als beschreven in voorbeeld I werd uitgevoerd behalve dat zirkoniumoxyde werd:, vervangen door titaandioxyde. De verkregen laag had een voortreffelijke witheid, maar de laag had een zeer zwakke reflectie van ongeveer 20% t.a.v. ultraviolette stralen van a n o s f> s 5 -8- 21583/Vk/ah 350 mjim en zo dooi de was dit materiaal makkelijk te onderscheiden t.o.v. sneeuw met behulp van apparatuur voor het opsporen van ultraviolette stralen.
Voorbeelden III en IV
5 In voorbeeld III werd hetzelfde witte materiaal dat ultraviolette stralen reflecteert als beschreven in voorbeeld I onder invloed van warmte gehecht aan een oppervlak van een substraat bestaande uit een weefsel vervaardigd uit garen van een continue draad van polyvinylalcohol, gemodificeerd door deze in reactie te brengen met formaldehyde en met de 10 volgende structuur: 240 denier/enkelvoudig garen x 240 denier/enkelvoudig garen 29 garens/25,4 mm x 28 garens/25,4 mm
De verkregen samengestelde laag had een dikte van 0,22 mm en had 15 een reflectie van 85% t.a.v. ultraviolette stralen met een golflengte van 350 mum en een vlamvertragende werking ingedeeld in de tweede klas.
In voorbeeld IV werd de zelfde werkwijze uitgevoerd als vermeld voor voorbeeld III, behalve dat de witte laag die ultraviolette stralen reflecteert aangegeven in voorbeeld II onder toepassing van warmte werd 20 gehecht aan eer. substraatweefsel. De verkregen samengestelde laag had een dikte van 0,2 mm, ma eer. reflectie van 83% t.a.v. ultraviolette stralen met een golflengte van 350 mpn ai de vlamvertragende werking behoorde tot de eerste klas.
Voorbeelden V-XII 25
In elk van de voorbeelden V-XII werd een mengsel samengesteld op basis van de stoffen vermeld in tabel B en hiervan werd een laag gevormd met een dikte van 0,1 mm onder toepassing van kalandeerapparatuur.
Beide oppervlakkken van het weefsel bestaande uit gesponnen 2 polyethyleenterefthalaat-vezels met een gewicht van 159 g/m en met 30 de structuur weergegeven door 20/1 x 20/1 92 x 55 werden onder invloed van warmte dicht aid verbonden met de bovenvermelde laag. De verkregen samengestelde laag had een dikte van 0,58 mm en had eigenschappen zoals weergegeven in tabel B.
8005085 -9- 21583/Vk/ah
Tabel B
Voorbeeld 5 V VI VII VIII IX X χΐ χιι samenstelling polyvinylchloride 100 100 100 100 100 100 100 100 D. O. P. 75 75 75 75 75 75 75 75 zinkstearaat 333 33333 10 BaSO^ 150 — — 100 — 100 50 50
MgC03 — 70 — — 70 50 50 50
MgO — — 30 — — — 10 10
Zr02 — — — 50 50 —
Sb?0_ 7 7 7 7 7 7 7 — 15 _ ISalen- 83 80 84 80 82 80 ziciSaïuihl» 84 82 80 83 84 82 81 81 20 lichtfiltrerende d^eze eigenschap is voor het materiaal van de voor-eigenschap beelden V-XII goed vlamvertragende 111 11110 werking (klasse)
2^ Opmerking *— golflengte: 350 njum **— golflengte: 600 mjim Voorbeelden XIII-XXII
Twee typen witte substraatlagen 1 en 2 werden vervaardigd uit samenstellingen zoals weergegeven in tabel C onder toepassing van een kalandeerapparatuur.
Tabel C
samenstelling (gew. delen) laag 1 laag 2 polyvinylchloride 100 100 35 D. 0. P. 75 75 titaandioxyde 8 8 diantimoontrioxyde 0 7 zinkstearaat 3 3 8 0 0 6 0 8 5 -10- 21583/Vk/ah
De verkregen substraatlagen 1 en 2 hadden een dikte van 0,1 mm. Verder werden afzonderlijk acht soorten witte lagen a-h vervaardigd die ultraviolette stralen reflecteren, op basis van samenstellingen zoals weergegeven in tabel D, onder toepassing van kalandeerapparatuur.
5 Tabel D
samenling (gew. delen) laag abcdefgh 10 polyvinylchlo- 100 100 100 100 100 100 100 100 ride D. 0. P. 75 75 75 75 75 75 75 75
BaSO^ 5 25 60 100 100 — — — 15 MgC03 5 25 40 — 80
Zr02 10 — — — — — 80
MgO 5 — — — — — — 30
Sb203 7777 -- 777 zinkstearaat 33333333 20 -
In elk van de voorbeelden XIII-XXII werd een specifieke .
substraatlaag, vermeld in tabel E, onder invloed van warmte verbonden met een witte laag die ultraviolette stralen kan reflecteren zoals vermeld in tabel E, onder toepassing van kalandeerapparatuur.
25 Tabel E
Voorbeeld XIII XIV XV ' XVI XVÏI XVIII XIX XX XXI XXII
Substraat 2 2222 1 1222
Laag ultravio- , , , „ , s abcde defgh lette stralen___ 30
De verkregen samengestelde lagan hadden een dikte-van 0,2 mm en hadden eigenschappen zoals weergegeven in tabel F.
8006085 -11 21583/Vk/ah
Tabel F
Voorbeeld reflectie van ul- reflectie van zicht- vlamvertragende traviolette stralen baar licht werking (klasse) c- (350 mum) 5 XIII 78 87 1 XIV 80 85 1 XV 82 85 1 XVI 82 85 1 tQ XVII 82 85 1 XVIII 82 85 1 XIX 82 85 2 XX 84 85 1 XXI 85 88 ’ 1 XXII 78 80 1 15
Voorbeelden XXIII-XXIX en vergelijkend voorbeeld 3 In elk van de voorbeelden XXIII-XXIX en in vergelijkend voorbeeld 3 werd een waterige suspensie met een samenstelling zoals vermeld in tabel 2Q G bereid. De viscositeit van elke suspensie werd ingesteld op 2500 c-poi-se onder toepassing van een kleine hoeveelheid ammonia-oplossing.
Tabel G
Voorbeeld ΧΧΪΪΪ ΉΊ7 XXV XXVÏ XXVII XXVIII XXIX verglijkend voorbeeld .. 3
Zr02 50 — — — 30 40 30
BaSo^ — 50 —— —— 20 —— — ——
MgO — — 50 — — 10
MgCO, — — — 50 — — 20
30 J
J Ti02 — — — — — — — 50
Water 100 100 100 100 100 100 100 100
Primal 50 50 50 50 50 50 50 50 HA-8 *
Opmerking:* een emulsie van polyacrylzure ester met een concentratie van 35 40 gew. %.
Een weefsel bestaande uit gesponnen polyethyleentereftalaatdraden 2 met een gewicht van 195 g/m en de stuctuur 20/1 x 20/1 werd gewassen en 8 0 0 6 0 8 5 92 x 55 -12- 21583/Vk/ah
gebleekt volgens een bekend procédé en vervolgens gedroogd. Het gedroogde weefsel werd ondergedompeld in de bovenvermelde waterige suspensie, uitgeperst op een zodanige wijze dat het weefsel werd geïmpregneerd met een deel van de suspensie in een hoeveelheid die overeenkomt met ongeveer 5 70% van het gewicht van het weefsel, gedroogd bij een temperatuur van 100 °C en tenslotte verwarmd op een temperatuur van 150 °C gedurende 2 minuten om het weefsel en de polyacrylzure esterhoudende emulsie onder warmte te harden op het weefsel. De hierbij verkregen resultaten zijn samengevat in tabel H. Tabel H
10_ 'voorbeeld reflectie (%) van ul- reflectie (%) van traviolette stralen zichtbaar licht (350 mym) (600 nyjm) XXIII 82 87 15 XXIV 80 84 XXV 80 82 XXVI ' 85 80 XXVII 80 84 XXVIII 81 84 20 xxiX 83 82 vergëlijkend voorbeeld 3 10 90
Voorbeeld XXX
Dezelfde werkwijze als beschreven in voorbeeld XXVI werd uitge-25 voerd behalve dat de waterige suspensie als additief 10 gewichtsdelen di-antimoontrioxyde bevatte en het polyethyleenterefthlaatvezel werd vervangen door een zuiver weefsel bestaande uit polyvinylalcoholvezel in de vorm van gesponnen draden, die in water onoplosbaar waren gemaakt door een reaktie te bewerkstelligen met formaldehyde, welk weefselvorm 30 de structuur had: 20/1 x 20/1 92 x 55
De verkregen laag had een reflectie van 87% voor ultraviolette stralen (350 myim) en de reflectie voor zichtbaar licht (600 npn) bedroeg 80% en de vlamvertragende werking van de laag werd Ingedeeld in de eers-35 te klas.
Het weefsel vervaardigd uit de in water onoplosbaar gemaakte polyvinylalcoholvezel had als zodanig een reflectie van ongeveer 60% t.a.v. ultraviolette stralen(350 mpm).
8 0 0 S G 8 5 -13- 21583/Vk/ah
Voorbeeld XXXI
Da zelfde werkwijze als beschreven in voorbeeld XXX werd herhaald behalve dat de in water onoplosbaar gemaakte polyvinylalcoholvezel werd vervangen door een weefsel van Nylon 6 vezels. De hierbij verkregen 5 resultaten zijn gelijk aan die met het weefsel uit voorbeeld XXX.
-conclusies- 80 0 6 0 8 5 '

Claims (17)

1. Bekledingsmateriaal in de vorm van witte lagen, in staat om ultraviolette stralen te reflecteren, met het kenmerk, dat ten minste 5 een buitenlaag hiervan bestaat uit: a) een nagenoeg kleurloos matrixmateriaal dat ten minste een thermoplastisch polymeer bevat en b) een wit ultraviolette stralen reflecterend middel, gedisper-geerd in het matrixmateriaal dat ten minste een stof bevat gekozen uit IQ de groep van zirkoniumoxyde (Zr02), bariumsulfaat (BaSO^), magnesiumoxyde (MgO) en magnesiumcarbonaat (MgCO^).
2. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid wit middel dat ultraviolette stralen reflecteert wordt toegepast in een hoeveelheid van 20-200 gew. % berekend op het matrixma- -jjj teriaal in de buitenste oppervlaktelaag.
3. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat thermoplastische polymere materiaal wordt gekozen uit een groep bestaande uit natuurlijke rubber, synthetische rubber, polyvinylchloride, polyethyleen, polypropyleen, ethyleen-vinylacetaatcopolymeren, vinylchloride-vinyl- 2Q acetaat-copolymeren ai polyurethan.
4. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het witte middel dat ultraviolette stralen reflecteert wordt toegepast in de vorm van deeltjes met een grootte van 50 ^un of kleiner.
5. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 2^ het buitenste oopervlak wordt toegepast in de vorm van een film.
6. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buitenste oppervlak de vorm heeft van een weefsel bestaande uit vezels.
7. Bekledingsmateriaal volgens-conclusie 1, met het kenmerk, dat het buitenste oppervlak wordt gevormd op ten minste een oppervlak van de 3q laag van het substraatmateriaal. “
8. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het oppervlak van de substraatlaag nagenoeg kleurloos is .
9. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de substraatlaag bestaat uit. ten minste een nagenoeg kleurloze oppervlak- 25 telaag gevormd op ten minste een oppervlak van het laagvormige ondersteu-ningsmateriaal.
10. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de nagenoeg kleurloze oppervlaktelaag bestaat uit een nagenoeg kleurloos 8006385 -15- 21583/Vk/ah matrixmateriaal dat ten minste een thermoplastisch polymeer materiaal omvat en titaandioxyde dat in dat matrixmateriaal is gedispergeerd.
11. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de substraatslaag bestaat uit een vezelhoudend weefsel.
12. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het vezelhoudende weefsel een reflectie heeft van 60% of meer t.a.v. ultraviolette stralen met een golflengte van 360 ηιμπι.
13. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het verzelhoudende weefsel is samengesteld uit polyvinylalcoholvezels 10 die zijn gemodificeerd zodat deze in water onoplosbaar zijn of slecht oplosbaar in water.
14. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buitenoppervlak naast het witte middel dat ultraviolette stralen reflecteert een wit vlamvertagend middel omvat, dat in het matrixmateriaal 15 is gedispergeerd.
15. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het witte vlamvertaagende middel diantimoontrioxyde is.
16. Bekledingsmateriaal volgens conclusie 7, met.het kenmerk, dat de substraatlaag een elektrisch geleidende stof omvat die effektief is 20 voor het reflecteren van elektromagnetische golven zoals toegepast voor radar.
17· Bekledingsmateriaal volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de substraatlaag een vlamvertragend middel bevat. 3006085
NLAANVRAGE8006085,A 1979-11-08 1980-11-07 Laagvormig wit bekledingsmateriaal voor het reflecteren van ultraviolette stralen. NL182088C (nl)

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP14380079 1979-11-08
JP14380079A JPS5667364A (en) 1979-11-08 1979-11-08 White reflecting sheet
JP448980A JPS56101848A (en) 1980-01-21 1980-01-21 White reflecting sheet
JP448980 1980-01-21
JP449080A JPS56101849A (en) 1980-01-21 1980-01-21 White reflecting composite sheet
JP449080 1980-01-21
JP1196980A JPS607752B2 (ja) 1980-02-05 1980-02-05 白色紫外線反射糸条構造物
JP1196980 1980-02-05

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8006085A true NL8006085A (nl) 1981-06-01
NL182088B NL182088B (nl) 1987-08-03
NL182088C NL182088C (nl) 1988-01-04

Family

ID=27454094

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8006085,A NL182088C (nl) 1979-11-08 1980-11-07 Laagvormig wit bekledingsmateriaal voor het reflecteren van ultraviolette stralen.

Country Status (7)

Country Link
CA (1) CA1152678A (nl)
DE (1) DE3041797A1 (nl)
FR (1) FR2469689A1 (nl)
GB (1) GB2065139B (nl)
NL (1) NL182088C (nl)
NO (1) NO166015C (nl)
SE (1) SE8007766L (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1151663B (it) * 1982-06-24 1986-12-24 Pirelli Copertura mimetica per terreni innevati
DE3810121A1 (de) * 1988-03-25 1989-10-05 Hornschuch Ag K Tarnnetz und verfahren zu seiner herstellung
IT1230591B (it) * 1988-10-21 1991-10-28 Moldip Spa Copertura mimetica e procedimento per la sua fabbricazione.
GB2229726B (en) * 1989-03-04 1992-04-08 Tioxide Group Plc Polymer granules and compositions containing them
US6420284B1 (en) * 1999-03-26 2002-07-16 Isolyser Company, Inc. Poly (vinyl alcohol) wipes
CN104350609B (zh) 2012-06-04 2016-11-23 Lg化学株式会社 多层膜和光伏模块

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3300325A (en) * 1962-04-03 1967-01-24 K B Svensk Fargindustri Lundin Camouflage paint reflecting ultraviolet light for use in snowy country
FR1358684A (fr) * 1963-04-03 1964-04-17 Kommanditbolaget Svenske Fargi Peinture de camouflage réfléchissant la lumière ultra-violette et utilisable pendant l'hiver
CA1070004A (en) * 1975-04-16 1980-01-15 Barracudaverken Ab Camouflage material

Also Published As

Publication number Publication date
NL182088C (nl) 1988-01-04
NO166015B (no) 1991-02-04
GB2065139A (en) 1981-06-24
SE8007766L (sv) 1981-05-09
DE3041797C2 (nl) 1991-05-23
GB2065139B (en) 1984-01-11
DE3041797A1 (de) 1981-05-21
NO803359L (no) 1981-05-11
FR2469689B1 (nl) 1984-08-10
NO166015C (no) 1991-05-15
CA1152678A (en) 1983-08-23
FR2469689A1 (fr) 1981-05-22
NL182088B (nl) 1987-08-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4347284A (en) White cover sheet material capable of reflecting ultraviolet rays
KR100317834B1 (ko) 입방체코너재귀반사제품
KR100715602B1 (ko) 광학용 이접착성 폴리에스테르 필름 및 광학용 적층폴리에스테르 필름
DE69924354T2 (de) Modifizierte copolyester und verbesserte reflektierende mehrschichtfolie
KR100994662B1 (ko) 이축 연신 다층 적층 필름 및 그 제조방법
JPH0459602B2 (nl)
CN1620527A (zh) 包括多响应物理着色剂的保障制品
CN1282425A (zh) 穿孔的回射薄膜
NL8006085A (nl) Bekledingsmateriaal dat ultraviolette stralen kan reflecteren.
JPWO2006134893A1 (ja) 光学フィルム及び光学フィルム用支持体
CN1266750A (zh) 产生颜色的着色结构
US6243521B1 (en) Fibers with optical function
US6335094B1 (en) Fiber structure, cloths using same, and textile goods
US20080009214A1 (en) Flame-retardant sun protection, glare protection and blackout articles
DE10297324T5 (de) Lichtkontrollfolie und Verfahren zu ihrer Herstellung
CN115667600A (zh) 多层断面复合纤维及其织物
JP3088264B2 (ja) 赤外線吸収繊維からなる布帛
US10927483B2 (en) Fabric substrates
JP2002046237A (ja) 高周波融着性ポリオレフィン系樹脂膜材
JPH09170176A (ja) 涼感性繊維
US20030215631A1 (en) Reflective yarn and method of producing the same
JPH11181630A (ja) 複合繊維
JPS6024587Y2 (ja) 白色紫外線反射シ−ト
WO1999003007A1 (en) Retroreflective composition
JPH0711574A (ja) 高白色度ポリエステル繊維布帛

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19990601