NL8005479A

NL8005479A - Gelamineerde structuur.

Info

Publication number: NL8005479A
Application number: NL8005479A
Authority: NL
Original assignee: Polylok Corp
Priority date: 1979-10-05
Filing date: 1980-10-03
Publication date: 1981-04-07
Also published as: IT1133150B; GB2067957A; JPS5664857A; IL68827A0; ES495571A0; FR2466583A1; FR2466583B1; IL68828A; US4277527A; IT8025104A0; BR8006384A; BE885523A; GB2067957B; IL61097A; IL68827A; MX151917A; IL68828A0; IL61097A0; ES8203725A1; DE3037469A1

Description

Gelamineerde structuur

De uitvinding heeft betrekking op de constructie van gebouwen en betreft meer in het bijzonder die aspecten van de constructie van gebouwen en woningen en op het gebied van decoratie die te doen hebben met interieurwand- en oppervlak^materialen.

5 De uitvinding betreft voorts een nieuw concept voor een gelami neerde wandstructuur, ontleend aan een eenheid vormende niet-geweven textielstoffen van een vernuftig functioneel en esthetisch ontwerp. Deze textielstoffen worden geproduceerd op doorstiktype machines zoals een Malimo - machine waarbij het materiaal zelf gevoerd wordt door een 10 van zijn eigen bestanddelen.

Moderne methodes voor de constructie en decoratie van woningen en gebouwen zijn in toenemende mate gericht op het gebruik van orna-mentale bekledingen op reeds bestaande interieuroppervlakken, bijvoorbeeld pleisterwanden en scheidingswanden. Om de gewenste decoratieve 15 effecten te verkrijgen, wordt het te behanden oppervlak gewoonlijk geverfd of op andere wijze bekleed, bijvoorbeeld met behangselpapier.

Van de verschillende decoratieve bekledingen, die op wandopper-vlakken aangebracht kinnen worden, zijn weefselbekledingen de meest luxueuze en die waarnaar in het algemeen het meest gestreefd wordt 20 door moeilijk te bevredigen architecten en binnenhuisarchitecten en hun clientèle. Maar de hoge kosten van specialiteitsweefsels, die tot dusver voor wandbekledingen toegepast worden, gepaard met de grote vakbekwaamheid, die voor het goed installeren daarvan op wand-oppervlakken vereist is, heeft de prijs van met weefsel beklede wanden 25 opgevoerd tot buiten het bereik van afnemers die deze anders in hun woningen en kantoren zouden wensen.

Er was derhalve behoefte aan een manier om met weefsel beklede wanden te verschaffen onder toepassing van betaalbaarder materialen en methodes dan tot dusver beschikbaar waren.

80 05 47 9 2

Bijgevolg is het een oogmerk van de uitvinding om te voorzien in met weefsel beklede wanden die van goedkope materialen vervaardigd zijn en die gemakkelijk geproduceerd kunnen worden.

Een ander oogmerk is om te voorzien in geschikte werkwijzen 5 voor het produceren van met weefsel beklede wanden met goedkope materialen en methodes.

Nog een ander oogmerk is om te voorzien in materialen voor het produceren van met weefsel beklede wanden, welke materialen zowel goekoop zijn als geschikte werkwijzen voor het produceren van met 10 weefsel beklede wanden opleveren.

De genoemde en andere oogmerken van de uitvinding zullen nog blijken uit de in het volgende aan de hand van de tekeningen gegeven gedetailleerde beschrijving, die een beter begrip daaromtrent verschaft.

15 De in het voorgaande genoemde oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt door een nieuw concept in de constructie van gebouwen en woningen, dat een nieuw fabrieksartikel behelst, dat hier een weefselplaat genoemd wordt. De weefselplaat volgens de uitvinding is een voorgefabriceerde gelamineerde structuur met een stevig support 20 aan het oppervlak waarvan een, een eenheid vormende niet-geweven tex-tielstof gehecht is, die bepaalde specifieke functionele kenmerken heeft, welke in het volgende beschreven worden. Bij de toepassing kan de weefselplaat, die geschikt uitgevoerd kan worden in panelen van om een voorbeeld te noemen 1,22 bij 2,44 m, gemakkelijk geinstalleerd 25 worden zonder behoefte aan speciale gereedschappen of methodes, bijvoorbeeld door bevestiging daarvan aan pennen die op geschikte afstand van elkaar aangebracht zijn in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften voor gebouwen.

De gelamineerde structuur van de weefselplaat volgens de uit-30 vinding bewerkstelligt een zeer aantrekkelijke en tot dusver niet tot stand te brengen combinatie van goedkope materialen, gemakkelijke productie en installatie, functionele bruikbaarheid, en decoratief visueel effect van een esthetisch aangenaam aandoend uiterlijk door de vernuftige aanbrenging van een functionele voering als één geheel met de 35 textielstof. Op deze manier vervult de "zelf-voering" zijn kritische functie als een afsluiting, zoals in. het volgens meer in 80 05 47 9 3 i .

detail beschreven wordt, zonder belemmering van de eenheid van de andere elementen van de textielstof of verstoring van het decoratieve visuele effect.

Het stevige support kan uit elk vlak of niet-vlak plaatvormig 5 materiaal bestaan, dat door aanhechting gelamineerd kan worden aan de in het voorgaande genoemde textielstof, waarbij als zodanig maar niet in beperkende zin wandplaat genoemd wordt, een erkende en aanvaarde term in de bouw, architectuur en binnenhuisarchitectuur als een algemene classificatie die van toepassing is voor plaatvormige 10 materialen welke geschikt zijn voor het gebruik in of op wanden, plafonds en/of vloeren, daaronder begrepen organische wandplaat (bijvoorbeeld hardboard, deeltjesplaat, isolatieplaat, multiplex), anorganische-organische wandplaat (bijvoorbeeld gipsplaat, mineraal-plaat, hout-anorganische hechtplaat) en anorganische wandplaat 15 (bijvoorbeeld asbest-cement, keramische plaat). Van de in het meer gebruikelijke geval toegepaste wandplaatmaterialen die geschikt zijn voor toepassing volgens de uitvinding worden "Masonite"-hardboard (Masonite Corporation), "Novaply"-deeltjesplaat (ü. S. Plywood), "Celotex"-isolatieplaat (Celotex Corp. en ü. S. Gypsum), en "Sheet-20 rock "-gipsplaat (U. S. Gypsum). Deze wandplaatmaterialen zijn meer in detail beschreven in Kirk-Othmer's "Encyclopedia of Chemical Technology", 2e druk, vol. 21, blz. 601-25 (1970). Andere stevige support^materialen, die binnen het kader van de uitvinding bruikbaar zijn, zullen de terzake deskundige bij het lezen van de hierna 25 volgende beschrijving duidelijk worden.

De textielstof is plat-geknoopt, als één geheel zelf-gevoerd en in het typerende geval samengesteld uit een aanvankelijk flexibele niet-geweven gesponnen vezelwattering als een voeringmateriaal of zelf-voering, naar verkiezing een aanvankelijk flexibele 30 vulling of tussenlaag, bijvoorbeeld van vulgarens, die op het voeringmateriaal gelegd zijn van zelfkant tot zelfkant, naar ver kiezing een of meer textielschêringelementen die op de vulling [of bij afwezigheid van een vulling, op het voeringmateriaal) gelegd zijn in de algemene scheringsgewijze of machine- (d.w.z. lengte}-35 richting, en een enkel systeem van evenwijdige knoopdraadribbels 8005479 4 over de breedte van de textielstof die een veelheid van scheringsgewijs lusvormig gelegde stiklagen vormen, waarvan de lussen in aangrijping komen met de zelf-voering en deze bijeenhouden, naar verkiezing een of meer vul- en scheringelementen door knoopdraadlussen op het achter-5 vlak van de textielstof en door overlappingen van de knoopdraadlagen op het voorvlak om de in het voorgaande genoemde bestanddelen samen te binden tot een één geheel vormende textielstructuur, en om deze te bevestigen om relatieve verplaatsing tegen te gaan. In gevallen waar een meer of minder "openmazig" of "thuisgespOnnen" ui terlijk na-10 gestreefd wordt, kan dit verkregen worden door het regelen van afstand tussen de afzonderlijke scheringelementen en, waar de vulling uit een laag door textielgaren gevormde vulelementen bestaat, door het voorts regelen van de afstand tussen de afzonderlijke vulgarens. Deze en andere "doorstik"-type weefselstructuren kunnen verkregen worden 15 op verschillende machines , daaronder begrepen die van het "Malimo"-type, onder toepassing van werkwijzen en uitrusting zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 2.890.579, 3.030.786, 3.253.426, 3.274.806, 3.279.221, 3.309.900, 3.389.583, 3.392.078, 3.440.840, 3.452.561, 3.457.738, 3.460.599, 3.540.238, 3.541.812, 3.567.565, 20 3.592.025 en het^Amerikaanse Be. Pat. No. 25.749.

Ofschoon de behoefte aan de onderhavige uitvinding sterk ingegeven werd door de snel stijgende kosten van de gebruikelijke weefsel-vandbekledingen en het voor het installeren daarvan vereiste vakbekwame werk, werden de ontdekking en de nuttige voordelen van betekenis 25 daarvan althans tendele mogelijk gemaakt door de afsluiteigenschappen ten aanzien van hechtvloeistoffen, die het textielstofbestanddeel van de weefselplaat kritisch vertoont tijdens het fabricageproces vergeleken met de gebruikelijke wandbekledingweefsels. Deze afsluiteigenschappen van de textielstof worden volgens de uitvinding verkre-30 gen door de toepassing van een flexibele zelf-voering, die uit een één geheel daarmee vormend deel van de textielstof bestaat, in de vorm van een laag van een niet-geweven gesponnen-gebonden of gesponnen-vecstrengelde vezelwattering en door een bepaalde aanbrenging van de zelf-voering achter of onder de vul- en/of scheringelementen.Op deze 35 manier vervult de zelf-voering zijn afsluitfunctie tijdens het fabri- 8005479 ' + «ί 5 cage^proces zonder het vervolgens belemmeren van de eenheid van de schering en vulling of het verstoren van het decoratieve effect daarvan in het uiteindelijke product met gelamineerde structuur. Ontdekt is dat deze voeringstoffen niet alleen doorgestikt konden worden met 5 knoopdraad zonder aanzienlijk verlies aan sterkte en zodoende bevestigd konden worden aan de daaroverheen liggende vul- en schering-elementen, maar ook aan de rugkant bekleed konden worden met een laag van een hechtvloeistof zonder de vloeistof door het voorvlak van de textielstof te laten dringen, en niettegenstaande de doorschijnende 10 kwaliteit van de textielstof, die voortvloeit uit de open tussenafstand tussen de vul- en scheringelementen. Verkieslijke zelf-voeringen, die deze "afsluiteigenschappen" bezitten, omvatten continue filamenten en stapelfilamentwatteringen en uitgespreide vlasvezels, waarbij de zelf-voering uit een continu velmateriaal in de vorm van willekeurig 15 geordende, sterk gedispergeerde, continue filamenten bestaat, bijvoorbeeld gesponnen-gebonden continue filament polyester zoals door E. I. du Pont de Nemours & Co. verkocht wordt onder het handelsmerk "Reemay", en verwikkelde stapelvezel, bijvoorbeeld gesponnen-verstrengelde polyester stapelvezel zoals verkocht wordt door du Pont onder 20 het handelsmerk "Sontara". Zoals in het voorgaande aangegeven is, kunnen deze voeringen op de rugkant bekleed worden met hechtsamen-stellingen voor het binden van het achtervlak van de textielstof aan het oppervlak van het stevige supportpanee1. Andere materialen die geschikt zijn voor toepassing als de zelf-voering van de textielstof 25 zullen de terzake deskundige bij het lezen van de volgende beschrijving duidelijk worden.

De vulling waarop de scheringelementen gelegd worden bij het vormen van het textielstofbestanddeel van de gelamineerde structuur kunnen uit een voorgeknoopt (bijvoorbeeld tricot) of voorgeweven weef-30 sel, vezelwattering of elk ander continu vlies of vel bestaan, waarbij een of meer lagen van textielvulelementen (bijvoorbeeld garens) in een in het algemeen inslagsgewijze richting lopen ten opzichte van de scheringelementen, of elke andere flexibele structuur die gehecht kan worden aan de zelf-voering en scheringelementen met knoop-35 draad volgens procedures die de terzake deskundige op het gebied van nn ης Λ7 o 6 doorstikweefselconstructie bekend zijn. In het geval van weefselplaat met het openmazige "thuisgesponnen" uiterlijk verdient een vulling in de vorm van een laag van meer of minder uiteege legen textielvul-garens of -elementen de voorkeur. In het geval dat de vulling niet 5 uit garen bestaat, bijvoorbeeld continu velmateriaal, wordt een weefselplaat verkregen waarvan het textielbestanddeel in wezen twee voeringen heeft.

De scheringelementen die geschikt zijn voor toepassing bij de onderhavige uitvinding omvatten, ofschoon zij niet daartoe beperkt 10 zijn, elk van die elementen die tot dusver gebruikt werden bij doorstikweefselconstructie- Voorbeelden van dergelijke scheringelementen zijn garens, zoals multifilamentfiguurgarens, gekroesde multifilament-garens met weinig twijn, getaslaniseerde (met lucht verwikkelde) garens, spiraalgarens bestaande uit gesponnen garens met weinig 15 twijn, gecombineerd met een fijn bindgaren, en/of linten, zoals weefsel-, watterings-of vervilte linten.

De scheringelementen kunnen bij toepassing bij de onderhavige weefselplaatconstructie op de vulling en/of zelf-voering gelegd worden in elk onderling contact makend verband of kunnen onderling 20 uiteenliggen op elke bepaalde afstand. In een wenselijk geval, ofschoon zonder de reikwijdte van de uitvinding daartoe te willen beperken, worden deze scheringelementen een aanzienlijk afstand uiteengehouden teneinde het visuele effect van de "open-weef - uiterlijk"-karakteristiek van weefsels, die in doorstiktypemachines geproduceerd 25 zijn, te versterken en te verbeteren. De scheringelementen kinnen op de vulling en/of op de zelf-voering gelegd worden in een in hoofdzaak rechtlijiig patroon evenwijdig aan de scheringrichting. Als alternatief kan men een of meer schering- of "ontwerp"elementen (zogenaamd door het esthetisch aangenaam aandoend uiterlijk en oraa-30 mentale effect dat zij aan het weefsel verlenen) geen rechtlijnige banen langs de scheringrichting laten volgen, of zoals beschreven in het Amerikaanse octrooisthrift 3.672.187, met name in kolom 1, regel 31 t/m kolom 3, regel 44, en het Amerikaanse octrooischrift 3.677.034, in het bijzonder in kolom 1, regel 44 t/m kolom 8, regel 35 22, en/of zodanig dat een gedeelte van een enkel scheringeinde in 80 05 47 9 « * 7 hoofdzaak loodrecht op de lengterichting van het weefsel gelegd wordt, waarbij men dit gedeelte het uiterlijk van vulgaren kan laten stimuleren zoals beschreven is in een tevens aanhangige Amerikaanse octrooiaanvrage onder . serienummer 81.191, die ingediend is op 5 2 oktober 1979 en aan de onderhavige Aanvraagster overgedragen is, en/of in een getwijnde vorm op de wijze zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.144.727 ten name van de Aanvraagster, naar welke vorige publicaties hier verwezen wordt. Bijvoorbeeld kunnen dergelijke scheringontwerpelementen gedeelten van aanzienlijke lengte IQ omvatten, die zich diagonaal uitstrekken ten opzichte van de schering-richting, langs rechte lijnen of in hoofdzaak gelijkmatig buigend.

De ontwerpelementen kunnen in groepen optreden, die samengesteld zijn uit twee of meer aangrenzende elementen die een in hoofdzaak identiek patroon volgen. Als alternatief kunnen aangrenzende ontwerpelementen 15 op het flexibele substraat gelegd worden om verschillende patronen te vormen, bijvoorbeeld waarbij zij hetzelfde patroon vormen maar het ene omgekeerd is ten opzichte van het andere.

De knoopdraad die - gebruikt wordt om de scheringelementen, de vulling en het voeringmateriaal samen te binden kan bestaan uit 20 elke draad of garen geschikt voor toepassing bij doorstikweefsel-constructie en wordt op de in het voorgaande genoemde bestanddelen aangebracht door middel van de mechanische stikelementen die in het gebruikelijke geval op doorstiktype machines toegepast worden. Deze stikelementen en hun manier van werking zijn de terzake deskundige 25 welbekend en omvatten.een kamvormige neerbrengstaaf en kamvormige vasthoudpenstaaf, die samen een langwerpige ruimte of werkzone vormen voor de weefselvorming daartussen. De stikelementen omvatten in aanvulling daarop een rij met tanden of baarden gepunte naalden en corresponderende sluitdraden die men in combinatie op een heen en 30 weer gaande wijze door de in het voorgaande genoemde werkzone laat bewegen in samenwerking met een rij knoopdraadgeleidingen voor het vormen van een enkel knoopdraadsysteem bestaande uit een veelheid van scheringsgewijze knoopdraadluskettingen of- ribbels om de zelf-voering, vulling en scheringelementen .samen te binden, waarbij 35 de lussen op'het achtervlak van de verkregen samengestelde 80 05 47 9 δ textielstof optreden. Bij één manier van werken van de machine worden afwisselende lassen in elke ribbel gevormd met een verschillen-de knoopdraad, en vormt elke draad een serie scheringsgewijze lus-kettinglagen. De gevormde luskettingen kunnen uit elk type bestaan 5 dat de terzake deskundige bekend is, ofschoon luskettingen van het type dat karakteristiek is voor de welbekende half-tri co ts tik vormgeving de voorkeur te verdienen wanneer het weefsel scheringelemen-ten omvat gezien de normaal grotere structurele samenhang die aan het totale weefsel verleend wordt door het half-tricot-stikknoopdraad-10 netwerk. In dit geval komen de weefselbestanddelen met elkaar in aan-grijping en worden deze bijeengehouden door de knoqpdraadlussen op de achterzijde of het achtervlak van de textielstof en door overlappingen van de knoopdraadlagen op het voorvlak waarbij het door de knoopdraad gevormde diagonale segment de schering, vulling en 15 zelf-voering bijeenhoudt. Gp deze manier worden de scheringelementen "overlapt" door de knoopdraad rond de vulling en zelf-voering om een één geheel vormende textielstructuur tot stand te brengen. In gevallen waar de textielstof alleen vulling bijvoorbeeld een buiten-vlaklaag van textielvulgarenelementen) en zelf-voering bevat, kan 20 de knoopdraad toegepast worden in of de half-tricot- of enkel -eind-kettingstikvorm om een aanvaardbare structurele samenhang tot stand te brengen met de lussen op het dootgestelde achtervlak van de voering. In gevallen dat het gewenst is om een esthetisch aangenaam aandoend "opgewerkt" of "los" uiterlijk aan de scheringelementen 25 en/of grotere stabiliteit aan de textielstof te verlenen tegen ongewenste uiteenvalling of ontrafeling van het knoopdraadnetwerk en daaruit voortvloeiend aflopen of aflichten van de scheringelementen van het oppervlak van de textielstof, kan geschikt een enkele naald-geleidingstaafopsluitstikknoopdraadconstructie toegepast worden zo-30 als in detail beschreven is in de tevens aanhangige Nederlandse octrooiaanvrage 8002419 die aan de onderhavige Aanvraagster overgedragen is. In aanvulling op de knoopdraadvormgevingen,die in het voorgaande beschreven zijn, wordt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden ook weefselplaat genoemd, met een textiel-35 stofbestanddeel waarbij het knoopdraadnetwerk uitgevoerd is in de 80 05 47 9 9 vorm van een drie-naaldatlasstikvormgeving waarbij de in het voorgaande vermelde ontwerp· en functionele concepten realiseerd kunnen worden.

Andere uitvoeringen van de uitvinding omvatten weefselplaat 5 waarvan het zelf-gevoerde textielbestanddeel scheringelementen heeft, maar geen vulling, in welk geval de knoopdraad de scheringelementen direct aan de zelf-voering bindt, bij voorkeur in de half-tricot-stik vorm, of in gevallen dat de scheringelementen neergelegd worden in niet-rechtlijnige banen en het in het voorgaande vermelde opge-10 werkte uiterlijk in de scheringelementen gewenst is, in een ketting-stikvormgeving.

Het textielstofbestanddeel van de weefselplaat volgens de uitvinding, waarbij knoopdraad toegepast wordt om de scheringelementen en de vulgarens tot een één geheel vormende structuur te 15 binden, kan het kenmerk vertonen, waarbij de knoopdraad de afzonderlijke scheringelementen doordringt en de afzonderlijke vulgarens doordringt in een aanzienlijk aantal willekeurige punten om de vul-en scheringelementen verder te bevestigen om relatieve verplaatsing tegen te gaan.

20 De gelamineerde structuur volgens de uitvinding wordt moge- lijk gemaakt door een werkwijze voor het vormen van het textielstofbestanddeel onder aanwending van een nieuwe inrichting in samenhang met doorstiktype machines. De inrichting vervult de functie van het continu toevoeren en geleiden van het voeringmateriaal naar 25 de werkzone van de doorstikmachine zodanig dat een vulling bovenop het voeringmateriaal gelegd wordt en de scheringelementen bovenop de vulling gelegd worden, en al de drie bestanddelen onderling bevestigd worden met knoopdraad om een als één geheel uitgevoerde textielstructuur te vormen in een continue enkelfasige verrichting.

30 Als essentiële kenmerken daarvan omvat de inrichting in combinatie organen voor het continu toevoeren van voeringmateriaal aan de doorstikmachine, organen voor het continu onttrekken van voeringmateriaal aan de toevoerorganen, en organen voor het continu geleiden van het materiaal naar de werkzone van de machine onafhankelijk 35 van de andere weefselbestanddelen en het zo aanbrengen van het 80 05 47 9 10 materiaal op de vul- en/of scheringelementen dat de zelf-voering zich daaronder bevindt.

Bij één uitvoering1.van de textielbestanddeel-vormingsinrich-ting omvatten de organen voor het toevoeren van het voeringmateriaal 5 aan de machine een voorraadrol of bundel van het materiaal, bestaan de organen voor het onttrekken van het voeringmateriaal aan de toevoer-organen uit twee of meer aangedreven voedingrollen, en omvattende organen voor het onafhankelijk ondersteunen en geleiden van het onttrokken voeringmateriaal naar de werkzone van de machine en het aanbrengen van IQ het materiaal op de vul- en scheringelementen een gladde glijplaat, bijvoorbeeld van gepolijst metaal zoals messing of roestvrij staal, die zich bovenstrooms van de werkzone van de machine bevindt en berekend is op het opnemen van het voeringmateriaal in glij contact daarmee en om dit materiaal naar de werkzone te richten in een zodanig punt 15 dat het materiaal onder de vul- en scheringelementen aangebracht wordt in één continue verrichting.

Als ruim aspect daarvan kan het textielstofbestanddeel van de gelamineerde structuur volgens de uitvinding geproduceerd worden op een doorstikmachine, bijvoorbeeld een Malimo-type doorstikmachine, 20 door de opeenvolgende verrichtingen van (a) het toeleveren van een flexibele zelf-voering aan de in het voorgaande beschreven langwerpige werkzone van de doorstiktype machine op de in het voorgaande vermelde wijze, (b) het naar verkiezing toeleveren van de vulling naar de werkzone in samenhang en in op elkaar aangebracht verband met het voering-25 materiaal, en (c) het naar verkiezing toeleveren van een of meer scheringelementen aan de werkzone in samenhang en in op elkaar aangebracht verband met het voeringmateriaal en de vulling, en (d) het samenbinden van het voeringmateriaal en de een of meer vul- en scheringelementen, die op elkaar aangebracht zijn, ter plaatse van de werkzone 30 van de machine door scheringsgewijze ribbels van knoopdraadluskettingen om een als één geheel uitgevoerde structuur te vormen die uit het textielbestanddeel van de weefselplaat met gelamineerde structuur volgens de uitvinding in greige-vorm bestaat, en als zodanig geschikt is voor verdere verwerking volgens de erkende procedures op dit gebied, 80 05 47 9 11 bijvoorbeeld bleken/ drogen, bewerking met resinaat, en dergelijke.

de

Het is een kenmerk van/in het voorgaande vermelde inrichting en werkwijze dat het .voeringmateriaal bij voorkeur onafhankelijk van het vulbestanddeel toegeleverd wordt aan de werkzone van de door-5 stikmachine. Op die manier werd ontdekt dat elk van de weefselbestand-delen zich beter instellen kunnen op de door de stikelementen .· uitgeoefende krachten zonder wederzijdse vervorming. Daarentegen is de gebruikelijke opvatting dat het voeringmateriaal op de vulhaken van de machine aangebracht moet worden, gevolgd door het over de-10 zelfde haken leggen van de vulling als een middel voor het toeleveren van deze twee bestanddelen aan de werkzone van de machine, bij welke aanpak in feite naar gebleken is een neiging optreedt dat dit tot vervorming van het samengestelde weefsel leidt.

Een verder, niet beperkend kenmerk van de werkwijze voor het 15 vormen van het textielbestanddeel van de gelamineerde structuur is dat die uitgevoerd kan worden op de in het voorgaande beschreven wijze onder het tegelijkertijd heen en weer geleiden van de schering " ontwerp elementen in een richting in hoofdzaak evenwijdig aan de rijen stikelementen, onder het zodoende heen en weer laten bewegen van elk ont-20 werpelement binnen de langwerpige werkzone langs een aantal naalden. Uitrusting en procedures voor het verlenen van dit bijkanend ontwerp-kenmerk. aan het weefselwandpaneel volgens de uitvinding zijn beschreven in het in het voorgaande vermelde Amerikaanse octrooischrift 3.677.034. Bij het toepassen van deze procedure worden de ontwerpele-25 menten heen en weer geleid in een heen en weer gaande beweging waarbij een patroon van ontwerpelementen op het weefsel gevormd wordt waarin aanzienlijke lengten van elk ontwerpelement zich diagonaal uitstrekken ten opzichte van de scheringrichting. Bijvoorbeeld kunnen de ontwerpelementen heen en weer geleid worden met of constante of, hetgeen 30 wenselijker is, wisselende snelheid, bijvoorbeeld sinusvormig, cm zodoende een patroon te vormen waarin aanzienlijke lengten van de ontwerpelementen op het substraat gelegd worden in een corresponderende rechte lijn of bijvoorbeeld op een gelijkmatig gebogen wijze. Bij een andere variant kunnen twee groepen ontwerpelementen toegeleverd worden 8005479 12 aan de langwerpige werkzone en daarin heen en weer geleid worden onafhankelijk of in corresponderend faseverband met elkaar, onder het zodoende vormen van een patroon van cntwerpelementen op het weefsel waarin de twee groepen cntwerpelementen respectievelijk verschillen-5 de of in hoofdzaak identieke patronen vormen. In het eerste geval kan de ene groep ontwerpelementen in fase- mar tegengesteld verband met de andere groep gehouden worden, waarbij een patroon van ontwerpelemen-ten gevormd wordt waarin de twee groepen elementen identieke patronen vormen, maar de ene omgekeerd is ten opzichte van de andere. Bij nog IQ een andere uitvoering kan aan de ontwerpelementen een periodieke "t&ijrf'-vormgeving verleend worden op de wijze zoals beschreven in het in het voorgaande vermelde Amerikaanse octrooischrift 4.144.727 ten name van de Aanvraagster.

Het stevige support en textielmateriaal worden dan gelamineerd 15 of samengevoegd om de weefselplaat volgens de uitvinding te produceren door het aanbrengen van een geschikte kleefstof tussen het oppervlak van het stevige support en het achtervlak van de textielstof en het dan verbinden of combineren van de in het voorgaande genoemde bestanddelen onder toepassing van een geschikte druk.

2Q Gezien, de afsluiteigenschappen van de zelf-voering, die het achtervlak. van de textielstof vormt, kan elke willekeurige van een grote verscheidenheid van kleefstoffen die de terzake deskundige op lamineergebied welbekend zijn worden aangewend om het stevige support aan de textielstof te binden, daaronder begrepen drukgevoelige 25 kleefstoffen die op het oppervlak van een of beide bestanddelen aangebracht worden, en latente kleefstoffen zoals een door warmte of water geactiveerde kleefstof die om een voorbeeld te noemen (¾) het achtervlak van de textielstof aangebracht kunnen worden cm daar als een droge bekleding te blijven zitten gereed voor het gebruik, zie 3Q Kirk-Othmer's "Encyclopedia of Chemical Technology", 3e druk, vol. 1, blz. 488-510 (1978). In gevallen waar beoogt wordt cm de scheiding van de textielstof van het stevige support op een later tijdstip mogelijk te maken, bijvoorbeeld tijdens het verloop van interieurvernieuwing of het opnieuw decoreren daarvan, kan de kleefstof zo gekozen worden 35 dat deze verrichting mogelijk wordt, hetgeen verda: vergemakkelijkt 80 05 47 9 13 wordt in het geval van de onderhavige uitvinding dankzij de één geheel vormende structuur van het textielstofbestanddeel. Bij het verbinden van het stevige support en de textielstof cm de gelamineerde structuur te vormen, kunnen een of beide bestandmiddelen op maat voor-5 gesneden worden. In het geval dat een bestanddeel niet op maat gesneden is voor de samenstelling, kan de overmaat naderhand afgesneden worden, bijvoorbeeld met geschikte gebruikelijke snijorganen.

Het decoratieve textieloppervlak van de aldus voorgefabriceerde weefselplaat met gelamineerde structuur kan desgewenst be-10 handeld worden met een of meer willekeurige uit een verscheidenheid van middelen voor verschillende doeleinden, zoals vernis cm een glanseffect te verkrijgen, een of meer harsen cm het weefsel tegen mechanische beschadiging en af schuring, dauw, vervaging, enz. te beschermen, vochtloslaatmiddelen, en dergelijke.

15 De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden daarvan, waarbij opgemerkt wordt dat in de tekeningen corresponderende elementen ook met hetzelfde verwijzingscijfer aangegeven zijn.

Fig. 1 is een gedeeltelijk weggesneden afbeelding in per-20 spectief van een uitvoering van de gelamineerde structuur volgens de uitvinding,· fig. 2 is een foto van een gedeelte van het bovenvlak van een zelf-gevoerde textielstof die geschikt is voor toepassing als een bestanddeel van de weefselplaat met gelamineerde structuur 25 volgens de uitvinding en toont de relatieve plaatsing van de scheringelementen, vulling en zelf-voering; fig. 3 is een foto van een gedeelte van het achtervlak van het textielstofbestanddeel van fig. 2; fig. 4 is een foto van een gedeelte van het bovenvlak van 30 een andere zelf-gevoerde textielstof die geschikt is voor toepassing als een bestanddeel van de weefselplaat met gelamineerde structuur volgens de uitvinding en die aan de rugkant bekleed is met een latente kleefstof; fig. 5 is een foto van een gedeelte van het achtervlak van de 35 aan de rugkant beklede textielstof van fig. 4; en 80 05 47 9 14 fig. 6 is een gedeeltelijk schematisch zijaanzicht van een uitvoering van de inrichting die geschikt is voor toepassing bij het vormen van het textielbestanddeel van de gelamineerde structuur volgens de uitvinding.

5 In het weefselplaatpaneel 1 van fig. 1 bevat de zelf-gevoerde textielstof 3 decoratieve scheringgarenelementen 3a, die zich bovenop de vulgarenelementen 3b bevinden, welke op hun beurt door het knoopdraadnetwerk 3c aan een onderliggende laag van een niet-geweven gesponnen vezelvattering bevestigd zijn. De textielstof 3 is 10 gelamineerd aan het ondersteuningsqppervlak 4 van het stevige support 2 door middel van een kleefstof die eerder op het achtervlak van de textielstof aangebracht is. Zoals reeds eerder aangegeven is, kan de kleefstof uit elke willekeurige van een aantal welbekende samenstellingen bestaan, bijvoorbeeld een door water geactiveerde drukgevoelige 15 kleefstof zoals tarwestijfsel, of een acrylkleefstof. Het supportpa-neel, dat in fig. 1 voorgesteld is, bestaat uit een irultiplex-paneel, ofschoon elk van de andere in het voorgaande vermelde wand-plaatmaterialen bevredigend zou zijn. De weefselplaat 1 zelf kan in elke gewenste afmeting of vorm geproduceerd worden, ofschoon 20. panelen, die 1,22 m breed, 2,44 m hoog en ongeveer 6¾ mm tot 25 mm dik zijn, in het bijzonder geschikt zijn, daar deze afmetingen corresponderen met standaard wandafnetingen die men normaal tegenkant bij de constructie van gebouwen en woningen, bij de vernieuwing daarvan, en in de binnenhuisarchitectuur. Een speciaal voordeel 25 van de gelamineerde structuur ligt in de gemakkelijke installatie daarvan, daar de stringente eisen, die voor het aanbrengen van de textielstof op het support gelden, vlug en onder veel strengere kwaliteitscontrolegesteldheden nagekanen kunnen worden dan tot dusver mogelijk was bij traditionele ter plaatse uitgevoerde wand-3Q bekledingsinstallatieverrichtingen, onder toepassing van gebruikelijke weefsels.

Bij beschouwing \en fig. 2 en 4 wordt gezien dat de scheringgarenelementen 3a op een flexibele vulling gelegd worden, die samengesteld is uit een laag van uiteenliggende textielgarenelementen 3b, 35 welke op hun beurt gelegd zijn op een flexibel voeringmateriaal 3d, 80 05 47 9 15 dat samengesteld is uit een flexibele niet-geweven gesponnen vezel-'Mattering om een zelf-gevoerd weefsel te verschaffen, dat geschikt is voor toepassing bij de onderhavige uitvinding. De scheringgaren-elementen 3a, de vulgarenelementen 3b en het voeringmateriaal 3d 5 worden in hun relatieve posities bevestigd door middel van knoop-draden 3c, die evenwijdige rijen van scheringsgewijze luskettingen vormen, waarbij de liassen op het achtervlak van het weefsel optreden, d.w.z. achter het voeringmateriaal. De knoopdraad 3c, die in fig. 2 weergegeven is, wordt toegepast in een half-tricot-stikvorm--1Q geving, waarbij zich diagonaal uitstrekkende gedeelten van de knoopdraad gekruist liggen tussen aangrenzende luskettingen op het voorvlak. van de textielstof. Elk paar aangrenzende lussen deelt twee knoopdraden, waarbij afwisselende lussen van elke ketting deel uit-maken van een eerste draad en de loopdraden van een tweede draad 15 zijn, cm het half-tricot-stiksel te vormen. De scheringgarenelementen 3a worden ook als "ontwerpelementen" aangemerkt gezien het esthetisch aangenaam aandoend uiterlijk en omamentale effect dat deze aan het weefsel als geheel beschouwd verlenen, hetzij zoals in fig.

2 weergegeven is, hetzij door toedoen van elke willekeurige van een 20 aantal niet-rechtlijnige vormgevingen, waarmee zij aangebracht kunnen worden op het voeringmateriaal en naar verkiezing de vulling zoals in het voorgaande beschreven is.

Pig. 3 toont de wijze waarop de knoopdraden 3c regelmatig door het voering^materiaal 3d heen dringen aan de onderzijde van 25 het achtervlak van de textielstof van fig. 2, waarbij de ketting-lussen van de half-tricot-stikvorm van netwerk cp dit achtervlak optreden. Cp deze wijze worden de scheringgarenelementen 3a, de yulelementen 3b en het voeringmateriaal 3d bevestigd door de knoopdraden 3c, die de drie bestanddelen van het weefsel cp hun plaats 30 ten opzichte van elkaar opsluiten.

Bij weefsels van het type, dat in fig. 2 en 4 voorgesteld is, wordt de niet-geweven gesponnen vezelwattering van het voeringmateriaal 3d normaal toegepast in dikten corresponderende 2 met ongeveer 1-6 αζ/yd , waardoor, ondanks de aantrekkelijke en 35 niet opdringerige zeer fijne gaasvormige kwaliteit daarvan, op ver- 8005479 16 rassend goede wijze een kleef stof laag opgenanen kan worden, zoals in fig. 5 weergegeven is, zonder dat deze laatste doorsijpelt en het decoratieve uiterlijk van het voorvlak van het weefsel zoals in fig. 3 weergegeven is ontsiert.

5 Fig. 6 toont een uitvoering van de inrichting 10 en werkwijze voor het produceren van een zelf-gevoerde textielstof die geschikt is voor toepassing bij de onderhavige uitvinding in een doorstik-type machine zoals een Malimo-machine (die gedeeltelijk weergegeven is in schematische vorm), waarbij de inrichting voeringmateriaal IQ toevoert tussen de vulkettingen onder een geregelde spanning teneinde de textielstof te vormen, waarbij schering, vulling en voeringmateriaal door stikken onderling gebonden worden in één continue verrichting.

De bundel van een rol 11 is er op berekend cm voeringmateriaal 12 aan de machine toe te voeren door middel van aangedreven voedingrollen 15 13a en 13b, die samenwerken cm het voeringmateriaal aan de voorraad-rol te onttrekken. De leirollen 14a, 15b en 14c dienen cm de baan te regelen, die door het voeringmateriaal 12 gevolgd wordt onder het bedieningsplatform 31 van de machine, en cm het voeringmateriaal te richten naar de lei- of steunplaat 15, waarover het voeringmateriaal 2Q in glijcontact daarmee gevoerd wordt op zijn weg naar de werkzone of het stikpunt 16 van de machine onafhankelijk van de andere toevoerbestanddelen van het weefsel. Het ingangseinde 17 van de lei-plaat 15 is schuin afgekant of verloopt hellend cmlaag cm het aanvankelijke contact tussen de plaat en het bewegende voeringsmateriaal 25 glad te laten verlopen. Ook het uitgangseinde 18 van de leiplaat 15 is schuin afgewerkt of verloopt hellend cmlaag cm het voortbewegende voeringmateriaal 12 naar de werkzone van de machine te richten terwijl voorkomen wordt dat het voeringmateriaal abrupte wijzigingen in richting of contact met schurende of scherpe randen ondergaat.

30 De leiplaat 15 is vervaardigd van een glad, slijtbestendig materiaal, bij voorkeur keramiek of gepolijst metaal of staal.

De werkzone 16 vormt de plaats waar de stikelementen, bijvoorbeeld naainaalden, sluitdraden, naaidraadgeleidingen, neerbrengstaven en vasthoudpenstaven in onderling gesynchroniseerd verband samenwerken 35 cm de bestanddelen tot een één geheel vormende textielstructuur te 80 05 47 9 17 verbinden. Deze stikelanenten zijn net het vezwijzingscijfer 19 aangegeven. Het scheringgarentoevoerbestanddeel is opgebouwd uit een vlak van evenwijdige gacamndaa 20 die aan de machine toegevoerd worden door (niet weergegeven) willekeurige geschikte organen, bijvoorbeeld van 5 een bundel of klos, en naar de werkzone 16 toegevoerd worden in de richting van de garenassen door een leirol 21. Het vulbestanddeel is opgebouwd uit een vlak van evenwijdige textielvulgarens of -elementen 22 die aan de machine toegevoerd worden van een of meer (niet weerge-gegeven) klossen en naar de werkzone 16 toegevoerd worden in een IQ richting in hoofdzaak loodrecht op de vulgarenassen door middel van een paar tegenovergestelde evenwijdige rijen van vulhaken, waarbij elke rij aangebracht is bij een kettingaandrijving, die aangedreven wordt door rollen 23a, 23b, 23c en 23d op een cirkelvormige baan die met het verwijzingscijfer 24 aangeduid is. De textielvulelementen 22 worden 15 op de vulhaken aangebracht door middel van een vulgarendrager 25 die bestaat uit een stel tongen welke gemonteerd zijn op een heen en weer gaande slede en waardoor de vulelementen gaan terwijl de vulslede heen en weer beweegt tussen de rijen vulhaken. In gevallen waar de vulling niet uit een laag textielstof garens bestaat kunnen de vulhaken op 20 passende wijze gewijzigd uitgevoerd worden op een wijze die de terzake deskundige op het gebied van doorstikmachines duidelijk zal zijn.

Het is een kenmerk van de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding dat het voeringmateriaal 12 naar de werkzone 16 van de machine zo toegevoerd wordt dat de vulelementen zich bevinden tussen 25 de laag scheringgarenelementen en het voeringmateriaal in het punt waar de weefselbestanddelen onderling verbonden worden met knoopdraad tot een één geheel vormende textielstructuur door de stikelementen 19.

De zelf-gevoerde textielstof, die in de werkzone van de machine geprocudeerd wordt, wordt daaraan onttrokken langs de met het ver-3Q wijzingscijfer 26 aangegeven baan en door middel van aangedreven rollen 27, 28, 29 en 30 naar een geschikte (niet weergegeven) weefsel-opneemfaciliteit geleid voor verdere verwerking.

De voorgaande voorbeelden zijn gegeven met het oog qp de toelichting van de uitvinding en de voordelen daarvan zonder dat het de be-35 doeling is om de uitvinding op enigerlei wijze te beperken tot de 8005479 18 specifieke kenmerken of uitvoeringen die voorgesteld zijn. Het dient wel te worden verstaan dat wijzigingen en variaties uitgevoerd kunnen worden in de textielstof, het stevige support, de inrichting en de werkwijze zender buiten het kader van de uitvinding te treden.

5 Kort samengevat is in het voorgaande een gelamineerde structuur voor toepassing bij wandconstructie geopenbaard, die bestaat uit een stevig support en een één geheel vormende zelf-gevoerde textielstof die een voorvlak en een achtervlak en kleefstof op het achtervlak daarvan aan het stevige support gehecht heeft. De textielstof bestaat 10 bij één uitvoering uit (i) een niet-geweven gesponnen vezelwattering die het achtervlak van de textielstof vormt en doorgestikt kan worden zonder aanzienlijk verlies aan sterkte met knoopdraad, (ii) een laag van een vulling die zich op de Mattering bevindt, (iii) een of meer scheringelamenten die zich qp de vulling bevinden an zodoende het 15 voorvlak van de textielstof te vormen, en (iv) een enkel systeem van knoopdraadrlbbels, waarbij elke ribbel bestaat uit een veelheid van scheringsgeWi j ze, in een lus gelegde stiklagen die in aangrijping kanen net de wat tering, vulling en scheringelementen en deze bijeenhouden als een één geheel vormende textielstructuur.

80 05 47 9

Claims

1. Gelamineerde structuur voor toepassing bij wandconstruc-tie, bestaande uit (a) een stevig support dat een ondersteunings-oppervlak heeft, en 03) een één geheel vormende zelf-gevoerde textiels tof die een voorvlak en een achtervlak heeft, welke stof 5 met een kleefstof op het achtervlak daarvan aan het ondersteunings-oppervlak gehecht is en bestaat uit (i) een niet-geweven gesponnen vezelvattering die het achtervlak van de textielstof vormt, (ii) een laag van een vulling die zich op de wattering bevindt, (iii) een of meer scheringelementen die zich op de vulling bevinden 10 om zodoende het voorvlak van de textielstof te vormen, en (iv)een enkel systeem van knoopdraadribbels, waarbij elke ribbel bestaat uit een veelheid van scheringsgewijze in een lus gelegde stiklagen die in aangrijping komen met de wattering, vulling en scheringelementen en deze bijeenhouden door knoopdraadlussen op het achter-15 vlak van de textielstof en door overlappingen van de knoopdraadribbels op het voorvlak om de wattering, vulling en scheringelementen samen te binden tot een één geheel vormende textielstructuur.

2. Gelamineerde structuur volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de niet-geweven vezelwattering samengesteld is uit 20 gesponnen - gebonden continue filamenten.

3. Gelamineerde structuur volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de niet-geweven vezelwattering samengesteld is uit ge-sponnen-verstrengelde stapelfilamenten.

4. Gelamineerde structuur volgens conclusie 1, gekenmerkt 25 doordat het systeem van knoopdraadribbels bestaat uit een half- tricot-stikvormgeving door het afwisselend optreden van twee draden in een lusreeks.

5. Gelamineerde structuur volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de een of meer scheringelementen zich langs niet-rechtlijnige 30 banen in een scheringsgewijze richting bevinden, waarbij elk van deze scheringelementen gedeelten omvatten, die zich niet-evenwijdig aan de scheringsgewijze richting uitstrekken onder het verschaffen van een esthetisch aangenaam aandoend-uiterlijk dat met de niet- 8005479 rechtlijnige vormgeving van de scheringelementen correspondeert.

6. Gelamineerde structuur volgens conclusie 1/ 2, 3, 4 of 5, gekenmerkt doordat het stevige support uit wandplaat bestaat.

7. Gelamineerde structuur volgens conclusie 6, gekenmerkt 5 doordat de wandplaat uit hardboard, deeltjesplaat, isolatieplaat, multiplex of gipsplaat bestaat.

8. Gelamineerde structuur voor toepassing bij wandconstruc-tie, bestaande uit (a) een stevig support dat een ondersteunings-oppervlak heeft, en (b) een één geheel vormende zelf-gevoerde 10 textielstof die een voorvlak en een achtervlak heeft, welke textiel-stof met kleefstof op het achtervlak daarvan aan het ondersteunings-oppervlak gehecht is en bestaat uit (i) een niet-geweven gesponnen vezelwattering die het achtervlak van de textielstof vormt, (ii) een laag van een vulling die zich op de wattering bevindt om zo-15 doende het voorvlak van de textielstof te vormen, en (iii) een enkel systeem van knoopdraadribbels, waarbij elke ribbel bestaat uit een veelheid van scheringsgewijze in een lus gelegde stiklagen die in aangrijping komen met de wattering en vuling en deze bijeenhouden door knoopdraadribbels op het achtervlak van de textiel-20 stof en door overlappingen van de knooplagen op het voorvlak om de wattering en vulling tot een één geheel vormende textielstruc-tuur samen te binden.

9. Gelamineerde structuur volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de niet-geweven vezelwattering samengesteld is uit ge- 25 sponnen-gebonden continue filamenten.

10. Gelamineerde structuur volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de niet-geweven vezelwattering samengesteld is uit ge-sponnen-verstrengelde stapelelementen.

11. Gelamineerde structuur volgens conclusie 8, gekenmerkt 30 doordat het systeem van knoopdraadribbels bestaat uit een ketting- stikvormgeving.

12. Gelamineerde structuur volgens conclusie 8, 9, 10, of 11, gekenmerkt doordat het stevige support uit wandplaat bestaat.

13. Gelamineerde structuur volgens conclusie 12, gekenmerkt 35 doordat de wandplaat uit hardboard, deeltjesplaat, isolatieplaat, 80 05 47 9 multiplex of gipsplaat bestaat.

14. Gelamineerde structuur voor toepassing bij wandconstruc-tie, bestaande uit (a) een stevig support dat een ondersteunings-oppervlak heeft, en (b) een één geheel vormende zelf-gevoerde textiel-£ stof die een voorvlak en een achtervlak heeft, welke textielstof met kleefstof op het achtervlak daarvan aan het ondersteuningsopper-vlak gehecht is en bestaat uit (i) een niet-geweven gesponnen vezel-wattering die het achtervlak van de textielstof vormt, (ii) een of meer scheringelementen die zich op de wattering bevinden om zodoende 10 het voorvlak van de textielstof te vormen, en (iii) een enkel systeem van knoopdraadribbels, waarbij elke ribbel bestaat uit een veelheid van het scheringsgewijze in een lusjgelegde stiklagen die in aangrij-ping komen met de wattering en scheringelementen en deze bijeenhouden daar lussen van knoopdraad op het achtervlak van de textielstof en 15 door overlappingen van de knooplagen op het voorvlak om de wattering en scheringelementen samen te binden tot een één geheel vormende textielstructuur.

15. Gelamineerde structuur volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat de niet-geweven vezelwattering samengesteld is uit gesponnen- 20 gebonden continue filamenten.

16. Gelamineerde structuur volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat de niet-geweven vezelwattering samengesteld is uit gesponnen-yerstrengelde stapelfilamenten.

17. Gelamineerde structuur volgens conclusie 14, gekenmerkt 25 doordat het systeem van knoopdraadribbels bestaat uit een half- tricofe-stikvormgeving door het afwisselend optreden van twee draden in een lusreeks.

18. Gelamineerde structuur volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat de een of meer scheringelementen zich langs niet-rechtlijnige 30 banen in de scheringsgewijze richting bevinden, waarbij elk van deze scheringelementen gedeelten omvat, die zich niet-evenwijdig aan de scheringsgewijze richting uitstrekken onder het verschaffen van een esthetisch aangenaam aandoend uiterlijk dat met de niet-rechtlijnige vormgeving van de scheringelementen correspondeert.

19. Gelamineerde structuur volgens conclusie 14, 15, 16, 17 80 05 47 9 of 18, gekenmerkt doordat het stevige support uit wandplaat bestaat.

20. Gelamineerde structuur volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat de wandplaat uit hardboard, deeltjesplaat, isolatieplaat, 5 multiplex of gipsplaat bestaat.

21. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8005479