NL8005175A

NL8005175A - Loopvlakwapening voor een radiaalband.

Info

Publication number: NL8005175A
Application number: NL8005175A
Authority: NL
Original assignee: Pirelli
Priority date: 1979-10-24
Filing date: 1980-09-16
Publication date: 1981-04-28
Also published as: SE8007387L; ZA806431B; ES262529Y; AT381069B; FI802818A; ATA523280A; US4420025A; BR8006881A; JPS6340681B2; BE885807A; CA1151986A; LU82869A1; AU539412B2; IT1125578B; AR221286A1; DE3040048A1; ES262529U; GR70694B; FR2467715A1; GB2061202B

Description

if\ < VO 085^

Titel : Loopvlakwapening voor een radiaalband.

De uitvinding heeft "betrekking op een ringvormige wapenings-struktuur voor radiaalbanden, uitgerust met tenminste twee radiaal "boven elkaar aangehrachte lagen van metaalkoorden met een rek "bij het "breekpunt, gelegen tussen 2,6% en 3,2%, twee ringvormige wapeningsstroken 5 die aan de radiale "buitenzijde zijn aangebracht bij de uiteinden van deze lagen, waarbij de sociale buitenranden met elkaar samenvallen en welke een breedte hebben, gelegen tussen 7% en k0% van de breedte van de radiaal aan de binnenzijde gelegen lagen en gevormd uit metaalkoorden met een rek bij het breekpunt, gelegen tussen k% en 8% en welke zijn geörienteerd 10 volgens de langsrichting van de band en zijn aangebracht volgens tenminste twee elkaar radiaal overlappende'windingen.

In het bijzonder betreft de uitvinding radiaalbanden, d.w.z. banden, waarvan de karkaskoorden in hoofdzaak in radiale vlakken liggen en welke zijn uitgerust met een ringvormige wapeningsstruktuur in het 15- kroongedeelte onder het loopvlak, welke wapeningsstruktuur voor de eenvoud van de beschrijving voortaan zal worden aangeduid met "gordel".

Bij elke band zijn de belangrijkste eisen, waaraan deze moet voldoen om een hoog kilometrage te hebben, weerstand tegen vermoeidheid en bestand tegen hoge snelheden, een goed rijgedrag en een lage rol-20 weerstand, hetgeen merkbaar is aan een lager brandstofverbruik. De noodzaak om aan deze eisen te voldoen neemt dagelijks toe, doordat voertuigen op de markt worden gebracht met hogere vermogens en hogere snelheden en doordat ook steeds meer wegen beschikbaar komen, waarop met hoge snelheden kan worden gereden.

25 Met de tot dusverre bij radiaalbanden toegepaste strukturen zijn de grenzen bereikt, althans voor zover de in het bovenstaande gespecificeerde eisen zowel ten aanzien van vermoeidheidsweerstand, geschiktheid voor hoge snelheden en levensduur, in het bijzonder bij hoge kruissnelheden .

30 Bovendien worden onder deze omstandigheden hogere eisen gesteld aan de veiligheid in verband met de geringere stabiliteit bij bedrijfswagens, die met hoge snelheden rijden en waarbij het zwaartepunt van de belasting hoog ligt ten opzichte van de grond, hetgeen bij dergelijke voertuigen normaal is.

35 Verlaging van het zwaartepunt door vermindering van de diameter van het bandlichaam onder handhaving van de belastbaarheid, dus een ver- fto n 5 1 7 ς 2 mindering van de doorsnedehoogte "A” ten opzichte van de handbreedte "C” is onvoldoende om de veiligheid te garanderen, aangezien, hoewel het rijgedrag en het vermogensverbruik wordt verbeterd-, deze maatregel de neiging heeft de structurele veerstand van het har kas zelf ten aanzien van 5 vermoeidheid en vermogen tot rijden met hoge snelheid, nadelig te beïnvloeden, nog afgezien van het kilometrage en de ongelijkmatige slijtage tussen de bandschouders, die sneller slijten dan het midden van het loopvlak.

Ondanks vele pogingen in diverse richtingen zijn deze nadelen 10’. tot dusverre bij toepassing van de gebruikelijke gordelstrukturen, niet opgeheven. Aanvraagster heeft nu ontdekt, dat het mogelijk is deze nadelen te vermijden en daarenboven de kwalitatieve eigenschappen van banden te verbeteren.

Doel van de uitvinding is derhalve een nieuw type gordel voor 15 luchtbanden met een radiaalkarkas, welke gondel niet de in het voorgaande genoemde nadelen heeft en waarbij de gestelde problemen effectief worden opgelost.

Volgens de uitvinding is een luchtband voor een voertuigwiel, uitgerust met een radiaalkarkas, een loopvlakstrook die daaroverheen is 20 aangebraeht, in de kroonzone en een ringvormige wapeningsstruktuur die tussen het karkas en de loopvlakstrook is aangebracht, voorzien van tenminste twee radiaal boven elkaar aangebrachte lagen van een metalen weefsel, in hoofdzaak even breed als het loopvlak en uitgerust met koorden met een verlenging op het breekpunt, gelegen tussen 2,6$ en 3,2$, welke 25 koorden per laag onderling evenwijdig zijn en de koorden van de aangrenzende laag kruisen en welke symmetrisch hellen ten opzichte van de langsriehting van de band onder een hoek, gelegen tussen 10ö en 30°, welke luchtband is gekenmerkt doordat de ringvormige wapeningsstruktuur in de zijdelen en aan de radiale buitenzijde van de lagen, is uitgerust met 30 een ringvormige wapeningsstrook, voorzien van langsslagkoorden met een verlenging tot het breekpunt, gelegen tussen h% en 8$ en onderling evenwijdig en evenwijdig aan het evenaarvlak van de band aangebracht, welke ringvormige wapeningsstrook is samengesteld uit tenminste twee elkaar radiaal overlappende windingen van deze koorden, waarbij de buitenrand 35 van de strook in hoofdzaak samenvalt met de rand van de genoemde aan de radiale binnenzijde daarvan gelegen lagen en waarbij de axiale breedte van deze stroken ligt tussen J% en k0% van de axiale breedte van de ge- 8005175 i < 3 noemde wapeningsstruktuur.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden de stroken gevormd door een enkele schroef lijnvormige wikkeling van een draad in twee overlappende windingen van aangrenzende slagen, of anders 5 door twee verschillende wikkelingen, een per strook, steeds met een sehroeflijnvormige wikkeling van een draad in twee overlappende windingen van aangrenzende slagen, of zelfs ook elk. met een strook, "bestaande uit twee concentrische over elkaar aangebrachte windingen van een weefselband met de uiteinden onderling overlappend.

10' De genoemde ringvormige wapeningsstruktuur kan nog worden ver beterd door een of meer lagen van metaalweefsel in te "brengen in de zone tussen de twee stroken in een radiaal naar "buiten gelegen positie van de lagen en met koorden onder 10° en 30°, voorzien van koorden die heide van het type zijn met een geringe verlenging of ook van het type met 15 een hoge verlenging, geörienteerd volgens een hoek, gelegen tussen 10° en k0° en toegevoegd aan of ter vervanging van de overige lagen, met een of meer lagen van metaalweefsel aan de radiale binnenzijde van de ringvormige wapeningsstruktuur, voorzien van koorden van hetzij het ene of het andere, in het voorgaande beschreven type, geörienteerd onder elke 20 willekeurige hoek, steeds ten opzichte van de langsrichting van de band.

Ter verduidelijking van de uitvinding, zullen onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van de loopvlakvape-ning· voor radiaalbanden worden beschreven.

Pig. 1 toont in een radiale dwarsdoorsnede van de band een eer-25 ste voorbeeld van de gordel volgens de uitvinding; fig. 2, 3 en i tonen drie verschillende uitvoeringsvormen van de struktuur volgens fig. 1; fig. 5 toont een tweede versie van de gordelstruktuur volgens de uitvinding; 30 fig. 6 toont de vervormingen in een gordelstruktuur van het be kende type in de contactzone; fig. 7 toont vergeleken met fig. 6, het diagram van deze vervormingen in langsrichting; fig. 8 toont de vervormingen van de gordelstruktuur volgens de 35 uitvinding in de contactzone; t fig. 9 toont, gevoegd bij fig. 8, het diagram van deze vervormingen in langsrichting; 8 o η ü 1 7 n k fig. IQ toont de contactzone van een luchtband hij het nemen van een bocht; en fig. 11 toont de ontwikkeling van de trekspanningen in een gordelstruktuur in dwarsdoorsnede hij een hand in bedrijf, zovel hij 5 rechtuit rijden als hij het nemen van een "bocht.

De gordelstruktuur volgens de uitvinding, in het bijzonder in een uitvoeringsvorm, bestemd voor een luchthand met afmeting 315/70 1122,5-van de serie JQ (H/C - 0,7) en is (zie fig. 1) uitgerust met tvee lagen 1 en 2 van een metaalveefsel met een breedte "L" in hoofdzaak ge- 10. lijk aan die van het loopvlak, waarbij het verschil in breedte tussen de twee lagen moet worden toegeschreven aan de gebruikelijke graduering tussen lagen die hoven elkaar zijn aangebracht, dus bijvoorbeeld gelijk is aan 5 -mm, in het algemeen gelegen tussen 5 en 10 mm.

De koorden van deze twee lagen zijn de gebruikelijke koorden 15 van het algemeen bekende type, herkenbaar aan een verlenging op het breekpunt, gelegen tussen. 2,6$ en 3,2$. Zij zijn in elke laag onderling evenwijdig aangebracht en kruisen de koorden van een aangrenzende laag.

Bovendien zijn zij naar beide zijden symmetrisch hellend ten opzichte van het evenaarvlak van de band aangebracht onder een hoek van 20 20° (een hoek tussen 10° en 30°).

Boven de zijdelen van de radiaal buitenste laag 2 is een ringvormige wapeningsstrook 3 aangebracht, samengesteld uit twee radiaal overlappende windingen k en 5 van metalen langsslagkoorden met een verlenging op het breekpunt, gelegen tussen b% en 8$, gewoonlijk aangege-25 ven met "High Elongation" koorden en geïdentificeerd door de internationale afkorting "HE".

De buitenrand van elke strook valt met betrekking tot het evenaarvlak van de band, in hoofdzaak samen met de rand van het lagenpakket, dat zich aan de radiale binnenzijde bevindt, afgezien van verschillen, 30 die een gevolg zijn van de noodzaak van verspringing tussen boven elkaar aangebrachte textielelementen in de orde van grootte van een halve centimeter, terwijl de breedte één van elke strook gelijk is aan 2^$ (in het algemeen gelegen tussen 7$ en ^+0$) van de maximale gordelbreedte.

De HE metalen koorden kunnen op de laag 2 zijn aangebracht en 35 wel op verschillende manieren. Een eerste mogelijkheid (zie fig. 2) is die waarbij gebruik wordt gemaakt van één enkele draad die schroeflijnvormig in twee overlappende windingen van aangrenzende slagen is gewikkeld met 8005175

* W

5 overslagen van liet tussenliggende deel van de ringvormige struktuur. Met andere woorden is êên enkel HE koord gewikkeld over het lagenpakket 1 en 2 met een schroeflijnvormige beweging, waarbij aangrenzende slagen, te beginnen bij de axiale binnenrand van een strook, worden voortgezet tot 5 de axiale buitenrand en vervolgens in omgekeerde richting in de radiaal buitenli'ggende wikkeling.

Zodra het toevoerelement voor het koord weer de axiale binnenrand heeft bereikt, slaat deze het centrale deel van de laag 2 over en begint het koord, te beginnen bij de axiale binnenrand van de tegenover-10' liggende strook, te wikkelen totaan de axiale buitentand en vervolgens, wederom in omgekeerde richting, in de radiaal buitenste wikkeling tot aankomst bij de axiale binnenrand.

In dit' geval, waarbij de twee stroken achter elkaar zijn vervaardigd, is· het duidelijk, dat zij onderling zijn verbonden door een win-15 ding van het koord op het centrale deel van de laag 2, welke winding de continuïteit handhaaft van de draad van de ene strook naar de andere.

Het is, zoals afgeheeld in fig. 3, echter ook mogelijk de twee stroken tegelijkertijd te vervaardigen door schroeflijnvormig wikkelen van een HE koord in twee windingen van boven elkaar en aangren-20 zende slagen, te beginnen bij de axiale buitenrand, voortgaand naar de axiale binnenrand en vervolgens in omgekeerde richting aan de radiale buitenzijde daarvan tot wederom aankomst bij de axiale buitenrand.

Natuurlijk is ook een omgekeerde bewegingsrichting mogelijk, dus het starten bij de axiale binnenrand in plaats van bij de axiale 25 buitenrand. Met andere woorden, de zone van omkering van beweging van de koordtoevoerinrichting kan zich bevinden hetzij in de axiale binnenposi-tie of in de axiale buitenpositie van de strook.

In een andere uitvoeringsvorm (fig. worden de twee stroken gevormd door daarentegen twee bandstroken te wikkelen of bij voorkeur 30 êên tweemaal geslagen bandstrook van metaalweefsel, voorzien van de in het voorgaande aangegeven HE koorden, die in langsrichting zijn georiënteerd en onderling evenwijdig verlopen, waarbij ervoor wordt gezorgd, dat de uiteinden van de band of banden elkaar overlappen.

De gordelstruktuur volgens fig. 1 in de in het voorgaande be-35 schreven uitvoering, is verder voorzien van een derde laag (zie fig. 4) van koorden die onder 35° zijn geörienteerd ten opzichte van de langsrichting van de luchtband en zij kruisen de koorden van de laag 2, 8005175 6 waarbij de laag 6 aan de radiale buitenzijde van de laag 2 is aangebracht tussen de stroken 3 en welke laag een bescherming biedt tegen binnendringend grint.

Zoals reeds eerder opgemerkt, kan de laag 6 worden vervangen 5 door een of meer lagen van metaalveefsel, voorzien van hetzij koorden van normaal type, hetzij HE koorden, georienteerd onder hoeken, gelegen tussen 0° en ^0°, afhankelijk van de beoogde functie.

Bovendien is de struktuur van deze bijzondere uitvoeringsvorm voorzien van een vierde laag 7 (fig. 5) van metaalveefsel, aangebracht 10. . aan de radiale binnenzijde van de ringvormige wapeningsstruktuur en in aanraking met de karkaslaag en voorzien van koorden van het normale type .Iverlenging bij het breekpunt gelijk aan 3%), welke koorden kruisend zijn aangebracht ten opzichte van de koorden van de aangrenzende laag 1 en welke zijn geSrienteerd onder een hoek van 60°.

15 Zelfs in dit geval kan de laag worden vervangen door een of meer lagen van metaalweefsel met elk type koorden, georienteerd onder elke willekeurige hoek ten opzichte van de langsrichting van de band.

De beschreven gordelstruktuur is gebleken in staat te zijn het in het begin van deze beschrijving genoemde probleem effectief op te los-20 sen en een duidelijke kwalitatieve verbetering van de karakteristiek van een daarmede uitgeruste band te verschaffen.

Voor een beter begrip van het probleem, dat aan de uitvinding ten grondslag ligt, en van de reden waarom de gebruikelijke, bekende gor-delstrukfcuren niet in staat zijn dit probleem op te lossen, zal een meer 25 gedetailleerde uiteenzetting van het vervormingsverschijnsel bij een gordelstruktuur tijdens de doorgang daarvan in de contactzone van de band worden gegeven, waarbij wordt opgemerkt, dat het geenszins de bedoeling is zich op enigerlei wijze hierdoor te beperken.

Voor de duidelijkheid zal de situatie n.l. vereenvoudigd worden 30 weergegeven, daarbij de werkelijkheid zoveel mogelijk benaderend. Daarbij wordt verwezen naar fig. 6-11.

In de eerste plaats zullen tot de stand der techniek te rekenen bandaiworden beschouwd bij beweging volgens een rechtlijnig traject en in fig. 6 is de bewegingsrichting met een pijl aangegeven.

35 In fig. 6 is de omtrek van de contactzone 8 voor de helft van een band aangegeven, n.l. gelegen aan één zijde van het evenaarvlak m-m alsmede de banen van het corresponderende zijdeel van de ringvormige 8005175-

J V

7 wapeningsstruktuur, waarin koordparen van de laag 1 en koordparen van de laag 2 zijn aangegeven met ketzelfde nummer als de lagen waarin deze koorden liggen.

Eet is duidelijk, dat de kruising van de koordparen aanleiding 5 geeft tot de vorming van ruiten.

In fig, 6 is natuurlijk alleen een kwalitatieve weergave van de situatie gegeven en de mate van de vervormingen in de gordelstruktuur, die uitsluitend uit lagen 1 en 2 bestaat, is overdreven afgebeeld.

Zodra een deel van de gordel zich onder de contactzone bevindt, 10' veroorzaken de variatie van de rolstraal en het afvlakken van het gebogen profiel van het loopvlak tegen de grond, in de gordellagen eerst een vereffening in langsrichting met daarmede gepaard gaande transversale samentrekkingen en vervolgens een vervorming in tegenovergestelde zin, dus een zijdelingse dilatatie met een waarde nul in het midden en toenemend in 15 de richting van de randen.

Met andere woorden zullen vooral de einddelen van de koorden van de lagen 1 en 2 verschuiven onder invloed van twee bewegingen, n.l. in de eerste plaats een onderling schadende beweging tussen de koorden en verder een evenwijdige dwarsverplaatsing van deze koorden.

20 Bij het verlaten van de contactzone treedt er een nieuwe ver andering op kn de richting van de vervormingen, welke in zijn totaliteit vergelijkbaar is met de vervormingen bij het binnenkomen van de contactzone.

Fig. 7 die in overeenstemming met de contactzone van fig. 6 is 25 opgesteld, toont het diagram van de langsvervorming (lijn 9)s die een gebruikelijke gordel ondergaat en welke de maximale rek, uitgaande van de normaal opgeblazen toestand van een stationaire band (lijn 10) bereikt bij het binnenkomen en het verlaten van de contactzone, terwijl verder de maximale krimp is weergegeven in het centrale deel van de contact-30 zone.

Het slippen van de loopvlakstrook op de grond, welke een gevolg is van de gordelvervormingen, draagt in aanzienlijke mate bij tot het optreden van onregelmatigheden en ongelijkmatige slijtage, hetgeen, zoals reeds eerder opgemerkt, het aantal met de band te rijden kilometers zeer 35" nadelig beïnvloedt.

Fig. 8 en 9 zijn grafische illustraties van de kwalitatieve situatie met betrekking tot dezelfde vervormingen als weergegeven in fig.

ft ft ft R 1 7 ί 8 6 en 7, echter ran de gordel volgens de uitvinding» dus uitgerust met

O

de stroken 3 van hoorden onder 0 .

In fi'g. 8 wordt met de lijn 10 de positie aangegeven van een HE koord van de wapeningsstrook 3. Het koord, in het bijzonder indien het een 5 metaalkoord is, werkt de optredende krachten tegen en de vervormingen zijn daardoor minimaal, waarbij, indien op de lagen 1 en 2 volgens de uitvinding een dubbele wikkeling van He koorden met langsoriëhtatie zijn aan-gebraeht, alle bewegingen van de koorden in de lagen 1 en 2 sterk zullen worden geremd en in de praktijk worden beperkt tot de orde van grootte 10 van de verlenging van de HE koorden bij de daardoor opgenomen trekkracht (lijn 12 van fi'g. 9)· Met andere woorden zullen de langskoorden de neiging hébben de kruispunten van de ruiten te blokkeren, d.w.z. relatieve bewegingen van de koorden van de breker lagen tegenwerken en als gevolg daarvan zullen ook gordelvervormingen op het steunvlak tegen de grond 15"- en relatieve slip van de loopvlakstrook worden beperkt.

Het is duidelijk, dat dit alles resulteert in een duidelijke verbetering van de slijtkarakteristieken van de band.

Een gevolg van de beperking van de koordbewegingen in de lagen is, dat zelfs de spanningstoestand in het rubbermengsel van de lagen aan-20 zienlijk zal worden verlaagd en worden overgedragen op de onder 0° ge— orienteerde koorden, die sterker zijn doordat zij van staal zijn vervaardigd en het resultaat hiervan is weer een verbeterde weerstand tegen vermoeiing onder alle rij-omstandigheden.

Thans zal de band worden bekeken gedurende het ',driften,, bij het 25 rijden van een bochtig traject.

De contactzone wordt tot een boonconfiguratie vervormd, (fig. 10'), waardoor het deel van de ringvormige wapeningsstruktuur die zich aan de axiale buitenzijde van de bocht bevindt, een verdere vergroting van de besproken spanning ondergaat in vergelijking met de spannings-30 toestand bij het rijden van een recht traject, terwijl het deel aan de binnenzijde van de bocht tegengesteld wordt beïnvloed met als gevolg een vermindering van de spankrachten en soms zelfs wordt onderworpen aan een samendrukking. Met andere woorden worden op de 0°-stroken in de gordel volgens de uitvinding extra krachten uitgeoefend.

35 Deze situatie is weergegeven in fig. 11, dat het kwalitatieve krachtendiagram is in de gordelstruktuur in een dwarsdoorsnede volgens het vlak XI-XI in fig. 10, bij een band die zowel onder driftamstandig- 8005175 v <* 9 lieden beweegt als volgens een recht traject. In fig. 11 is met A-B de gordellreedte -weergegeven, waarbij het punt A zich aan de buitenzijde van een bocht bevindt en het punt B aan de binnenzijde daarvan.

De lijn 13 geeft schematisch de trekkracht in de band weer over 5 de gehele gordel gedurende het rijden van een recht traject. Lijn 1U is de referentielijn voor de krachtwaarden die met de lijn 13 zijn weergegeven. Lijn 15 is het kracht endiagram in de gordelstruktuur onder driftomstandigheden, waarbij de zone, gelegen onder de streeplijn het deel van de gordel weergeeft, dat wordt gecomprimeerd.

10. Het zal derhalve duidelijk zijn, dat, terwijl beschadiging van de gordel als gevolg van hoge spankrachten wellicht kunnen worden vermeden met een enkele laag koorden onder 0°, die op geschikte wijze zijn versterkt, beschadigingen als gevolg van compressiespanningen, niet met een dergelijke laag kunnen: worden vermeden., gezien de lage 15 weerstand tegen buig- en drukspanningen die het gevolg zijn van compressie van de onder 0° georienteerde koorden.

Een dubbele laag stroken onder 0° zal daarentegen, ook indien deze eenzelfde weerstand tegen trekspanningen hebben als de enkele laag, een aanzienlijk grotere weerstand tegen buiging en compressiespanningen 20 bieden, omdat de dikte groter is en het is aanvraagster gebleken, dat zelfs bij de grens van de greep van de band op de weg en nadat het loopvlak onder dergelijke omstandigheden volledig is weggesleten, in de dubbele koordlaag onder 0° volgens de uitvinding breukvorming in de betreffende HE koorden niet optreedt.

25 Verder is aan aanvraagster gebleken, dat alle rij-eigenschap- pen bij het rijden van bochten en tijdens inhalen met hoge snelheid, aanzienlijk zijn verbeterd door de vergrote buigstijfheid in langs-riehting en door de grotere weerstand tegen vouwen van de zijdelen van de gordel, hetgeen een gevolg is van de vergrote dikte van de dubbele 30 lagen, vergeleken met een enkele koordlaag onder 0°.

Tenslotte wordt opgemerkt, dat het bij de gordel volgens de uitvinding mogelijk is, dat de spankrachten die op een band bij bedrijf sdruk en niet belast optreden, worden verdeeld met ongeveer 2/3 in de draaglagen 1 en 2 en 1/3 in de bovengenoemde 0°-koordstroken, met als 35 gevolg dat de gehele struktuur bij draagt tot het opnemen van spanningen tijdens bedrijf.

Het is duidelijk, dat dit resultaat niet bereikbaar is met in 8005175 10 langsrichting georienteerde koorden van het gebruikelijke type met een lage rekwaarde (2.6% - 2.3%) bij het breekpunt. Dergelijke koorden zouden als gevolg van hun vrijwel niet-uitrekbaarheid en hun specifieke opstelling onder 0°, de trekspanningen die op de struktuur worden uitgeoefend, 5 volledig absorberen en aldus zullen de spanningen uit de onderliggende lagen worden weggenomen, hetgeen de gewenste krachtendistributie in sterke mate zou verstoren.

Uit het voorgaande mag duidelijk zijn, dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat wijzigingen, 10' die direkt afleidbaar zijn van het uitvindingsprincipe binnen het raam van de uitvinding vallen.

8005175

Claims

2. Band volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de stroken worden gevormd door êên enkele schroeflijnvormige draad, die in twee overlappende windingen van aangrenzende slagen is aangebracht.
3. Band volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de stroken elk zijn gevormd door een afzonderlijke schroeflijnvormige draad, die in twee 25 overlappende windingen van aangrenzende slagen is aangebracht. Band volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de stroken elk worden gevormd door twee concentrische overlappende windingen van een weefselbandstrook, waarvan de uiteinden elkaar wederzijds overlappen.
5. Band volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk,dat 30 aaa de radiale buitenzijde van de lagen op het centrale deel tussen de stroken, tenminste een andere laag van een metaalweefsel is aangebracht van koorden van onbepaald type, georiënteerd onder een hoek tussen 0° en Uo°.
6. Band volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, 35 dat aan de radiale binnenzijde van deze lagen tenminste een andere laag 8 0 0 5 1 7 5 ' ' / —' ' · -·- is aangehracht van een metaalweefsel van koorden van willekeurig type georiënteerd onder een willekeurige hoek ten opzichte van het handeve-naarsvlak. 8005175