NL8004744A - Houder-aggregaat, geschikt voor opstelling op een vlak ondersteuningsvlak. - Google Patents

Description

Kf*. « vo 8^7 >

Houd er-aggr eg aat, geschikt voor opstelling op een vlak ondersteunings-vlak

De uitvinding betreft een houder-aggregaat, geschikt voor opstelling op een vlak onder steuningsvlak, in het bijzonder op een tafelblad, en ingericht voor het gsnakkelijk bij de hand bewaren van bureau- en de g ebruiksvoorwer pen.

5 Houders voor het op de bedoelde wijze bewaren van bureau- en ge bruiksvoorwerpen zijn reeds in vele uitvoeringsvormen bekend, bij voorbeeld als zogenaamde schrijftafêlgarnituren met open schalen voor het bewaren van potloden, ballpoints, met ronde of hoekige vlakken voor bureauvoorwerpen, zoals paperclips, notitieblaadjes enz. Aangezien het 10 dikwijls ongewenst is, afzonderlijke houders van die soort op een schrijftafelblad op te stellen, zijn er ook reeds houder-aggregaten voorgesteld, waarbij de afzonderlijke, voor de uiteenlopende doeleinden dienst doende houders ten dele naast elkaar of ook achter elkaar opgesteld en vast met elkaar verbonden zijn.

15 De bekende houder-aggregaten zijn echter meestal behept met het , nadeel, niet volledig aangepast te zijn aan de zeer uiteenlopende behoeften van de gebruikers, aangezien voor de massavervaardiging van dergelijke houder-aggregaten een bepaalde standaardisering, d.w.z. beperking tot bepaalde behoeften noodzakelijk is. Aangezien voor de vormgeving 20 van dergelijke houder-aggregaten, bij voorbeeld als schrijftafelgarni-turen, ook esthetische gezichtspunten van belang zijn om verzekerd te zijn van voldoende afzetmogelijkheden van de betrokken voorwerpen, leidt het inachtnemen van deze gezichtspunten er dikwijls toe, dat niet tegelijkertijd rekening kan worden gehouden met alle wensen voor het ratio-25 neel en gemakkelijk bij de hand bewaren van de betrokken bureau- en gebruiksvoorwerpen .

Doel van de uitvinding is nu een houder-aggregaat voor bovengenoemde en ook andere doeleinden, dat Enerzijds in verregaande mate aan de te stellen esthetische eisen beantwoordt, rationele en dienovereen-30 komstig voordelige massavervaardiging mogelijk maakt, doch tevens aan de meest uiteenlopende behoeften van de gebruikers aangepast kan worden.

Het uitgevonden houder-aggregaat wordt daartoe gekenmerkt door 80 0 4 74 4 -2- ) een moduul-achtige opbouw uit afzonderlijke, axiaal naast elkaar geplaatste bouwelementen, die elk bestaan uit een, ten minste drie zich aan de langszijde bevindende buitenwanden bevattend, prismatisch lichaam met een vlak, door telkens twee langs- en twee zijranden begrensd stand-5 vlak, waarbij de langsranden van het standvlak en de langsranden van de buitenwanden evenwijdig aan de middenas van het prismatische lichaam . verlopen, ten minste een van de zich aan de langszijde bevindende buitenwanden een lessenaar-achtig naar het standvlak hellende frontzijde vormt, en het prismatische lichaam aan weerszijden telkens een loodrecht op 10 zijn middenas verlopende zijwand bezit.

De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar enkele, in de figuren 1-13 van de tekening uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding weergegeven uitvoeringsvormen van houder-aggregaten volgens de uitvinding, nog nader worden toegelicht.

15 Fig. 1 is een vereenvoudigd, perspectivisch aanzicht van een eer ste uitvoeringsvorm van een prismatisch lichaam, uitgevoerd als hol lichaam, dat als bouwelement fungeert voor het opbouwen van een houd er-aggregaat volgens de uitvinding; fig. 2 is eveneens een schematische, perspectivische afbeelding 20 van een uitvoeringsvoorbeeld voor een uit drie bouwelementen bestaand houder-aggregaat, met gebruikmaking van het prismatische lichaam volgens fig. 1;.

de figuren 3 en k zijn schematische, perspectivische afbeeldingen van een uitvoeringsvoorbeeld van een volgens de uitvinding voorgesteld 25 bouwelement, bestaande uit een hol lichaam volgens fig. 1 en een inzet-deel; fig. 5 is een schematisch zijaanzicht van een ander uitvoeringsvoorbeeld van een bouwelement volgens de uitvinding; fig. 6 is een schematische dwarsdoorsnede van nog een ander uit-30 voeringsvoorbeeld van het uitgevonden bouwelement; fig. 7 is een zijaanzicht van een verder, schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een bouwelement volgens de uitvinding; de figuren 8 en 9 zijn schematische, perspectivische aanzichten van nog weer andere uitvoeringsvoorbeelden van een inzetdeel in volgens 35 de uitvinding, voorgestelde bouwelementen; de .figuren 10 en 11 zijn zijaanzichten van een uitvoeringsvoorbeeld voor een op te zetten deel op de zich aan de langszijde bevindende 80 0 4 74 4 * 4 -3- Λ buitenwand, ran een bouwelement volgens de uitvinding; en de figuren 12 en 13 zijn resp. een perspectivisch en een zijaanzicht van een ander, prismatisch, hol lichaam voor uitgevonden bouwelementen.

5 In de figuren 1 en 2 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een houder-aggregaat volgens de uitvinding weergegeven. Essentieel is voor dit houder-aggregaat de opbouw uit afzonderlijke, axiaal naast elkaar geplaatste bouwelementen 11, welke elementen alle een in verregaande mate overeenkomstige gedaante, hebben en de afzonderlijke modulen van het samen 10 te voegen houder-aggregaat vormen.

ETk van deze afzonderlijke bouwelementen 11 bestaat uit een prismatisch lichaam 12, dat in fig. 1 is weergegeven en bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld als hol lichaam is uitgevoerd _ Het prismatische holle lichaam 12 bevat een vlak standvlak 13 voor opstellingen op een 1? vlak ondersteuningsvlak 10, dat bij voorbeeld kan warden gevormd door een schrijftafelblad.

Blijkens fig. 1 verloopt de middenas- 17 van het prismatische lichaam 12 evenwijdig aan het standvlak 13, dat wil zeggen ook aan het tafelblad 10. Het standvlak 13 wordt begrensd door de beide langsraaden 20 1^, welke eveneens evenwijdig aan de middenas 17 verlopen, terwijl zich de zijranden 15 van dit standvlak 13 loodrecht op de langsranden 1^ uitstrekken.

Ook alle langsranden 16 van het prismatische lichaam 12 zijn evenwijdig aan de middenas 17 van dat lichaam gericht. Ten minste êên van 25 de buitenwanden van het prismatische lichaam 12 vormt een, op de wijze van een lessenaar naar het standvlak 13 hellende frontzijde 18, welke bij het prismatische holle lichaam 12 volgens fig. 1 open is en toegang verleent naar de inwendige ruimte van het holle lichaam. Het prismatische, holle lichaam 12 is aan weerszijden afgesloten door telkens 30 een loodrecht op de middenas 17 verlopende zijwand 19.

Bij het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het prismatische, holle lichaam 12 sluit de, op de wijze van een lessenaar hellende frontzijde 18 met de er aan grenzende achterste buitenwand een hoek van 90° in, terwijl de frontzijde 18 alsmede de aangrenzende, 35 achterste buitenwand elk een hoek van ^5° insluiten met het, het standvlak 13 en het tafelblad 10 bepalende vlak.

Het onderhavige houder-aggregaat, in hoofdzaak volgens het uit- 80 0 4 74 4 -k- i voeringsvoorbeeld volgens fig. 2, bestaat uit bouwelementen 11, die : elk een identiek prismatisch hol lichaam 12 bezitten en άχί άά! langs de middenas 17 daarvan naast elkaar opgesteld zijn. Aan de zijwanden 19 van elk van deze prismatische lichamen 12 is voorzien in complementair 5 gevormde verbindingsorganen 20, zodat de afzonderlijke bouwelementen 11 zodanig aan elkaar kunnen worden bevestigd, dat de naar elkaar toe gekeerde zijwanden 19 van belendende bouwelementen op elkaar liggen en, door de complementair bij elkaar passende verbindingsorganen 20, in deze stand vastgehouden warden. Een houder-aggregaat bestaat derhalve, zoals 10- blijkt uit fig. 2, uit een aantal aan elkaar bevestigde bouwelementen 11, welke een in verregaande mate gelijke gedaante hebben en zich in hoofdzaak slechts door de onderling verschillende uitvoering van hun op de wijze van een lessenaar hellende frontzijden 18 onderscheiden.

Als verbindingsorgaan 20 is bij het voorbeeld volgens fig. 2 een 15 halfronde schijf aangeduid, welke aan de zijwand 19 is aangebracht en van die zijwand een geringe afstand heeft. Het bij het samenvoegen van belendende bouwelementen 11 naar het zijvlak 19 toe gekeerde zijvlak van het opvolgende bouwelement 11 bevat aan de onderste zijrand 5 een uitgesneden gedeelte, dat aan de halfronde schijf 20 aangepast is, zo-20 dat dit bouwelement 11 van boven af kan werden opgestoken op de halfronde schijf 20, welkefcLan achter het zijvlak 19 van het opgestoken bouwelement 11 grijpt en dit bouwelement in die stand vasthoudt.

Uiteraard zijn ook andere uitgevoerde verbindingsorganen tussen belendende bouwelementen 11 mogelijk, bij voorbeeld complementair uitge-25 voerde, onderste zijranden 15 van de naar elkaar toe gekeerde zijwanden 19· Gewaarborgd dient slechts te zijn, dat geheel naar believen en aangepast aan de behoefte van de betrokken gebruiker, de afzonderlijke bouwelementen 11 van een dergelijk houder-aggregaat te allen tijde aan elkaar bevestigd en weer van elkaar losgenomen kunnen werden, zonder dat 30 hiervoor gereedschap of andere hulpmiddelen noodzakelijk zijn.

Een houder-aggregaat van de onderhavige constructie bestaat derhalve uit afzonderlijke bouwelementen 11, welke een in hoofdzaak gelijke gedaante hebben en zich slechts door onderling verschillende uitvoering van hun lessenaarachtig hellende frontzijde 18 onderscheiden. Bij het 35 onderhavige uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2, met toepassing van een prismatisch, hol lichaam 12 volgens fig. 1, is voor elk van die bouwelementen 11 voorzien in een inzetdeel voor de open frontzijde 18.

80 0 4 74 4 f Λ -5- i

De onderling -verschillende inzetdelen, welke in hetgeen thans volgt nog nader zullen worden beschreven, kunnen in de open frontzijde 18 ingeschoven worden en naar behoefte in het holle lichaam 12 hetzij onder losneembaar bevestigd worden of ook voor het uittrekken, of naar buiten 5 kantelen, uit het holle lichaam 12 ingericht zijn. Elk inzetdeel kan optimaal aan het gebruiksdoel van het betrokken bouwelement 11 aangepast worden, waardoor het mogelijk wordt, dat de voor alle bouwelementen 11 identieke lichamen 12 in massaproductie vervaardigd kunnen warden. De betrokken inzetdelen kunnen dan ook aangepast worden aan behoeften, welke 10 eerst op een later tijdstip opkomen, waardoor gewaarborgd is, dat een höuder-aggregaat van de uitgevonden constructie niet kan verouderen en ook aan andere behoeften van zijn gebruikers aangepast kan worden.

Bij het uit drie bouwelementen 11 bestaande houder-aggregaat volgens fig. 2 bevat het linker, holle lichaam 12 een inzetdeel, bestaande 15 uit een frontplaat 21 met ronde opening 22, en uit een voorwaarts uitstekende, bolvormige, halve-schaal 23 met een sleuf 2^, welke geschikt is voor het daar insteken en vasthouden van een sigaret. Het gehele bouwelement 11 vormt derhalve een asbak, waarbij het inzetdeel vast in de open frontzijde 18 is aangebracht, zodat voor lediging van de asbak het 20 gehele bouwelaaent 11 van het belendende bouwelement af genomen kan worden en door omkantelen kan worden geledigd. Desgewenst kan, uiteraard de in fig. 2 slechts voorwaarts uitstekende, bolvormige halve-schaal 23 ook vervangen zijn door een bolvormig, hol lichaam, dat de inwendige ruimte van het lichaam 12 afsluit en slechts een sectorvormige opening 25 naar buiten toe bevat, in welk geval dit bolvormige holle lichaam ook uitneembaar uit de opening 22 van de frontplaat 21 uitgevoerd kan zijn om geledigd te worden.

Haast het hierboven beschreven, linker bouwelaaent 11 van het houder-aggregaat volgens fig. 2 bevindt zich een, voor andere doeleinden 30 dienst doend bouwelement 11, dat uit een op gelijke wijze gevormd hol lichaam 12 met open frontzijde bestaat, doch als inzetdeel slechts een vlakke plaat 25 bevat, welke op de onderste lamgsrand 16 van de open- frontzijde 18 een oplegging heeft en zich tot in het holle lichaam 12 uitstrekt. Deze plaats bij voorkeur niet-losneaabaar in het holle 35 lichaam 12 en vast aan de er aan grenzende langsranden 16 bevestigd en kan dienst doen als oplegging voor een stapel bladvormige voorwerpen, bij voorbeeld notitieblaadjes, visitekaartjes, en dergelijke. Bij het 80 04 74 4 i -6- in fig. 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld verloopt de plaat 25 nagenoeg evenwijdig aan het staodvlak 13 van het betrokken, holle lichaam 12, doch kan ook schuin omlaag aangebracht worden en bij voorbeeld een oplegging hebben op of bevestigd zijn aan de achterste langsrand 1H van het 5 betrokken standvlak 13.

Bij voorkeur is de plaat 25, blijkens fig. 2, voorzien van een halfcirkelvormig afgesloten, uit de frontzijde 18 uitstekende tong, om de bladvomige voorwerpen, die er op gestapeld liggen, beter te kunnen aanvatten.

10 Het zich bij het houder-aggregaat volgens fig. 2 rechts bevin dende bouwelement 11 is bestemd voor het opnemen en houden van langgerekte voorwerpen, zoals bij voorbeeld potloden ballpoints en dergelijke.

Dit wordt mogelijk door een inzetdeel, dat bestaat uit een in de open frontzijde 18 van het betrokken holle lichaam 12 passende frontplaat 26, 15 welke op zijn beurt een tot in het inwendige van het holle lichaam reikend en ook buiten de frontplaat 26 uitstekend, buisvormig bouwelement 27 draagt. Dit buisvormige bouwelement 27 kan als bus zijn uitgevoerd, d.w.z. aan zijn. achtereinde zijn voorzien van een bodemplaat, zodat een groot aantal langwerpige voorwerpen gemakkelijk bij de hand bewaard '20 in de bus kan warden. Het is voordelig, zoals weergegeven in fig. 2, de inwendige ruimte van het buisvormige bouwelement 27 door onderverdelings-wanden 28, 29 onder te verdelen in een aantal compartimenten. Het weergegeven vakkenkruis 28, 29 kan uittrekbaar uitgevoerd zijn, zodat het mogelijk is, andere gewenste of doelmatige onderverdelingswanden in het 25 buisvormige bouwelement 27 in te schuiven. Uiteraard kan ook het gehele, op de wijze van een bus uitgevoerde bouwelanent 27 in de frontplaat 26 uittrekbaar aangebracht zijn. Desgewenst kan het buisvormige bouwelement voorts ook zijn voorzien van een buitenste sluitkap.

De figuren 3 en U tonen een verder uitvoeringsvoorbeeld van een 30 bouwelement 11, bestaande uit een prismatisch, hol lichaam 12, overeenkomstig fig. 3, en een in de open frontzijde 18 in te zetten en uitneem-baar inzetdeel volgens fig. k.

Het inzetdeel bestaat hier uit een, in de openfrontzijde 18 passende frontplaat 30, welke een centrale opening bevat, waarin een bol-35 vormig schaal 32 vast ingevoegd is. De onderste, gewelfde wand 33 van deze schaal reikt iets tot voorbij de grondplaat 30. Aan de achterzijde van de bolvormige schaal 32 is centraal het verlengstuk 3^ aangebracht, 80 0 4 74 4 r ♦ -7- . j dat in een "buisstomp 35 past, welke stijf bevestigd is. in de inwendige ruimte van het bolle lichaam 12. Wanneer het inzetdeel volgens fig. 4 ingeschoven wordt in het holle lichaam 12, wordt de open frontzijde 18 van de zijde van de frontplaat 30 van het inzetdeel afgesloten en vormt 5 de bolschaal 32, 33 een schaalvormige houder voor het opnemen van kleine onderdelen of voorwerpen zoals paperclips, punaises, spelden en dergelijke»

In het holle lichaam 12 volgens fig. 3 is ook nog een andere soort bevestiging voor het inzetdeel volgens fig. k resp. voor de frontplaat 30 10 daarvan aangeduid.. In de vier, naar de openfront zijde toe lopende lichaams— hoeken kan, zoals bij de linker bovenhoek van het lichaam 12 aangeduid, een kwartcirkelvarmig geprofileerde staaf 36 met centrale boring 37 aan— gebracht warden. De frontplaat 30 van het inzetdeel wordt dan aan zijn vier hoeken van overeenkomstig uitstekende tappen 38 voorzien, welke 15 passen in de boringen 37 van. de profielstaven 36, zodat het inzetdeel in de open front zijde 18 wordt vastgehouden, doch er gemakkelijk uit getrokken kan worden. Desgewenst is het natuurlijk ook mogelijk, de tappen. 38 met kit te bevestigen in de boringen 37, wanneer· het betrokken inzetdeel blijvend ia het holle lichaam 12 moet worden bevestigd.

20 In plaats van de aangeduide tappen 38 kunnen ook in de vier hoeken van de frontplaat 30 passende doorgangsgaten aangebracht worden, en kan het inzetdeel door middel van vier schroeven van buiten af in de gaten 37 worden vastgeschroefd.

Een inzetdeel volgens fig. U kan ook,, wanneer de voorwaarts uit-25 stekende wand 33 van de bolschaal 32 verder omhoog wordt voor.tgezet, ongeveer tot dat zijn rand in een vlak ten naaste ten evenwijdig aan het stamdvlak 13 van het bijbehorende, holle lichaam 12 gelegen is, tevens als asbak worden gebruikt, zoals hierboven reeds, bij beschrijving van het linker bouwelement 11 uit fig. 2, vermeld. Een dergelijke uitvoe-30 ringsvorm van een als asbak toe te passen inzetdeel stelt in staat tot het bij voorbeeld voor reinigingsdoeleinden gemakkelijk uitnemen uit het betrokken holle lichaam 12.

Fig. 5 toont, schematisch, een verder uitvoeringsvoorbeeld van een bouwelement van het onderhavige houder-aggregaat, bestaande uit een pris-35 matisch, hol lichaam 12 en uit een inzetdeel, dat in dat holle lichaam 12 döör de open frontzijde 18 heen ingeschoven er er weer uit genomen kan worden. Dit inzetdeel bevat'een, in de open frontzijde passende front- 80 0 4 74 4 ......... ..........-8-................

plaat 39 en een daarop "bevestigd half-bolvormig, hol lichaam 1+0, waarin een puntenslijper 1+1 ingebouwd is. Bij gebruik van de puntenslijper 1+1 valt het slijpsel, d.w.z. het afvalmateriaal in.de inwendige ruimte van het holle lichaam 12 en kan hieruit gemakkelijk warden verwijderd, door-5 dat het inzetdeel afgenomen en het holle lichaam 12 van het betrokken houder-aggregaat losgenomen en geledigd wordt.. Uiteraard kan ook een anders dan half-bolvormig uitgevoerd opzetdeel. 1+0 toegepast worden.

Voorts is het mogelijk, de puntenslijper 1+1 rechtstreeks in de front-plaat 39 van het inzetdeel in te bouwen.

10 Een verdere uitvoeringsvoorbeeld van een bouwelement 11 van het.

onderhavige houder-aggregaat is in fig. 6, in dwarsdoorsnede, weergegeven. Hier bevindt zich in de open frontzijde 18 van het holle lichaam 12 een inzetdeel, waarvan de frontplaat 1+2 de front zijde 18 van dat lichaam geheel opvult, op geschikte - in de tekening niet - nader weergegeven -15 wijze aan het lichaam 12 bevestigd is, en een opbouwdeel 1+3 draagt voor een uitwisselbare rol 1+1+ kleefband 1+5. Voorts is aan de open langs-rand 16 van de frontplaat 1+2 een snijrand 1+6 aangebracht, teneinde, op bekende wijze een stuk van de van de rol 1+1+ af getrokken kleefband 1+5 te kunnen afscheuren. Naar gelang van de breedte van de kleefband 1+5 20 kan er ook in zijn voorzien, dat het opbouwdeel. 1+3 twee verschillende* afzonderlijk uitwisselbare rollen kleefband van verschillende soort draagt. Voor het gemakkelijk verwisselen of vervangen van de rollen 1+1+ kan er voorts in zijn voorzien, dat het inzetdeel gemakkelijk uit het holle lichaam 12 uit te trekken en er weer in te zetten is.

25 In plaats van een rol 1+1+ met kleefband kunnen ook rollen ander bandvormig materiaal aan het opbouwdeel 1+3 aangebracht zijn, zoals bij voorbeeld rollen opgewikkelde postzegels, welke met hun kartelranden samenhangen, of samenhangende gemakkelijk van elkaar te scheiden etiketten.

30 Het kan ook gewenst zijn, het onderhavige houder-aggr egaat uit te rusten met een bouwelement 11, dat een kartotheek, zoals bij voorbeeld een telefoonregister, bevat. Fig. 7 toont schematisch een dergelijk bouwelement 11, bestaande uit een prismatisch, hol lichaam soortgelijk aan fig. 1, in de open frontzijde 18 waarvan is voorzien in een inschuif-35 deel, dat een frontplaat 1+7 bevat, welke hier, op voordeel biedende wijze, vast is verbonden met het holle lichaam 12. In de frontplaat l+7 bevindt zich een deksel 1+8, dat om de draaias 1+9 uitgeklapt en op de 80 0 4 74 4 • % -9- ; . schr i j ftafelplaat 10 gelegd kan. worden. Aan de achterzijde van. het deksel U8 is een geschikt vasthoudmechamisme aangebracht voor een groot aantal uitwisselbare kartotheekkaarten 50· Bij de in fig. 7 aangeduide karto-theekkaarten 50 vindt het beschrijven bij voorkeur plaats aan de achter-5 zijde, d.w.z. aan die zijde, welke na het openklappen van het deksel goed zichtbaar is. In plaats van de hier aangeduide beugelinrichting kan ook een ander gewenst draai- of schuifmechanisme voor de. afzonderlijke kartotheekkaarten 50 aan de binnenzijde van het deksel W aangebracht worden, waardoor gewaarborgd wordt, dat in de opengeklapte toestand, de 10 afzonderlijke kartotheekkaarten 50 goed leesbaar en uitwisselbaar zijn, doch in de dichtgeklapte toestand van het deksel ^8 alle kartotheek-. kaarten in de inwendige ruimte van het holle lichaam 12 verdwijnen.

Bij een verder uitvoering svoorbeeld van een bouwelement 11 bestaat het inzetdeel, blijkens fig. 8, uit een frontplaat 51» welke past in de 15 open frontzijde 18 van het bijbehorende,'holle lichaam 12 en waarin een elektronisch toestel 52 ingebouwd is, dat bij voorkeur wordt aangedreven met op te laden batterijen. Dit elektronische toestel 53 kan zijn voorzien van een digitale aanwijsinrichting 5^ en bij voorbeeld als rekentoestel zijn uitgerust met een daarvoor geschikt toetsenbord en kan ook 20 een elektronische klok bevatten, welke eveneens via de digitale aanwijs-inrichting afgelezen kan worden. Wanneer oplaadbare batterijen voer de aandrijving van het elektronische toestel 53 worden toegepast, kan in de frontplaat 51 ook een stekkeraansluiting 55 aangebracht zijn voor het opladen daarvan via een. netkabel. Voor de bevestiging van dit inzet-25 deel in het bijbehorende holle lichaam 12 bevat de grondplaat 51 ia zijn vier hoeken telkens een stiftachtige verlengstuk 56, dat past in een overeenkomstige boring van zijprofielstaven in de hoeken van de inwendige ruimte van het holle lichaam 12 op soortgelijke wijze, als in fig. 3, in de linker bovenhoek van het daar afgebeelde holle lichaam 12, aange-30 duid.

In plaats van het elektronische rekentoestel 53 kan, op soortgelijke wijze, ook een miniatuurradiotoestel in de frontplaat 51 van een dergelijk inzetelement ingebouwd zijn, dat eveneens wordt aangedreven door uitwisselbare batterijen. Het in fig. 8 aangeduide inzetdeel is 35 ...

bij voorkeur te allen tijden uitneembaar m het bijbehorende, holle lichaam 12 ingezet, teneinde eventueel de batterij eenvoudig te kunnen vervangen.

80 0 4 74 4 i -10-

Bij een ander inzetdeel voor een bouwelement 11 is, zoals schematisch in fig. 9 weergegeven, een frontplaat 57 aanwezig, welke past in de open frontzijde. 18 van het "bijbehorende, holle lichaam 12 en daarin op dezelfde wijze kan zijn bevestigd, ala-hi erboven, onder verwijzing 5 naar fig. 8, beschreven. In de frontplaat 57 is hier een meettoestel 58 met wijzerplaat-aanwijzing ingebouwd, welk meettoestel een klok, bij voorkeur een instelbare alarminrichting, kan zijn. of ook een thermometer, een barometer, een hydrometer of dergelijk instrument.

De hierboven·,- onder verwijzing naar de figuren 2-9 beschreven 10 uitvoeringsvoorbeelden van bouwelementen 11 voor het onderhavige houder-aggregaat.kunnen, uiteraard, op velerlei wijze aangevuld. en nader uitgewerkt worden. Zo is bij voorbeeld een inzetdeel volgens fig. k ook goed bruikbaar voor een,, in het onderste deel van de inwendige ruimte van de kogelschaal 32 ingelegd sponskussen, zoals dit dikwijls ter bevochtiging 15 van de kleefranden in kantoren gebruikt wordt. Bij de, in het middelste bouwelement 11 van het houder-aggregaat volgens fig. 2 weergegeven houder voor notitieblaadjes kan op de vlakke plaat 25 ook een vakindeling worden toegepast, om bij voorbeeld postzegels of kleine onderdelen geordend, en te allen tijde gemakkelijk. bij de hand, onder te brengen.

20 Een inzetdeel volgens fig. 7, waarbij zich in de frontplaat 1*7 een uitklapbaar deksel 1*8 bevindt , kan ook dienst doen als sigarettenhoucler, wanneer aan de binnenzijde van het deksel 1*8 een daarvoor geschikt uitgevoerd vak is aangebracht, waarin een pakje sigaretten kan warden ingestoken. Voorts is het mogelijk, bij een inzetdeel volgens fig. 1* in de 25 grondplaat 30 een niet-bolvarmige, doch anders gevormde schaal 32 in te bouwen, die als bevestigingsvoorziening voor de kop van een tabakspijp uitgevoerd is.

De afzonderlijke bouwelementen 11, zoals die hierboven, onder verwijzing naar de figuren 2-9, beschreven zijn, onderscheiden zich slechts 30 door de onderling verschillende gedaanten van de inzetdelen. Een dergelijke uitvoeringsvorm van het onderhavige houder-aggregaat bevat dan op elkaar aansluitende, aan de langszijde gelegen buitenwanden van de afzonderlijke lichamen 12, hetgeen op esthetische gronden dikwijls gewenst is. Bij sommige uitvoeringsvoorbeelden van een bouwelement 11 is het 35 evenwel ook mogelijk, de vrije plaats van het, op de bovenste langs-rand 16 van de open frontzijde 18 aansluitende, achterwaarts hellende buitenvlak te benutten, zoals dit bij voorbeeld in fig. 10 is weergegeven.

80 0 4 74 4 -11- i

Hier is op de "bovenrand van die achterste buitenwand een platte schijf 59 met een daar overheen, grijpende kraag 60 opgeschoven en vormt met de er op bevestigde dwarsvanden 61 tezamen een aantal vakken, teneinde de op de horizontale plaat 25 gelegen notitieblaadjes 62 na gebruik in 5 de verschillende vakken te kunnen opbergen en ordenen. In plaats van de dwarsvaaden 61 kan de platte schijf 59 echter ook êén of een aantal houders 63 voor ballpoints of dergelijke dragen, zoals schematisch in fig. 11 weergegeven. Zoals gebruikelijk kunnen de houders 63 in een bol-scharnier 6k beweegbaar op de schijf 59 bevestigd zijn.

10 Het is uiteraard ook mogelijk, een reeks blaadjesvakken volgens fig. 10, of een houder volgens fig. 11, rechtstreeks aan te brengen op de frontplaat voor een inzetdeel in het holle lichaam 12 van een bouwelement.

Bij de hierboven, onder verwijzing naar de figuren 1-11, beschre-15 ven bouwelementen 11 voor het onderhavige houder-gggregaat is telkens een prismatisch hol lichaam 12 volgens fig. 1 weergegeven. Uiteraard is het ook mogelijk, anders gevormde, prismatische, holle lichamen toe te passen, welke zijn voorzien van een standvlak 13 "voor opstelling op een plat ondersteuningsviak en een open frontzijde 18, waarbij de langs-20 randen van het prismatische lichaam telkens evenwijdig aan de middenas 17 verlopen. Zo toont bij voorbeeld fig. 12 een prismatisch,, hol lichaam 65 met als dwarsdoorsnede een gelijkbenige driehoek, welk hol lichaam voor een groot aantal van de hierboven, aan de hand van de figuren 2-11, beschreven inzetdelen of opzetdelen toe te passen is, desgewenst met 25 geringe afwijkingen, die echter niet apart behoeven te worden beschreven. In plaats van een dwarsdoorsnede van het prismatische, holle lichaam 65 in de gedaante van een gelijkzijdige driehoek, kan ook een prismatisch lichaam 66 volgens fig. 13 met een ongelijkbenige driehoek als dwarsdoorsnede toegepast worden. Ook elke andere, gewenste, prisma-30 tische gedaante voor het holle lichaam is geschikt, wanneer daarbij is voorzien in een, bij voorkeur, vierhoekig, open front vlak'.

Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden zijn de prismatische lichamen telkens met scherpe langsranden 16 afgebeeld. Desgewenst kunnen natuurlijk ook prismatische lichamen met afgeronde 35 langsranden worden toegepast. Voorts kan het houder-aggregaat ook uit prismatische lichamen 12 bestaan, welke onderling verschillende axiale lengten hebben. Bij voorbeeld kan één van deze lichamen het drie- of 80 0 4 74 4 ' -12- 3 meervoud van de axiale lengte van de overige lichamen "bezitten en de via de open front zijde toegankelijke inwendige ruimte dienst doen voor het liggend "bewaaren van potloden, ballpoints en dergelijke schrijfgerei .

80 0 4 74 4

Claims (14)

1. Houder-aggregaat, geschikt voor opstelling op een vlak onderst euningsvlak, in het bijzonder op een schrijftafelblad (10) en ingericht voor het gemakkelijk bij de hand bewaxren van bureau- en gebruiksvoorwerpen, gekenmerkt door 5. een moduulachtige opbouw uit afzonderlijke, axiaal naast elkaar op gestelde bouwelementen (11); - enk bestaande uit een, ten minste drie zich aan de langszijde bevindende buitenwanden bevattend, prismatisch lichaam (12), met een vlak, telkens door twee langs- (1k) en twee zijranden (15) begrensd 10 standvlak (13); waarbij de. langsranden (1*0 van het standvlak (13) en de langsran-den (16) van de buitenwanden evenwijdig aan de middenas (17) van het prismatische lichaam (12) verlopen; - ten minste een van de zich aan de langszijde bevindende buitenwan- 15 den .een lessenaarachtig, maar het standvlak (13) hellende front- ..zijde (18) vormt; en - het prismatische lichaam (12) aan weerszijden telkens een loodrecht op zijn middenas verlopende zijwand (19)» heeft.

2. Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een aantal 20 axiaal naast elkaar geplaatste en door middel van complementair gevormde verbindingsorganen (20) aan de zijwanden (19) aan elkaar bevestigde, prismatische lichamen (12) die alle gelijke gedaanten bezitten en zich in hoofdzaak slechts onderscheiden door verschillende uitvoeringen van hun lessenaar achtig hellende frontzijde (18). '25 3. Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een prismar* tische lichaam (12) met een hoek van ten minste bij benadering 90° tussen de lessenaarachtig hellende frontzijde (19) en de aangrenzende achterste buitenwand. U. Houder-aggregaat volgens conclusies 1 en 3, gekenmerkt door een 30 prismatisch lichaam (12), waarvan de frontzijde (18) en belendende, zich aan de achterzijde bevindende buitenwand telkens een hoek van ten minste bij benadering ^-5° met het standvlak (13) insluiten.

5. Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een prismatisch lichaam (12), waarbij de frontzijde (18) en de hieraan grenzende 35 achterste buitenwand ten minste bij benadering een vierkante gedaante hebben. 30 0 4 74 4 i -1U-

6. Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een uitvoe-. ring van Het prismatische lichaam (12) als hol lichaam met een althans ten dele open frontzijde (18).

7· Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een uitvoe-5 ring van het prismatische lichaam (12) als hol lichaam met een open frontzijde (18) en een. inzetdeel, dat in de frontzijde (18) in te voegen en alda&r te bevestigen is.

8. Houder-aggregaat volgens conclusie 7» gekenmerkt door een inzetdeel, dat in de frontzijde (18) en/of in het holle lichaam. (12) losneem- 10 haar bevestigd is.

9. Houder-aggregaat volgens conclusie 7, gekenmerkt door een inzetdeel, dat uitneembaar in de frontzijde (18) of in het holle lichaam (12) aangebracht is.

10. Houder-aggregaat volgens conclusie 7» gekenmerkt door een inzet- 15 J deel, dat aan de frontzijde (18) uitklapbaar aangebracht is.

11. Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouwelement (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waarvan zich een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (21) met een opening (22) en een die· opening (22) althans ten dele afsluitend, 20 naar voren uitstekend, schaalachtig deel (23), dat het bouwelement (11) als asbak geschikt maakt (fig. 2).

12. Houd er-aggr egaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouwelement (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waarvan zich een inzetdeel bevindt, bestaande uit een vlakke plaat (25), 25 welke een oplegging heeft op de onderste langsrand (16) van de frontzijde (18), zich tot in het inwendige van het holle lichaam (12) uitstrekt en een oplegging vormt voor een stapel, bladvormige voorwerpen.

13. Houd er-aggr egaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouwelement (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waarvan 30 zich een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (26), welke een tot in het inwendige van het holle lichaam (12) reikend en tot voorbij de frontplaat (26) uitstekend, buisvormig bouwelement (27) draagt, dat een busachtige houder vormt voor het opnemen van langgerekte voorwerpen. 1k. Houder-aggregaat volgens conclusie 13, gekenmerkt door onderver- delingswanden (28, 29) in het inwendige van het buisvormige bouwelement (27) ·

15· Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouw- 35 80 0 4 74 4 -15- element (11) met een kol lichaam. (12), in de open frontlij de (18) waar- 1 ran ziek een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (30) met een opening (31) en een aan de frontplaat (30) bevestigde, bolvormige schaal (32) met een aan zijn onderste deel, tot voorbij de frontplaat 5 (30) uitstekende, bolvormig .gewelfde wand (33), zodat de door de schaal (32) en de wand (33) begrensde holte een houder vormt voor het opnemen van klein gerei. 16. ïïouder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouwelement (11) met een hol lichaam (.1.2), in de open frontzijde (18) waar-10 van zich een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (39) met een opbouw (ko), waarin zich een potloodslijper (kl) bevindt, waarbij het inzetdeel uit het holle lichaam (12) uitneaabaar is. 17· ïïouder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een houwelen ent (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waar-15 van zich een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (k2) met een opbouw (k3), welke tenminste één uitwisselbare, rol (kk) van een daar van af te trekken, bandvormig voorwerp (k5) draagt. 18. ïïouder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouw-elsnent (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waar- 20 van zich. een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (k7) met een opklapbaar deksel (k8), dat aan zijn binnenzijde een inrichting draagt voor het vasthouden en het doornemen van een aantal uitwisselbare kartotheekkaart en (50). 19. ïïouder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouw-25 element (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waarvan zich een inzetdeel bevindt, bestaande uit een frontplaat (51) met een hierin ingebouwd, elektronisch toestel (53), dat door, eveneens ingebouwde, batterijen aan te drijven is. 20. ïïouder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouw-30 element (11) met een hol lichaam (12), in de open frontzijde (18) waarvan zich een inzetdeel. bevindt, bestaande uit een frontplaat (57) met een hierin ingebouwd meettoestel (58). 21. ïïouder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouwelement (11) met een hol lichaam (12), dat is voorzien van een open 35 frontzijde (18), terwijl voorts is voorzien in een platte schijf (59), welke een oplegging heeft op de, tegen de bovenste langsrand (16) van de open frontzijde (18) aan liggende, zich aan de achterzijde bevindende 80 0 4 74 4 -16- buitenwand en vasthoudorganen draagt (61, 63) voor te bewaren, voorwerpen.

22. Houder-aggregaat volgens conclusie 1gekenmerkt door een prisma tisch, hol lichaam (65s 66) met een dwarsdoorsnede - loodrecht op de - middenas (17) - in de gedaante van een driehoek.

23. Houder-aggregaat volgens conclusie 1, gekenmerkt door een bouw element met een hol lichaam, dat een open frontzijde bevat en een axiale lengte heeft, welke het liggend in de inwendige ruimte daarvan bewaren van langgerekt schrijfgerei mogelijk maakt. 80 0 4 74 4