NL8004094A - Werkwijze en apparaat voor het vormen van voorwerpen uit geeexpandeerd schuim. - Google Patents

Werkwijze en apparaat voor het vormen van voorwerpen uit geeexpandeerd schuim. Download PDF

Info

Publication number
NL8004094A
NL8004094A NL8004094A NL8004094A NL8004094A NL 8004094 A NL8004094 A NL 8004094A NL 8004094 A NL8004094 A NL 8004094A NL 8004094 A NL8004094 A NL 8004094A NL 8004094 A NL8004094 A NL 8004094A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
beads
fluid
plates
mold cavity
Prior art date
Application number
NL8004094A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cellofoam Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/059,392 external-priority patent/US4272469A/en
Application filed by Cellofoam Ag filed Critical Cellofoam Ag
Publication of NL8004094A publication Critical patent/NL8004094A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/34Auxiliary operations
    • B29C44/3461Making or treating expandable particles
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J3/00Processes of treating or compounding macromolecular substances
    • C08J3/20Compounding polymers with additives, e.g. colouring

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Manufacture Of Porous Articles, And Recovery And Treatment Of Waste Products (AREA)
  • Processing And Handling Of Plastics And Other Materials For Molding In General (AREA)
  • Molding Of Porous Articles (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Description

N/29.487-Kp/vdM * - 1 -
Werkwijze en apparaat voor het vormen van voorwerpen uit geëxpandeerd schuim.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op voorwerpen uit geëxpandeerd schuim van synthetische thermoplastische materialen en in het bijzonder op het voorexpanderen van kralen van een dergelijk thermoplastisch materiaal 5 voor gebruik in erop volgende vormingswerkwijzen.
Het is in de techniek gebruikelijk de thermoplastische kralen aanvankelijk voor te expanderen om de z.g. "pre-puffs" te vormen. Deze pre-puffs zijn geëxpandeerd tot tenminste 50 % van het volume van het uiteindelijk gevormde voor-10 werp. Door de kralen voor te vormen kan de gietvorm praktisch volledig worden gevuld, waardoor een meer uniforme expansie van kralen mogelijk is, holten kunnen worden voorkomen, lagere vormdrukken kunnen worden gebruikt en een hogere produktie-cyclus wordt verkregen, onder vorming van een schuim van lage 15 dichtheid. De fundamentele werkwijze is beschreven door G.R. Franson, Plastics Technology, juli 1956, blz. 452-455.
Bij het voorexpanderen van kralen onder vorming van "pre-puffs" is het van belang uniforme, dimensioneel stabiele produkten te vervaardigen bij hoge produktiesnelheden.
20 Het type polymeer, het gehalte aan vluchtige bestanddelen van de kraal vóór en na de voorexpansie en het vochtgehalte van de omgeving moeten alle in overweging worden genomen. Tenslotte moet de apparatuur voor het voorexpanderen en voor het vormen van het schuim in staat zijn om bij hoge snelheid zonder moei-25 lijkheden te werken.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een apparaat voor het voorexpanderen van thermoplastische materialen, die een opblaasmiddel bevatten. Meer in het bijzonder leert de uitvinding een manier voor het voorex-30 panderen, die dimensioneel stabiele "pre-puffs" maakt, die direct gevormd kunnen worden tot hun uiteindelijke afmetingen zonder verdere afwerking. De werkwijze en het apparaat volgens de onderhavige uitvinding produceren een gereed voorwerp in aanzienlijk minder tijd dan tot nog toe mogelijk was en produ-35 ceren een produkt, dat aanzienlijk meer uniform is voor wat 800 40 94 - 2 - betreft dichtheid en structurele integriteit en dat vervaardigd kan worden tegen lagere kosten en met minder kapitaalinvestering dan de produkten, die vervaardigd worden met de werkwijzen en de apparatuur uit de bekende stand der techniek.
5 In het kort, worden thermoplastische kralen, bijv.
polystyreenkralen, die een opblaasmiddel bevatten, bijv. pentaan, voorgeëxpandeerd door eerst een afgemeten hoeveelheid geroerde kralen door geleiding te verhitten tot hun verwekings-punt in een vat, dat praktisch op atmosferische druk wordt 10 gehouden. De verwarming wordt voortgezet en geregeld totdat de kralen in een vooraf bepaalde mate geëxpandeerd zijn. Er kan een gasvormig medium, bijv. lucht, door de kamer worden gevoerd ter verwijdering van evt. opblaasmiddel, dat vrijgemaakt is uit de kralen ter vermijding van evt. mogelijke gevaren 15 voor de gezondheid. Daarna wordt het vat gesloten en geëvacueerd, teneinde het opblaasmiddelgehalte van de kralen aanmerkelijk te verminderen. Wanneer de hoeveelheid opblaasmiddel is verminderd tot de gewenste hoeveelheid, laat men het vat terugkeren tot atmosferische druk.
20 De kralen kunnen dan direct worden overgebracht in een gietvormholte. Alternatief kunnen ze tot atmosferische druk worden teruggebracht in een voorraadvat, dat de gedeeltelijk geëxpandeerde kralen houdt op een verhoogde temperatuur. Door de pre-puffs op deze verhoogde temperatuur te houden 25 bleek dat de erop volgende vormgevingswerkwijze veel sneller kan worden uitgevoerd bij een lagere totale energieconsumptie.
Vanuit de voorexpansiekamer of evt. het verwarmde voorraadvat, worden de pre-puffs ingespoten in een voorverwarmde gietvormholte of holten met gebruikelijke op lucht wer-30 kende vulkanonnen. Een aantal vulkanonnen wordt gebruikt om het vullen van de gietvormholte zo snel mogelijk te doen plaatsvinden. Ook kunnen de gietvormholten constant onder vacuum worden gehouden door een zuigpomp, teneinde het snel vullen van de gietvormholten te bevorderen.
35 Wanneer het vullen voltooid is, wordt vacuumafzui ging gebruikt door één vlak van de gietvormholte, terwijl een verwarmend fluïdum zoals oververhitte stoom of hete lucht, wordt gevoerd door het andere vlak van de gietvormholte gedu- 8 0 0 4 3 § 4 « « - 3 - rende een bepaalde tijdsduur. Dan wordt de stroomrichting van het verwarmingsmedium omgekeerd door de gietvormholte, teneinde een uniforme verwarming en expansie van de pre-puffs te garanderen tot een gesmolten produkt. Het resterende opblaas-5 middel in de pre-puffs maakt expansie mogelijk gedurende de hogere vormtemperaturen en het is nodig voor volledige smelting.
Bij voltooiing van de expansie en smelting van de pre-puffs wordt de stroming van het verwarmende fluïdum afge-10 broken en wordt gedurende een korte tussenpoos een negatieve druk gehandhaafd ter verwijdering van praktisch al het vocht en het blaasmiddel. Dit helpt ook bij het vormen van een huid op het gevormde voorwerp, hetgeen ook tot stand kan worden gebracht door de gietvormoppervlakken te koelen. Daarna wordt 15 het inwendige van de holten teruggebracht op atmosferische druk en worden de holten geopend teneinde het gerede voorwerp automatisch te ejecteren.'
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de pre-puff verder geëxpandeerd in de voorexpansietrap 20 door injectie van stoom in het vat na de aanvankelijke verwarming. Deze techniek dient om de pre-puff verder te verzachten en de migratie te bevorderen van het opblaasmiddel uit de pre-puff. Deze uitvoeringsvorm verkort de evacuatieperiode, die noodzakelijk is voor het verwijderen van praktisch al het 25 opblaasmiddel en maakt de vorming mogelijk van stabiele pre-puffs met een uitzonderlijk lage dichtheid.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding vermindert niet alleen de tijd en de harding tussen de pre-expansietrap en de voratingstrap, doch elimineert ook de nood-30 zaak van het conditioneren van het gerede artikel na het vormen, zodat het produkt direct vanuit het vormingsapparaat kan worden verpakt en verzonden naar de klant.
Zonder binding aan enige bijzondere theorie wordt aangenomen, dat het unieke succes van de uitvinding het best 35 kan worden begrepen door het effect te beschouwen van elk van de werkwijzetrappen volgens de uitvinding op de thermoplastische deeltjes. Aanvankelijk wordt de kraal gedurende de voor-verwarmingstrap onder roeren getuimeld tegen de hete wanden 8 0 0 4 0 $4 - 4 - van de voorexpander in een droge atmosfeer. De kraal wordt uniform en door en door verwarmd en mag vrij expanderen naarmate het opblaasmiddel verdampt. Omdat de voorexpansie-inrich-ting niet gesloten is of later wordt blootgesteld aan een druk 5 hoger dan de atmosferische druk, is de expansie niet vertraagd. Gedurende dit stadium kan de dichtheid van de pre-puff worden geregeld door variatie van de temperatuur van de kraal. Hoewel in alle gevallen de kraal enigermate verweekt is, wordt ze bij de hogere temperaturen meer vloeibaar en treedt er een grotere 10 expansie op. Omdat de kraaltemperatuur (en daardoor de dichtheid van de pre-puff) gemakkelijk kan worden geregeld voor elke charge, die in de pre-expansie-inrichting wordt gebracht, slechts door regeling van de manteltemperatuur en de verwar-mingsperiode, kan een grote verscheidenheid van produkten 15 worden gemaakt.
Twee andere voordelen worden verkregen in de voor-verwarmingstrap van de uitvinding. In de eerste plaats verweekt het oppervlak in grotere mate dan het inwendige, omdat de kralen worden verwarmd door geleiding van de wanden van de 20 pre-expansie-inrichting, waardoor ze bij koelen een dichte huid of korst vormen rond het deeltje. Dit verleent dimensio-nele stabiliteit aan de pre-puff. Stoom heeft dit effect niet, omdat het in de pre-puff dringt. In de tweede plaats wordt het ontsnappen van het vervluchtigde opblaasmiddel niet 25 vertraagd door de voorverwarming onder atmosferische druk.
Nadat de expansie is voltooid in de voorverwar-mingstrap, dient het aan de pre-puff aangelegde vacuum voor het verminderen van de concentratie van het opblaasmiddel tot een minimale hoeveelheid. Natuurlijk is minder tijd vereist 30 voor deze trap, omdat een aanzienlijke hoeveelheid van het opblaasmiddel reeds is verwijderd gedurende de voorverwarming.
De verwijdering van het opblaasmiddel is een sleutelfactor bij het verkrijgen van een dimensioneel stabiel produkt. De pre-puff moet echter nog een minimale hoeveelheid ervan bevatten, 35 omdat ze nog verder moet expanderen tot het produkt gedurende de uiteindelijke vorming.
In de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt ter bevordering van de reductie van de opblaasmiddelcon- 800 4 0 94 - 5 - * é centratie en van het vormingsproces, een kleine hoeveelheid stoom van hoge temperatuur ingespoten aan het eind van de voorverwarmingsperiode. Deze stoom verwarmt de pre-puff snel en expandeert deze verder. Niet alleen wordt hierdoor de dicht-5 heid van de pre-puff verminderd, doch dit bevordert ook de permeabiliteit van de oppervlaktehuid, waardoor de tijd en energie, diei nodig zijn voor het extraheren van het opblaas-middel uit de pre-puff gedurende de evacuat: vtrap, worden verminderd. De verwarming en de evacuatie van vluchtige stoffen 10 gedurende de verwarmingstrap wordt er ook door bevorderd.
In de werkwijze volgens de uitvinding is de gietvorm geheel gevuld met de pre-puff. Gedurende de vormingstrap is er derhalve weinig verandering in de massadichtheid van de massa. In feite echter expanderen de individuele pre-puffs 15 verder, onder opvulling van de holten tussen de deeltjes. Het is om deze reden dat een kleine hoeveelheid opblaasmiddel achter moet blijven. Zonder dit zou geen verdere expansie optreden onder de vormingsomstandigheden en zou smelting slechts •optreden aan de punten, waar de sferische deeltjes elkaar 20 raken. Anderzijds moet, wanneer het vormen voltooid is, praktisch al het opblaasmiddel zijn verwijderd. Om hiervoor te zorgen en de deeltjes te smelten wordt stoom alternatief van één zijde van de gietvorm gevoerd, terwijl de gietvorm van de andere zijde onder vacuum wordt gebracht. De eindevacuatietrap 25 verzorgt ook een praktisch volledige verwijdering van het opblaasmiddel en van vocht. Wanneer beide niet zouden worden verwijderd, zou de koeltijd, die nodig is voordat het gevormde voorwerp uit de gietvorm kan worden verwijderd, verlengd worden (wegens' de hoge specifieke warmte van het water en de druk, 30 ontwikkeld door het opblaasmiddel) en zou de dimensionele stabiliteit verloren zijn.
Samengevat is het duidelijk, dat de werkwijze volgens de uitvinding doelmatig is, omdat het een unieke combinatie van trappen levert, die dienen voor het snel verwij-35 deren van het opblaasmiddel en het vocht, wanneer ze voor hun doeleinden hebben gediend, onder vorming van een uitstekend produkt, dat tot nog toe niet bereikbaar was en vooral bij hoge produktiesnelheden.
800 40 94 - 6 -
De figuur is een schematische illustratie van het pre-expansie- en vormingsapparaat en van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
In de figuur wordt een voorexpansie-apparaat afge-5 beeld, in het algemeen aangeduid met 10, dat een cylindrisch vat 12 omvat, waarvan de as zich in het algemeen horizonaal uitstrekt. Het vat 12 heeft in zijn eindwand 14 een opening voor toevoer van niet geëxpandeerd synthetisch thermoplastisch harsmateriaal in de vorm van kralen 16. Het meest algemeen ge-10 bruikte type materiaal is polystyreen, dat n-pentaan als op-blaasmiddel bevat. Het heeft een dichtheid van ca. 0,64 kg/1 en de hieronder beschreven voorwaarden worden gebruikt voor een dergelijk materiaal. De kralen 16 worden eerst gestort in een vultrechter 18. De gewenste hoeveelheid kralen 16 wordt 15 dan gevoerd naar het inwendige van het vat 12 door een laad-zuiger 20, die door middel van lucht kan zijn aangedreven.
De inwendige wand van het vat 12 wordt verwarmd tot een temperatuur van 107-12l°C door een verwarmend fluïdum, dat gecirculeerd wordt door een verwarmingsmantel 22, die een 20 hoofdgedeelte van het uitwendige van het vat 12 omhult. Het verwarmende fluïdum wordt ingebracht door de invoer 24, die geplaatst is nabij de bovenrand 23 van de verwarmingsmantel, aan één zijde van vat 12, en wordt verwijderd door de afvoer 26, geplaatst aan de bodem van de mantel, van waaruit het 25 fluïdum wordt verwijderd.
Er is een inrichting aangebracht voor het roeren van de kralen in het vat 12 in de vorm van een groot aantal spaken 28, gemonteerd op een roterende staaf, die door een niet aangegeven motor wordt aangedreven. Het roeren voorkomt 30 het agglomereren van de kralen en bevordert een uniforme verwarming .
Terwijl de invoer nabij de laadzuiger 20 is geplaatst boven de centrale as van het vat 12, is de afvoer 30 vertikaal onder de centrale as geplaatst, zodat wanneer de af-35 voerzuiger 32 bediend wordt ter opening van de afvoer 30, de geëxpandeerde kralen onder invloed van de zwaartekracht zullen vloeien in een voorraadvat 34. Deze overgang kan worden versneld door de pre-puffs uit het vat 12 te blazen met lucht van 800 4094 - 7 - de ventilator 36.
Door de laadzuiger 20, beladen met de geschikte hoeveelheid kralen 16, worden de wanden van het vat 12 verwarmd tot de geschikte expansietemperatuur. Dit is een tempe-5 ratuur die voldoende is om het oppervlak van de kralen te verweken en het opblaasmiddel te verdampen, doch niet voldoende om smelting te veroorzaken tussen de kralen gedurende het roeren. De verwekingsgraad van de kraal en de periode van voorverwarmen is afhankelijk van de dichtheid van de pre-puff 10 en van het gewenste eindprodukt. Zoals algemeen aan de deskundige bekend is, is de expansie groter en de dichtheid van de pre-puff kleiner naarmate de kraal meer verweekt is. Wanneer bijv. een voeding wordt gebruikt van 20 kg polystyreenkralen, die 7 % pentaan als opblaasmiddel bevatten en men beoogt een 15 gereed produkt te vervaardigen met een dichtheid van 0,096 kg/ liter, dan moet de stoom die de verwarmingsmantel binnenkomt, worden ingesteld op 107°C en moet de voorverwarmingsperiode 70 seconden zijn. Aan de andere kant, wanneer een produkt van 0,026 kg/liter gewenst is, moet de temperatuur van de stoom in 20 de verwarmingsmantel worden ingesteld op 121°C bij een voorverwarmingsperiode van 70 seconden. Door verdubbeling van de voorverwarmingstijd tot 140 sec. bij een stoomtemperatuur van 121°C kan de dichtheid worden verminderd tot 0,020 kg/liter.
De deskundige kan gemakkelijk de geschikte combinatie van tem-25 peratuur en tijd voor de voorverwarmingstrap bepalen door beschouwing van het type thermoplastische kraal, het gewicht van de lading, de apparatuur en de gewenste dichtheid. De laad-cylinder 20 wordt in werking gesteld voor het laden van de kralen in het inwendige van het vat 12, terwijl de roerder-30 staven 28 continu worden geroteerd, teneinde de kralen in contact te brengen met het verwarmde oppervlak van het vat 12.
Hete lucht van een bron 36 kan worden ingebracht bij voorkeur bij een temperatuur boven het verwekingspunt van de kralen, door de leiding 38 en de wand 14 in het inwendige 35 van het vat 12. Er wordt in de kamer 12 een sterke stroom hete lucht gehandhaafd door de atmosfeer in het vat af te zuigen door een leiding 40, die verbonden is met een vacuumpomp. Zo wordt het inwendige van het vat gehandhaafd op of zeer nabij 800 4 0 94 - 8 - de atmosferische druk en worden dampen en gassen, die gedurende de expansie van de kralen worden ontwikkeld, zeer snel verwijderd. Het laatste is belangrijk, omdat het behulpzaam is bij de verwijdering van pentaan uit de kralen en dient als 5 veiligheidsoverweging, omdat het pentaangas, dat ontwikkeld wordt en in vrijheid komt in de atmosfeer van het vat, zeer explosief is wanneer het gemengd is met zuurstof. Wanneer bovendien de inkomende kralen vocht dragen als resultaat van lange opslagperioden of van voorverwerkingsreinigingstrappen, 10 is het belangrijk dat het vocht wordt verwijderd, zodat de expansie van alle kralen voort zal schrijden met een redelijk uniforme snelheid.
In die gevallen waarin een schuim van bijzonder lage dichtheid of hogere produktiesnelheden gewenst zijn, kan 15 een afgemeten hoeveelheid stoom van hoge temperatuur worden ingebracht door een groot aantal invoerleidingen (niet aangegeven) in de bodem van het vat 12 na de aanvankelijke expansie van de kralen met de droge lucht. Deze stoom heeft een temperatuur, die hoger is dan die van de pre-puff, bijv. van 100-20 177°C, en maakt de latente condensatiewarmte vrij op de poly-styreendeeltjes. Hierdoor stijgt de temperatuur van de deeltjes snel en verschaft extra expansie. Deze trap wordt eveneens uitgevoerd bij of nabij de atmosferische druk. Slechts een beperkte hoeveelheid condensaat wordt gevormd gedurende 25 deze trap, omdat de grote massa van de warmte, die aan de kralen wordt toegevoerd, door convectie gedurende de voorverwar-mingstrap is aangebracht. Deze condensatie wordt dan volledig verwijderd door een groot aantal afvoerpoorten (niet aangegeven) op de boven- en zijkant van het vat 12, gedurende de 30 hieronder beschreven evacuatietrap. Het gebruik van een groot aantal stoominvoer- en -afvoerpoorten verzekert een gelijkmatige distributie van de stoom door de geroerde kralen.
Wanneer de geëxpandeerde kralen of pre-puffs de gewenste dichtheid bereiken, wordt de druk in de kamer 12 35 verlaagd tot subatmosferische druk (van 5,1 tot 64 cm Hg vacuum, bij voorkeur 25-51 cm Hg) door het in werking stellen van de vacuumpomp via de leiding 40. Door het verlagen van de druk in deze trap, wordt het resterende gas in de pre-puffs 800 4 0 94 - 9 - verminderd, waardoor de pre-puffs een uitstekende stabiliteit krijgen. Deze vacuumtrap verwijdert de grootste hoeveelheid van het opblaasmiddel (en condensaat, wanneer stoomtoevoeging wordt gebruikt), terwijl deze een hoeveelheid achterlaat, die 5 juist genoeg is om verdere expansie toe te laten van de kralen gedurende de vormingstrap. Bij voorkeur vermindert de vacuumtrap het niveau tot 0,75-2 gew.%, bij voorkeur ca. 1 gew.% achterblijvend ras, wanneer de polystyreenkralen oorspronkelijk 5-7 gew.% van het opblaasmiddel bevatten. Door gebruik te 10 maken van de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, d.w.z. stoomtoevoeging na voorverwarming, wordt de evacuatie van het opblaasmiddel bevorderd. Aangenomen wordt, dat dit zo is, omdat de huid dan meer doordringbaar voor de gassen wordt.
Na de vacuumtrap wordt de afvoerzuiger in werking 15 gesteld, teneinde de pre-puffs snel te werpen in het geïsoleerde voorraadvat 34, dat gehouden wordt op een atmosferische druk en een temperatuur van 49-77°C. Vanuit het voorraadvat 34 worden de gedeeltelijk geëxpandeerde kralen pneumatisch toegevoerd via leidingen 46 en 48 aan een vormingsapparaat, dat 20 in het algemeen is aangegeven bij 50.
Alternatief kan de afvoer 42 direct gekoppeld zijn aan een buisvormige leiding om snelle afvoer te verkrijgen uit het vat 12 en onmiddellijke lading van een gietvormholte, als hieronder beschreven. In een dergelijk geval moeten de pre-25 puffs voorafgaande aan het laden in de gietvormholte, worden teruggebracht op atmosferische druk.
Zoals hieronder in verder detail beschreven, worden met druklucht bediende vulkanonnen gebruikt voor het injecteren van de pre-puffs in een paar identieke gietvormholten 30 52 en 54, die schematisch zijn aangegeven in de figuur.
Het vormingsapparaat 50 omvat gietvormplaten 56 en 58, die vast opgesteld zijn op een frame, dat in het algemeen met 60 is aangeduid. Bovendien is een gietvormplaat 62 beweegbaar gemonteerd op een frame 60 tegenover de gietvormplaat 56 35 en is een identieke gietvormplaat 64 beweegbaar gemonteerd op de frame-inrichting 60 tegenover de gietvormplaat 58. Zoals hieronder in detail beschreven, omvat elk van de gietvormplaten 56, 58, 62 en 64 een aantal perforaties er doorheen, waar- 800 4 0 94 - 10 - van sommige ten doel hebben de pre-puffs toe te laten uit het vulkanon 66 en andere bedoeld zijn voor het toelaten van een verwarmingsfluïdum en voor evacueren van het inwendige van elk van de gietvormholten.
5 De gietvormplaten 62 en 64 zijn beweegbaar naar en van hun tegenover liggende tegenhangers. Met deze opstelling kunnen gevormde voorwerpen, zoals isolatieplaat, worden geproduceerd met een grote verscheidenheid aan dikten en vormen, eenvoudig door variatie van de afmeting van de gietvormholten 10 52 en 54, evenals door variatie van de configuratie van de gietvormvlakken zelf.
Het hanteringssysteem voor het fluïdum in het gietvormapparaat 50 zal nu worden beschreven aan de hand van de figuur.
15 In de voorkeurswerkwijze wordt een verhit fluïde medium, zoals hete lucht, toegevoerd aan twee afzonderlijke gevulde kamers 68 en 70, die geschikt geplaatst zijn dicht bij het gietvormapparaat 50. Hoewel hete lucht kan worden gebruikt « als verwarmd fluïde medium, wordt de voorkeur gegeven aan 20 oververhitte stoom bij een temperatuur van 93-135°C. Vanuit de gevulde kamer 68 wordt het verwarmde medium toegevoerd door één of meer leidingen 72 aan een gevulde kamer (niet aangegeven) , die geplaatst is achter het vlak van de gietvormplaat 62. Een magnetisch bediende afsluiter, beweegbaar tussen een open 25 en een gesloten stand, regelt de stroming van het fluïde medium door de leiding 72. Op overeenkomstige wijze voeren ëën of meer leidingen 76, geregeld door een overeenkomstige afsluiter 78, het fluïde medium naar de voorraadkamer achter het vlak van de gietvormplaat 64. Aangezien de gietvormplaten 62 30 en 64 beweegbaar zijn op het frame 60, is het gewenst dat de leidingen 72 en 76 flexibel zijn, teneinde deze beweging te kunnen compenseren.
Vanuit de voorraadkamer 70 wordt het verwarmende vloeiende medium door één of meer leidingen 80 en 84 toege-35 voerd aan resp. de gietvormplaten 56 en 68. Magnetisch bediende afsluiters 82 en 86 regelen eveneens de stroming door resp. de leidingen 80 en 84. Zoals hieronder beschreven is een afvoerbuis 88 bij voorkeur vertikaal onder het gietvormapparaat 80 0 4 0 94 % - 11 - 50 geplaatst en is daarmee verbonden door een leiding 90 via afsluiter 92 naar de voorraadkamer achter het vlak van de gietvormplaat 62. Op overeenkomstige wijze is de leiding 94 via de afsluiter 96 verbonden op een aantal punten met de 5 voorraadkamer achter het vlak van de gietvormplaat 56 en met de afvoerbuis 88. De leidingen 98 en 100, resp. via de afsluiters 102 en 104, verbinden de voorraadkamers achter de vlakken van resp. de gietvormplaten 58 en 64 met de afvoerbuis 88. De afvoerbuis 88 is via een afsluiter 106 verbonden met een 10 vacuumpomp met grote capaciteit, die schematisch is aangegeven bij 108. Een afvoer naar de atmosfeer voor de afvoerbuis 88 is verschaft door de afsluiter 110. Bij voorkeur zijn alle afsluiters, die gebruikt worden in het hanteringssysteem voor het fluïdum magnetisch bediend, teneinde afstandsbediening 15 ervan mogelijk te maken, bij voorkeur door middel van een programma. Ook zijn alle afsluiters van het aan-uit-type, zodat ze ofwel volledig open, ofwel volledig gesloten zijn tijdens bedrijf.
Met het tot dusver beschreven gietvormapparaat 20 worden thans de werkwijzetrappen volgens de onderhavige uitvinding uiteengezet.
Met de gietvormplaten 62 en 64 verschoven naar hun gesloten standen ten opzichte van hun resp. tegenhangers 56 en 58, wordt de temperatuur van de gietvormholten 52 en 54 gehou-25 den op 93-135°C/ indien noodzakelijk door het leiden van het vloeiende medium van één van de voorraadkamers 68 en 70 naar de gietvormholten. Terwijl de gietvormplaten op de juiste wijze gesloten en afgesloten zijn, zijn de afsluiters 74, 82, 86, 78 en 110 gesloten, terwijl de afsluiters 92, 96, 102, 104 en 30 106 open zijn en de vacuumpomp 108 is aangezet teneinde de druk te verlagen tot een druk beneden de atmosferische druk, bij voorkeur tot 20-23 cm Hg vacuum in de holten 52 en 54.
Kort daarna worden de vulkanonnen 66 in werking gesteld, teneinde de deels geëxpandeerde hete kralen te spuiten in de 35 gietvormholten 52 en 54, teneinde de holten op te vullen. Nadat de holten zijn opgevuld worden de vulkanonnen 66 buiten werking gesteld, terwijl de afsluiters 82, 86, 92, 104 en 106 geopend worden, terwijl de afsluiters 96, 102, 74, 78 en 110 800 4 0 94 - 12 - gesloten worden. In deze trap stroomt dus het fluïde medium uit de voorraadkamer 70 via de leidingen 80 en 84 door de vlakken van de resp. gietvormplaten 56 en 58 via de resp. gietvormholten 52 en 54 en vervolgens door de vlakken van de 5 gietvormplaten 62 en 64 via de leidingen 90 en 100 naar de vacuumpomp 108. Na een zekere periode kan de stroomrichting van het verwarmde fluïde medium worden omgekeerd.
Voor het bewerkstelligen van de 'mkering worden de afsluiters 80 en 84 gesloten, terwijl de afsluiters 74 en 78 10 worden geopend en worden de kleppen 92 en 104 gesloten, terwijl de afsluiters 96 en 102 worden geopend, waarbij het fluïde medium zich verplaatst uit de voorraadkamer 68 via de vlakken van de gietvormplaten 62 en 64 door de holten in de tegengestelde richting en via de openingen in de vlakken van 15 de gietvormplaten 56 en 58 via de leidingen 94 en 98 naar de vacuumpomp 108. Door deze opstelling wordt de kans op het tot stand brengen van een dichtheidsgradient door de dikte van het gevormde voorwerp aanmerkelijk verkleind, zodat er een praktisch uniform en gewenst produkt wordt verkregen. Bovendien, 20 zoals bekend, fungeren de partiëel geëxpandeerde kralen als een zeer efficiënte isolatie, zodat daar waar het verwarmende medium slechts van ëên zijde van een gietvormholte wordt aangevoerd en een zeer dikke gegoten plaat moet worden vervaardigd, er een aanzienlijk langere gietttijd in acht dient te 25 worden genomen, teneinde een volledig smelten van de kralen door de gietvormholte te waarborgen. Volgens de onderhavige methode en inrichting wordt echter de giettijd aanzienlijk verlaagd, aangezien het vloeiende medium de partiëel geëxpandeerde kralen verzadigt aan de tegenover liggende zijden, 30 waardoor derhalve een innige en grondige verwarming van elk van de kralen wordt gewaarborgd.
Vervolgens wordt de afkoeling van het produkt in de gietvormholten bewerkstelligd door het sluiten van alle afsluiters van de voorraadkamers 68 en 70 en door het openen van 35 de sluiters 92, 96, 102, 104 en 106 met de vacuumpomp, terwijl afsluiter 110 nog gesloten is, teneinde de druk te verlagen tot een druk beneden de atmosferische druk, bij voorkeur tot ca. 25 cm Hg vacuum. Het vocht en eventuele gassen in de giet- 800 40 94 - 13 - vormholten 52 en 54 worden dan door vacuum verwijderd, terwijl de temperatuur in de holten zal dalen met het dalen van de druk. In deze trap wordt de concentratie aan opblaasmiddel verlaagd tot minder dan 0,5 gew.%, bij voorkeur tot beneden 0,3 5 gew.%. Dan wordt afsluiter 106 gesloten en afsluiter 110 geopend, teneinde de gietvornholten terug te brengen tot de atmosferische druk, waarna de gietvormplaten worden ontsloten en geopend, terwijl het gerede gietvormprodukt automatisch uit elk van de gietvormholten wordt uitgestoten.
10 De inrichting volgens de uitvinding, zoals boven beschreven, zorgt voor een snelle gietvolgorde, hoofdzakelijk tengevolge van het feit dat de gietvormen snel kunnen worden gevuld met de partieel geëxpandeerde kralen, waarna de kralen uniform kunnen worden verhit tot hun smelttemperatuur, ten-15 einde de kralen te consolideren in de vorm van het gerede pro-dukt. Het gevormde produkt wordt dan uit de gietvormholten gestoten en is onmiddellijk klaar voor verpakking en transport naar de consument.
Ofschoon de uitvinding beschreven is met verwij-20 zing naar polystyreenkralen met n-pentaan als opblaasmiddel, betekent dit slechts dat dit voorkeursmaterialen zijn. Andere opschuimbare korrelvormige polymeermaterialen, die volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, zijn andere homopolymeren en copolymeren, afgeleid van vinylmonomeren, bijv. vinylchlo-25 ride, divinylbenzeen, alfa-methylstyreen, dimethylstyreen en vinylnaftyleen. Naast de polystyreenhomopolymeren, kunnen met succes worden gebruikt copolymeren van polystyreen met alfa-methylstyreen, divinylbenzeen, butadieen, isobutyleen en acry-lonitril met ca. 50 % of meer styreen erin. Geschikte opblaas-30 middelen zijn bijv. andere vluchtige alifatische of cyclo-alifatische koolwaterstoffen, in het algemeen met 1-7 kool-stofatomen per molecuul. Voorbeelden hiervan zijn methaan, ethaan, propaan, butaan, hexaan, petroleumethers, cyclopentaan, cyclohexaan, cyclopentadieen en gehalogeneerde derivaten met 35 een kookpunt beneden het verwekingspunt van de polymeren.
Andere geschikte materialen zijn dichloorethyleen, dichloor-difluormethaan, aceton, methanol, methylacetaat, ethylacetaat, methylformiaat, ethylformiaat, propionaldehyde, dipropyl- 80040 94 - 14 - ether. Het expanderende middel is in het algemeen aanwezig in een hoeveelheid van 3-15 gew.% ten opzichte van de polymeren; 5-8 % verdient de voorkeur.
Thans wordt de uitvinding nader toegelicht aan de 5 hand van de volgende voorbeelden.
VOORBEELD I
Onder toepassing van het boven beschreven apparaat wordt 16 kg polystyreenkralen met 7 % n-pentaanopblaasmiddel, geladen in het vat 12. De manteltemperatuur is insteld op 10 107°C en de kralen worden 100 seconden voorverwarmd, terwijl lucht door het vat stroomt met een snelheid van 2832 liter/ min. Gedurende de voorverwarmingsperiode is de druk in het vat ca. atmosferisch en expanderen de kralen. Daarna wordt het vat afgesloten en wordt gedurende 3 min. een vacuum aangelegd van 15 58 cm Hg. Dit vermindert de n-pentaanconcentratie tot ca. 1 gew.%. De verkregen pre-puffs hebben een dichtheid van 0,026 kg/liter. De pre-puffs worden vervolgens gevormd tot een plaat op een duo-plaatvormingsmachine, die uitgevoerd is met een plaatafmeting van 1,2 x 2,4 m bij een dikte van 51 mm. De 2 20 vorming vindt plaats bij een stroomdruk van 0,0070 kg/mm .
Er wordt een uitstekende smelting van de deeltjes bereikt. Het produkt wordt onder vacuum gedurende 3 min. gekoeld. Het heeft een goede dimensionele stabiliteit en een opblaasmiddelconcen-tratie van ca. 0,25 %.
25 VOORBEELD II
De werkwijze van voorbeeld I wordt herhaald, behalve dat na de voorverwarmingsperiode stoom in het vat wordt 2 ingebracht onder een druk van 0,070 kg/mm gedurende een periode van 6 sec., gedurende welke het vat op atmosferische 30 druk wordt gehouden. Het vat wordt dan onder vacuum geplaatst, 30 sec. lang leeg gezogen en het vacuum wordt 1,5 min. gehandhaafd. Dit is voldoende voor het verminderen van het pentaan-gehalte tot ca. 1 gew.%. Het resulterende produkt heeft een uiterst lage dichtheid van 0,012 kg/liter en is droog. Dit 35 produkt wordt ook gevormd als beschreven in voorbeeld I, be- 2 halve dat nu de stoomdruk slechts 0,0056 kg/mm is, hetgeen nodig is voor het doordringen van de pre-puffs. De koeltijd is verminderd tot 20 sec. Er wordt een uitstekende smelting van 800 4094 - 15 - de kralen verkregen en het produkt heeft een uitstekende dimensionele stabiliteit. De verminderde koeltijd toont aan, dat het gietvormprodukt vrij is van alle vocht en van opblaas-middel.
5 Het zal de deskundige duidelijk zijn, dat verschil lende wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder de geest en omvang van de uitvinding te verlaten, zoals deze gedefiniëerd is in de aangehechte conclusies.
10 800 4 0 94

Claims (27)

1. Werkwijze voor het voorexpanderen van kralen uit een synthetisch thermoplastisch harsmateriaal, dat een op-blaasmiddel bevat, met het kenmerk, dat: 5 (a) de kralen worden gedeponeerd in een kamer met een inwendig oppervlak, dat verhit is tot ongeveer de smelt-temperatuur van de kralen en boven het kookpunt van het op-blaasmiddel; (b) de kralen continu bij praktisch atmosferische 10 druk worden geroerd, ter voorkoming van agglomeratie, terwijl de kralen warmte absorberen van het inwendige oppervlak van de kamer, totdat deze kralen hun verwekingspunt bereiken en in volume expanderen; (c) de druk in deze kamer wordt verminderd, ten-15 einde een aanzienlijk deel van het gasvormige opblaasmiddel uit de geëxpandeerde kralen af te voeren; en (d) de geëxpandeerde kralen in staat worden gesteld praktisch tot atmosferische druk terug te keren.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 20kenmerk , dat stoom bij een temperatuur boven de temperatuur van de geëxpandeerde kralen wordt ingebracht in direct contact met de geëxpandeerde kralen aan het einde van trap (b), teneinde de geëxpandeerde kralen verder te verwarmen en te expanderen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de thermoplastische hars polystyreen is, het opblaasmiddel n-pentaan is en het opblaasmid-delgehalte van de geëxpandeerde kralen na trap (c) ca. 0,75-2 gew.% bedraagt.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk , dat een niet brandbaar gas wordt gevoerd door de kamer gedurende trap (b), teneinde het vervluchtigde opblaasmiddel, dat ontsnapt is uit de kralen, weg te voeren.
5. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met 35 h e t kenmerk, dat nadat de geëxpandeerde kralen teruggekeerd zijn tot praktisch atmosferische druk, ze worden overgebracht naar een gietvormholte, waarin van één zijde van de gietvormholte een verwarmd fluïde medium wordt ingebracht, 800 4 0 94 - 17 - terwijl aan de tegenover liggende zijde van de gietvormholte een negatieve druk wordt gehandhaafd, teneinde de kralen verder te expanderen totdat ze gesmolten zijn; en dat nadat de smelting is voltooid, de toevoer van het verwarmde fluïde 5 medium wordt stopgezet en dan een negatieve druk wordt gehandhaafd op de gietvormholte, ter verwijdering van resterend op-blaasmiddel en vocht; en dat nadat dit resterende vocht en opblaasmiddel zijn verwijderd de holte wordt teruggebracht op atmosferische druk en het zo gevormde voorwerp wordt verwij- 10 derd.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk , dat de stroming van het verwarmde fluïde medium door de gietvormholte wordt omgekeerd door het verwarmde fluïde medium aan te voeren vanaf de andere zijde van de giet- 15 vorm, terwijl een negatieve druk wordt gehandhaafd aan deze zijde van de gietvormholte.
7. Werkwijze voor het vormen van een geëxpandeerd polystyreenvoorwerp uit polystyreenkralen, die een n-pentaan-opblaasmiddel bevatten, met het kenmerk, dat 20 (a) de kralen worden afgezet in een kamer met een inwendige temperatuur van 82-l21°C; (b) de kralen continu bij praktisch atmosferische druk worden geroerd, ter voorkoming van agglomeratie, waarbij de kralen warmte absorberen uit het inwendige oppervlak van de 25 kamer, daardoor verweken en in volume expanderen; (c) de druk in deze kamer wordt verminderd tot 25-51 cm Hg, ter vermindering van het gewichtspercentage n-pentaan in het polystyreen tot ca. 0,75-2 gew.%; (d) de geëxpandeerde kralen in staat worden ge- 30 steld om terug te keren tot praktisch atmosferische druk.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk , dat nadat de kralen in trap (b) zijn geëxpandeerd, er stoom bij een temperatuur boven de temperatuur van de kralen wordt ingebracht in direct contact met deze kralen, 35 teneinde de kralen verder te expanderen.
9. Apparaat voor het vormen van een geëxpandeerd thermoplastisch voorwerp uit kralen van een synthetisch thermoplastisch harsmateriaal, dat een opblaasmiddel bevat, met 800 4094 - 18 - het kenmerk, dat aanwezig is: een verwarmingsinrichting voor het verhogen van de temperatuur van de kralen, teneinde ze te expanderen in een gekozen mate bij praktisch atmosferische druk, voorafgaande 5 aan het vormen van de kralen, een inrichting voor het gietvormen, een inrichting voor het overdragen van geëxpandeerde kralen van de verwarmingsinrichting naar de gietvorm-inrichting, waarbij de gietvorminrichting eerste en tweede 10 gietvormplaten omvat, welke gietvormplaten naar elkaar toegekeerd zijn, een inrichting voor het monteren van deze platen, zodat ze ten opzichte van elkaar kunnen bewegen naar een gesloten stand en van elkaar af naar een open stand, een inrichting voor het afsluiten van de platen wanneer ze in gesloten 15 stand staan ter afbakening van een gietvormholte ertussen, waarbij de eerste plaat één zijde van de holte afbakent en de tweede plaat de tegenover liggende zijde ervan afbakent, een bron van verwarmend fluïdum, een inrichting voor hantering van het fluïdum voor 20 toevoer van een verwarmd fluïdum aan de gietvormholte van deze ene zijde van de holte, terwijl fluïdum wordt onttrokken door de andere zijde daarvan en dan voor vermindering van de druk in deze holte tot beneden de atmosferische druk en voor terugkeer van de holte naar atmosferische druk.
10. Apparaat volgens conclusie 9, met het kenmerk , dat de verwarmingsinrichting een cylindrische kamer omvat, een verwarmingsmantel voor verwarming van het inwendige oppervlak van deze kamer, een toevoerinlaat en een afvoeruitlaat, elk geplaatst op een afstand van elkaar in deze 30 kamer, inrichtingen voor het circuleren van verwarmde lucht bij praktisch atmosferische druk door het inwendige van de kamer en inrichtingen voor het roeren van de kralen in deze kamer.
11. Apparaat volgens conclusie 10, met het 35 kenmerk , dat de verwarmingsmantel een inrichting omvat voor het circuleren van het olie er doorheen.
12. Apparaat volgens conclusie 9, met het kenmerk , dat een voorraadvat voor geëxpandeerde kralen is aangebracht voor het opslaan van de geëxpandeerde kralen, 800 4094 - 19 - die afgevoerd worden uit de verwarmingsinrichting.
13. Apparaat volgens conclusie 12, met het kenmerk , dat de inrichting voor het overdragen van geëxpandeerde kralen een groot aantal buisvormige leidingen om-5 vat, die elk met een einde verbonden zijn aan het voorraadvat en met een ander einde verbonden aan een met lucht bediend afleverapparaat, waarbij elk afleverapparaat een kraalaflever-mondstuk heeft, dat in verbinding staat met de gietvormholte op van elkaar gespatiëerde plaatsen langs een van deze platen. 10
14. Apparaat volgens conclusie 9, met het kenmerk , dat een inrichting voor verwarming van elk van de platen is aangebracht.
15. Apparaat volgens conclusie 9, met het kenmerk , dat elk van de gietvormplaten een gietvorm-15 vlak heeft met een groot aantal ventilatiegaten er doorheen, verdeeld over het gietvormvlak, een frame-inrichting, omvattende een wand die de zijde van de gietvormplaat tegenover de zijde die naar de andere gietvormplaat is gekeerd, omsluit en die een distributiekamer voor het fluïdum vormt.
16. Apparaat volgens conclusie 15, met het kenmerk , dat de verwarmingsbron voor het fluïdum een luchtverwarmer omvat, die via de hanteringsinrichting voor het fluïdum is verbonden met elk van deze fluïdumverdeelkamers.
17. Apparaat volgens conclusie 15, met het 25kenmerk , dat de verwarmingsbron voor het fluïdum een bron van stoom onder druk omvat.
18. Apparaat volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de fluïdumhanteringsinrichting verder omvat: 30 een eerste leiding, verbonden met de fluïdum- distributiekamer van de eerste gietvormplaat en voerende naar de fluïdumverwarmingsbron, een tweede leiding, die de fluïdumdistributiekamer van de tweede gietvormplaat verbindt met de fluïdumverwar-35 mingsbron, een eerste afsluiter in deze eerste leiding, een tweede afsluiter in de tweede leiding, een vacuumpomp, 800 4 0 94 - 20 - een afvoerbuis, verbonden via een afsluiter met de vacuumpomp, een derde leiding, verbonden met de fluïdumdistri-butiekamer van de eerste gietvormplaat en voerend naar de af-5 voerbuis, een derde afsluitinrichting in deze derde leiding, een vierde leiding, die de fluïdumdistributiekamer van de tweede gietvormplaat verbindt met de afvoerbuis en een vierde afsluitinrichting in deze vierde 10 leiding.
19. Apparaat voor het vormen van een geëxpandeerd thermoplastisch voorwerp uit kralen van synthetisch thermoplastisch harsmateriaal, die tenminste ten dele, doch onvolledig, geëxpandeerd zijn door warmte en die een opblaasmiddel 15 bevatten, met het kenmerk, dat het een giet-vorminrichting omvat, bestaande uit eerste en tweede gietvorm-platen met deze gietvormplaten naar elkaar toegekeerd, een frame-inrichting, die deze platen ondersteunt voor relatieve beweging ten opzichte van elkaar naar een gesloten stand en 20 van elkaar naar een open stand, een inrichting voor afdichting van de eerste en tweede plaat, wanneer ze in gesloten stand zijn, ter afbakening van een eerste gietvormholte ertussen, welke eerste plaat een zijde afbakent van de eerste gietvormholte en welke tweede plaat de tegenover liggende zijde ervan 25 afbakent, een fluïdumverwarmingsbron, fluïdumhanteringsinrichting voor het toevoeren van een verwarmd fluïdum aan de eerste gietvormholte, eerst van de ene zijde ervan, terwijl fluïdum wordt afgevoerd van de andere zijde van de eerste gietvormholte en dan voor toevoer van het verwarmde fluïdum aan de 30 eerste gietvormholte van de tegenover liggende zijde van de eerste holte, terwijl fluïdum wordt afgevoerd door de eerste zijde ervan en dan de druk in de eerste holte wordt verlaagd tot beneden de atmosferische druk en voor terugkeer van de eerste gietvormholte tot atmosferische druk.
20. Apparaat volgens conclusie 19, met het kenmerk , dat de gietvorminrichting derde en vierde gietvormplaten omvat voor het vormen van een geëxpandeerd thermoplastisch voorwerp met de derde en vierde gietvormplaat 800 4 0 94 - 21 - naar elkaar toegekeerd en gemonteerd op het frame voor relatieve beweging naar elkaar toe in een gesloten stand en van elkaar af in een open stand/ inrichting voor het afdichten van de derde en vierde plaat wanneer ze in gesloten stand zijn ter 5 afbakening van een tweede gietvormholte ertussen, waarbij de derde plaat een zijde van de tweede gietvormholte en de vierde plaat de tegenover liggende zijde ervan afbakent en de derde en vierde plaat zijn verbonden met de fluïdumhanteringsinrich-ting, waardoor ze worden voorzien van een verwarmd fluïdum 10 vanuit de bron, eerst van een zijde van de tweede gietvormholte terwijl het fluïdum wordt afgevoerd door de andere zijde ervan en dan van de andere zijde van de tweede gietvormholte, terwijl het fluïdum aan de eerste zijde ervan wordt afgevoerd en dan voor vermindering van de druk in de tweede holte tot 15 beneden atmosferische druk en voor terugkeer van de tweede gietvormholte tot atmosferische druk.
21. Apparaat volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat een inrichting aanwezig is voor het uitstoten van gevormde voorwerpen vanuit de gietvormholte 20 bij beweging van de platen van de gesloten naar de open stand.
22. Apparaat volgens conclusie 21, met het kenmerk , dat de inrichting voor het uitstoten bestaat uit een groot aantal staafdelen, die verschuifbaar gemonteerd zijn op de frame-inrichting, waarbij één eind van elk staaf- 25 deel uitsteekt door een opening in een van de platen, en elk staafdeel verbonden is aan de andere van deze platen, die gekeerd is naar de eerste plaat, zodat bij relatieve beweging van de platen de staafdelen zullen worden gestoken in de ruimte tussen de gietvormplaten.
23. Apparaat volgens conclusies 19-22, met het kenmerk, dat een dergelijke plaat, die één zijde van een dergelijke gietvormholte afbakent, hulpverwar-mingsinrichtingen omvat, die de omtrek ervan omringen.
24. Apparaat volgens conclusie 23, met het 35kenmerk, dat de hulpverwarmingsinrichtingen bestaan uit een groot aantal buizen, die individueel een verwarmend fluïdum ontvangen, welke buizen zich uitstrekken zij aan zij en weg van het oppervlak van één van de platen, die één zijde 800 40 94 - 22 - van een dergelijke gietvormholte afbakent.
25. Apparaat volgens conclusies 19-24, met het kenmerk, dat een beweegbare kleminrichting is aangebracht voor het vergrendelen van de gietvormplaten, die 5 naar elkaar toegekeerd zijn in de gesloten stand.
26. Apparaat volgens conclusies 19-25, met het kenmerk, dat een dergelijke gietvormplaat, die één zijde van een dergelijke gietvormholte definieert, vast gemonteerd is op de frame-inrichting en zijwandgedeelten omvat 10 die de gietvormplaat, die de tegenover liggende zijde van de gietvormholte afbakent, omsluiten.
27. Apparaat voor het vormen van een paar geëxpandeerde thermoplastische voorwerpen uit kralen van synthetisch thermoplastisch harsmateriaal, die tenminste gedeeltelijk doch 15 onvolledig geëxpandeerd zijn door verwarming en die een op-blaasmiddel bevatten, met het kenmerk, dat het omvat een gietvorminrichting, bestaande uit een eerste en een tweede paar gietvormplaten, waarbij de gietvormplaten van elk paar naar elkaar toe zijn gekeerd, een frame-inrichting 20 voor het monteren van elk dergelijk paar gietvormplaten voor relatieve beweging naar elkaar toe in een gesloten stand en van elkaar af in een open stand, een inrichting voor het afdichten van de paren gietvormplaten, wanneer ze in gesloten stand zijn ter afbakening van een eerste en een tweede gietvormholte 25 tussen de gietvormplaten van elk paar, waarbij één van de gietvormplaten van elk paar één zijde van de resp. gietvormholte afbakent en de andere gietvormplaat van elk paar de tegenover liggende zijde ervan afbakent, een fluïdumverwarmings-bron, fluïdumhanteringsinrichting voor de toevoer van een ver-30 warmd fluïdum aan elk van de gietvormholten, eerst van één zijde van elke gietvormholte terwijl fluïdum wordt afgevoerd van de andere zijde ervan, en dan voor toevoer van verwarmd fluïdum naar elk van de gietvormholten van de tegenover liggende zijde van elke gietvormholte, terwijl fluïdum wordt af-35 gevoerd door de eerste zijde daarvan en dan voor vermindering van de druk in elk van de gietvormholten tot beneden atmosferische druk en voor terugkeer van de gietvormholten naar at-mosmerische druk, waarbij elk paar gietvormplaten één gietvorm- 800 4 0 94 - 23 - plaat heeft, die vast gemonteerd is op de frame-inrichting, terwijl de andere gietvormplaten gemonteerd zijn op geleide-staven, verbonden met een aandrijfinrichting, zodat bij bediening van de aandrijfinrichting de andere gietvormplaten 5 gelijktijdig zullen bewegen van hun respectievelijke open standen naar hun respectievelijke gesloten standen op de frame-inrichting, en van de gesloten standen naar de respectievelijke open standen en wel praktisch tegelijkertijd bij omkeer van de aandrijfinrichting. 10 800 40 94
NL8004094A 1979-07-20 1980-07-16 Werkwijze en apparaat voor het vormen van voorwerpen uit geeexpandeerd schuim. NL8004094A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US5939279 1979-07-20
US06/059,392 US4272469A (en) 1979-02-26 1979-07-20 Method and apparatus for forming expanded foam articles

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004094A true NL8004094A (nl) 1981-01-22

Family

ID=22022653

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004094A NL8004094A (nl) 1979-07-20 1980-07-16 Werkwijze en apparaat voor het vormen van voorwerpen uit geeexpandeerd schuim.

Country Status (21)

Country Link
JP (1) JPS5617231A (nl)
KR (1) KR840000070B1 (nl)
AU (1) AU536212B2 (nl)
BE (1) BE884378A (nl)
BR (1) BR8000985A (nl)
CA (1) CA1130968A (nl)
DE (1) DE3011519A1 (nl)
DK (1) DK219480A (nl)
ES (1) ES8102890A1 (nl)
FI (1) FI801390A (nl)
FR (1) FR2461732A1 (nl)
GB (1) GB2055380B (nl)
IE (1) IE800185L (nl)
IL (1) IL59308A0 (nl)
IT (1) IT1132060B (nl)
LU (1) LU82398A1 (nl)
NL (1) NL8004094A (nl)
NO (1) NO800518L (nl)
PT (1) PT70841A (nl)
SE (1) SE8001031L (nl)
ZA (1) ZA80451B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS592821A (ja) * 1982-06-30 1984-01-09 Badische Yuka Co Ltd 発泡性熱可塑性樹脂の予備発泡粒子を用いる成形体の製造方法
JPS60105503A (ja) * 1983-11-12 1985-06-11 Kanegafuchi Chem Ind Co Ltd 熱可塑性樹脂粒子の予備発泡法およびその装置
BE900530A (fr) * 1983-09-08 1985-03-07 Kanegafuchi Chemical Ind Procede de preparation de particules pre-expansees et appareil pour sa mise en oeuvre.
JPS63135436A (ja) * 1986-11-26 1988-06-07 Mitsubishi Yuka Badische Co Ltd 予備発泡スチレン系樹脂粒子の製造方法
JPH0739503B2 (ja) * 1987-12-11 1995-05-01 鐘淵化学工業株式会社 ポリプロピレン系樹脂予備発泡粒子及びその製造方法
ATE101823T1 (de) * 1988-06-23 1994-03-15 Casco Nobel Ab Verfahren und vorrichtung zur herstellung expandierbarer thermoplastischer mikrokugeln.
JP5511465B2 (ja) * 2010-03-26 2014-06-04 積水化成品工業株式会社 発泡性熱可塑性樹脂粒子の予備発泡方法
ES2495640B1 (es) * 2013-03-14 2015-07-07 Doroteo Olmedo, S.L. Molde con cámara incorporada para la fabricación de piezas de espuma plástica
CN109676849B (zh) * 2018-12-24 2024-01-09 菲尔普(青岛)新材料有限公司 一种塑料泡沫板材成型连续化生产线

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3086248A (en) * 1959-12-07 1963-04-23 Armstrong Cork Co Process for reducing aging period of cellular products formed with steam
US3257103A (en) * 1962-07-06 1966-06-21 Frederick B Brockhues Apparatus for processing expandable plastic material
US3236927A (en) * 1962-09-25 1966-02-22 Thompson Ind Co Inc Method of molding foamable plastic materials
US3278658A (en) * 1963-12-05 1966-10-11 Koppers Co Inc Process and apparatus for making shaped cellular articles from expandable thermoplastic resins
US3235908A (en) * 1965-06-24 1966-02-22 Rexall Drug Chemical Molding apparatus
US4032609A (en) * 1972-09-11 1977-06-28 Foster Grant Co., Inc. Method for pre-expanding and molding expandable thermoplastic polymer particles

Also Published As

Publication number Publication date
CA1130968A (en) 1982-09-07
BR8000985A (pt) 1981-03-31
AU536212B2 (en) 1984-04-19
IT8022342A0 (it) 1980-05-27
GB2055380B (en) 1983-09-21
AU5532880A (en) 1981-01-22
SE8001031L (sv) 1981-01-21
DK219480A (da) 1981-01-21
KR830001991A (ko) 1983-05-21
GB2055380A (en) 1981-03-04
FR2461732A1 (fr) 1981-02-06
KR840000070B1 (ko) 1984-02-08
DE3011519A1 (de) 1981-01-22
JPS5617231A (en) 1981-02-19
FI801390A (fi) 1981-01-21
IE800185L (en) 1981-01-20
BE884378A (fr) 1981-01-19
IT1132060B (it) 1986-06-25
PT70841A (en) 1980-03-01
LU82398A1 (fr) 1980-07-31
IL59308A0 (en) 1980-05-30
NO800518L (no) 1981-01-21
ZA80451B (en) 1981-01-28
ES490656A0 (es) 1981-02-16
ES8102890A1 (es) 1981-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4272469A (en) Method and apparatus for forming expanded foam articles
US3577360A (en) Process for pre-expanding polymer beads
EP0095109B1 (en) Process for producing expanded particles of a polyolefin resin
US7358280B2 (en) Process for processing expandable polymer particles and foam article thereof
US3278658A (en) Process and apparatus for making shaped cellular articles from expandable thermoplastic resins
NL8004094A (nl) Werkwijze en apparaat voor het vormen van voorwerpen uit geeexpandeerd schuim.
JPS62151326A (ja) ポリプロピレン系樹脂発泡粒子の型内成形法
US2948926A (en) Mold for and a method of producing large bodies of foamed polystyrene
US3359353A (en) Process for making porous expandedthermoplastic articles
US3767744A (en) Process for decreasing the minimum residence time during the molding of foamed polystyrene articles
US3368009A (en) Process for molding synthetic expanded thermoplastic material
US4278628A (en) Method for pre-expanding and molding expandable thermoplastic polymer particles
JPH053817B2 (nl)
JPH053818B2 (nl)
JPH0542947B2 (nl)
JPS60158946A (ja) 膨脹した発泡体ビーズより成るフルモールド法用の、殊に連続鋳造部品の製造用の、消失鋳造模型の製造方法並びにその為の装置
JPH10146856A (ja) 熱可塑性樹脂粒子の予備発泡装置
JPH0457838A (ja) 熱可塑性樹脂粒子の予備発泡方法およびそれに用いる装置
JP2798572B2 (ja) 再生発泡ポリスチレン系樹脂成形体の製造方法
JPS6146009B2 (nl)
JPS6241442B2 (nl)
JPH02137912A (ja) 熱可塑性樹脂発泡粒子の型内充填法
US3405202A (en) Production of cellular bodies of synthetic thermoplastic material
US3494988A (en) Method for partially expanding plastic beads in a rotating pan
JP5470120B2 (ja) 熱可塑性樹脂予備発泡粒子の製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed