NL8003238A - Klemring. - Google Patents

Description

• *·- * ί> » VO 0527 Klemring.

De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsmiddel voor een in een wandelement verzonken aangebracht voorwerp, in het bijzonder een voorwerp, dat door een opening in een paneel reikt, waarbij het bevestigingsmiddel door aangrijping op een aan gene zijde van het paneel 5 uitstekend deel van het voorwerp, in samenwerking met op het paneel werkzame aanslagmiddelen, het voorwerp in een vaste axiale positie ten opzichte van het paneel kan fixeren.

Hoewel de uitvinding niet strikt hiertoe is beperkt, moet als belangrijkste toepassingsgebied worden gezien het in panelen monteren 10 van meetinstrumenten, zoals manometers, thermometers, tachometers, kilometertellers e.d. en in het volgende deel van de beschrijving zal voor het gemak alleen aan manometers worden gerefereerd.

Een manometerhuis heeft de vorm van een veelal cilindrische, * platte doos met aan de voorzijde, waar zich het venster bevindt, een 15 rand, die in het geval van montage van de manometer in een paneel, plat tegen de voorzijde van het paneel moet komen te rusten. Bij manometers heeft men echter, afhankelijk van d«. zoepassingsplaats en het type manometer, de keus tussen het vrijdragend monteren van de manometer via een aansluitnippel op een deel van een leidingstelsel enerzijds, en montage 20 op of verzonken in een paneel anderzijds. In het bijzonder voor het in een paneel inlaten van een manometer is het bekend gebruik te maken van schroefdraadpennen, een op de achterzijde van het paneel aangrijpende contrabeugel en (vleugel)moeren. Het bezwaar van deze bevestigingsmethode is dat het manometerhuis tevoren met schroefdraadpennen moet zijn uit-25 gerust, althans bij het huis tevoren voorzieningen moeten worden getroffen die bij vrijdragende montage op een leidingstelsel nutteloos zijn. Derhalve is het rekening houden met beide bevestigingsmogelijkheden een oneconomisch aspect van de manometerfabricage.

De uitvinding beoogt een bevestigingsmiddel waarmee, zonder dat 30 bij een te bevestigen voorwerp bijzondere voorzieningen zijn getroffen, het voorwerp snel en bedrijfszeker op de in het voorgaande beschreven wijze in een wandelement kan worden gemonteerd. In het geval van manometers moet daarbij rekening worden gehouden met hoge leidingdrukken, derhalve zware leidingen die op de schroefdraad van de manometer aangpsbtsn, 800 3 2 38 -2τ ft « de manometer tijdens bedrijf niet los mogen kunnentrillen.

Hiertoe is volgens de uitvinding het bevestigingsmiddel voorzien van een ring, die met speling om het door het paneel reikende deel van het voorwerp past en is uitgerust met in onrtreksrichting gespati-5 eerde, axiaal ten opzichte van de ring verstelbare en bij de ringbinnen-vand werkzame klemelementen en met instelmiddelen voor het bepalen van de axiale positie van de klemring ten opzichte van de paneel-achterwand.

Met behulp van de klemring volgens de uitvinding kan het betreffende in .

10 voorwerp op eenvoudige wijze«een opening in een paneel worden gemonteerd, dear het voorwerp in de:, paneel opening te schuiven^ aan de achterzijde de klemring over het aldaar uitstekende deel van het voorwerp te schuiven, de ring op het deel vast te klemmen en met behulp van de axiale positioneermiddelen het voorwerp ten opzichte van de achterwand 15 van het paneel verder achterwaarts te trekken.

Een constructief eenvoudige uitvoering van de klemring is gekenmerkt door met schroefgaten in de ring samenwerkende schroefbouten, waarmee de als wigelementen uitgevoerde klemmiddelen axiaal zijn gekoppeld. Door, na het plaatsen van de ring over het achter het 20 paneel uitstekends deel van het voorwerp de schroeven in te draaien, worden de bij de binnenrand van de ring werkzame wiggen axiaal ten opzichte van het ringvlak verplaatst waardoor zij zich op het voorwerp vastklemmen, terwijl de vrije einden van de schroefbouten zich tegen de achterzijde van het paneel afzetten en hierdoor de klemring en 25 het vastgeklemde voorwerp ten opzichte van het paneel achterwaarts trekken. Ingeval van een manometerhuis zal dit zich om het venster aan de voorzijde uitstrekkerde en radiaal van het huis uitstekende rand als aanslag kunnen dienen ten opzichte van de voorzijde van het paneel.

30 De klemring volgens de uitvinding kan eendelig zijn uitgevoerd en in de tussen de klemelementen gelegen ringzones met een geringere buigstijfheid zijn uitgevoerd dan ter plaatse van de klemmiddelen.

Doordat als gevolg van de wigwerking het ringmateriaal ter plaatse van de wiggen zich radiaal van het tegenoverliggende deel van het 35 aangevatte voorwerp verwijdert, zal op die plaatsen de aangrijping op het voorwerp beperkt blijven tot het oppervlak van de respectieve wiggen. Door de tussenliggende ringzones met een relatief geringe buigstijfheid uit te voeren zal een relatief groot boogoppervlak van de 800 3233 « ·* -3- ringbinnenrand zich klemmenltegen bet tegenoverliggende deel van de wand van het voorwerp aan kunnen vlijen.

In het bijzonder bij voorwerpen met relatief grote diameter kan, ondanks de geringere buigstijfheid van de betreffende klemringdelen 5 en de met vergroting van de kromtestraal van de binnenwand gepaard gaande vervormingen van deze delen, onvoldoende zijn voor een bedrijfs-zekere omklemming van het voorwerp. Ter illustratie kan worden gedacht aan een manometerhuis dat bij grotere en zwaardere uitvoering ook steviger moet worden omvat om de tijdens bedrijf door de daarop 10 aansluitende, eveneens zwaardere leidingen, opgewekte trillingen die tot loswerking van het manometerhuis aanleiding kunnen geven, te weerstaan. Een ander bezwaar van de eendelige ringuitvoering is dat, alvorens de door de wiggen opgewekte klemkracht in de tussen- liggende delen op de wand van het in te klemmenvoorwerp kan worden 15 uitgeoefend, eerst de ring moet worden vervormd, d.w.z.dat een deel van de uitgeoefende klemkracht verloren gaat aan het vervormen van de ring.

Deze bezwaren worden opgeheven door, in nadere uitwerking van de uitvinding, althans in de tussen de klemmiddelen gelegen ringzones 20 de ring gedeeld uit te voeren en de ringdelen in het ringvlak scharnierend met elkaar te verbinden. Ook ter plaatse van de wiggen kan de ring scharnierend zijn uitgevoerd en in de tussen de opeenvolgende scharnieren van de ring gelegen zones kunnen eveneens met een geringere buigstijfheid worden uitgevoerd dan ter plaatse van de scharnieren, resp. de wiggen.

25 Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de klemring worden beschreven.

Fig. 1 toont in zijaanzicht een met behulp van de klemring volgens de uitvinding in een paneel gemonteerd voorwerp; 30 · fig. 2 is een bovenaanzicht van de ring en fig. 3 is een vergroot detailaanzicht volgens de pijl III-III in fig. 1.

. Volgens de tekening is een voorwerp, in dit geval een manometer met aan de voorzijde een ringrand 1 en aan de achterzijde een huis 2 35 iu de vorm van een platte cilindrische doos, gefixeerd in een paneel 3 met behulp van een klemring h volgens de uitvinding.

De klemring U is samengesteld uit boogdelen 5> die onderling zijn verbonden door scharnieren 6, resp. schroefbouten 7, elk opgenomen 800 3 2 38 -k- in een schroefdraadgat in een van de ringboogdelen 5» waarbij het daarop aansluitende ringboogdeel 5 om de schacht 8 van de schroefbout T kan zwenken, zodat ook bij de schroefbouten 7 de aldaar bij elkaar komende ringboogdelen 5 ten opzichte van elkaar kunnen scharnieren.

5 Aan elke schroefbout 7 is een wigelement 9 axiaal gekoppeld, d.w.z. dat het wigelement, dat in de afgeheelde uitvoeringsvorm bestaat uit twee wiggen 10, verbonden door een brug 11, ter plaatse van de brug draaibaar is ten opzichte van de schroefbout 7, echter axiale bewegingen van de schroef 7 kan volgen. De wiggen 10 van het 10 wigelement 11 reiken met speling door overeenkomstige uitsparingen 12 in de ringdelen 5 , zodat de ringdelen vrijheid hebben voor geringe zwenkingen om de als schamierpen functionerende schroefbout schacht 8.

Het vrije einde 13 van de schroefbouten functioneert als aanslagelement, ingericht voor samenwerking met de achterwand 3' 15 van het paneel 3. Door in de in fig. 1 afgeheelde situatie 7 de schroefbouten ''aan te draaien schuiven de wigelementen 9 tussen de ring k en het manometerhuis 2 ten opzichte van de ring in de richting van de paneelachterwand 3', waardoor tegelijkertijd zowel de ringelementen 5 om het manometerhuis 2 worden geklemd als de ring 20 en het vastgeklemde manometerhuis van de paneelachterwand 3' weg werden gedrukt totdat de ring 1 tegen de voorwand 3" van het paneel tot aanslag komt en aldus de manometer in het paneel 3 wordt gefixeerd.

Tijdens het vastklemmen van de ring ^ op het manometerhuis 2 worden de ringzones in de omgeving van de wigelementen 9 in de pijlrich-25 ting A van het manometerhuis 2 verwijderd en worden de tussenliggende zones, dus aan weerszijden grenzend aan de scharnieren 6, volgens de pijlrichting B radiaal binnenwaarts bewogen en kunnen de betreffende delen van de ring U zich klemmend tegen het manometerhuis 2 aanvlijen, bijvoorbeeld over een met C aangeduide boogzone. Aangezien de schar-30 nieren 6 de hiervoor benodigde ringvervorming zonder meer toestaan, zal de afmeting van de genoemde zone C optimaal kunnen zijn, waartoe nog bijdraagt dat in de tussen de scharnieren gelegen ringzones de buigstijfheid van het ringmateriaal kleiner is dan ter plaatse van de scharnieren 6, resp. de schroef- en wigsamenstellen 8,9. Deze 35 variatie van buigstijfheid kan worden verkregen door in bedoelde tussengebieden de radiale afmeting van het ringmateriaal, aangegeven met D kleiner te kiezen dan elders.

300 32 38 -5-

Met de klemring rolgens de uitvinding in al zijn uitvoeringsvormen kan op uiterst eenvoudige -wijze een voorwerp 1,2 in een paneel 3 "worden gemonteerd door de ring over het aan de achterzijde van het paneel uitstekende deel 2 van het voorwerp te schuiven totdat de vrije einden 5 13 van de respectieve schroefbouten 7 tegen de achterzijde 3’ van het paneel rusten,-waarna de schroefbouten 7 worden aangedraaid tot de gewenste vastklemming is verkregen.

800 32 30

Claims (6)

1. Bevestigingsmiddel voor een in een wandelement verzonken aangebracht voorwerp, in het bijzonder voor een voorwerp dat door een opening in een paneel reikt, waarbij het bevestigingsmiddel door aangrijping op een aan gene zijde van het paneel uitstekend deel van het voorwerp, in samen-5 werking met op het paneel werkzame aanslagmiddelen, het voorwerp in een vaste axiale positie ten opzichte van het paneel kan fixeren, met het kenmerk, dat het bevestigingsmiddel is voorzien vaq een ring, die met speling om het door het paneel reikende deel van het voorwerp past en is uitgerust met in omtreksrichting gespatieerde, axiaal ten opzichte 10 van de ring verstelbare en bij de ringbinnenrand werkzame klemelementen en met instelelementen voor het bepalen van de axiale positie van de kleurring ten opzichte van de paneelachterwand.

2. Klemring volgens conclusie 1, gekenmerkt door met schroefgaten in de ring samenwerkende schroefbouten, waarmee de als wigelementen uitgevoer-15 de klemmiddelen axiaal zijn gekoppeld.

3. Klemring volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de klemring eendelig is uitgevoerd en in de tussen de klemelementen gelegen ringzones met een geringere buigstijfheid is uitgevoerd dan ter plaatse van de klemmiddelen. 20 k. Klemring volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat althans in de tussen de klemmiddelen gelegen ringzones de ring gedeeld is uitgevoerd en de ringdelen in het ringvlak scharnierend met elkaar zijn verbonden.

5. Klemring volgens conclusie 1*, met het kenmerk, dat tussen de scharnieren de ring een geringere buigstijfheid heeft dan ter plaatse 25 van de scharnieren, resp. de klemmiddelen.

6. Bevestigingsmiddel voor het in een paneel fixeren van een voorwerp, dat aan de voorzijde van het paneel een aanslagrand heeft en met een althans plaatselijk cilindrisch deel door het paneel reikt, met het kenmerk, dat het bevestigingsmiddel een klemring is, die achter het 30 paneel op het cilindrische deel van het voorwerp kan worden geschoven en is uitgerust met in omtreksrichting van de ring gespatieerde wiggen, waarbij elke wig axiaal is gekoppeld aan esi schroefbout, die in een schroef gat in de ring is opgenomen en waarvan het vrije einde een aanslag vormt, die met de paneelachterwand kan samenwerken, waarbij de ring tussen 35 de wiggen een geringere buigstijSheid heeft dan bij de wiggen. 800 32 38 -7- ~y <*-

7. Klemring volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat ten minste 3 gelijkmatig in omtreksrichting van de ring gespatieerde wiggen zijn aangebracht en de ring is samengesteld uit tenminste 6 onderling scharnierende delen, met de scharnierpunten ter plaatse van de wiggen 5 en halverwege de wiggen. 800 32 38