NL8002831A - Rotatiemaaimachine met gekoppelde maaibalken. - Google Patents

Rotatiemaaimachine met gekoppelde maaibalken. Download PDF

Info

Publication number
NL8002831A
NL8002831A NL8002831A NL8002831A NL8002831A NL 8002831 A NL8002831 A NL 8002831A NL 8002831 A NL8002831 A NL 8002831A NL 8002831 A NL8002831 A NL 8002831A NL 8002831 A NL8002831 A NL 8002831A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elements
cutting
distance
members
machine
Prior art date
Application number
NL8002831A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189643B (nl
Original Assignee
Kuhn Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kuhn Sa filed Critical Kuhn Sa
Publication of NL8002831A publication Critical patent/NL8002831A/nl
Publication of NL189643B publication Critical patent/NL189643B/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • A01D34/664Disc cutter bars

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Description

i * * ***ϊ i i -1-.
VO Q314
Rotatiemaaimachinemet gekoppelde maaibalken.
De uitvinding heeft betrekking op een rotatiemaaimachine met gekoppelde maaibalken en voorzien van ovale of overeenkomstig uitgevoerde draaibare elementen, welke resp. van onderaf aangedreven worden om een in hoofdzaak vertikale as.
5 De snijbreedte van dit type machine wordt in het algemeen beperkt tot zeven a acht draaibare elementen, welke gemonteerd zijn op een maaibalk, welke dan uit een stuk bestaat. Dit is een gevolg van het feit, dat het moeilijk is een groot vermogen’ vanaf een van de einden van de maaibalk over te brengen, rekening houdende met 10 het kleine volume, dat de overbrengingsorganen, welke zich onder de draaibare elementen bevinden, kunnen innemen. Hoe kleiner de maaibalk is, des te gemakkelijksr zal deze onregelmatigheden'van de grond volgen.
Wanneer men een rotatiemaaimachine wil construeren met meer 15 dan. acht bijv. schijfvormige rotatieelementen, is het voordelig een aantal maaibalken naast elkaar op te stellen.Ih dat- geval verdient het de voorkeur deze balken elk afzonderlijk aan te· drijven door middel van soepele transmissieorganen, zoals riemen, welke aan een van de einden aanwezig zijn. Bedoelde riemen kunnen geribbeld of glad 20 zijn en kunnen bij overbelasting doorglijden, hetgeen een beveiliging betekent voor de transmissieorganen.
Een machine, welke op bovenbeschreven wijze is opgebouwd, kan over de gehele snijbreedte gewassen maaien, waarbij ervoor gezorgd moet worden, dat zich geen bundel gewassen vormt in het bij-25 zonder in_de zone gelegen tussen naast elkaar gelegen maaibalken. Dit betekent, dat twee naburige maaibalken zo dicht mogelijk bij elkaar gelegen móeten zijn. Doordat de ondersteuningsmi'ddelen. voor de snij-elementen van elke balk door riemen worden gedreven en bepaalde punten van het snij traject van de ovale onderst euningsmiddelen over 9°° 30 zijn verzet, kan het voorkomen, dat de snij elementen van een van de balken worden af geremd, bijv. doordat deze een opstakel ontmoeten zoals afbakeningspaaltje van een anker bijv. De riemen welke dienen voor het aandrijven van de ondersteuningselementen van elke maaibalk kunnen deze remwerking opnemen. Wanneer de ondersteuningselementen van een 35 snijbalk worden geremd, kan de hoekstand van die ondersteuningselemen- 800 2 8 31 -2- ten veranderen, ten opzichte van de hoekstand van de ondersteunings-elementen van een naburige maaibalk. Dit betekent, dat op bepaalde punten van het traject de lange as van de ovale snijelementen van een van de maaibalken niet meer over 90° verzet is ten opzichte 5 van de ovale ondersteuningselementen van de naburige balk.
Wanneer de afstand tussen de assen van de ondersteunings-elementen over de gehele machine constant zou zijn en wanneer die ondersteuningen ovaal zijn uitgevoerd, dan kunnen de ondersteurings-elementen van naburige maaibalken tegen elkaar aanstoten. Dit leidt 10 niet alleen tot schade voor de ondersteuningen doch ook voor de legers, waarin deze zijn gemonteerd, hetgeen langdurige en dure reparatie mogelijk maakt, in elk. geval het stopzetten van de ma chine.
De uitvinding beoogt boven bedoelde bezwaren te ondervan-15 gen en een maaimachine te verschaffen, waarvan de maaibalken gekop peld zijn en de onderst euningselementen van naburige balken elkaar niet kunnen raken, terwijl voorts geen verstoppingen kunnen ontstaan tussen de verschillende maaibalken.
Volgens de uitvinding bevat de maaimachine middelen, 20 welke zich onder het snijvlak van de maaibalken bevindt en welke de naburige assen van twee ondersteuningselementen van de maaibalken op een afstand D houden, welke groter is dan de hart afstand d van de twee ondersteuningselementen voor de snij organen, welke behoren bij. een zelfde maaibalk.
25 De afstand D ligt tussen de hartafstand (d) van de twee naburige ondersteuningselementen, welke behoren bij een zelfde maaibalk en de diameter c van het ronde traject, dat beschreven wordt door de snij elementen, welke zich op de ondersteuningen bevinden, waardoor het vormen van bundels niet gemaaid gewas tussen de maai-30 balken wordt voorkomen.
Daartoe heeft de maaimachine volgens de uitvinding een verbindingsorgaan, waarvan de voorrand, gemeten in de voortbewegings-richting van de machine zich op een afstand van het snijpunt van het traject van de snijelementen van twee naburige steunorganen, 35 welke resp. behoren bij de ene en de andere maaibalk bevindt, welke nagenoeg gelijk is aan de afstand, welke gemeten in de voortbewe-gingsrichting van de machine, het snijpunt van het traject van de 800 2 8 31 * * -3- ondersteuningen op een zelfde balk van de voorzijde daarvan gelegen is.
Teneinde de onregelmatigheden van de grond te kunnen volgen, kunnen de verbindingsorganen van de twee maaibalken gevormd 5 worden door elementen, welke om tenminste een horizontale as kunnen scharnieren, welke zich bevindt onder de steunelementen, welke gericht is in de bewegingsrichting van de machine, waarbij elk van \ deze elementen met de maaibalk is verbonden. Volgens een andere uitvoeringsvorm kunnen de na elkaar gekeerde zijden van de maaibalken 10 voorzien zijn van een horizontale scharaieras, welke in de voort-bewegingsrichting van de machine wijst. Een van de verbindingselementen is schamierbaar op de aan bedoeld einde aanwezige as. Volgens deze uitvoeringsvorm kunnen de maaibalken onderling evenwijdig in verschillende vlakken verplaatsen.
15 Wanneer de scharnieras om de scharnierassen van de maaibal ken zich bevinden onder het snijvlak van de machine is het volume boven het snijvlak niet hinderlijk vocarhet transport van het gewas. De steunelementen voor de snijmiddelen kunnen in de scharoier-zone naar voren toe convergeren, dan wel in dezelfde zone diver-20 geren.
Gebleken is, dat hij maaimachines met aangedreven schijven een gedeelte van het gewas naar achteren toe vrijkomt, zelfs in de zone waar de schijven aan de voorzijde naar voren toe divergeren.
Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder ver-25 wijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont: figuur 1 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een maaimachine volgens de uitvinding, voorzien van onderling gekoppelde snijbanken; figuur 2 een vooraanzicht van de twee maaibalken in de zone waarin zij onderling gekoppeld zijn volgens een eerste uitvoe- 30 -rings vorm; figuur 3 een bovenaanzicht van de constructie volgens figuur 2; figuur b een vooraanzicht van twee maaibalken in de zone, waarin deze onderling gekoppeld zijn volgens een tweede uitvoerings-35 vona; en figuur 5 een bovenaanzicht van figuur b.
Zoals weergegeven in figuur 1 liggen de twee maaibalken 1 800 2 8 31 -lien 2 voor de maaimaehine 3, waarbij achter deze balken een as b is gelegen, welke in een bepaalde richting wordt aangedreven en waarop in tegengestelde zin verlopende schroeven van Archimedes 5 en 6 zijn aangebracht. Deze schroeven 5 en 6 maken het mogelijk 5 door de machine door de maaibalken 1 en 2 gesneden gewas naar het midden van de machine te transporteren, terwijl deze zich beweegt in de richting van de pijl A, waarbij dit een supplementaire behandeling kan ondergaan.
De twee maaibalken 1 en 2 zijn elk voorzien van vijf onder-10 steuningselementen 7» 8 èn 9 voor de snijorganen, die elk de vorm hebben van een ovale schijf en welke met hun einden gekeerd zijn naar de buitenzijde van het machineframe. Op elke schijf 7, 8 en 9 zijn twee messen 10 diametraal tegenover elkaar scharaierbaar bevestigd op de grote as van de ovale schijven 7» 8 en 9. Op de 15 schijven 7» welke zich aan de buitenzijde van de twee balken 1 en 2 bevinden, zijn overbrengingen 11 aangebracht. Elke overbrenging 11 heeft een pullèy 12, waarop een riem 13, bij voorkeur een van ribben voorziene riem, gelegen is. De riemen 13 worden gedreven door een pulley 1^, die zelf weer wordt aangedreven door transmissie-20 middelen, welke zich bevinden in het frame van de machine 3. De drijvende pulley 12 van elke overbrenging 11 doet de schijven 7 in de zinmn de pijlen f en f' draaien. De transmissieorganen bestaan bijv. uit een reeks rondsels, welke in elkaar grijpen en zich bevinden op assen, die gemonteerd zijn op de schijven 8 en 9, waar-25 door deze schijven in de zin van de pijlen f en f' worden aangedreven. Elke maaibalk 1 of 2 heeft zijn eigen transmissieorganen welke worden aangedreven door riemen 13 en zich bevinden in het huis 15 van de balken 1 en 2.
De huizen 15 van de balken 1 en 2 liggen onder de schijven 30 7» 8 en 9s d.w.z. onder het snijvlak van de maaimachine, terwijl de transmissieorganen, welke in de huizen 15 gelegen zijn een zo klein mogelijke dikte hebben, teneinde de snijhoogte van de machine niet groter te maken.
De transmissieorganen zijn dus klein uitgevoerd zodat 35 daarmede ook geen vermogens-overgebracht kunnen worden. Dit verklaart ook de toepassing van twee maaibalken, waarvan de schijven 800 2 8 31 -5- T, 8 en 9 in dwarsrichting van de machine onderling gescheiden zijn.
De maaibalken 1 en 2 zijn met hnn naar elkaar toegekeerde en niet aangedreven einden onderling gekoppeld. Zoals blijkt uit figuur 2 en 3 zijn dé maaibalken 1 en 2 gekoppeld door elementen 5 16 en 17* welke met de balken 1 en 2 zijn verbonden. Deze elementen 16 en 17 zijn onderling scharnierbaar om een as 18» welke horizontaal in de voortbewegingsrichting A van de machine wijst. Dankzij het scharnier 18 en de elementen 16 en 17* welke tezamen een scharnier vormen, kunnen de balken onderling hellen, waardoor oneffen-10 heden van de grond gevolgd kunnen worden. De afmetingen van de ele menten 16 en 17 zijn zodanig gekozen, dat de rotatieassen 19 van naburige schijven 9 behorende bij de twee maaibalken 1 en 2 op een afstand D liggen, welke groter is dan de hartafstand d tussen twee naburige schijven 7» 8; 8, 9, welke bij een zelfde balk beho-15 ren.
Daardoor wordt elk contact tussen naburige schijven 9 van de balken 1 en 2 vermeden, wanneer als gevolg van het afremmen van de schijven 7, 8 of 9 van een van de balken 1 of 2 het doorglijden van de riemen 13 veroorzaakt, waarbij de relatieve stand 20 van de schijven 7, 8 en 9 van de ene balk ten opzichte van die van de andere verandert. De relatieve stand van de schijven 7» 8 en 9 van de maaibalken 1 en 2 blijft in hoofdzaak behouden als gevolg van de ovale vorm van de schijven, waardoor het transport van gewas naar achteren toe wordt begunstigd, doordat tussen de schijven een 25 constante ruimte e blijft bestaan, welke groter is dan wanneer de schijven rond uitgevoerd zouden zijn en dezelfde eigenschappen zouden hebben als de schijven 7, 8 en 9, waarvan de snijorganen 10 het traject t doorlopen. De afstand D tussen de assen 19 van naburige schijven 9 behorende bij de betreffende maaibalken 1 en 2 is groter 30 dan de hartafstand d tussen twee naburige schijven 8 en 9 van een zelfde balk en de diameter c van het ronde traject t, dat wordt beschreven door elk van de snijelementen IQ.
Uitsluitend de trajecten t van de snijorganen 10 van naburige schijven 9 snijden elkaar, waardoor verstoppingen door niet 35 gesneden gewas tussen de twee balken 1 en 2 vermeden worden.
Wanneer de schijven 9 van de twee maaibalken 1 en 2 niet onder de juiste hoek verzet zijn, dan zou de kans bestaan, dat de 800 2 8 31 -6- snijorganen 10 van deze schijven 9 tegen elkaar aankomen, hetgeen niet vermeden kan worden indien zich verstoppingen van gewas, dat niet gesneden is, zouden optreden tussen de snijbalken 1 en 2. Aangezien de snij organen 10 draaibaar op hun schijf 7, 8 en 9 zijn 5 gemonteerd, kunnen zij in de cLraaizin naar achteren klappen.
Wanneer een stoot tussen de messen 10 optreedt, kan de bediener de machine stopzetten en de hoekstand van de schijven 7,8 en 9 op de betreffende draaibalk stellen ten opzichte van de hoekstand van de schijven van de andere balk. Dit kan geschieden bij 10 draaiende pulley 12 van een van de maaibalken, totdat de schijven 7, 8 en 9 weer een juiste hoekstand ten opzichte van de schijven 7, 8 en 9 van de andere maaibalk hebben ingenomen.
Wanneer echter de snijorganen 10 van de schijven 9 als gevolg van een stoot zodanig beschadigd zijn, dat niet verder ge-15 . werkt kan worden, dan kunnen zij gemakkelijk, snel en 'op goedkope wijze worden verwisseld.
- De afstand D tussen naburige rotatieassen 19 van de schijven 9 resp. behorende bij de maaibalken 1 en 2 is groter dan de afstand d tussen de assen 19 van de schijven 7» 8 en 9 van een zelfde 20 maaibalk, terwijl het snijpunt p van de trajecten t van de snijor-ganen 10 van de schijven 9 meer naar achteren ligt dan het snijpunt r van de trajecten t van de messen (10) van de schijven 7» 8, 9 van een zelfde maaibalk. Teneinde het accumuleren van bundels gewas of aarde aan de voorrand van de elementen 16 en 17, welke doorlo-25 pen tot het snijpunt p van de trajecten t van de snijorganen 10 van de schijven 9, is het voorste gedeelte van de elementen 16 en 17 in de vorm van een V ingesneden, waarvan de punt naar achteren is gericht, zoals blijkt uit de figuren 3 en 5· Gezien in de bewegingsrichting A van de machine, ligt de voorrand 20 van de elemen-30 ten 16 en 17 op een afstand x, gemeten in de bewegingsrichting A van de machine, van het snijpunt p van het traject t van de messen 10 van de schijven 9, welke nagenoeg gelijk is aan de afstand y, gemeten in dezelfde richting als de afstand x, en ten opzichte van het snijpunt r van het traject t van de messen 10 van twee naburige 35 schijven 7, 8; 8, 9 op dezelfde snijbalk aan de voorrand 21 van het huis 15 van die balk.
De voorrand 20 van de elementen 16 en 17 kan doelmatig af- 800 2 8 31 -7- geschermd zijn. Wanneer de schijven 9 in tegengestelde zin draaien als weergegeven in de figuren is het mogelijk de messen 10 te richten, welke hij het aanstoten tegen een obstakel, zoals een steen bijv.. verdraaid zijn.
5 De figuren k en 5 tonen een andere uitvoeringsvorm van de wijze waarop de maaibalken 1 en 2 onderling gekoppeld kunnen zijn, waarbij zij op verschillend niveau onderling evenwijdig lopend kunnen verdraaien. Voor zover deze elementen identiek zijn aan die beschreven met betrekking tot de figuren 2 en 3 zijn dezelfde ver-10 wijzingscijfers gebruikt, waarbij de wijze van verbinden anders is verwezenlijkt.
De einden van elk van de maaibalken 1 en 2 zijn bevestigd aan het element 22, reap. 23. De naar elkaar toegekeerde einden van deze elementen 22 en 23 zijn voorzien van een horizontale as 2b, 15 welke in de voortbewegingsrichting A van de machine wijst. De assen 2b zijn onderling scharnierend verbonden door tussenkomst van een orgaan 25. Deze wijze van verbinden van de maaibalken 1 en 2 maakt het mogelijk, dat deze op verschillend niveau kunnen bewegen, doch onderling evenwijdig blijven. De as of de assen 18 en 2b 20 hebben het voordeel, dat de maaibalken 1 en 2 onderling kunnen scharnieren. Zonder buiten het kader van de uitvinding te treden kan men de verbinding ook vervangen door een scharnierverbinding tussen de maaibalken 1 en 2, welke stijf is uitgevoerd in de vorm van een plaat, zodanig, dat de afstand D tussen de schijven 9 gro-25 ter is dan de afstand d tussen de assen 19 van de schijven 7, 8; 8, 9 van een zelfde maaibalk 1 of 2.
Hoewel de uitvinding getekend en beschreven is met betrekking tot het koppelen van twee maaibalken 1 en 2, is het uiteraard ook mogelijk meer dan twee maaibalken te gebruiken.
30 Voorts is het duidelijk, dat in detail wijzigingen moge lijk zijn zonder dat m het wezen van de uitvinding wordt afgeweken.
35 800 2 8 31

Claims (4)

1. Roterende metamachine met gekoppelde maaibalken en voorzien van steunelementen voor de snij organen in de vorm van een ovaal of dergelijke, welke van onderen af worden aangedreven door 5 een in hoofdzaak vertikale as, welke ondersteuningselementen worden aangedreven door een hij de betreffende balk behorende aandrijving, met het kenmerk, dat middelen (16, 17» 18, 22, 23, 2b, 25) onder het snijvlak zijn aangebracht en naburige assen (19) van twee onderst eunings organen (9) behorende bij twee naburige balken (1 en 2) 10 scheiden over een afstand (ü), welke groter is dan de hartafstand (d) van twee naburige ondersteuningen (7» 8; 8, 9) welke behoren bij een zelfde balk (1 of 2).
2. Maaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen (16, 1J, 18, 22, 23, 2b, 25) de assen (19) van naburige 15 ondersteuningsorganen (9) behorende bij een van de balken (1 en 2) scheiden op een afstand (D), welke gelegen is tussen de hartafstand (d) van de steunelementen (7» 8 ;8, 9) van een zelfde balk (1 of 2. en de diameter (c) van het ronde traject (t), dat beschreven wordt door de snijorganen (10) van de steunelementen.
3. Maaimachine volgens, conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bedoelde middelen worden gevormd door verbindingsorganen (16, 17), waarvan de voorrand (20), gezien in de verplaatsings-richting (A) van de machine, zich op een afstand (x) van het snijpunt (p) van de snijorganen (10) van naburige steunelementen (9) 25 van de balken (1 en 2) bevindt, welke nagenoeg gelijk is aan de afstand (y), gemeten in de bewegingsrichting (A) van het snijpunt (r) van het traject (t) van de snijorganen (10) van naburige ondersteuningen (7, 8; 8, 9) van een zelfde balk (1 of 2) ten opzichte van de voorrand (21) van het huis (15) van de balk 30 (1 of 2). U. Maaimachine volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de verbindingsorganen gevormd worden door elementen (16, 17), die scharnierbaar zijn in tenminste êên horizontale as (18), die in de bewegingsrichting (A) van de machine wijst, terwijl elk van de ele-35 menten (ΐβ, 17) met een balk (1 of 2) verbonden is.
5. Maaimachine volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat 800 2 8 31 -9- elk van de tegenover elkaar gelegen einden van een balk voorzien is van een horizontale as (24), die in de bewegingsrichting (A) wijst, terwijl tenminste één verbindingsorgaan (25) om een van de assen (24) kan scharnieren. 800 2 8 31
NLAANVRAGE8002831,A 1979-05-16 1980-05-14 Maaimachine met ten minste twee afzonderlijke maaibalken. NL189643B (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7912929 1979-05-16
FR7912929A FR2456461A1 (fr) 1979-05-16 1979-05-16 Faucheuse rotative a barres de coupe jumelees

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8002831A true NL8002831A (nl) 1980-11-18
NL189643B NL189643B (nl) 1993-01-18

Family

ID=9225705

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8002831,A NL189643B (nl) 1979-05-16 1980-05-14 Maaimachine met ten minste twee afzonderlijke maaibalken.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4304088A (nl)
AU (1) AU532478B2 (nl)
DE (1) DE3017856A1 (nl)
DK (1) DK162320C (nl)
FR (1) FR2456461A1 (nl)
GB (1) GB2048639B (nl)
IE (1) IE49598B1 (nl)
NL (1) NL189643B (nl)
NZ (1) NZ193589A (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8101239A (nl) * 1981-03-13 1982-10-01 Multinorm Bv Maaiinrichting met gedeelde maaibalk.
FR2502888A1 (fr) * 1981-04-02 1982-10-08 Kuhn Sa Barre de coupe a protecteur de disque lateral amovible
FR2548863B1 (fr) * 1983-07-01 1987-09-18 Kuhn Sa Faucheuse a disques perfectionnee
US4538402A (en) * 1983-08-19 1985-09-03 Mueller Paul E Device for preventing the jamming of a disc mower by, or the breaking up, a layer of soil and plant matter
US4531349A (en) * 1984-03-23 1985-07-30 Sperry Corporation Rotary cutter for disc mower-conditioner
FR2566992B1 (fr) * 1984-07-06 1988-10-14 Kuhn Sa Faucheuse rotative.
FR2567710B1 (fr) * 1984-07-19 1987-05-07 Kuhn Sa Procede de transformation d'une machine de recolte pour l'amener d'une position de travail dans une position de transport, et machine de recolte utilisant ce procede
DE3546041A1 (de) * 1985-12-24 1987-07-02 Fella Werke Gmbh Heuwerbungsmaschine
FR2608362B1 (fr) * 1986-12-22 1990-10-12 Kuhn Sa Faucheuse avec dispositif de suspension des groupes de fauche perfectionne
US4840019A (en) * 1987-10-02 1989-06-20 Allied Products Corporation Disc mower
FR2624688B1 (fr) * 1987-12-21 1990-05-18 Kuhn Sa Faucheuse avec rigidification perfectionnee de la barre de coupe
FR2830167B1 (fr) * 2001-10-03 2004-07-30 Kuhn Sa Machine agricole, notamment du type faucheuse rotative, comportant un dispositif de coupe ameliore
US8056307B2 (en) * 2009-10-05 2011-11-15 Cnh America Llc Mower cutterbar
US10412883B2 (en) * 2016-03-04 2019-09-17 Deere & Company Joint for rotary cutterbar
CN109275367A (zh) * 2018-09-30 2019-01-29 常州合力电器有限公司 草地透气机用刀具

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2782585A (en) * 1954-03-25 1957-02-26 Hervey Paul Reo Tractor mounted rotary disc type mowing assembly
US3040502A (en) * 1959-03-13 1962-06-26 Smith Alexander Tractor mower
US3236034A (en) * 1963-11-18 1966-02-22 James D Blettner Lawn mower and drive mechanism therefor
FR1483721A (fr) * 1965-04-09 1967-06-09 Appareil faucheur
DE1582353A1 (de) * 1967-10-07 1970-08-13 Koedel & Boehm Gmbh Kreiselmaehwerk
NL6802290A (nl) * 1968-02-19 1969-08-21
NL6804575A (nl) * 1968-04-02 1969-10-06
NL6903371A (nl) * 1969-03-05 1970-09-08
GB1376719A (en) * 1970-12-19 1974-12-11 Massey Ferguson Perkins Ltd Rotary mowers
NL169947C (nl) * 1973-06-14 1984-03-16 Zweegers P Maaimachine.

Also Published As

Publication number Publication date
AU5844180A (en) 1980-11-20
DK162320C (da) 1992-03-09
GB2048639B (en) 1982-11-03
DE3017856C2 (nl) 1989-08-10
NL189643B (nl) 1993-01-18
FR2456461B1 (nl) 1984-06-15
IE49598B1 (en) 1985-10-30
AU532478B2 (en) 1983-09-29
DE3017856A1 (de) 1980-11-27
FR2456461A1 (fr) 1980-12-12
DK216680A (da) 1980-11-17
US4304088A (en) 1981-12-08
NZ193589A (en) 1982-08-17
IE801000L (en) 1980-11-16
DK162320B (da) 1991-10-14
GB2048639A (en) 1980-12-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8002831A (nl) Rotatiemaaimachine met gekoppelde maaibalken.
NL8105731A (nl) Maaimachine.
NL8103411A (nl) Maaier.
US20110078988A1 (en) Three-disc module for a mower cutterbar
EP1616474B1 (en) A towed mower comprising a running frame and two mowing aggregates
NL8600047A (nl) Maaimachine.
GB2523120A (en) Agricultural mower
US3457714A (en) Mowing apparatus with rotary cutters
NL8203461A (nl) Maaiinrichting voor landbouwdoeleinden.
NL9100993A (nl) Machine voor het verwerken van halmachtige gewassen.
NL2008947C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bewerken van een grasmat alsmede rotororgaan en bewerkingsorgaan voor toepassing in een dergelijke inrichting.
JP6709149B2 (ja) サトウキビ収穫機
GB2118813A (en) Mower cutter unit
NL7810873A (nl) Maaiinrichting.
JP2020120694A (ja) サトウキビ収穫機
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8005046A (nl) Aandrijving voor de snijinrichting van een oogst- inrichting.
US917846A (en) Corn-harvester.
NL8801040A (nl) Landbouwmachine.
US9038A (en) Improvement in harvesters
EP0527511B1 (en) An implement for mowing standing crop
NL8501837A (nl) Maaiinrichting.
NL1003910C2 (nl) Inrichting voor het egaliseren van een grasmat, in het bijzonder van een sportveld.
RU2153797C2 (ru) Кусторез
SU1676497A1 (ru) Жатка

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19981201