NL8002424A - Druppelkamer voor infusie- en transfusie-apparaten. - Google Patents

Description

*>

Druppelkamer voor infusie- en transfusie-apparaten.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een druppelkamer voor infusie- en transfusie-apparaten met een insteekdoorn, vaarin een vloeistof- en een ontluchtings-boring is aangebracht, waarbij op de laatstgenoemde een slang is 5 aangesloten. De druppelkamer wordt met de insteekdoorn door de afsluitstop van de steriel afgesloten vloeistoffles gestoken, die de infusie- resp. transfusie-oplossing bevat, die op haar beurt s tenel is.

Bij de toediening van infusie- of 10 transfusie-oplossingen kan het noodzakelijk zijn, aan deze oplossing verdere toevoegsels toe te voegen, die al naar gelang het betreffende geval van verschillende aard kunnen zijn. Het is ook bekend deze toevoegsels steriel verpakt in houdess op te slaan, die zijn voorzien van een steriele, doorsteekbare sluiting. Om nu de infusie- resp, 15 transfusie-oplossing met deze toevoegsels te kunnen mengen, zijn canules bekend, die aan beide zijden zijn voorzien van insteeknaalden en aan hun middendeel kunnen zijn voorzien van een vasthoudplaat,

De canule wordt met zijn ene naald door de sluiting van bijvoorbeeld de infusie- resp. transfusie-oplossing bevattende houder gestoken, 20 daarna wordt de houder omgekeerd en nu met de andere naald van de canule door de sluiting van de houder gestoken, die het toevoegsel bevat. Dan kan de oplossing uit de ene houder in de andere houder 'stromen en zich met de daarin bevindende stof mengen. Het mengen kan door schudden of trillen en dergelijke worden bevorderd. Nadelig is, 25 dat bij het scheiden van de beide houders in het algemeen niet kan worden verhinderd, dat vloeistof resp. resthoeveelheden uit de canule stromen en de omgeving vochtig maken. Wanneer de infusie- resp. transfusie-oplossing moet worden toegediend, moet nu de sluiting van de 800 24 24 *' P*' 2 houder van deze oplossing nog eens met de insteekdoorn van de druppelkamer worden doorstoten. De sluiting wordt dus tweemaal geperforeerd, waarbij uit de eerste doorsteekopening vloeistof kan stromen. Bovendien bestaat gevaar voor contaminatie van de inhoud 5 van de houder voor de vloeistof. Ook is de beschreven hantering tijdrovend en vereist bekwaamheid van het bedienende personeel.

De uitvinding heeft ten doel» de beschreven bezwaren op te heffen en een inrichting te verschaffen die het mengen ook voor ongeoefende personen vergemakkelijkt, waarbij 10 het gevaar van uitstromen van vloeistof resp. van contaminatie in vergaande mate is uitgesloten. Eet hanteren van deze inrichting moet tgdsbesparend zijn.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat op het einde van de slang de vloeistofboring van 15 een van een ontluchtingsopening voorziene insteekdoorn is aangesloten. De druppelkamer volgens de uitvinding wordt met zijn insteekdoorn door de sluiting van de de infusie- resp. transfusie-oplossing bevattende houder gestoken. Anderzijds wordt de op de slang aangesloten insteekdoorn door de sluiting van de houder gestoken, die de 20 toe te voegen stoffen bevat. Dan kan door omdraaien van de ene of de andere houder de betreffende vloeistof door de slang in de andere houder worden overgebracht. Zijn de vloeistoffen in glazen flessen ondergebracht, dan geschiedt het overbrengen door overeenkomstige verandering van de hoogteligging van de ene fbs ten opzichte van de 25 andere fles. Overigens moet een beluchtingscanule worden toegepast. Zijn de vloeistoffen in samendrukbare kunststof houdars ondergebracht, dan kan door samendrukken van de betreffende houder vloeistof uit deze houder in de andere houder worden overgebracht. De inrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat een uit één geheel 30 bestaand apparaat beschikbaar is, dat zowel dient voor het overbrengen als voor de infusie. Er is een gesloten systeem tot stand gebracht.

De sluiting van de houder, die later dienst doet als infusie-houder, wordt slechts een maal geperforeerd. Het gevaar voor contaminatie of verontreiniging van de inhoud van de houder is aanzienlijk beperkt, 35 @00 24 24 <ï 3 * het hanteren is tijdsbesparend. Het loskoppelen van de beide met elkaar verbonden houders wordt vermeden.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de ontluchtingsopening van de tweede insteekdoorn 5 voorzien van een bacteriën en kiemen tegenhoudend, vocht-afstotend filter. Daardoor wordt het binnendringen van kiemen en dergelijke vermeden.

Verder kan de ontluchtingsopening van de tweede insteekdoorn zijn voorzien van een sluiting, die kan 10 worden geopend.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding kan de slang zijn voorzien van een afsluitinrichting, zoals een rollenklem. Daardoor kan de vloeistofstroom van de ene naar de andere houder worden afgesloten. De afsluitbaarheid van 15 de slang is doelmatig, omdat de slang gedurende de infusie bijvoorbeeld door een rollenklem kan worden afgesloten.

Verder kan in de afvoerleiding van de druppelkamer een filter zijn aangebracht, bijvoorbeeld een 15"my vlak-filter. Een dergelijk filter houdt eventueel niet opgeloste kristallen, 20 rubber-deeltjes of andere stoffen tegen.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont het apparaat volgens de 25 uitvinding en fig. 2 toont de toepassing van het apparaat aan de hand van een voorbeeld.

Het apparaat bestaat enerzijds uit de druppelkamer 1, die uit een bovenste deel 2 en een onderste deel 3 30 is gevormd.

Het bovenste deel 2 van de druppelkamer is voorzien van de insteekdoorn die het vloeistofkanaal 5 en het beluch-tingskanaal 6 bevat. Het vloeistofkanaal 5 mondt uit in het onderste deel 3 van de druppelkamer 1.

35 800 24 24 k

Het beluchtingskanaal 6 eindigt in een uitsparing 7 · Op de uitsparing 7 sluit een bevestigingsstomp 8 aan, vaarop een slang 9 is aangesloten. Over de slang 9 is een rollenklem 10 geschoven.

5 Op het andere einde 11 van de slang is het vloeistofkanaal 12 van een verdere insteekdoorn 13 aangesloten, die eveneens is voorzien van een beluchtingskanaal 1^. Dit eindigt in een boring 15» die bij 16 in de buitenlucht uitmondt. In de boring 15 is een filter 17 geplaatst. De in de buitenlucht uitmondende 10 boring 15 is door een afsluitstop 18 afsluitbaar.

Fig. 2 toont twee naast elkaar opgehangen flessen, waarvan de ene fles I is gevuld met een infusie- resp. transfusie-oplossing en de andere fles II de toe te voegen stof, bijvoorbeeld een droog poeder of dergelijke, bevat.

15 De beide flessen staan eerst in de normale stand, die niet is getekend.

Dan wordt de insteekdoorn van de druppel-kamer 1 door de afsluitstop 19 van de fles I gestoken. Verder wordt de insteekdoorn 13 door de afsluitstop 20 van de fles II gestoken.

t 20 Nu kan door overeenkomstig optillen en laten zakken respectievelijk omkeren van de flessen de zich in de flessen bevindende oplossing énerzijds van de ene fles in de andere en anderzijds omgekeerd worden overgebracht. Dit b bij samendrukbare . - houders zonder meer mogelijk. Na het overbrengen van de vloeistof 25 kan de rollenklem 10 tijdelijk worden afgesloten respectievelijk geopend. Glazen flessen worden voor het overbrengen van de vloeistof in hoogteligging verplaatst.

Wanneer bijvoorbeeld het in de fles II bereide preparaat in de infusie- resp. transfusie-oplossing is 30 opgelost, wordt de vloeistof uit de fles II in de fles I teruggevoerd. De slangklem 10 kan worden afgesloten.

In het onderste gedeelte 3 van de druppelkamer kan een verontreinigingen tegenhoudend filter zijn opgenomen, dat niet-opgeloste kristallen, rubberresten en dergelijke 35 800 24 24 5 opvangt. Op de aansluitstomp 21 is de naar de patiënt voerende leiding 22 met een rollenklem 23 aangesloten.

800 24 24

Claims (4)

1. Druppelkamer voor infusie- en transfusie-apparaten met een insteekdoorn, die een vloeistof- en een ontluchtingsboring bevat, waarbij op de ontluchtingsboring een slang is aangesloten, met het kenmerk, dat op het einde (11) 5 van de slang (9) de vloeistofboring (12) van een van een ontluchtings-boring (U) voorziene insteekdoorn (13) is aangesloten.

2. Druppelkamer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ontluchtingsboring (1^) is voorzien van een bacteriën en kiemen tegenhoudend, vloeistof-afstotend filter (17)· 10 3, Druppelkamer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ontluchtingsboring (1*0 is voorzien van een sluiting (18), die kan worden geopend. U, Druppelkamer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmark, dat de slang (9) is voorzien 15 van een afsluitinrichting, in het bijzonder een rollenklem (10).

5. Druppelkamer volgens êên van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderste deel (3) van de druppelkamer een filter voor het tegenhouden van verontreinigingen, zoals opgeloste kristallen, rubberdeeltjes en dergelijke, 20 bevat.

6. Druppelkamer voor infusie- en transfusie-apparaten, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 25 800 24 24