NL8002352A - Draineerinspectiekamers. - Google Patents

Description

\ *4 ·* - 1 -

Draineerinspectiekamers.

De uitvinding heeft betrekking op inspectiekamers van vooraf vervaardigde constructie voor gebruik in draineer-of rioolstelsels en van het soort, dat een basis heeft met tenminste één kanaal in de basis , die zich uitstrekt tussen 5 een inlaatopening en een uitlaatopening. Normaal is er een hoofdkanaal, dat zich uitstrekt over de basis tussen een inlaatopening en een uitlaatopening en een aantal aftakka-nalen, die zich ieder uitstrekken over de basis van een respectievelijke inlaatopening naar het hoofdkanaal.

10 Een van de problemen verbonden met vooraf vervaardigde draineerinspectiekamers is hun omvang, die tot gevolg heeft zeer kostbare opslag- en transportkosten. Het is reeds bekend de hoogte van een draineerinspectiekamer te vormen door het plaatsen van één of meer afzonderlijk gevormde zijwand-15 delen op de basis van de inspectiekamer. Daar echter de wand-delen altijd zijn aangebracht in vertikaal aangrenzend verband in de gemonteerde toestand van de draineerinspectiekamer, blijft de totale omvang dezelfde als een draineerinspectiekamer vervaardigd uit één stuk.

20 De onderhavige uitvinding beoogt daarom een draineerin spectiekamer te verschaffen, die bestaat uit een basis en één of meer zijwanddelen en die kan worden opgeslagen en getransporteerd met een omvang die geringer is dan de draineerinspectiekamer in zijn gemonteerde toestand.

25 Een verder oogmerk is een draineerinspectiekamer te verschaffen, die variabel is in hoogte.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een draineerinspectiekamer, die een basis en tenminste twee afzonderlijk gevormde zijwanddelen omvat, gekenmerkt, doordat de basis 30 zodanige maximale buitenafmetingen heeft, dat hij kan worden opgeborgen in één zijwanddeel en het genoemde ene zijwand-deel zodanige maximale buitenafmetingen heeft, dat het kan worden opgeborgen in het andere zijwanddeel, en verder wordt gekenmerkt doordat de twee zijwanddelen in de gemon-35 teerde toestand van de draineerinspectiekamer vertikaal zijn geplaatst ten opzichte van elkaar door uitsteeksels op één van de genoemde zijwanddelen, die zijn gelegen tussen ribben ΟΠΠ97 R9 - 2 - gevormd op het andere zijwanddeel.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van de draineerinspectiekamer 5 volgens de uitvinding is weergegeven.

In de tekening toont: fig. 1 een doorsnede van een eerste -uitvoeringsvorm van de draineerinspectiekamer in zijn opgeborgen toestand; fig. 2 een doorsnede van een gedeelte van de draineer-10 inspectiekamer van fig. 1 in zijn gemonteerde toestand; fig. 3 in doorsnede en op grotere schaal dan fig. 2 dé wijze waarop twee zijwanddelen ineenpassen wanneer de draineerinspectiekamer van fig. 1 wordt gemonteerd; fig. 4 in doorsnede een gewijzigde uitvoering van de 15 ineenpassende aanbrenging van fig. 3; fig. 5 een gedeelte van de doorsnede volgens de lijn V-V van fig. 6 waarin wordt weergegeven de wijze waarop de twee zijwanddelen ineenpassen volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; 20 fig. 6 een gedeelte van de doorsnede van het onderste zijwanddeel van de draineerinspectiekamer van fig. 3; fig. 7 een bovenaanzicht van het bovenste zijwanddeel van de draineerinspectiekamer van fig. 5 en fig. 8 een detail gezien ain de richting van de pijl 25 VIII-VIII van fig. 7.

In de figuren zijn dezelfde referentiecijfers zoveel mogelijk gebruikt om corresponderende delen aan te geven.

Volgens de figuren 1-3 omvat de draineerinspectiekamer een basis 1, een cilindrisch onderste zijwanddeel 2 en een 30 cilindrisch bovenste zijwanddeel 3, die zonder uitzondering zijn gevormd door spuitgieten van kunststof bijv. polypro-pyleen. De basis 1 heeft de" constructie,die is beschreven in de op 28 februari 1980 ingediende Nederlandse octrooiaanvrage 80 01209 van aanvraagster.

35 De maximale buitenafmetingen van de basis 1 en zijwand deel 2 zijn zodanig, dat zij beiden kunnen worden geborgen in het zijwanddeel 3, met de basis 1 in het deel 2. Zoals fig. 1 toont, is de basis 1 opgeborgen ondersteboven in het deel 2 en de rand 4 daarvan steunt op de binnenrib 5 van 40 het deel 2. Het onderste zijwanddeel 2 is ten opzichte van 80 0 2 3 52 r 4 - 3 - het bovenste, zijwanddeel 3 geplaatst door pennen 6 van kunststof, die door verhogingen op het bovenste zijwanddeel 3 lopen en waarvan de binneneinden in de ruimte zijn gelegen tussen ringvormige ribben 8, die zijn gevormd op de 5 buitenzijde Van het onderste zijwanddeel 2. Er zijn drie verhogingen 7 symmetrisch aangebracht onder 120° ten opzichte van elkaar om de as van het zijwanddeel 3.

Zoals met streep-stiplijnen in fig. 1 weergegeven, kunnen een reeks inspectiekamers worden opgeslagen in de op-10 geborgen toestand op elkaar met de aangrenzende bovenzij-wanddelen van aangrenzende draineerinspectiekamers gelegen op elkaar. De tweede buiten- en binnenzijwanddelen, die in streep-stiplijnen in fig. 1 zijn weergegeven, zijn aan-1 1 geduid met 2 en 3 .

15 Indien gewenst kan de basis 1 worden opgeborgen op de juiste wijze naar boven en geplaatst binnen het deel 2 door kleine uitsteeksels op de binnenwand van het deel 2.

Bij het ineenzetten wordt de basis omlaaggedrukt voorbij de uitsteeksels en op zijn plaats gehouden.

20 Om de draineer inspectiekamer,, die in fig. 1 is weerge geven, ineen te zetten, wordt de basis 1 uit het zijwanddeel 2 gelicht en omgekeerd. Het zijwanddeel is dan geplaatst boven de basis 1 zodat de binnenrib 5 daarvan rust op de rand 4 van de basis 1. Het bovenste zijwanddeel 3 wordt 25 dan gemonteerd op het onderste zijwanddeel 2 zoals onderstaand zal worden beschreven.

Het zijwanddeel 2 is voorzien van een reeks bovengenoemde ringvormige buitenribben 8, die op regelmatige afstanden van elkaar zijn aangebracht langs de lengte van 30 het zijwanddeel 2, waarbij de afstand tussen aangrenzende ribben 8 juist iets groter is dan de diameter van de pennen 6 om de plaatsing van de pennen tussen aangrenzende ribben 8 mogelijk te maken. De ribben 8 zijn onderbroken bij drie standen symmetrisch op een afstand van elkaar 35 onder 120° om de as van het zijwanddeel 2 om drie lineaire doorgangen te vormen door de ribben 8 langs de lengte van het zijwanddeel 2. De omvang van de onderbrekingen is voldoende om de doorgang van de pennen 6 toe te staan. Met de voorste, d.w.z. uitstekende einden van de pennen 6 ge-40 legen in de doorgangen kan het zijwanddeel 3 worden ge- - 4 - schoven in de lengterichting langs het zijwanddeel 2. om de hoogte yan de draineerinspectiekamer in te stellen. Na een dergelijke instelling wordt het bovenste zijwanddeel 3 gedraaid om de pennen uit de doorgangen en tussen de 5 ribben 8 te bewegen.

Zoals in fig. 4 weergegeven, omvat een andere methode van instelling en plaatsing verhogingen 21, die integraal gevormd zijn met het zijwanddeel 3. Voor de instelling van de hoogte glijden de verhogiijgen in de langsrichting in 10 de drie lineaire doorgangen door de ribben 8. Wanneer de vereiste hoogte is' bereikt, wordt het deel 3 gedraaid om de verhogingen 21 te bewegen uit de doorgangen en in de stand tussen de ribben 8 om de hoogte in te stellen.

Verder kan een uiterst nauwkeurige eindhoogte-instelling 15 worden verkregen door de ribben 8 een schroefdraad te laten vormen, waarbij het om een schroefdraad met drie schroefbe-ginnen gaat om de drie verhogingen 21 onder te brengen.

Het bovenste zijwanddeel is ook voorzien van een reeks buitenribben 10 gelijk aan de ribben 8. Een verder zijwand-20 deel van passende grotere diameter kon zo worden aangebracht indien gewenst om het zijwanddeel 3. De ribben 8 en 10 dienen ook voor het versterken van de zijwanddelen 2 en 3.

Een veerkrachtige afdichtring 11 (fig. 3) van vierkante doorsnede is door plakken bevestigd aan de buiten-25 zijde van het deel 2 en vormt een afdichting met het binnenvlak van het deel 3, wanneer dit laatste deel is aangebracht. Om het de pennen 6 mogelijk te maken de dichtring 11 te passeren, wanneer de draineerinspectiekamer wordt gemonteerd, worden de pennen gedeeltelijk uit de verhogingen ge-50 trokken uit de stand, die is weergegeven in fig. 2, naar de teruggetrokken stand, die is weergegeven in fig. 3.

Zoals in het bijzonder uit fig. 3 blijkt, hebben de pennen 6 twee insnappende montagestanden in de verhogingen 7, zodat zij niet gemakkelijk uit de verhogingen 7 kunnen 55 worden teruggetrokken. Tedieneinde zijn de pennen 6 voorzien van zich op een afstand van elkaar bevindende uitsteeksels 12 en 13, die een hellend voorvlak 14 hebben, dat eindigt bij de radiale schouder 15. De verhogingen 7 hebben een busdeel 16 met een tapstoelopende invoer 18 en schouders 19 aan hun binneneinde, die worden gevormd door 80 0 2 3 52 r o - 5 - tussenruimten in de verhogingen 7. Wanneer de pennen 6 worden geduwd in de verhogingen 7, passeren de voorste uitsteeksels 12. door het husdeel 16 en de pennen worden onder spanning gebracht onder hun eigen veerkracht tot 5 de voorste uitsteeksels 12 achter de schouder 19 springen.

De pen is dan in zijn teruggetrokken stand (fig. 3) met het intree-einde van de pen liggend binnen het hulsdeel 16 en de achterste uitsteeksels 13 liggen dan binnen de invoer 18. Een verdere beweging van de pennen 6 in de 10 verhogingen 7 laten de uitsteeksels 13 op soortgelijke wijze springen achter de schouder 19 en de pennen zijn dan in de uitgestrekte toestand zoals weergegeven in fig. 2 waarin hun uitstekende einden tussen de ribben 8 kunnen grijpen.

15 In fig. 2 is de draineerinspectiekamer weergegeven voorzien van een plaat 20, die het deksel opneemt. Niet alleen kan de totale hoogte van de draineerinspectiekamer worden ingesteld door ineenpassen van de zijwanddelen 2 en 3 zoals boven beschreven, maar die hoogte kan ook worden 20 ingesteld door een gedeelte, van de lengte van het bovenste deel 3 af te snijden.

In de figuren 5 tot 8 zijn de onderste en bovenste cilindrische zijwanddelen weer aangeduid met resp. 2 en 3 en zijn gevormd door spuitgieten van kunststof. De 25 basis 1 is niet weergegeven in de figuren 5-8 maar is opgeborgen binnen het zijwanddeel 2 en is gemonteerd op het zijwanddeel 2 op precies dezelfde wijze als weergegeven in de figuren 1-3, waarbij het zijwanddeel weer voorzien is van de binnenrib 5 voor deze doeleinden.

30 Zoals het best uit fig. 6 blijkt, verschilt de buiten- ribformatie op het zijwanddeel 2 van die welke is weergegeven in de figuren 1-3, doordat de reeks horizontale ribben 22 worden gesneden door een reeks vertikale ribben 23.

De ribben 22 zijn onderbroken bij drie standen syrame-35 trisch op een afstand van elkaar onder 120° om de as van het zijwanddeel 2 om drie lineaire doorgangen te vormen door de ribben langs de lengte van het zijwanddeel 2, waarbij êên van deze doorgangen is weergegeven bij 24 in fig. 6. Ieder van deze doorgangen wordt begrensd aan êén zijde 40 door een vertikale rib 23 en aan de andere zijde door het

Sffö 52 - 6 - β einddeel 25 van ribben 22. De einddelen 25 zijn voorzien van uitsteeksels naar boven 26 en 27,. êën aan het uiteinde van het einddeel 25 en het andere langs het einddeel 25.

Elk van de uitsteeksels 26 en 27 heeft een hellend voor-5 vlak 28 en een schouder 29, die het achtervlak vormt.

Het zijwanddeel 3 is voorzien van drie êën geheel daarmede vormende U-vormende uitsteeksels 30 op zijn binnenvlak. De uitsteeksels 30 zijn symmetrisch op een afstand van elkaar geplaatst onder 120° om de as van het zijwanddeel 3. 10 De breedte van de doorgangen in het zijwanddeel is voldoende om het passeren, van de uitsteeksels daarlangs mogelijk te maken. Op deze wijze kan met de uitsteeksels 30 gelegen in de doorgangen het zijwanddeel worden verschoven langs het zijwanddeel 2 om de hoogte van de draineerinspectiekamer 15 in te stellen. Na een dergelijke instelling kan het zijwanddeel worden gedraaid om de uitsteeksels uit de doorgangen en tussen de einddelen 25 van de ribben 22 te bewegen. Het eerste gedeelte van deze draaiing zal de uitsteeksels 30 doen glijden op de hellende vlakken 28 van de uitsteeksels 20 26 östdat zij. vallen achter de schouders 29 van de uitsteek sels 26, zodat zij in de stand zijn zoals weergegeven bij 30^ in fig. 6. Deze relatieve plaatsing van de zijwanddelen 2 en 3 kan worden gebruikt voor het opbergen of voor de aanvankelijke tijdelijke hoogte-instelling. Voor de eindstand 25 van de delen 2 en 3 wordt het deel 3 verder gedraaid, zodat de uitsteeksels 30 zich in de stand bevihden als weergegeven bij 30" in fig. 6 tussen de schouder 29 van het uitsteeksel 27 en de aangrenzende vertika-le rib 23.

- C o n c 1 u S-_i-_ë_ § - 800 2 3 52

Claims (9)

1. Vooraf yervaardigde draineerinspectiekamer omvattend een basis en tenminste twee afzonderlijk gevormde zijwanddelen, met het kenmerk, dat de basis zodanige maximale buitenafraetingen heeft, dat hij kan worden 5 opgeborgen binnen één zijwanddeel en het genoemde ene zij-wanddeel zodanige maximale buitenafmetingen heeft, dat het kan worden opgeborgen binnen het andere zijwanddeel, en de twee zijwanddelen ten opzichte van elkaar vertikaal zijn geplaatst door uitsteeksels op êên van de genoemde 10 zijwanddelen die liggen tussen ribben gevormd op het andere zijwanddeel.

2. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de basis 15 wordt opgeborgen binnen het aangrenzende zijwanddeel en het genoemde aangrenzende zijwanddeel wordt opgeborgen binnen het volgende bovenste zijwanddeel.

3. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer vol-20 gens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat in de opgeborgen toestand de basis rust op een inwendige plaats van het zijwanddeel dat hem opneemt, en de twee zijwanddelen in elkaar passen door de plaatsing van de genoemde uitsteeksels tussen de genoemde ribben. 25

4. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens conclusie 1,2 of 3,met het kenmerk, dat de genoemde uitsteeksels op een afstand van elkaar zijn aangebracht om het zijwanddeel dat ze draagt, en het 30 andere zijwanddeel een reeks genoemde ribben hebben, die zich op een afstand van elkaar daarlangs bevinden, terwijl vertikaal zich uitstrekkende doorgangen zijn aangebracht door de genoemde ribben om de genoemde uitsteeksels op te nemen, waarbij de genoemde uitsteeksels kunnen passeren 35 langs de genoemde doorgangen om êên van de genoemde zijwanddelen in staat te stellen langs het andere zijwanddeel te glijden om de hoogte van de draineerinspectiekamer in te stellen en waarbij de relatieve draaiing van de genoemde O Π /1 9 7 K 9 - 8 - zijwanddelen de genoemde uitsteeksels uit de genoemde doorgangen laat bewegen en plaatsen tussen aangrenzende ribben van de genoemde ribben.

5. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens 5 één der voorgaande conclusies/ met het ken merk, dat de genoemde uitsteeksels afzonderlijk gevormde pennen omvatten, die zijn geplaatst in hulsdelen van verhogingen die één geheel, vormen met het zijwanddeel, dat de genoemde pennen draagt. 10

6. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de genoemde pennen een eerste insnappende montagestand in de genoemde hulsdelen hebben, waarin hun vooreinden liggen binnen de 15 hulsdelen van de verhogingen en een tweede insnappende montagestand, waarin de vooreinden van de penenn voorbij de hulsdelen uitsteken.

7. ~ Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens 20 conclusie 4,met het kenmerk, dat de genoemde ribben einddelen hebben, die grenzen aan de genoemde doorgangen en voorzien zijn van tenminste één zich naar boven uitstrekkend uitsteeksel, zodat wanneer de genoemde zijwand-deln worden gedraaid ten opzichte van elkaar, de eerstge-25 noemde uitsteeksels glijden over de genoemde zich naar boven uitstrekkende uitsteeksels op de genoemde ribeinddelen en daarachter worden opgesloten.

8. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens 30 conclusie 7,met het kenmerk, dat elk van de genoemde ribeinddelen twee van de genoemde zich naar boven uitstrekkende uitsteeksels heeft, waarbij één van deze uitsteeksels zich bevindt aan het uiteinde van het ribeinddeel grenzend aan de doorgang en het andere uitsteeksel zich op 35 een afstand van het uiteinde langs het ribeinddeel bevindt, zodat de eerstgenoemde uitsteeksels een eerste plaatsing hebben tussen de genoemde twee zich naar boven uitstrekkende uitsteeksels en een tweede plaatsing voorbij het zich naar boven uitstrekkende uitsteeksel op een afstand van het uit- 800 2 3 52 - 9 - einde langs het ribeinddeel.

9. Vooraf vervaardigde draineerinspectiekamer volgens conclusie 8, ra e t het kenmerk, dat de genoemde tweede plaatsing zich bevindt tussen het genoemde zich naar 5 boven uitstrekkende uitsteeksel op een afstand van het uiteinde langs het genoemde ribeinddeel en een vertikaal zich uitstrekkende rib op het zijwanddeel. 800 2 3 52