NL1025636C2 - Stapel houdersamenstellen. - Google Patents

Description

I»

Stapel houdersamenstellen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op stapel houdersamenstellen.

Een dergelijk houdersamenstel kan een eierdoos omvatten, maar begrepen dient 5 te worden dat ook andere houdersamenstellen voor het bevatten van andere levensmiddelen en/of van gebruiksvoorwerpen onder het bereik van de uitvinding vallen. Dergelijke houdersamenstellen kunnen vervaardigd worden uit kunststof, molded fibre materiaal, kartonachtig materiaal en dergelijke.

Dergelijke houdersamenstellen worden bij voorkeur in open positie als stapel in 10 elkaar geplaatst aan een station toegevoerd, waar de producten in het benedendeel geplaatst worden, waama vervolgens het als deksel fungerende bovendeel op het benedendeel geplaatst wordt. Daarbij is het van belang dat de verpakkingen niet in elkaar klemmen. Vanwege het productieproces voor het vervaardigen van de houdersamenstellen zullen deze enigszins lossend uitgevoerd zijn. Een dergelijke 15 lossende vorm geeft vaak aanleiding tot het klemmen van verpakkingen indien deze in elkaar gestapeld worden.

Om dit probleem te vermijden zijn in de stand der techniek ontnestingsvoorzie-ningen voorgesteld. Dit zijn nokken en dergelijke die voorkomen dat de verpakkingen volledig in elkaar gedrukt worden en vervolgens niet op eenvoudige wijze bij het 20 verpakkingsstation te scheiden zijn.

Zo is het bekend bij eierdozen aan de zijkanten ontnestingsvoorzieningen aan te brengen. Dergelijke eierdozen worden vervaardigd door het op een matrijs vormen en drogen van moulded fibre materiaal en de betreffende ontnestingsvoorzieningen bestaan uit een plaatselijke verdikking van het moulded fibre materiaal. Om dergelijke 25 ontnestingsvoorzieningen effectief te laten zijn dienen de nokken een behoorlijke breedte te hebben. Dit heeft tot gevolg dat het moulded fibre materiaal een behoorlijke dikte dient te hebben. Deze dikte is wezenlijk groter dan de dikte van het materiaal op overige posities. Daarom ontstaan problemen bij het vormen van een dergelijk houdersamenstel. Immers, de vormstap en daaropvolgende droogstap dienen in het 30 bijzonder afgestemd te worden op de bijzondere eisen gesteld door het plaatselijk dikkere materiaal. Daardoor wordt het proces vertraagd. Bovendien is het niet mogelijk aan een dergelijke voorziening een vaak gewenste gladde uiterlijke vorm te geven, omdat de grotere materiaaldikte niet eenvoudig nageperst kan worden.

1025636 2 US-A-3670952 toont een ontnestingsvoorziening bestaande uit een indrukking met een naar de oorspronkelijke omtrek teruglopend deel en een daarop volgende verdere indrukking. Bij het stapelen rust een wanddeel met de indrukking van een eerste houdersamenstel op de verdere indrukking van het monddeel van het daarop 5 volgende houdersamenstel. Een dergelijke uit twee indrukkingen bestaande ontnestingsvoorziening is gecompliceerd te vervaardigen en heeft een weinig aantrekkelijk aanzicht.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een houdersamenstel met ontnestingsvoorziening te voorzien die deze nadelen niet kent. Een dergelijke 10 ontnestingsvoorziening dient zowel bij moulded fibre materiaal als bij kartonachtig materiaal en kunststofmateriaal toegepast te kunnen worden.

Dit doel wordt bij een stapel houdersamenstellen verwezenlijkt doordat elk houdersamenstel omvat een benedendeel en een bovendeel, die scharnierend aan de achterzijde met elkaar verbonden zijn en tegenover de schamierzijde elk voorzien zijn 15 van een voorzijde, waarbij de voorzijde en achterzijde door een zijwand verbonden zijn, waarbij het benedendeel van middelen voorzien is voor het ontvangen van producten en het bovendeel voorzien is van een ontnestingsvoorziening, waarbij die ontnestingsvoorziening omvat een in de voorzijde, zijwand en/of achterzijde liggende zich naar binnen ten opzichte van die voorzijde, zijwand en/of achterzijde uitstrekkende 20 indrukking, waarbij de ontnestingsvoorziening van een eerste houdersamenstel zich op een eerste positie van dat bovendeel uitstrekt en de ontnestingsvoorziening van een daaraan grenzend tweede houdersamenstel zich op een tweede positie van dat bovendeel uitstrekt, waarbij die eerste positie een die tweede positie niet overlappend deel van dat bovendeel omvat en die tweede positie een die eerste positie niet 25 overlappend deel van dat bovendeel omvat.

Volgens de onderhavige uitvinding zijn ten minste twee verschillende typen ontnestingsvoorzieningen aanwezig. Elk type omvat een ontnestingsvoorziening zoals hierboven beschreven, zijnde een indrukking, maar deze indrukkingen worden op verschillende posities geplaatst. Daardoor wordt steeds gegarandeerd dat de op elkaar 30 volgende indrukkingen niet in elkaar geschoven worden, maar dat steeds de ontnestingsvoorzieningen op elkaar komen te liggen, waardoor een optimale stapeling bereikt kan worden. Op deze wijze is het mogelijk met twee verschillende typen houdersamenstellen, die in een productieproces vervaardigd kunnen worden, een reeks 102563b 3 houdersamenstellen te vormen, waarbij door de samenwerkende ontnestingsvoorzieningen op effectieve wijze in elkaar klemmen voorkomen wordt.

Door het aan de voorzijde aanbrengen van de ontnestingsvoorziening van het houdersamenstel wordt op bijzonder effectieve wijze voorkomen dat twee in elkaar 5 geplaatste houdersamenstellen ten opzichte van elkaar klemmen. Daardoor kan met een verhoudingsgewijs geringe dikte volstaan worden, dat wil zeggen de ontnestingsvoorziening hoeft zich slechts over geringe afstand in het inwendige van het bovendeel uit te strekken. Volgens de onderhavige uitvinding wordt een dergelijk inspringend deel verwezenlijkt door een indrukking. Een dergelijke indrukking kan in 10 hoofdzaak dezelfde materiaaldikte hebben als de materiaaldikte van het overige deel van het houdersamenstel. Daardoor wordt het productieproces niet langer bepaald door de eisen te stellen aan een dergelijke indrukking. Bovendien is het mogelijk een dergelijke indrukking deel te laten zijn van een, bijvoorbeeld bij moulded fibre verpakkingen, gebruikelijk napers-proces.

15 Om in een stabiele positionering van bovendelen in elkaar te voorzien worden volgens de onderhavige uitvinding per houdersamenstel ten minste twee indrukkingen toegepast. Begrepen dient te worden dat onder een houdersamenstel, zoals hier beschreven, een houdersamenstel verstaan kan worden welke in feite uit twee houders bestaat, die tijdens of na het verpakken met de producten door een eenvoudige 20 handeling van elkaar gescheiden kunnen worden. Ook is het mogelijk drie of meer van dergelijke houders in een enkel houdersamenstel op te nemen.

Doordat een indrukking gebruikt wordt is het mogelijk deze in een later stadium van een afdekking te voorzien, zodat deze indrukking zich aan het oog onttrekt. Een dergelijke afdekking kan een etiket zijn dat over de indrukking uitwendig aangebracht 25 is.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is het benedendeel van het houdersamenstel voorzien van een zich daarvanaf uitstrekkende grendellip. Deze grendellip is voorzien van een grendelnok, die uitgevoerd is om langs het inwendige van het bovendeel te bewegen en naar buiten uit te veren bij het ontmoeten van een 30 opening in het bovendeel. Deze opening is volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding direct aansluitend op de indrukking aangebracht. Op deze wijze kan de indrukking op bijzonder eenvoudige wijze verwezenlijkt worden.

1025 6 3 U

4

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering strekt de ontnestingsvoorziening zich niet alleen over de voorzijde van het bovendeel van het houdersamenstel uit, maar eveneens op de daaraansluitende bovenzijde van het bovendeel. Dat wil zeggen, de indrukking is nabij de overgang voorzijde-bovendeel 5 aangebracht.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de eerder beschreven grendellip van een uitsparing voorzien die zich om de indrukking uitstrekt. Het daaraangrenzende deel van de uitsparing strekt zich dieper in het boven-dcel van het houdersamenstel uit.

10 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeelde uitvoeringsvorm verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 in perspectief een eierdoos in gedeeltelijke geopende toestand;

Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 met gesloten deksel;

Fig. 3 in detail een aanzicht volgens pijl III uit fig. 1 met gesloten deksel, en 15 Fig. 4 a, b in detail het op elkaar stapelen van een reeks houdersamenstellen voorzien van de ontnestingsvoorziening volgens de onderhavige uitvinding.

In de figuren is met 1 een tweevoudige eierdoos aangegeven. Zoals hierboven beschreven is de uitvinding niet beperkt tot een enkelvoudige of meervoudige eierdop, maar kan elke verpakking omvatten, bestaande uit scharnierend met elkaar verbonden 20 een bovendeel en een benedendeel.

In het onderhavige voorbeeld is het bovendeel of deksel met 2 aangegeven en het benedendeel met 3. In het benedendeel zijn holten 4 begrensd door torens 5. In dergelijke holten kunnen eieren op beschermde wijze opgenomen worden. Bovendeel 2 en benedendeel 3 zijn aan de achterzijde 25 respectievelijk 26 door middel van een 25 scharnier 6 verbonden. Met 7 zijn de zijkanten van het benedendeel 3 aangegeven, terwijl met 8 de zijkanten van het boven-deel 2 aangegeven zijn. 9 Is de voorzijde van het benedendeel 3, terwijl met 10 de voorzijde van het bovendeel aangegeven is. Op de voorzijde 9 van het benedendeel 3 sluiten zich grendellippen 13 aan, die naar buiten veren en voorzien zijn van grendelnokken 14. De grendellip 13 is nabij de nok voorzien 3 0 van een uitsparing 15.

Het benedendeel 3 is voorzien van een achterzijde 12, terwijl het bovendeel 2 voorzien is van een achterzijde 11.

1025636 5

In de voorzijde 10 van het bovendeel 2 bevindt zich een opening 16, waarin grendelnok 14 kan vallen. Dit blijkt meer in het bijzonder uit fig. 2. Boven deze opening 16 bevindt zich een ontnestingsvoorziening. Volgens de onderhavige uitvinding is deze uitgevoerd als ontnestingsnok 17. Deze ontnestingsnok 17 bestaat uit 5 een in de tekening horizontaal deel 19 en een daarop aansluitend naar binnen verplaatst verticaal deel 21. Deze zijn tezamen als indrukking uitgevoerd. Een uitsparing 20 ten opzichte van de voorzijde 10 in het horizontale deel 19 is aanwezig, zoals blijkt uit fig.

3. Grendellip 13 is voorzien van een uitsparing 15 die zodanig uitgevoerd is dat deze om het horizontale deel 19 valt, waardoor de lip 13 zich tot praktisch de bovenzijde van 10 het bovendeel uitstrekt. Zo kan in een bijzonder stabiele vergrendeling worden voorzien. In de gesloten toestand rust het horizontale deel 19 op deel 13 (zie 4.2) waardoor de druksterkte van de doos verder toeneemt. Daardoor kan een groter aantal dozen op elkaar gestapeld worden. Over de opening 16 kan een etiket 22 of dergelijke - aangebracht worden. De nok 14 strekt zich in.de gesloten positie door opening 16 uit en 15 door het indrukken van nok 14 door opening 16 kan ontgrendeling plaatsvinden.

Een etiket 22 is zodanig uitgevoerd dat dit voorzien is van een opening 28 die overeen komt met de opening in de voorzijde van het deksel. Echter is dit etiket over de zich daarboven bevindende indrukking aangebracht, zodat deze indrukking door de consument niet waar te nemen is. Anderzijds heeft het zo aanbrengen van het etiket 20 geen gevolgen voor de werking van de ontnestingsvoorziening. Bovendien wordt het etiket bij het open- en dichtklappen niet beschadigd door deformatie.

Uit fig. 4 a,b blijkt een detail van de ontgrendelingsvoorziening van verschillende houdersamenstellen die op elkaar geplaatst zijn. Daaruit blijkt, dat de ontnestingsnokken 17 zich niet in elk bovendeel op dezelfde plaats bevinden. De 25 ontnestingsnokken die zich op een andere plaats bevinden, zijn met 18 aangegeven.

Door dit versprongen aanbrengen wordt voorkomen dat de ontnestingsnokken in elkaar vallen respectievelijk over elkaar schuiven en daardoor klemming ontstaat. Op de in fig. 4 getoonde wijze is het mogelijk met behulp van twee verschillende soorten ontnestingsnokken (verschillende positie in langsrichting van het bovendeel) in elkaar 30 nesten bij eenvoudig ontstapelen te waarborgen.

Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk de afstand tussen twee aangrenzende houdersamenstellen te beperken tot 5-15 mm en meer in het bijzonder 8-10 mm. Deze hoogte wordt bepaald door de hoogte van de nokken, dat wil zeggen de 1025636 6 hoogte van het verticale deel 21 (fig. 3). Met de onderhavige uitvinding wordt in een integratie voorzien van de nok 14, de daarbijbehorende opening 16 en de ontnestingsnok 17.

De hier beschreven ontnestingsnokken 17, 18 kunnen, indien het 5 houdersamenstel uit moulded fibre materiaal vervaardigd wordt, op eenvoudige wijze nageperst worden, dat wil zeggen een soms gewenst glad uiterlijk krijgen. Doordat de wanddikte van de delen 19,21 niet af hoeft te wijken van de wanddelen van het overige materiaal van de verpakking, bestaan productietechnisch geen problemen die veroorzaakt worden door grotere materiaaldikte. Door de verspringende constructie van 10 de ontnestingsnokken 17,18 kunnen deze bijzonder eenvoudig lossend uitgevoerd zijn.

Begrepen zal worden, dat in het benedendeel 3 eveneens ontnestingsvoorzie-ningen aangebracht kunnen zijn. Dit kunnen in de stand der techniek bekende constructies, of constructies zijn die gelijken op hetgeen hierboven beschreven is.

- - Na het lezen.van de bovenstaande beschrijving zullen bij de degene bekwaam in 15 de stand der techniek dadelijk verdere varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies en welke voor de hand liggend zijn na het bovenstaande.

1025636

Claims (10)

1. Stapel houdersamenstellen, waarbij elk houdersamenstel omvat een benedendeel (3) en een bovendeel (2), die scharnierend (6) aan de achterzijde (25,26) met elkaar 5 verbonden zijn en tegenover de schamierzijde elk voorzien zijn van een voorzijde (9, 10), waarbij de voorzijde en achterzijde door een zijwand (8) verbonden zijn, waarbij het benedendeel (3) van middelen (4,5) voorzien is voor het ontvangen van producten en het bovendeel voorzien is van een ontnestingsvoorziening (17,18), waarbij die ontnestingsvoorziening omvat een in de voorzijde (10), zijwand (8) en/of achterzijde 10 (25) liggende zich naar binnen ten opzichte van die voorzijde, zijwand en/of achterzijde uitstrekkende indrukking (19), waarbij de ontnestingsvoorziening (17) van een eerste houdersamenstel zich op een eerste positie van dat bovendeel (2) uitstrekt en de ontnestingsvoorziening (18) van een daaraan grenzend tweede houdersamenstel zich op een tweede positie van dat bovendeel uitstrekt, waarbij die eerste positie een die tweede 15 positie niet overlappend deel van dat bovendeel omvat en die tweede positie een die eerste positie niet overlappend deel van dat bovendeel omvat.

2. Stapel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk houdersamenstel omvat twee op afstand liggende ontnestingsvoorzieningen. 20

3. Stapel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die ontnestingsvoorziening aangebracht is op de begrenzing van de voorzijde (10) en het daaraan grenzende bovenoppervlak (23).

4. Stapel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij over die ontnestingsvoorziening een afdekking (22) aangebracht is.

5. Stapel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het benedendeel (4) voorzien is van een zich vanaf de voorzijde daarvan uitstrekkende sluitlip (13) en het 30 bovendeel voorzien is van een daarmee samenwerkende opening (16).

6. Stapel volgens conclusie 5, waarbij die opening (16) een begrenzing van die ontnestingsvoorziening (17,18) is. 1025636

7. Stapel volgens een van de conclusies 5 of 6, waarbij die lip van een zich om die ontnestingsvoorziening uitstrekkende uitsparing (15) voorzien is.

8. Stapel volgens een van de conclusies 5-7, waarbij die sluitlip in aangrijping is met die indrukking (19).

9. Stapel volgens een van de voorgaande conclusies omvattende een eierdoos.

10. Stapel volgens een van de voorgaande conclusies omvattende twee te scheiden houders. 1025636