NL8002100A - Opblaasbare verbinding met een grote uitzetting. - Google Patents
Opblaasbare verbinding met een grote uitzetting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8002100A NL8002100A NL8002100A NL8002100A NL8002100A NL 8002100 A NL8002100 A NL 8002100A NL 8002100 A NL8002100 A NL 8002100A NL 8002100 A NL8002100 A NL 8002100A NL 8002100 A NL8002100 A NL 8002100A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- connection
- active part
- wall
- meshes
- joint
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16J—PISTONS; CYLINDERS; SEALINGS
- F16J15/00—Sealings
- F16J15/46—Sealings with packing ring expanded or pressed into place by fluid pressure, e.g. inflatable packings
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23K—SOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
- B23K15/00—Electron-beam welding or cutting
- B23K15/06—Electron-beam welding or cutting within a vacuum chamber
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J37/00—Discharge tubes with provision for introducing objects or material to be exposed to the discharge, e.g. for the purpose of examination or processing thereof
- H01J37/02—Details
- H01J37/18—Vacuum locks ; Means for obtaining or maintaining the desired pressure within the vessel
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Analytical Chemistry (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Architecture (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Sealing Devices (AREA)
- Pressure Vessels And Lids Thereof (AREA)
- Gasket Seals (AREA)
- Actuator (AREA)
- Building Environments (AREA)
- Welding Or Cutting Using Electron Beams (AREA)
- Massaging Devices (AREA)
- Prostheses (AREA)
Description
‘V *
Opblaasbare verbinding met een grote uitzetting.
De uitvinding heeft betrekking op een opblaasbare verbinding, bestemd om afdichtend te worden gedrukt tegen een wand, in de nabijheid waarvan de verbinding is opgesteld.
Bij de algemeenste toepassing daarvan, is een dergelijke 5 verbinding bestemd voor het afdichten van de gemeenschappelijke lijn op het gemeenschappelijke oppervlak van twee in onderlinge aanraking zijnde constructies, waarbij de verbinding zelf dan deze lijn of dit oppervlak gestalte geeft. De zodoende tot stand gebrachte afdichting moet de grootst mogelijke gewenste drukverschillen kunnen weerstaan, 10 die aan weerszijden van de raaklijn of het raakoppervlak heersen, welke verschillen in het bijzonder aanzienlijk zijn wanneer het gaat om een zeer sterk vacuüm aan één zijde van de afscheiding.
Bij een ander geval van toepassing van de onderhavige verbinding kan het gaan om het afdichtend omvatten van een cilindrische 15 constructie, zoals bijvoorbeeld een buis of een staaf met een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede. In het bijzonder wanneer een dergelijke constructie zich uitstrekt door een gesloten kamer, die door dichte wanden wordt begrensd, maken twee onderhavige verbindingen, elk aangebracht voor het afsluiten van de betrokken opening van de wand 20 van de kamer en gedrukt tegen de constructie, het mogelijk de afdichting van de betrokken kamer te verzekeren. Verder kan nog in het bijzonder de afdichting worden verzekerd van het vacuüm, dat heerst in het inwendige van een laskamer, wanneer deze alle onderdelen omsluit van de verbinding van twee door lassen onderling samen te voegen buis-25 vormige constructies, bijvoorbeeld twee elementen van een onderwater-leiding voor aardolieprodukten tijdens het leggen daarvan, waarbij de 8002100 2 besproken werkwijze van het samenvoegen "bestaat uit het lassen door electronenbundels volgens de in hoofdzaak cirkelvormige richting van de verbinding tussen de twee constructies. Het kan eveneens gaan om een afdichting van een kamer, waarin een bepaalde druk heerst, die 5 hoger is dan de atmosferische druk.
Een van de moeilijkheden, die gewoonlijk wordt aangetroffen bij gevallen van deze aard, ligt in het feit, dat de door-sneden constructies ruw van de ketelmakerij worden gebruikt, waarbij de onvermijdelijke oppervlakteuitsteeksels en -oneffenheden dan het gebruik •|q van gebruikelijke af dichtende verbindingen uit sluiten. Eveneens moet het hoofd worden geboden aan een andere moeilijkheid, die optreedt in het voomoerade geval. Na het hebben uitgevoerd van het lassen van het aanvullende element, dat is bestemd om te worden samengevoegd met het vrije einde van de leiding, moet in feite het ondergedompelde 15 gedeelte daarvan over een bepaalde lengte worden neergelaten, welk gedeelte eveneens het zojuist daarmee samengevoegde aanvullende element omvat, dit met het oog op het met de leiding samenvoegen van een nieuw aanvullend element. Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden voorkomen om elk gevaar te voorkomen van beschadiging van aanwezige or-2o ganen, in het bijzonder de toestellen voor het plaatsen en lassen, die altijd gevoelig en breekbaar zijn. Voor dit doel wordt voor de onderhavige verbindingen, waarmee de doorsnijdingsopeningen van de laska-mer zijn uitgerust, de eis gesteld, dat zij in de open stand een vrije ruimte kunnen verschaffen rond de doorsnijdende constructie, vanwelke 25 ruimte de diameter een waarde moet bereiken in de orde van 2 maal die van de diameter van de constructie zelf, welke orde van grootte in de praktijk meer dan 100 maal groter kan zijn dan die, gewoonlijk verkregen met een gebruikelijke verbinding, en meer dan 10 maal groter dan die van de dikte van de verbinding zelf in de samengetrokken stand. 30 De feitelijk bekende opblaasbare verbindingen maken het verkrijgen van zowel een goede afdichting in de werkstand als het vrijmaken van een aanzienlijke vrije ruimte in de ingetrokken stand, absoluut niet mogelijk.
Volgens een kenmerk van de uitvinding bestaat bij een op-35 blaasbare verbinding, die kan worden onderworpen aan een opblaasdruk, 8002100 » * 3 die een gedeelte, te veten het werkzame, van de verbinding in een werkstand kan plaatsen, vaarin het werkzame gedeelte afdichtend drukt tegen een wand, en kan worden onderworpen aan een intrekvacuüm, dat het werkzame gedeelte in een ingetrokken stand plaatst op afstand van 5 de wand, het werkzame gedeelte uit een samengesteld materiaal, da.t althans een veerkrachtig materiaal omvat, waarin althans een samenstel grote en vervormbare mazen is opgenomen van weinig rekbare vezels , die aan het materiaal zodanige buigzaamheidseigenschappen en anisotrope mechanische sterkte geven,· dat het werkzame gedeelte een 10 veerkracht vertoont, die het in de ingetrokken stand komen mogelijk maakt, en een mechanische sterkte, die het in de werkstand weerstaan mogelijk maakt van verschillende uitwendige drukken, en zodoende de noodzaak opheft van een uitwendige versterking van de verbinding, welke versterking de tussen de verbinding en de wand in de ingetrok-1^ ken stand van de verbinding vrijgelaten ruimte, zou beperken. Onder "grote en vervormbare mazen" worden mazen verstaan, die op een voldoende onderlinge afstand liggen, zodat de vorm daarvan een volledige wijziging kan ondergaan, in het bijzonder door het afwisselend in de ene en andere van twee loodrechte richtingen uitrekken daarvan.
2Q Bij afwezigheid van opblaasdruk en intrekvacuüm, is de stand, te weten de ruststand, die dan door het werkzame gedeelte van de opblaasbare verbinding wordt ingenomen, bij voorkeur zeer dicht bij de werkstand, in ieder geval dichter bij de werkstand dan bij de ingetrokken stand. Deze eigenschap is belangrijk voor het verkrijgen van 25 een uitstekende afdichting, want het werkzame gedeelte van de opblaasbare verbinding is dan gespannen, maar praktisch niet vervormd in de werkstand. In het bijzonder geval van een opblaasbare verbinding, die een cilindrische wand omgeeft, wordt zodoende de vorming voorkomen van vouwen in het werkzame gedeelte van de opblaasbare verbinding.
2o Volgens een ander kenmerk van de uitvinding, omvat de verbin ding een tweede, stijf gedeelte, bij voorkeur evenwijdig aan de wand, en samengevoegd met het werkzame gedeelte voor het sluiten daarvan in het gebied tegenover de wand, en het zodoende in het inwendige van het werkzame gedeelte vormen van een hermetisch gesloten ruimte. In 35 deze omsloten ruimte wordt een bepaalde druk gebracht, hoger dan de 8002100 k atmosferische of daarentegen een "bepaald vacuüm, waarbij het inwendige van de omsloten ruimte, indien nodig, ook direkt in verbinding kan zijn geplaatst met de atmosfeer.
In het eerste geval wordt de werkstand van de verbinding 5 verkregen, in het tweede de ingetrokken stand en in het derde de ruststand van dezelfde verbinding.
Het werkzame gedeelte van de verbinding is vervaardigd van een materiaal, dat zowel buigzaam als sterk is, bijvoorbeeld een elastomeergom, dat enerzijds de afdichting -kan -verzekeren, van --de -ver-10 binding in aanraking met het ruwe oppervlak van de constructie onder het aannemen van de vorm van de onregelmatigheden van dit oppervlak, en anderzijds het door het werkzame gedeelte van de verbinding innemen van de gsrenste samengetrokken stand. Wegens de eigen vorm van de onderhavige verbinding, moet de veerkracht van het werkzame gedeelte daar-15 van anisotroop en verschillend zijn. In het geval van een verbinding, die een omwentelingsvorm vertoont, moet deze veerkracht zich uitsluitend openbaren in de omtreksrichting en de omtrek naar het midden kruisen, waarbij de veerkracht vrijwel nul moet zijn in de radiale richting. Alleen op deze wijze is het mogelijk, dat in het geval, 20 waarover het gaat, het werkzame gedeelte van de verbinding beter de opblaasdruk kan dragen, waaraan de verbinding in de werkstand daarvan moet worden onderworpen, evenals de krachten, die hetzelfde werkzame gedeelte moet ondergaan wanneer een bepaald vacuüm in het inwendige van de verbinding is opgewekt teneinde de ingetrokken stand te-25 weeg te brengen. Aangezien materialen van de elastomeergomsoort niet altijd voor wat dit betreft voldoende mechanische eigenschappen vertonen, wordt volgens de uitvinding voor het vormen van het werkzame gedeelte van de verbinding een beroep gedaan op een samengesteld materiaal, zoals hiervoor is besproken. Dit materiaal omvat bij voor-30 keur een aantal op elkaar geplaatste elastomeerlagen met tussenplaat-sing van netwerken of weefsels van sterke en weinig rekbare vezels, welke netwerken of weefsels een bepaalde geometrische vervormbaar-heid van de mazen vertonen, waaruit zij bestaan, hetgeen het mogelijk maakt de mechanische sterkte van het samenstel van het werkzame gedeel-35 te van de verbinding te verzekeren onder de hiervoor uiteengezette 8002100
* V
5 omstandigheden, zonder dat de draden, die de mazen van het netwerk vormen, zelf enige uitrekking behoeven te ondergaan.
De lagen van elastomeermateriaal kunnen van rubber zijn of van een ander materiaal, zoals nitriel, polychloronreen, butyl, gechlo-^ rosulfaneerde polyetheen, enz. Het tussen twee willekeurige lagen geplaatste netwerk of weefsel is van de soort met platte knopen, maar kan ook evengoed bestaan uit veelvoudige, gedraaide en gekruiste vezels. De vezels kunnen bijvoorbeeld natuurlijke vezels zijn, kunstmatige vezels,· staalvezels,’ enz. Bij de toppen van de'mazen zijn de 10 vezels verbonden of verenigd door een ander middel, zoals een las.
Het samenstel wordt in vormen gevulcaniseerd in een autoclaaf bij een temperatuur, die verenigbaar is met het goede gedrag tijdens bedrijf van de verschillende materialen, die het zodoende bepaalde, samengestelde vel^ormen onder de werkomstandigheden, overeenkomende met de twee eindstanden van de verbinding: werkstand, waarin het inwendige ven de ’rerbinding is onderworpen aan een druk, die bijvoorbeeld in de orde van 0,1 MPa relatief kan zijn, hetgeen in feite 0,2 MPa vertegenwoordigt aan de zijde van de wand van de verbinding, die zich in direkte aanraking bevindt met 2o een kamer, in het inwendige waarvan een sterk vacuüm heerst, bijvoorbeeld in de orde van 1,33 Pa, ingetrokken stand, waarin een gedeeltelijk vacuüm, veel minder sterk dan het in de kamer heersende vacuüm wordt opgewekt in het inwendige van de verbinding, waarbij de atmosferische druk buiten de 25 verbinding heerst. Bijzonder zorg moet worden besteed aan de verwezenlijking van de samenvoeging tussen het werkzame gedeelte van de verbinding en de stijve,drager daarvan. Deze samenvoeging vindt bij voorkeur plaats met behulp van tapbouten, gegrendeld met behulp van passende onderlegringen en moeren. Teneinde het ovaal worden te voorkomen 30 van de doorgangsgaten van de tapbouten in de wand van het werkzame gedeelten van de verbinding, wordt het mazennetwerk in dit gebied vervangen door een sterkere wapening, die bijvoorbeeld van nylon kan zijn, welke wapening is verbonden met het netwerk. Indien bij wijze van voorbeeld het rekvermogen van het netwerk 1U0 tot 150$ kan berei-35 ken, is die van de wapening vrijwel 0. De verbinding tussen het 8002100 6 netwerk en de wapening vindt plaats gedurende het vulcaniseren van het samenstel.
De doorgangsgaten van de tapbouten in de wand van het werkzame gedeelte worden bij voorkeur aangebracht door ponsen.
5 Opgemerkt wordt, dat het samenvoegen tussen de twee gedeel ten van de verbinding door een willekeurig bekend middel kan worden verwezenlijkt, in het bijzonder door plakken, waarbij de afdichting van de samenvoeging evenwel met voorrang in acht moet worden genomen.
Bij wijze van voorbeeld kan de wand van het. werkzame «gedeel- - - - 10 te van de verbinding alsvolgt zijn samengesteld: een middenlaag van rubber of een elastomeer en met een dikte van ongeveer 0,7 mm, twee buitenlagen, aan weerszijden van de middenlaag en met elk een dikte van ongeveer 1 ,¾ mm, 15 twee mazennetwerklagen, elk aangebracht tussen een van de buitenlagen en de middenlaag, en met een dikte van ongeveer 0,3 tot 0,1 mm, en twee wapeningen in het verlengde van de mazennetwerken, en met een dikte, die in hoofdzaak gelijk is aan die van deze netwer- 20 ken.
De mazennetwerken kunnen voor het vormen van een ononderbroken constructie worden afgesloten door het doen overlappen van de eindmazen of een gesloten netwerk kan op ononderbroken wijze worden verwezenlijkt.
25 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van êén uitvoeringsvorm van de onderhavige verbinding in de werkstand, fig. 1a een ruimtelijk aanzicht is van de verbinding volgens 30 fig. 1 in de ingetrokken stand, fig. 2 een ruimtelijk aanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige verbinding, fig. 3 een ruimtelijk aanzicht is van het werkzame gedeelte van de verbinding bij een andere uitvoeringsvorm daarvan, 35 fig· 1 een vertikale doorsnede is van het werkzame gedeelte 8002100 * · 7 van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 in de werkstand, fig. 5 een vertikale doorsnede is'^ran hetzelfde werkzame gedeelte in de ingetrokken stand, fig. 6 een ruimtelijk aanzicht is van een toestelsamenstel 5 voor het toepassen van de onderhavige verbinding tijdens het door lassen met electronenbundels onderling samenvoegen van twee buisvormige constructies, fig. 7 een doorsnede is voor het weergeven van de samenstelling van het weefsel van de wand van het werkzame gedeelte van 10 de onderhavige verbinding nabij de omtreksrand daarvan, fig. 8 een doorsnede is volgens een vlak evenwijdig aan het eindvlak van de wand van het werkzame gedeelte van de verbinding, waarbij enkele mazen van het netwerk zijn weergegeven in de ruststand daarvan, 15 fig. 9 een aan fig. 8 gelijke doorsnede is van een gedeel te van hetzelfde netwerl: in de gesloten stand daarvan, fig. 10 een aan fig. 8 gelijke doorsnede is van een gedeelte van hetzelfde netwerk in de ingetrokken stand daarvan, fig. 11 een vertikale doorsnede is van een uitvoeringsva-20 riant, waarbij de wand van het werkzame gedeelte van de verbinding is versterkt door een aantal opblaasbare kralen, en fig. 12 een vertikale doorsnede is van een uitvoerings-variant, waarbij de wand van het werkzame gedeelte van de verbinding is versterkt door een aantal stijve balijnen.
25 In fig. 1 is een vlakke wand 10 te zien, waartegen met de middenbnd 1 daarvan het werkzame gedeelte van een opblaasbare verbinding in de werkstand komt aan te drukken, vanwelke verbinding bij 8 het stijve gedeelte is weergegeven. De middenband 1, die evenwijdig is aan de vlakke wand 10, is aan weerszijden verlengd door zijde-30 lingse wangen 2 en 3, die met het stijve gedeelte 8 worden samengevoegd door tapbouten, waarvan de hartlijnen zijn weergegeven bij ^, welk samenvoegen evenwel door een willekeurig ander bekend middel tot stand kan worden gebracht. Het werkzame gedeelte 1, 2, 3 bestaat uit een veerkrachtig materiaal met daarin opgenomen vervormbare mazen.
35 Samen vormen het werkzame gedeelte en het stijve gedeelte van de 8002100 8 verbinding een hermetisch gesloten ruimte, die in het geval van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 een in het algemeen langwerpige, in hoofdzaak rechthoekige vorm vertoont. Als variant kan de middenband 1 inwendig zijn versterkt door een stijve plaat, eventueel in de vorm 5 van een platte ring, evenwijdig aan de wand 10 en aan het stijve gedeelte 8 van de verbinding, waarbij 8a de koppeling weergeeft voor het onder druk of onder onderdruk plaatsen van de omsloten ruimte.
Ter vereenvoudiging zijn de koppelingen van deze soort in de andere figuren niet langer weergegeven. In fig. 1a is dezelfde verbinding 10 weergegeven, waarbij het werkzame gedeelte daarvan zich ditmaal in de ingetrokken stand bevindt. Omdat de stand van het stijve gedeelte van de verbinding ten opzichte van de wand 10 onveranderlijk wordt gehouden, is te zien, dat als gevolg van het vacuüm opgewekt in het inwendige van de omsloten ruimte, gevormd door de verbinding, de 15 middenband daarvan wordt opgevouwen totdat deze zeer dicht bij het stijve gedeelte 8 komt onder het zodoende vrijmaken van een grote tussenruimte tussen de wand 10 en het stijve gedeelte van de verbinding.
De ruststand van de verbinding is niet weergegeven, omdat 20 de middenband 1 in deze stand een vorm aanneemt, die praktisch gelijk is aan die, welke is te zien in fig. 1, behalve dat de middenband geen enkele druk uitoefent op de wand 10, waarbij de aanraking dan niet dicht is.
In fig. 2 is een uitvoeringsvorm weergegeven, die dicht 25 bij die van de voorgaande twee figuren ligt, waarbij het enige verschil is, dat de algemene vorm van de verbinding in plaats van rechtlijnig te zijn, in hoofdzaak cirkelvormig is, en het stijve gedeelte 8 ringvormig is en zich in een vlak evenwijdig aan de wand 10 bevindt. In deze vorm kan de onderhavige verbinding dienen voor het begrenzen van een afgedichte cirkelvormige kamer tussen twee evenwijdige wanden 10 en 10a, welke laatste met onderbroken lijnen is weergegeven.
Een van belang zijnde bijzonderheid van de onderhavige verbinding is het mogelijk maken, dat een wand 10 kleine verplaatsingen kan uit voeren in het vlak daarvan rond de uit gangs stand daarvan met 33 behoud van de afdichtingskwaliteiten van de verbinding, die wordt vervormd dankzij de buigzaamheid daarvan en de veerkracht van het 8002100 9 werkzame gedeelte daarvan, dat evenwel krachtig tegen de wand 10 blijft gedrukt. Dit gedrag van de verbinding is in het bijzonder zuiver wanneer de vorm van de middenband daarvan die van een cirkel· nadert, zoals in fig. 2, meer nog dan die van een rechthoek, zoals ^ weergegeven in de fig. 1 en 1a.
Een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige verbinding is, zoals reeds uiteengezet, die waarbij op een afgedichte wijze een cilindrische constructie moet worden omsloten, zoals bijvoorbeeld een buis of een staaf met een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoor-1q snede.
In fig. 3 is het werkzame gedeelte weergegeven van een dergelijke verbinding, waarvan het stijve gedeelte is weggenomen. Het werkzame gedeelte heeft dan in hoofdzaak de vorm van een klos of een dol met een cilindrisch middengedeelte 1 en twee dwarswangen 2 en 3. je Deze wangen kunnen in hoofdzaak afgeknot gele vormige oppervlakken vertonen, bijvoorbeeld onderling symmetrisch en met de convexiteit of aan de andere kant de concaviteit daarvan naar elkaar gericht.
Voor wat betreft het stijve gedeelte van de verbinding, zichtbaar bij 8 in de fig. h en 5, die hierna worden beschreven, 20 vertoont dit een in fcoofdzaak cilindrische vorm, die uitwendig het werkzame gedeelte omhult en op afgedichte wijze daarmee is samengevoegd door omgeslagen gedeelten, met voordeel in de vorm van flenzen, waarin boringen overeenkomen met de boringen U in fig. 3, en waarin tapbouten worden opgenomen voor het samenvoegen van de werkzame en 25 stijve gedeelten van de verbinding, zoals hierna wordt uiteengezet.
In dezelfde fig. is tevens een van de mazennetwerken weergegeven, die het weefsel omvatten, waaruit het werkzame gedeelte bestaat, waarbij de vezels, waaruit de mazen bestaan, zijn weergegeven bij 5, en de scherpe hoek van een van de door deze vezels gevormde 30 ruiten, is weergegeven bij 6.
Aan de omtrek van het werkzame gedeelte is het mazennetwerk versterkt door een wapening, die zichtbaar is bij 7, vanwelke wapening de mechanische sterkte groter is dan die van het netwerk. Aan de wijze waarop de wand van het werkzame gedeelte van de verbinding 35 is uitgevoerd, is te zien, dat de veerkracht daarvan anisotroou en 8002100 10 verschillend is, dat deze uitsluitend aan de dag treedt in de omtreks-richting en dat deze de omtrek kruist naar het midden van de twee wangen, welke veerkracht in de radiale richting vrijwel 0 is.
In fig. U is de onderhavige verbinding weergegeven in de 5 werkstand. Zodoende is het werkzame gedeelte waar te nemen van de verbinding, bestaande uit een middengedeelte 1, dat hier cilindrisch is, en de twee wangen 2 en 3, waarbij het samenstel ononderbroken is en aan de zijde van het stijve gedeelte 8 van de verbinding eindigt om te worden samengevoegd met de omgeslagen randen 9 van. het stijve .
10 gedeelte met behulp van niet weergegeven tapbouten, bestemd om te worden opgenomen in de openingen U. Bij 15 en 16 zijn twee ringvormige tegenflemen te zien, bestemd voor het versterken van de dichte bovenste en onderste samenvoegingen van het werkzame gedeelte aan het stijve gedeelte van de verbinding.
15 Het middengedeelte 1 van de verbinding komt krachtig te drukken tegen de doorsnijdende constructie 10 onder invloed van een overdruk,opgewekt in het inwendige van de ruimte 13 met de vorm van een torus, vanwelke overdruk de waarde bijvoorbeeld in de orde van 0,1 MPa is, hetgeen gelijk is aan een druk van ongeveer 0,2 MPa 20 absoluut. Bij het beschouwen van een cilindrische wand 1U, coaxiaal met de doorsnijdende constructie 10, en aannemende, dat aan de onderste rand van de wand 1¾ een andere onderhavige verbinding op een wijze samengevoegd, gelijk aan de in fig. h weergegeven en aan de bovenste rand van de plaat it tot stand gebrachte samenvoeging, 25 wordt aangebracht, is te zien, dat de ruimte in de vorm van een torus, aangeduid door 12 en liggende tussen enerzijds de constructie 10, anderzijds de wand 1U en van boven naar beneden tussen de twee onderhavige verbindingen, een laskamer vormt, waarvan hiervoor sprake was, en in het inwendige waarvan een zeer krachtig vacuüm moet heersen, 30 bijvoorbeeld in de orde van 1,33 Pa, dit teneinde in het inwendige van deze kamer samenvoegingen te kunnen verwezenlijken door het lassen met behulp van electronenbundels.
In fif. 5 is de onderhavige verbinding weergegeven in de ingetrokken stand. In deze figuur zijn dezelfde stijve elementen 35 terug te vinden als in de voorgaande figuur. Het is in hoofdzaak het 8002100 11 profiel van het werkzame gedeelte van de verbinding dat is gewijzigd als gevolg van het gedeeltelijke vacuum, opgewekt in het inwendige van de ruimte 13 en de daaruit voortvloeiende werking op het werkzame gedeelte van de atmosferische druk.
5 Op te merken is, dat als gevolg van de veerkracht van de wand van het werkzame gedeelte, de vrije ruimte, vrijgemaakt door de onderhavige verbinding in de ingetrokken stand daarvan, een straal vertoont in dezelfde orde van grootte als die van de cilindrische constructie.
10 In fig. 6 is een ingewikkeld toestelsamenstel weergegeven, bestemd voor het verwezenlijken van door lassen samenvoegen van twee buisvormige elementen, die na het samenvoegen de doorsnijdende constructie vormen, waarvan hiervoor sprake was, welk toestel dan ook betrekking heeft op twee onderhavige verbindingen. Door 17 is het 15 onderste buisvormige element aangeduid, waaraan het toestel is bevestigd, en door 18 het bovenste element, dat met het element 17 moet worden samengevoegd. De twee draagbalken met drie armen, aangeduid door 19 en 20, zijn verenigd door drie vijzels 21, elk draaibaar rond assen 22 en 23. De kamer voor het met electronenbundels lassen 20 is weergegeven, vanwelke kamer bij 1U de uitwendige cilindrische wand is te zien, coaxiaal met de doorsnijdende constructie 17-18, en de twee wangen lUa, die de kamer aan de bovenkant en onderkant begrenzen. Aan elk dezer wangen wordt een van de onderhavige verbindingen gemonteerd, waarbij alleen de bovenste verbinding in de figuur is te zien 25 en in het bijzonder het stijve gedeelte 8 daarvan, de omgeslagen rand 9 en de bovenste wang 2 van het werkzame gedeelte van de verbinding.
2k en 25 zijn leidingen, door welke het krachige vacuüm tot stand wordt gebracht in het inwendige van de laskamer 12, waarbij ter vereenvoudiging de soortgelijke leidingen, die het om en om tot stand 30 brengen mogelijk maken van de overdruk en het vacuüm in het inwendige van de ruimte 13 met de vorm van een torus van elk der verbindingen, niet zijn weergegeven.
Fig· 7 geeft een overzicht van de constructie van het veerkrachtige en sterke weefsel, waaruit het werkzame gedeelte van de 35 verbinding bestaat. Bij 26 is de middenlaag te zien, bijvoorbeeld 8002100 12 gemaakt van rubber of van een elastomeer, alsmede bij 27 en 28 de twee eindlagen, gemaakt van een soortgelijk materiaal. Bij 29 en 30 zijn de twee netwerken te zien met grote vervormbare mazen en geplaatst tussen de voorgaande lagen. Bij 31 en 32 zijn tevens de wapeningen cj te zien, die respectievelijk zijn verbonden met de netwerken 29 en 30 en het omtreksgedeelte vormen van de wangen van de verbinding.
Bij U zijn, zoals reeds uiteengezet, de boringen weergegeven, bij voorkeur verkregen door ponsen, welke boringen in het inwendige daarvan de niet-weergegeven samenvoegtapbout opnemen, -evenals de borg— - -- -10 moer daarvan over de tegenflens 15 heen.
De fig. 8, 9 en 10 tonen het netwerk met vervormbare grote mazen, welk netwerk het weefsel vormt, waaruit het werkzame gedeelte van de verbinding bestaat. Zoals reeds vermeld, is bij 5 een van de draden van het netwerk weergegeven, en bij 6 en 6a een van de hoeken 1 ij van de ruit, gevormd door vier van dergelijke naburige draden, welke hoek scherp is in de fig. 8 en 9, respectievelijk overeenkomende met de ruststand en- de werkstand, waarbij de overeenkomstige hoek 6a, zoals is te zien in fig. 10, een stompe hoek is, omdat deze overeenkomt met de ingetrokken stand van de verbinding. In de werkstand en 2o in de ruststand, is de kleine diagonaal van de door elke maas gevormde ruit, bij voorkeur gericht in de richting, waarin de grootste vervorming plaatsvindt van het werkzame gedeelte wanneer dit in de ingetrokken stand komt. In het geval van fig. 3 is in het cilindrische gedeelte 1 de grote diagonaal van de ruit dan evenwijdig aan de 25 hartlijn daarvan.
Verder kan een verfijning van de uitvinding bestaan uit het tussen het werkzame gedeelte van de verbinding en de wand van de doorsnijdende constructie, waartegen de verbinding komt te drukken, plaatsen van een aantal axiaal verdeelde, massieve hulpverbindingen, 30 welke verbindingen het gevolg zijn van vulcanisering met de onderhavige verbinding of ook daarmee kunnen zijn verbonden door willekeurig bekende middelen, bijvoorbeeld door plakken. De hulpverbindingen kunnen van elke willekeurige bekende soort zijn, in het bijzonder torro-idale verbindingen.
35 Tenslotte zijn twee andere varianten van de onderhavige 8002100 12a verbinding weergegeven in de fig. 11 en 12.
De inrichting van het samenstel is nog altijd die van fig.
U.
Alleen zijn in het geval van fig. 11 opblaasbare kralen 33 ^ bijgevoegd met een dwarsdoorsnede 3¾, bestemd voor het versterken van het drukken van de wand van de verbinding tegen die van de doorsnijdende constructie.
Voor hetzelfde doel kunnen stijven balijnen 35 (fig. 12) op dezelfde plaatsen zijn aangebracht.
10 De bevestiging van deze kralen en balijnen aan de wand van de verbinding kan door willekeurig bekende middelen worden verwezenlijkt.
Wanneer het nodig blijkt de uitslag van het intrekken van het werkzame gedeelte van de onderhavige verbinding te verkleinen, ^ kan tussen het werkzame gedeelte en het stijve gedeelte een in hoofdzaak vlak element worden aangebracht met een juist profiel evenwijdig aan het stijve gedeelte en zelf ook stijf. Dit laatste element kan met het eigenlijke stijve gedeelte van de verbinding zijn samengevoegd zonder op enige wijze de doelmatigheid van de door de verbinding 2q verschafte afdichting nadelig te beïnvloeden.
Wanneer daarentegen zeer snel een gedeeltelijk vrij maken tussen de wand en de verbinding moet kunnen worden verkregen, kan de verbinding worden uitgerust met middelen, die het zeer snel intrekken mogelijk maken van de verbinding, bijvoorbeeld door het aan het 2^ einde een bijzonder volume in te richten, in het inwendige waarvan een bepaald vacuüm heerst, en het op het gewenste moment in direkte verbinding met de verbinding laten komen van dit volume.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te 2Q treden.
8002100
Claims (14)
13
1. O rib laas bare verbinding, die kan worden onderworpen aan een opblaasdruk, die een gedeelte, te weten het werkzame van de verbinding in een werkstand plaatst, waarin het werkzame gedeelte af-5 dichtend drukt tegen een wand, en onder een intrekvacuüm, dat het werkzame gedeelte in een intrekstand plaatst op afstand van de wand, met het kenmerk, dat het werkzame gedeelte bestaat uit een samengesteld materiaal, dat althans een veerkrachtig materiaal omvat, waarin althans êên samenstel grote en vervormbare mazen' is opgenomen'"* -10 van weinig rekbare vezels, die daaraan zodanige buigzaamheidseigen-schappen en mechanische sterkte geven, dat het werkzame gedeelte een veerkracht vertoont, die het in de intrekstand komen daarvan mogelijk maakt, evenals een mechanische sterkte, die het in de werkstand weer* staan mogelijk maakt van verschillende uitwendige drukken, en zodoende 15 de noodzaak opheft van een uitwendige versterking van de verbinding, welke versterking de tussen de verbinding en de wand in de ingetrokken stand van de verbinding vrijgelaten ruimte zou beperken.
2. Verbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tevens een stijf gedeelte aanwezig is, samengevoegd met het werkzame 20 gedeelte voor het sluiten daarvan in het gebied tegenover de wand, en het zodoende in het inwendige van het werkzame gedeelte vormen van een hermetisch gesloten ruimte.
3. Verbinding volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in het samenvoeggebied met het stijve gedeelte, het werkzame gedeelte 25 een wapening omvat met een mechanische sterkte, die hogeris dan die van het samenstel grote en vervormbare mazen. U. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij afwezigheid van opblaasdruk en intrekvacuüm, de stand, te weten de ruststand, dan ingenomen door het werkzame ge-30 deelte van de verbinding, zeer dicht bij de werkstand ligt.
5. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het samengestelde materiaal, waaruit het werkzame gedeelte bestaat, een aantal op elkaar geplaatste lagen omvat van een elastomeemateriaal met een grote veerkracht, en netwerken met grote 35 en vervormbare mazen van weinig rekbare vezels, aangebracht tussen de lagen. 8002100 1U
6. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de weinig rekbare vezels bij de toppen van de mazen zijn verbonden.
7. Verbinding volgens een der conclusies 1-5» met het 5 kenmerk, dat de weinig rekbare vezels bij de toppen van de mazen zijn gelast.
8. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de mazen in de werkstand de algemene vorm van ruiten hebben, waarvan de kleine diagonaal in de richting loopt· ‘ 10 waarin de grootste vervorming optreedt van het werkzame gedeelte wanneer dit in de ingetrokken stand komt.
9· Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, bestemd voor een cilindrische wand en met een in hoofdzaak torroïdale gedaante, met het kenmerk, dat het stijve gedeelte in hoofdzaak cilindrisch 15 is en is voorzien van twee flenzen, waarbij het werkzame gedeelte in de vorm is van een dol met een cilindrisch gedeelte en twee dwars-wangen, welke laatste zijn samengevoegd met de flenzen.
10. Verbinding volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de mazen de vorm hebben van ruiten, die in de werkstand in het cilin-20 drische gedeelte met de grote diagonaal daarvan evenwijdig lopen aan de hartlijn van het cilindrische gedeelte.
11. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal opblaasbare kralen is aangebracht in het inwendige van de opblaasbare verbinding aan het werkzame gedeel-25 te daarvan.
12. Verbinding volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat een aantal stijve balijnen in het inwendige van de verbinding is aangebracht aan het werkzame gedeelte daarvan.
13. Verbinding volgens conclusie 1, bestemd voor een 30 vlakke wand, met het kenmerk, dat het werkzame gedeelte is versterkt door een stijve plaat in de verbinding en evenwijdig aan de wand. 1^. Verbinding volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze in de ingetrokken stand een dikte heeft, die ongeveer 10 maal kleiner is dan de ruimte, die wordt vrijgelaten 35 tussen de verbinding en de wand. 8002100 15
15. Verbinding volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de ruimte, die tussen de verbinding en de cilindrische wand wordt vrijgelaten in de ingetrokken stand zich uitstrekt over een straal, die in hoofdzaak gelijk is aan die van de cilindrische wand.. 5 15· Opblaasbare verbinding in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8002100
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7909129A FR2454029A1 (fr) | 1979-04-11 | 1979-04-11 | Joint gonflable a grand debattement |
FR7909129 | 1979-04-11 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8002100A true NL8002100A (nl) | 1980-10-14 |
NL176097B NL176097B (nl) | 1984-09-17 |
NL176097C NL176097C (nl) | 1985-02-18 |
Family
ID=9224201
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8002100,A NL176097C (nl) | 1979-04-11 | 1980-04-10 | Opblaasbare verbinding. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4305591A (nl) |
JP (1) | JPS6039910B2 (nl) |
AU (1) | AU522391B2 (nl) |
BR (1) | BR8002250A (nl) |
CA (1) | CA1145374A (nl) |
DE (1) | DE3014013C2 (nl) |
ES (1) | ES490418A0 (nl) |
FR (1) | FR2454029A1 (nl) |
GB (1) | GB2047356B (nl) |
NL (1) | NL176097C (nl) |
NO (1) | NO155741C (nl) |
Families Citing this family (18)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4735421A (en) * | 1982-08-10 | 1988-04-05 | The United States Of America As Represented By The United States Department Of Energy | Sealing apparatus utilizing a conformable member |
GB8616147D0 (en) * | 1986-07-02 | 1986-08-06 | Stephenson K | Sealing device |
GB2257229B (en) * | 1989-02-14 | 1993-10-20 | Thames Water Utilities | Service conduits |
DE3933249A1 (de) * | 1989-10-05 | 1991-04-11 | Continental Ag | Durch druck aktivierbares hohlprofil |
US5076108A (en) * | 1990-08-23 | 1991-12-31 | The United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administrator | Probe insertion apparatus with inflatable seal |
US5082293A (en) * | 1990-11-09 | 1992-01-21 | The United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administration | High temperature, flexible, fiber-preform seal |
US5192492A (en) * | 1991-06-28 | 1993-03-09 | Consolidation Edison Company Of New York, Inc. | Method and apparatus for fluid sealing of steam generator |
JPH0537694U (ja) * | 1991-10-31 | 1993-05-21 | キーパー株式会社 | 船尾管緊急用シール |
DE4306323A1 (de) * | 1993-03-01 | 1994-09-08 | Schottel Werft | Schiffsantriebsanlage mit einem unter dem vorzugsweise im wesentlichen oder im Bereich der Antriebsanlage ebenen Schiffsboden angeordneten Antriebspropeller |
DE19741615C1 (de) * | 1997-09-20 | 1999-04-08 | Daimler Chrysler Ag | Flexibles Dichtsystem |
US6517080B1 (en) * | 1999-07-19 | 2003-02-11 | Caterpillar Inc | Seal material having anisotropic properties |
AU2001238544A1 (en) * | 2000-02-21 | 2001-09-03 | Larry R. Russell | Seal assembly, its use and installation |
US7055829B2 (en) | 2000-02-21 | 2006-06-06 | Russell Larry R | Antiextrusion device |
US20060220327A1 (en) * | 2001-02-19 | 2006-10-05 | Russell Larry R | Groove-mounted seals with integral antiextrusion device |
DE102009041383A1 (de) | 2009-09-12 | 2011-03-24 | Ruchay, Wilfried, Dipl.-Ing. | Verfahren und Anordnung zum Verbinden von offenen Hohlkörpern durch Elektronenstrahlschweißen |
DE102016003996A1 (de) * | 2016-04-07 | 2017-10-12 | Tracto-Technik Gmbh & Co. Kg | Vorrichtung zum Klemmen eines Elements, Lafette einer Erdbohrvorrichtung, Erdbohrvorrichtung, Verfahren zum Klemmen eines Elements und Verfahren zum Herstellen einer Vorrichtung zum Klemmen eines Elements |
DE102019102459A1 (de) * | 2019-01-31 | 2020-08-06 | Volkswagen Aktiengesellschaft | Batterie mit Überdruck-Schlauchdichtung |
CN116873246B (zh) * | 2023-09-08 | 2023-12-05 | 沈阳迎新网络科技有限公司 | 一种无人机密封组 |
Family Cites Families (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA504760A (en) * | 1954-08-03 | Aluminium Laboratories Limited | Pneumatic oil seals | |
CH25961A (de) * | 1902-03-15 | 1903-07-15 | Adrian Mayer | Isolierseil für Rohrleitungen und Behälter |
US1547240A (en) * | 1924-02-05 | 1925-07-28 | Hampton A Steele | Method and apparatus for testing or operating oil wells |
US1586923A (en) * | 1924-02-18 | 1926-06-01 | Elvin E Townsend | Well-drilling equipment |
US2778431A (en) * | 1944-10-19 | 1957-01-22 | Lynes Inc | Well packer reinforcing |
US2589332A (en) * | 1947-02-13 | 1952-03-18 | N F B Displacement Pump Co Ltd | Resilient sealing member for pistons, plungers, or the like |
US2643722A (en) * | 1948-02-26 | 1953-06-30 | Lynes Inc | Hydraulically inflatable packer |
US2746709A (en) * | 1951-01-23 | 1956-05-22 | Regan Forge & Eng Co | Blowout preventer and packer and hole closer therefor |
US2872230A (en) * | 1954-08-23 | 1959-02-03 | Schlumberger Well Surv Corp | Borehole apparatus |
FR1131264A (fr) * | 1955-09-15 | 1957-02-19 | Creusot Forges Ateliers | Dispositif d'étanchéité à paroi mince rétractable, plus particulièrement destiné aux installations hydrauliques |
FR1317235A (fr) * | 1961-10-28 | 1963-02-08 | Electrochimie Soc | Dispositif d'étanchéité à bague gonflable |
FR1393401A (fr) * | 1964-01-31 | 1965-03-26 | Equip Moderne Ind Par Applic D | Joint d'étanchéité et structures munies de ce joint |
DE1964043U (de) * | 1966-03-25 | 1967-07-13 | Teves Kg Alfred | Dichtvorrichtung. |
DE6929671U (de) * | 1969-07-24 | 1970-03-05 | Grassos Koninkl Mach | Flexible containerkupplung |
GB1411544A (en) * | 1971-10-30 | 1975-10-29 | Dunlop Ltd | Retracting inflatable seals |
GB1401438A (en) * | 1971-10-30 | 1975-07-16 | Dunlop Ltd | Inflatable seals |
US3858891A (en) * | 1973-01-02 | 1975-01-07 | Hitco | Resilient seal |
FR2243619A5 (nl) * | 1973-09-06 | 1975-04-04 | Joint Francais | |
US3967456A (en) * | 1973-11-19 | 1976-07-06 | Deep Sea Grouting Packers, Inc. | Sealing devices |
FR2295323A1 (fr) * | 1974-12-19 | 1976-07-16 | Joint Francais | Joint d'etancheite |
FR2349771A1 (fr) * | 1976-04-28 | 1977-11-25 | Commissariat Energie Atomique | Dispositif d'etancheite pour enceinte a vide |
-
1979
- 1979-04-11 FR FR7909129A patent/FR2454029A1/fr active Granted
-
1980
- 1980-04-03 GB GB8011294A patent/GB2047356B/en not_active Expired
- 1980-04-08 AU AU57211/80A patent/AU522391B2/en not_active Ceased
- 1980-04-10 NO NO801032A patent/NO155741C/no unknown
- 1980-04-10 ES ES490418A patent/ES490418A0/es active Granted
- 1980-04-10 NL NLAANVRAGE8002100,A patent/NL176097C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-04-11 CA CA000349634A patent/CA1145374A/fr not_active Expired
- 1980-04-11 BR BR8002250A patent/BR8002250A/pt unknown
- 1980-04-11 US US06/139,521 patent/US4305591A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-04-11 JP JP55047897A patent/JPS6039910B2/ja not_active Expired
- 1980-04-11 DE DE3014013A patent/DE3014013C2/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2454029B1 (nl) | 1982-11-05 |
JPS5673265A (en) | 1981-06-17 |
NL176097C (nl) | 1985-02-18 |
NO801032L (no) | 1980-10-13 |
CA1145374A (fr) | 1983-04-26 |
US4305591A (en) | 1981-12-15 |
NO155741B (no) | 1987-02-09 |
BR8002250A (pt) | 1980-12-02 |
JPS6039910B2 (ja) | 1985-09-07 |
DE3014013C2 (de) | 1983-03-17 |
NO155741C (no) | 1987-05-20 |
ES8101964A1 (es) | 1980-12-16 |
AU5721180A (en) | 1980-11-20 |
FR2454029A1 (fr) | 1980-11-07 |
NL176097B (nl) | 1984-09-17 |
DE3014013A1 (de) | 1980-10-30 |
GB2047356B (en) | 1983-03-16 |
ES490418A0 (es) | 1980-12-16 |
GB2047356A (en) | 1980-11-26 |
AU522391B2 (en) | 1982-06-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8002100A (nl) | Opblaasbare verbinding met een grote uitzetting. | |
DE1601704B2 (de) | Vorrichtung zum umwandeln von arbeitsmitteldruck in winkelbewegung oder umgekehrt | |
US2308565A (en) | Structural unit | |
EP0290995A1 (de) | Rohrdichtkissen | |
DE69100113T2 (de) | Flexible rohrförmige Struktur mit einer Verstärkungseinlage. | |
EP0413710B1 (de) | Vorrichtung zum abdichten schadhafter wände von behältern oder rohren | |
DE2747327A1 (de) | Weithalsfass aus kunststoff mit abnehmbarem deckel | |
US2631640A (en) | Method of making expansion joints | |
US3667782A (en) | Joints for connecting pipes | |
DE102012220814A1 (de) | Schrumpfkern für eine Form zur Herstellung von hohlen Betonkörpern | |
EP0157947B1 (de) | Hebekissen aus heissvulkanisiertem Gummimaterial und in Rechteckform | |
US615902A (en) | John smith raworth | |
US1992612A (en) | Expansion joint | |
US5129681A (en) | Method of rendering laid pipeline flexible and pipe joint suited for executing this method | |
CN106662281B (zh) | 一种强化金属波纹管状的密封装置 | |
DE112017001426B4 (de) | Vorrichtung und Verfahren zur Erzeugung der Schließkraft bei Kammerfilterpressen | |
US3669225A (en) | Vehicle suspension unit | |
US2198192A (en) | Expansible means | |
US3353786A (en) | Gate valve body including thin dished plates | |
US3265354A (en) | Valve | |
EP0017788B1 (de) | Abdichtung für eine Kolben-Zylinderanordnung | |
DE1601704C (de) | Vorrichtung zum Umwandeln von Arbeitsmitteldruck in Winkelbewegung oder umgekehrt | |
DE3361049D1 (en) | Reinforced elastomer bearing for heavy structures, especially for bridges | |
EP0855951B1 (en) | A collapsible core | |
US2220899A (en) | Branch connection |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BT | A notification was added to the application dossier and made available to the public | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |