NL8001897A - Bandpositiebesturingsinrichting voor een videoband- apparaat. - Google Patents

Bandpositiebesturingsinrichting voor een videoband- apparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8001897A
NL8001897A NL8001897A NL8001897A NL8001897A NL 8001897 A NL8001897 A NL 8001897A NL 8001897 A NL8001897 A NL 8001897A NL 8001897 A NL8001897 A NL 8001897A NL 8001897 A NL8001897 A NL 8001897A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
segment
flag
data
during
memory
Prior art date
Application number
NL8001897A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8001897A publication Critical patent/NL8001897A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/026Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by using processor, e.g. microcomputer
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/005Programmed access in sequence to indexed parts of tracks of operating tapes, by driving or guiding the tape

Description

-1- % *
Bandpositiebesturingsinrichting voor een videobandapparaat.
De uitvinding heeft betrekking op een bandpositiebe-sturingsinrichting voor een videobandapparaat, meer in het bijzonder bestemd voor toepassing bij opname van video-informatie op een videoband onder gelijktijdige opname van 5 stuursignalen op de ene zijde van de band.
Reeds is een bandpositiebesturingsinrichting voorgesteld, waarbij toegang tot een gewenste bandpositie wordt verkregen door telling van de uit het bandbegin van de. videoband uitgelezen stuurimpulsen.
10 Bij een dergelijke bandpositiebesturingsinrichting dient het aantal stuurimpulsen van het bandbegin tot de gewenste bandpositie steeds in de inrichting te worden ingevoerd. Daar dit aantal een betrekkelijk grote waarde kan hebben, is de desbetreffende invoer nogal bewerkelijk.
15 Voorts wordt opgemerkt,, dat de desbetreffende bandpo- sitiebesturingsinrichting geen programmeerbare werking heeft, zodat de invoer van het aantal stuurimpulsen steeds opnieuw dient te geschieden-wanneer afspeling van de videoband uit een andere, bandbeginpositie dan de vorige wordt ondernomen.
20 De. onderhavige uitvinding stélt zich ten doel, hierin verbetering te brengen en de mogelijkheid van een programmeerbare werkingrvan een dergelijke bandpositiebesturingsinrichting te verschaffen-
Daartoe vindt volgens de uitvinding een verdeling van 25 de op een videoband op te nemen informatie in een aantal informaties egmenten plaats.
De aan het begin en het einde van ieder dergelijk segment toegevoegde stuurimpulsnummers worden aan het begin van de videoband uitgelezen en tezamen met het segmentnummer in 30 een geheugen opgeslagen. Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt een micro-processor toegepast; door invoer van het juiste segmentnummer kan een bedieningspersoon uitlezing van de door hem of haar gewenste video-informatie uit de videoband tot stand brengen.
800 1 8 97 9 -2-
De desbetreffende gegevens, dat wil zeggen de segment-nummers en de respectievelijkbij.behorende stuurimpulsnummers, worden namelijk op een.videoregistratiespoor aan het begin van de videoband opgenomen. Eij een nog te beschrijving uit-5 voeringsvorm van de bandpositiebesturingsinrichting volgens de uitvinding wordt de op de videoband opgenomen video-informatie in. maximaal drieënzestig segmenten verdeeld; de daarop betrekking hebbende gegevens worden in de volgorde van hun respectievelijk bijbehorende stuurimpulsnummerwaarden in 10 een segmentgegevengeheugen opgeslagen.
Voorts bevat de inrichting een programmageheugen met een capaciteit voor acht geheugensegmenten. Bij de invoer, van een bepaald segmentnummer, waarvan het bijbehorende informa-tiesegment. volgens een gewenste afspeelvolgorde moet worden 15 uitgelezen, worden de desbetreffende segmentgegevens uit het segmentgegevengeheugen uitgelezen en volgens een invoervolg-or,de aan het respectievelijk bijbehorende adres van het programmêgeheugen toegevoerd en voor opslag ingelezen.
.Tijdens-op "zoeken" gerichte af speling worden eerst 20 de als eerste- door het'programmageheugen aangewezen segmentgegevens uitgelezen, waarna het desbetreffende segment wordt "opgezocht"! dat. wil zeggen vindt bandtransport plaats tot de registratiepositie op de band van het desbetreffende in-formatiesegment is bereikt, en de afspeling of uitlezing 25 van het desbetreffende segment wordt begonnen. Na voltooiing van. da uitlezing van dit segment wordt de band tot stilstand gebracht. Tegelijkertijd, worden de als tweede door het pro-grammageheegen aangewezen segmentgegevens uitgelezen, waarna dit tweede segment wordt opgezocht en wordt uitgelezen. Dit 30 herhaalt zich in de door de acht adressen van het programma-geheugen bepaald volgorde; na voltooiing van de uitlezing van het achtste informatiesegment komt het videobandapparaat tot stilstand.
Vervolgens vindt tijdens een op "herhalen” gerichte 35 afspeling de zelfde werking als tijdens de op "zoeken" gerichte afspeling plaats; na voltooiing van de uitlezing van het achtste informatiesegment wordt weer bij het eerste 80 0 1 8 97 * * -3- segment begonnen.
Wanneer tijdens op "zoeken" gerichte afspeling of tijdens het "herhalen" gerichte afspeling een "cue"-toets wordt ingedrukt worden de voor het desbetreffende punt op de band 5 of. "cue"-punt getelde stuurimpulswaarde en de segmenteindge-gevens van. het uitgelezen informatiesegment in een zogenaamd "cue"-geheugen opgenomen. Wanneer later op een gewenst ogenblik een zoektoets wordt ingedrukt vindt uitiezing van de desbetreffende gegevens plaats en wordt het desbetreffende 10 "cue"-punt opgezocht voer afspeling vanaf dit punt. Wanneer vervolgens de afspeling het einde van dit segment wordt bereikt of wanneer een wistoets wordt ingedrukt, wordt de afspeling onderbroken en worden de als gevolg van het indrukken van de .zoektoets uit het programmageheugen uitgelezen segment-15 gegevens opnieuw gelezen. Vervolgens wordt het genoemde informatiesegment opnieuw opgezocht en wordt de afspeling hervat.
, Indien na aanwijzing van een gewenst segmentnummer tijdensi.opl" zoeken" gerichte afspeling of op "herhalen" gerichte .afspeling de· zoektoets wordt ingedrukt, worden de ZO bij het-aangewezen-segmentnummer behorende segmentgegevens uit., het segmentgegevengeheugen uitgelezen, waarna het desbetreffende segment. wordt opgezocht om de afspeling te laten beginnen als-- een "interruption search mode". Wanneer tijdens - - deze. afspeling-het etn.de van het desbetreffende segment wordt 25 bereikt of -wanneer, de wistoets wordt ingedrukt, wordt het oorspronkelijke segment weer opgezocht voor hervatting van de afspeling als tijdens het "cue"-bedrijf.
Wanneer tijdens op "zoeken" gerichte afspeling of op "herhalen" gerichte afspeling een snel-vooruit-toets wordt 30 ingedrukt,- wordt de normale bedrijfstoestand "snel vooruit" van het vxdeobandapparaat verkregen. Wanneer in deze bedrijfstoestand het segment einde wordt bereikt, vindt uitlezing van de aan het volgende adres van het programmageheugen opgeslagen segmentgegevens plaats, waarna het bij deze segmentgegevens 35 behorende informatiesegment wordt opgezocht, dat wil zeggen het begin van het desbetreffende segment wordt opgezocht, en uitlezing van het segment plaats vindt.
300 1 8 37 -4-
Wanneer tijdens de bedrijfstoestand "zoeken" of de bedrijfstoestand "herhalen" van het videobandapparaat de terug-spoeltoets wordt ingedrukt, wordt normale terugspoeling verkregen. Wanneer tijdens deze bedrijfstoestand "terugspoelen" het 5 begin van het informatiesegment wordt bereikt, vindt weer normale afspeling plaats.
Zoals in het voorgaande is beschreven, kunnen op 63 informatiesegmenten betrekking hebbende segmentgegevens op een audioregistratiespoor aan het begin van de magneetband 10 worden opgenomen. Dit wil zeggen, dat de segmentgegevens voor maximaal 63 informatiesegmenten in audiofrequent gecodeerde . vorm op de-band zijn opgenomen.
Wanneer nu.een videobandcassette met op dergelijke wijze aan het begin van de band opgenomen segmentgegevens in 15 een videobandapparaat wordt geplaatst, kan de videoband automatisch worden teruggespoeld om toegang tot dit bandbegin te krijgen.
Vervolgens- wordt het videobandapparaat in de bedrijfstoestand "signaalweergave" gebracht, waarna de opgenoraen 20 segmentgegevens worden uitgelezen en in het segmentgegevenge-heugen van de--:besturingsinrichting worden opgeslagen. Nadat dit is geschied, wordt de videoband opnieuw naar het bandbegin teruggespoeld* JSan de- overgang tussen twee informatiesegmenten treedt 25 op -de band: een zich over twee seconden uitstrekkende onderbreking in de:stuurimpnlsen op, dat wil zeggen een onderbreking van 60 atunrimpulsen. Wanneer tijdens afspeling het einde van een informatiesegment wordt bereikt, wordt deze onderbreking gedetecteerd;· op dat tijdstip wordt dedoor telling van 30 stuurimpnlsen bereikte telwaarde vervangen door de op het einde van het segment betrekking hebberdegegevens van het -------- segmentgegevengeheugen. Een door uitval of dergelijke veroorzaakte telfout wordt derhalve gecorrigeerd.
Voorts vindt telling van kloksignalen plaats en wordt 35 de verstrijkende tijd geteld; dit geschiedt tijdens een bedrijfstoestand "tijdtelling". Daartoe wordt gebruikt gemaakt van een tijdstipgeheugen met 16 paarsgewijze aan elkaar toege- 800 1 8 97 « Λ -5- voegde adressen voor opslag van het begintijdstip en het eindtijdstip van de tijdtelling, dat wil zeggen de zogenaamde "tijdgegevens".
In de bedrijfstoestand "tijdstipopname" worden eerst 5 de tijdgegevens, dat wil zeggen het begintijdstip, aan het eerste adres van het tijdstipgeheugen uitgelezen. Wanneer deze gegevens blijken samen te vallen met een door een tijdklok bepaalde: waarde, treedt de bedrijfstoestand "tijdstipopname” op. Op het zelfde tijdstip wordt de op dat ogenblik de tel-10 ling van stuurimpulsen bereikte telwaarde aan het eerste adres van het programmageheugen voor het . segmentbegin opgeslagen.- Wanneer tijdens de bedrijfstoestand "tijdstipopname" de op het begintijdstip betrekking hebbende tij dgegevens aan het tweede: adres van het tijdstipgeheugen worden uitgelezen 15 en met de inmiddels door de tijdklok bereikte telwaarde blijken samen te vallen,, treedt de bedrijfstoestand "stop" op. Tegelijkertijd wordt, de de ·., feil ling van stuurimpulsen op dat ogenblik bereikte telwaarde aan het eerste adres van het programmageheugen voor het segmenteinde opgeslagen. De voor— 20 gaande procedure wordt achtereenvolgens aan zestien adressen van het tijdstipgeheugen uitgevoerd, waarbij derhalve tijd-stipopname^·voor acht. segmenten plaats vindt. Daarbij, worden steeds da-door telling van stuurimpulsen voor het begintijd- ..... s.tip en het -eindtijdstip verkregen telwaarden in volgorde 25 in het programmageheugen opgaslagen.
In de-bedrijfstoestand "tijdstipweergave" worden aan de oneven genummerde, adressen van het tijdstipgeheugen de begintijdstigpen opgeslagen, terwijl de uitgelezen segment-gegevens in het programmageheugen worden opgeslagen. Tijdens.
30 bedrijf treedt eerst de bedrijfstoestand "jukken" op; het eerste segment wordt opgezocht om tot de toestand "stilstand" te komen.. Wanneer vervolgens de aan het eerste adres van het tijdstipgeheugen opgeslagen tijdgegevens worden uitgelezen en met de waarde van de tijdklok blijken samen te vallen, be-35 gint de signaalweergave. Wanneer tijdens de signaalweergave het segmenteinde wordt bereikt, wordt het tweede segment opgezocht om tot stilstand te komen. Tegelijkertijd worden O A Λ i a 07 -6- aan het derde adres van het tijdstipgeheugen aanwezige tijdge-gevens uitgelezen- Deze procedure wordt in volgorde aan acht adressen van het programinageheugen en aan de oneven genummerde adressen van het tijdstipgeheugen uitgevoerd, zodat de 5 procedure "tijdstipweergave" acht maal wordt uitgevoerd-
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van een uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding zich echter niet: beperkt.. In de tekening tonen: 10 figuur 1 een schematische weergave, gedeeltelijk uitge voerd als blokschema,. van een bandpositiebesturingsinrichting volgens de uitvinding, figuur 2 een weergave van de inhoud van een geheugen van het RAM—type en van andere registers, welke bij de uitvin-15 ding worden toegepast., figuur 3—13 stromingsdiagrammen van de verschillende programma's, welke bij de inrichting volgens de uitvinding t in het geheugen van het RAM-type zijn opgeslagen, en figuur' 14 een schematische weergave ter verduidelij-20 king van het videamagneetbandformaat volgens de uitvinding.
Aan de hand van de tekening zal nu een beschrijving volgen:.; van êên_ uitvoeringsvoorbeeld van een bandpositiebe-sturingsinrichting volgens de uitvinding.
figuur X-toont het principeschema van een dergelijke 25 bandpositiebesturtngsinri chting. Daar het videobandapparaat, waaraan de inrichting volgens de uitvinding wordt toegevoegd, is bij het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld van het type met twee magneetknppen en schroeflijnvormige bandaftasting; bij normale signaalweergave en de daarbij toegepaste band-30 transpartsnelheid wordt met 30 stuur impulsen per seconde gewerkt- De bandpasitiebesturingsinrichting wordt bij het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld opgenomen in een afstandsbe-dieningskastje van het videobandapparaat, dat van het cassette-type is.
35 Bij het schema volgens figuur 1 heeft het verwijzings- cijfer 1 betrekking op een bandpositiebesturingsschakeling, welke de programmabesturing uitvoert met behulp van een 80 tf j 8 97 -7- micro-processor en de volgende componenten omvat: een centrale bewerkingseenheid 11, een geheugen 12 van het ROM-type of ander type waarin een operatieprogramma voor de centrale bewerkingseenheid 11 is opgeslagen, een geheugen 13 van het 5 RAM-type of ander type voor opslag van gegevens, een koppeleenheid 14, enz* ►'•De centrale bewerkingseenheid 11 is respectievelijk via een adresseringsverdeelleiding 15, een ge-gevens-verdeelleiding 16 en een besturingsverdeelleiding 17 met het geheugen 12 en het geheugen 13 gekoppeld. De centra-10 lebewerkingseenheid 11 is bovendien via de gegevensverdeellei-ding 16 en de besturingsverdeelleiding 17 met de koppeleen-heid 14 verbonden- De verschillende hiervoor genoemde componenten zijn bij voorkeur uitgevoerd als één enkele ’’chip" van het LSI-type (large scale integration).
15 De centralebewerkingseenheid 11 is voorts gekoppeld met een tijdbasisgenerator 2, terwijl de koppeleenheid 14 is verbonden mat een toetsenbord 3 en een uitleeseenheid 4.
f
He.trtoetsenbord 3 omvat 20 toetsen, bestaande uit cijfestoetsen- en functietoetsen, zoals figuur 1 laat zien-.20 Deze toetsen-'-zijn gegroepeerd volgens een matrix van 5 x 4, waarbij 5—fasige kloksignalen door de koppeleenheid 14 via een. leiding-:3X ;aan iedere kolom worden toegevoerd, ter-. wi jX een -de' toetsbediening aan iedere rij verkregen uitgangs- ____ /signaal via een leiding 32 aan de koppeleenheid 14 wordt toe- 25 gevoerd-
De - uitleeseenheid 4 omvat twee uitleesrijen 4ja en 4b van- ieder vijf cijfers- De uitleesrij 4a bevat, van laag naar -hoog, vocur iedere derde cijferpositie een uitleeskolom 4c, respectievelijk 4e- Op soortgelijke wijze bevat de uitleesrij 30 4b de uitleeskolommen 4d en 4f. Bovendien zijn aan de uitleeseenheid 4 drie functie-uitleeselementen 4g, 4h, 4i toegevoegd- De uitleesrijen 4a, 4b ontvangen aan iedere cijferpositie zelfde 5—fasige kloksignalen, welke aan de kolommen van het toetsenbord 3 worden toegevoerd, en voorts gegevens-355signalen, die via decodeerschakelingen 41 en 42 door de koppeleenheid 14 worden toegevoerd. Op de uitleesrijen 4a en 4b worden de cijfers derhalve op tijdscharende wijze 800 1 8 97 -8- (time-sharing) zichtbaar gemaakt. De uitleeskolommen 4c-4f en de functie-uitleeselementen 4g-4i ontvangen stuursignalen van de koppeleenheid 14 via de leiding 43.
De koppeleenheid 14 is voorts gekoppeld met een video-5 bandapparaat 5. Tussen de koppeleenheid 14 en het videobandapparaat 5 strekken zich een aantal verbindingsleidingen uit, waaromtrent het volgende wordt opgemerkt:
Be koppeleenheid 14 kan aan het videobandapparaat audio-informatiesignalen toevoeren via de leiding 21 functiebestu-10 ringssignalen voor het bandtransport ("stilstand", "transport" r "terugspoelen” en "snel vooruit") via de leiding 22 ennaudio—"dubbing“-besturingssignalen, opneembesturingssigna-len, pauzebesturingssignalen, enz. via de leiding 23. Eet videobandapparaat 5 kan aan de koppeleenheid 14 stuursignalen 15 (CTL) toevoeren via de leiding 24, audio-informatiesignalen via de leiding 25, bandtransporttoestandaanwijssignalen via det leiding. 26 en tenslotte, via de leiding 27, nog verschillende signalen, zoals- een signaal dat aanwijzing verschaft dat een videobandcassette in het videobandapparaat is beplaatst, 20 een signaal dat aanwijzing verschaft dat de afstandsbediening buiten, werking is- gesteld, een signaal dat aanwijzing verschaft dat de videoband naar zijn bandbegin is teruggespoeld.
Van de hier-genoemde -leidingen kunnen de leidingen 21 en 25 voor audio—informatiesignalen worden vervangen door één 25 enkele signaalleiding met een schakelaar 28. Ook de leidingen 22 en 26 kunnerr. worden: vervangen door één enkele leiding met een koppelschakelincp .23 *
Figuur 2 toont de inhoud van het geheugen 13 van het RAM-type en van andere registers van de inrichting. In fi-30 guur 2 heeft het verwij-zlngscij fer 51 betrekking op een seg-mentgegeverrgeheugengebied met 63 adressen voor opslag van 63 segmentgegevens, dat wil zeggen opslag van de op 63 in-fonaatiesegmenten betrekking hebbende gegevens. Het verwij-zingscijfer 52 heeft betrekking op een programmageheugenge-35 bied met acht adressen voor opslag voor opslag van 8 seg-mentnummers; het verwijzingscijfer 53 heeft betrekking_ op een tijdstipgeheugengebied met 16 adressen voor opslag 800 1 8 97 « Λ -9- van zestien tijdstipgegevens, betrekking hebbende op acht tijdsverlopen. Een programma-aanwijzer 54 omvat een 4-bits register en dient voor opslag van een getal, dat een gewenst adres van het programmageheugengebied 52 vertegenwoordigt.
Een tijdstipaanwijzer 55 omvat een 4-bits register en dient voor opslag van een getal, dat een gewenst adres van het tijd-stipgeheugengebied 53 vertegenwoordigt. Een "cue"-geheugen 56 heeft êën adres en dient voor opslag van "cue"-gegevens. Een onderbrekingsgeheugen 57 wordt gevoed met segmentnummers, die bij "onderbrekingszoeken" (interruption search) worden aangewezen. Een stuurimpulsteller 58 dient voor telling van stuur-impulsen;- een tijdteller· 59 dient voor telling van standaard-klokimpulsen. Voorts is een aantal voor berekening dienende werkregisters, een aantal verschillende vlagregisters en dergelijke aanwezig, waarvoor naar de volgende tabel wordt verwezen:.
« 900 1 8 97 -10-
TABEL
cassettevlag F^ wisvlag F^ stuurimpulsvlag tijdopneemvlag F^ zoekvlag F^ programmavlag F^4 herhaalvlag F^ "Number In"-vlag F^ opzoekstopvlag F^ pauzevlag Fl6 "cue"-zoekvlag Fg "Timer Top "-vlag F^ beginvlag
onderbrekingszoek- werkregister W
zoekafspeelvlag E^ register Z
tljdafspeelvlag F^q register A
"search ort"-vlag FΊ1 register T
Ö0 0 1 8 97 -11-
Aan de hand van het stromingsdiagram volgens figuur 3 zullen nu de verschillende in het geheugen 12 van het ROM-type p'ges-agem programma's worden beschreven. Het stromingsdiagram volgens figuur 3 is zodanig uitgevoerd dat iedere twee 5 zelfde alfabetische symbolen met elkaar moeten worden doorverbonden^ Be beschrijving volgt in "stappen".
Wanneer in figuur 3 als stap "1" de hoofdschakelaar wordt ingeschakeld, vindt als stap "2" terugstelling van de cdntrale verwerkingseenheid 11 en de overige eenheden plaatst, 10 gevolgd door het in bedrijf komen (2,5 seconde) van het videobandapparaat 5 als stap "3". Tijdens stap "4" worden de tellers 58 en 59 van het geheugen 13 op nul teruggesteld, terwijl als stap "5" de vlag-regxsters en dergelijke van het geheugen 13 in hun uitgangstoestand worden gebracht.
15 Als stap "6" volgt een beslissing, waarbij wordt vastge steld ox een videobandcassette wel of niet in het videobandapparaat .5 is geplaatst.. Indien niet, wordt de vassettevlag F^ tijdens stap '"T" gelijk nul gemaakt en wordt doorgegaan naar stap "8^.. Indien wel, wordt bij stap "9" besloten of de cas-20 settevlag- Fj wel of. niet de waarde één (1) heeft. Indien wel, wordt overgegaanrnaar stap "8-". Indien de vlag F^ gelijk is aan-nul, wordt brj stap "10" de cassettevlag F^ gelijk ëën gemaakt en wordt hijp stap. "100" een "gegevensinvoerroutine" _________ . Luxtgevoerd.
25 Be-bij- stap "10" uitgevoerde "gegevensinvoerroutine" .is geprogrammeerd volgens het stromingsdiagram van figuur 4.
Als stap *101"" wordt, het videobandapparaat overgeschakeld naar z±jn bedrijfstoestand "terugspoelen". Als stap "102" wordt vastgesteld of de videoband zijn beginpositie wel of 30 niet heeft bereikt- looien niet, wordt als stap "103" beslist of de stoptoets van het videobandapparaat 5 wel of niet is ingedrukt- Indien niet, wordt teruggegaan naar stap "102" voor herhaling van de operatie-
Wanneer daarentegen tijdens de stap "102” wordt vast-35 gesteld, dat de magneetband zijn beginpositie heeft bereikt, wordt als stap "104" het videobandapparaat naar zijn bedri jfstoestand "signaalweergave" overgeschakeld, zodat on n18 97 -12- aan het begin van de videoband op het audio-registratiespoor opgenomen informatiesegmentgegevens worden uitgelezen en naar het segmentgeheugen 51 van het geheugen 13 worden overgevoerd.
Aan de hand van figuur 4 wordt nu eerst het bandformaat beschreven. Zoals algemeen bekend is, vindt signaalregistratie op een videomagneetband 70 plaats met een audio-registratiespoor 71, schuinverlopende videoregistratiesporen 72 en een stuurimpulsenregistratiespoor 73. Wanneer het videobandappa-raat van het type met twee magneetkoppen en schroeflijnvormige band.-aftasting is, zal ëên videoregistratiespoor 72 de op ëên raster van het videobeeld betrekking hebbende video-informatie .bevatten; bij kleurentelevisiesignalen volgens het NTSC—stelsel worden de stuurimpulsen (CTL) met een impulsher-halingsfrequentie van 30 Hz op het registratiespoor 73 opgenomen. In figuur 14- is links het bandbegin weergegeven, waar de informatiesegmentgegevens 74 op het audio-registratiespoor * 71 zijn opgenomen.. Voorts is de videoband 70 verdeeld in een aantal informatiesegmenten SEG-1, SEG-2, ... , zulks in afhankelijkheid van het op te nemen informatiebestand.
Na stap "T0'4-" volgens figuur 4 wordt tijdens stap "105" vastgesteld .of wel -of niet volledige overdracht van gegevens heeft- plaats gevonden. Indien niet, wordt tijdens stap "106" beslist of-wel of'niet-een tijdsduur van 25 seconden sinds het begin, van de-aftelling is verstreken. Indien niet en indien de gegevensoverdracht nog niet is voltooid, wordt na -stap "lOf*" teruggekeerd voor herhaling van de procedure.
Indian txjiders- stap "105" blijkt, dat de gegevensoverdracht wel is voltooid, vindt thans stap "107" overschakeling van de gehele apparatuur plaats naar besturing aan de hand van de segmentgegevens; de "CTL"-vlag Y^ wordt gelijk nul gemaakt. Vervolgens wordt het videobandapparaat 5 tijdens de stap "108" weer teruggeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "terugspoelen".
Vervolgens wordt tijdens stap "109" beslist of de magneetband wel of niet naar zijn beginpunt is teruggespoeld. Indien niet, wordt teruggegaan naar stap "109" voor 800 1 8 97 -13- herhaling van deze procedure. Indien wel/ vindt tijdens stap "110” overschakeling van het videobandapparaat 5 naar zijn bedrijfstoestand "stilstand" plaatst en wordt overgegaan naar de programmastap "8" volgens figuur 3.
5 Wanneer tijdens stap "103" in figuur 4 blijkt, dat de stoptoets van het videobandapparaat is ingedrukt, wordt het videobandapparaat tijdens stap "111" naar zijn bedrijfstoestand "stilstand" overgeschakeld, terwijl vervolgens bij stap Ml2“ de gehele apparatuur wordt overgeschakeld naar de uit 10 oudere literatuur bekende besturing met behulp van het stuur-impulsannummer, 'zodat de "CTL"-vlag F 2 naar de waarde één wordt teruggebracht, en naar de programmastap "8" volgens figuur 3 wordt overgeschakeld.
Wanneer- tijdens stap "106" blijkt, dat na het verstrij-15 ken van 25 .seconden sinds het begin van de afspeling niet de voorafbepaalde gegevens op het magneetbandbegin zijn opgenomen, wordt de gehele, apparatuur tijdens stap "113” naar besturing met behulp./van stuurimpulsnummers over geschakeld, zodat de ,,CTL"-vlag- F^_ de waarde ëën krijgt en wordt overgegaan naar 20 de programmastap- "LQ8M De magneetband wordt dan naar het bandbegin teruggespoeld, zodat het videobandapparaat in de / -bedrijfstoestand "stilstand" komt, waarna wordt overgegaan naar de programmastap "8." volgens figuur 3.
Hiermede is de -beschrijving van de bij programmastap 25 MOD" uxtgevoerde "‘gegevensinvoerroutine” voltooid.
Vervolgens wordt tijdens stap "8" volgens figuur 3 vastgesteld of de zaek-vlag F3 of de herhaal-vlag F4 wel of niet nul is- Wanneer beiden gelijk nul zijn, wordt overgegaan naar stap "II”. Tndien ëën van beide vlaggen F^, gelijk 30 ëën is, wordt bij stap "200" de "zoekherhalingsroutine" uitgevoerd, welke is weergegeven in het stromingsdiagram volgens figuur 5.
Bij stap “201” wordt beslist of de CTL-vlag F 2 wel of niet gelijk ëën is; indien wel wordt overgegaan naar stap 35 "202". Indien niet, wordt bij stap "203" beslist of de "search stop flag" F^ wel of niet gelijk ëën is; indien wel, wordt overgegaan naar stap "204".
8001897 -14-
Indien niet/ dat wil zeggen wanneer tijdens stap "203" blijkt dat de vlag Fg gelijk nul is, vindt bij stap "205 de beslissing plaats of de "cue"-vlag Fg wel of niet gelijk '‘één is; indien wel, vindt bij stap "206" de beslissing plaats of 5 de top-vlag Fy wel of niet gelijk "1" is. Indien Fy gelijk ëën is vindt tijdens stap "207" overdracht van "cue in-point" segmentgegavens van het "cue"-geheugen 56 naar het werkregis-ter W van de berekeningssectie plaats en wordt overgegaan naar programmas tap "202". Wanneer Fy gelijk nul blijkt te zijn, 10 vindt tijdens stap "208" overdracht van eindsegmentgegevens van het "cue"-geheugen 56 naar het werkregister W plaats en wordt naar de programmastap "202" overgegaan.
'Wanneer vlag Fg tijdens stap "205" gelijk nul blijkt te zijn, vindt tijdens stap "209" de beslissing plaats of de 15 "interruption search "'-vlag Fg wel of niet gelijk één is; indien wel, vindt bij stap "210" de beslissing plaats of top-vlag Fy gelijk ëën is. Indien wel, vindt tijdens stap "211" overdracht van beginsegmentgegevens van het segmentgegevens-geheugen 51, .dat wel zeggen afkomstig van het door het onder-20 brekingsgeheugen 57 aangewezen adres van het geheugen 51, naar het wekregister W-plaats, terwijl wordt overgegaan naar de programmastap "202". Wanneer tijdens de stap "210" blijkt, dat Fy gelijk ntrl is> vindt tijdens stap "212" overdracht van eindsegmentgegevens van het segmentgegevengeheugen 51, 25 dat wil zeggen afkomstig van het door het onderbrekingsgeheu-gen 57 aangewezen .adres, van het geheugen 51, naar het werkregister W plaats, terwijl wordt overgegaan naar programmastap "202.
Wanneer- tijdens stap "209 blijkt, dat vlag Fg gelijk 30 nul isr wordt tijdens stap "213" onderzocht of top-vlag Fy gelijk ëën is. Ihdien dit blijkt waar te zijn, vindt overdracht van beginsegmentgegevens van het programma 52, dat wil zeggen vanaf het door de programmawijzer 54 aangewezen adres van het geheugen 52, naar het werkregister W tijdens 35 de stap "214" plaats, waarna wordt overgegaan naar stap "202". Wanneer Fy daarentegen gelijk nul is, vindt tijdens stap "215" overdracht van eindsegmentgegevens van het 80 0 1 8 97 -15- programmageheugen 52, dat wil zeggen vanuit het door de pro-grammawijzer 54 aangewezen adres van het geheugen 52, naar het werkregister W plaats en wordt overgegaan naar stap "202.
Vervolgens vindt tijdens stap "202" overdracht van de 5 telresultaatwaarde van de stuurimpulsteller 58 naar het register Z plaats, terwijl tijdens de stap 11216" wordt vastgesteld of de inhoud. van het werkregister W wel of niet samenvalt met diè. van hst register Z. Indien niet, vindt tijdens stap "217" een beslissing plaats of de "search play"-vlag Fg gelijk één 10 is; indien dit het geval hlijkt te zijn, wordt overgegaan naar stap "218". Wanneer Fg tijdens stap "217" gelijk nul blijkt te zijn, vindt tijdens stap "219" vergelijking van de inhoud van het werkregister W met diè van het register Z plaats. Wanneer de inhoud van het register Z groter is dan diè 15 van het werkregister W, wordt vervolgens tijdens stap "220" het videobandapparaat 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoe-stand "terugspoelen", waarna naar stap "218" wordt overgegaan. Indien de inhoud van. het: register Z kleiner dan die van het werkregister W blijkt te zijn, wordt het videobandapparaat 2Q 5 tijdens- de stap "221" overgeschakeld naar zijn bedrijfs-toestand "snel.:vooruit""", waarna wordt overgegaan naar stap "218".
Wanneer'tijdens stap "216" wordt vastgesteld, dat de inhouden. van de beide registers W en Z met elkaar samenvallen, 25 vindt tijdens, stap "222"" een beslissing plaats of de top-vlag "Fy gelijk ;.éérr is. Wanneer dit het geval blijkt' te zijn, vindt tijdens stap ^222^ een-verdere beslissing plaats of de "CTL-vlag** F2 gelijk een is. Indien zulks niet het geval is, wordt tijdens stap "224"" de top-vlag F^ gelijk nul gemaakt, 30 terwijl de "search play-vlag" Fg gelijk één wordt gemaakt. Vervolgens wordt overgegaan naar stap "225". Wanneer de CTL-vlag F2 tijdens de stap "223" gelijk ëën blijkt te zijn, wordt tijdens stap "226"· de "search"-vlag F^ gelijk nul gemaakt, terwijl de "search play"-vlag Fg gelijk nul gemaakt 35 wordt. Vervolgens wordt overgegaan naar stap "225".
Bij stap "225" wordt beslist of de "timer play"-vlag F^q gelijk ëën is. Wanneer dit niet het geval blijkt te zijn, wordt het videobandapparaat tijdens stap "227" naar zijn onn10 Q7 -16- bedrijfstoestand "signaalweergave" overgeschakeld en wordt overgegaan naar stap "218". Wanneer de vlag F^q gelijk één blijkt te zijn, vindt tijdens stap "228" overschakeling van het videobandapparaat naar zijn bedrijfstoestand "stilstand" 5 plaats en wordt de "search"-vlag F3 gelijk nul gemaakt. Vervolgens wordt naar programmastap "218" overgegaan.
Wanneer tijdens stap "222" blijkt, dat de top-vlag F? gelijk, nul is, wordt tijdens stap "229" de "search play"-vlag Fg gelijk nul gemaakt, waarna tijdens stap "230" wordt 10 vastgesteld of het videobandapparaat 5 zich wel of niet in zijn bedrijfstoestand "snel vooruit" bevindt. Indien niet,, wordt tijdens stap "231" de "search stop"-vlag gelijk één gemaakt en wordt het getal vier (4) in het register T ingesteld r waarna, wordt overgegaan naar stap "218".
15 Tijdens stap "204" wordt vastgesteld, of de inhoud van het register T wel of niet gelijk vijftien is. Daarbij wordt het register T op onderbroken wijze aangestuurd door de centrale bewerkingseenheid 11, zodanig, dat de inhoud van het register T tijdens elke 0,5 seconde met één toeneemt. Indien de 20 telinhoud niet-gelijk aan vijftien blijkt te zijn, wordt overgegaan, naar ..stap "218".
Tijdens: stap ”218"· wordt vastgesteld of de inhoud van het register A wel of niet vijftien (15) is~ Daarbij wordt het register A op soortgelijke wijze als in de vorige alinea 25 aangestuurd-, zodat de inhoud van dit register iedere Q,5 seconde met één toeneemt? bovendien wordt het register A bij iedere detectie vaar stuurimpulsen (CTL) teruggesteld op elf UI)~
Wanneer tijdens stap "218" de inhoud van het register 30 A niet gelijk vijftien blijkt te zijn, wordt overgegaan naar stap "II" volgens figuur 3. Wanneer de inhoud van het register A gelijk vijftien blijkt te zijn, wordt tijdens stap "232" vastgesteld of de "search stop"-vlag F^ wel of niet gelijk één is; indien niet wordt verder gegaan naar stap "11" volgens 35 figuur 3. Indien wel, wordt tijdens stap "233" de door de impulsteller 58 bereikte telwaarde vervangen door de op dat ogenblik uitgelezen eindsegmentgegevens, waarna wordt verder 800 1 8 97 -17- gegaan naar stap "234". Wanneer de inhoud van het register T tijdens de stap "204" gelijk vijftien blijkt te zijn en wanneer het videobandapparaat 5 tijdens de stap "230" in zijn bedrijfstoestand "snel vooruit" blijkt te verkeren, worden 5 beide stromingen verder geleid naar stap "234".
Tijdens deze stap "234" wordt het videobandapparaat 5 overgesdhakeld naar zijn bedrijfstoestand "stilstand" en wordt de "search on"-vlag F11 gelijk nul gemaakt. Vervolgens worden tijdens stap "235" de "search stop"-vlag Fg gelijk nul en de 10 11 top"-vlag- F^ gelijk ëên gemaakt.
Vervolgens wordt tijdens stap "236" vastgesteld of de ""cue search"-vlag F& of de "interruption search"-vlag Fg gelijk één is. Wanneer één van beide Fg, Fg gelijk ëên blijkt te zijn, beide, Fg en Fg glijk nul gemaakt, waarna wordt over-15 gegaan naar stap "238"'.
Wanneer- Fg en Tg gelijk nul zijn, wordt tijdens stap "239" de numerieke waarde van de programmawijzer 54 met één vergroot, terwijl vervolgens tijdens stap "240" wordt vastgesteld of. de- numerieke waarde van de wij zer 54 wel of niet gelijk 20 8 is. Indien niet,, wordt verder gegaan naar stap "238". Indien wel, wordt tijdens stap "241" de numerieke waarde van de programmateller 54 gelijk nul gemaakt, waarna tijdens stap "242" wordt vastgesteld of. de "repeat"-vlag F^ wel of niet .... ........ gelijk, één is- Tndien wel, wordt overgegaan naar stap "238".
25 Tijdens stap "338" wordt vastgesteld of de "timer play"- vlag F1Q wel of niet gelijk één is? indien niet, wordt teruggegaan naar stap ,r2X£""- Indien wel, worden tijdens de daarop volgende stap "243" zowel Fg als F^ gelijk nul gemaakt, en wordt teruggekeerd naar stap "218".
30 Wanneer tijdens stap "242" is gebleken, dat F^ gelijk nul is, wordt tijdens stap "310” een nog nader te beschrijven "wisroutine" toegevoerd- ïliermede is de beschrijving van de bij stap "200" uitgevoerde "zoekherhalingsroutine" voltooid.
35 Tijdens stap "11" volgens figuur 3 wordt vastgesteld of de zoektoets S wel of niet is ingedrukt. Indien niet, wordt overgegaan naar stap "12". Indien wel, wordt tijdens stap "13" en n18 97 -18- vastgesteld of het "cue"-geheugen 56 wel of niet is geladen. Indien wel, wordt tijdens stap "14" de "cuesearch"-vlag Fg gelijk ëën gemaakt, waarna naar stap "15" wordt overgegaan. Indien niet, wordt tijdens stap "16" vastgesteld of het onder-5 brekingsgeheugen 57 wel of niet is geladen. Indien wel, wordt tijdens stap "17,r de "interruption search"-vlag Fg gelijk ëën gemaakt, waarna naar stap "15" v/ordt overgegaan. Indien het onderbrekingsgeheugen 57 tijdens stap "16" niet geladen blijkt te zijn, wordt rechtstreeks naar stap "15" overgegaan. 10 Tijdens stap "15" wordt de "search"-vlag Fg gelijk één gemaakt, terwijl de "search play"-vlag Fg gelijk nul wordt gemaakt., waarna naar stap "18" wordt overgegaan.
Tijdens stap "12" wordt vastgesteld of de herhalings-toets R wel of niet is ingedrukt. Indien niet, wordt overge-15 gaan naar stap "18". Indien wel, worden tijdens stap "19" de "repeat"-vlag F4 gelijk één en de "search play"-vlag Fg gelijk nul. gemaakt, waarna eveneens naar stap "18" wordt over-* gegaan.
Tijdens stap "1.8" wordt vastgesteld of de wistoets CL '20 wei of niet-is ingedrukt. Indien niet, wordt overgegaan naar stap "20"v Indien. wel, wordt tijdens stap "21" de "clear"-vlag F12 gelijk ëën. gemaakt en wordt teruggegaan naar stap "6".
Voorts-wordt tijdens stap ”20" vastgesteld of de "dear"—vlag·. wel of niet gelijk ëën is; indien niet wordt 25 doorgegaan..naar stap "22V Indien wel, v/ordt tijdens stap "310" de "wisroutine" volgens figuur 6 uitgevoerd.
Tijdens stap "311" van deze routine wordt de "clear vlag F£2. gelijk mil gemaakt. Vervolgens wordt tijdens stap "312" vastgesteld of de "cue search"-vlag Fg of de "inter-30 ruption search"-vlag Fg wel of niet gelijk één is. Wanneer één van beide Eg, Fg gelijk één is, wordt doorgegaan naar stap "313“', tijdens welke zowel Fg als Fg gelijk nul worden gemaakt, waarna wordt teruggekeerd naar stap "6" volgens figuur 3. Wanneer beide Fg en Fg tijdens stap "312" glelijk 35 nul blijken te zijn, worden tijdens stap "314" zowel Fg als F^ gelijk nul gemaakt, waarna tijdens stap "315" de "timer play"-vlag F^q en de "timer record"-vlag F^g beide gelijk nul 800 1 8 97 -19- worden gemaakt. Tijdens stap "316" worden zowel het werkregis-ter W als het register Z gewist, waarna wordt teruggekeerd naar stap "6" volgens figuur 3.
Hiermede is de beschrijving van de tijdens de stap 5 "310" uitgevoerde "wisroutine" voltooid.
Tijdens de stap "22" volgens figuur 3 wordt vastgesteld of de cijfertoetsen (0-9) wel of niet zijn ingedrukt; indien niet, wordt doorgegaan naar stap "23". Indien wel, wordt tijdens stap "320" de volgens figuur 7 geprogrammeerde 10 ” nunimerxegisterroutine " uitgevoerd.
Daartoe wordt tijdens stap "321" het door ingedrukte toetsen bepaald nummergetal in het werkregister W ingevoerd; de invoer geschiedt door sequentiele doorschuiving van het getal, beginnende bij het cijfer van laagste orde. De inhoud 15 van- het werkregister W wordt daarbij zichtbaar gemaakt op de uitleesrij 4a. Tijdens stap "322" wordt vastgesteld of de "C,TIa"-vlag wel o.f niet gelijk ëên is; indien wel, wordt naar stap "6" volgens figuur 3 teruggekeerd. Indien niet, wordt bij stap "323" -vastgesteld of het geregistreerde nummer-20 getal lager ligt dan 'het aantal in het segmentgegevengeheugen 51 opgeslagen-infomratiesegmenten, zodat "onderbrekingszoeken" mogelijk is. Wanneer· bet geregistreerde nummergetal correct is., vindtwtijdens stap. "324" opslag van de inhoud van het werkregister W? in het onderbrekingsgeheugen 57 plaats, waarna 25 naar stap. ”6volgens figuur 3 wordt teruggekeerd. Wanneer het geregistreerde getal niet correct is, wordt tijdens stap "323" in de- cijferrij 4a- een fout E afgeheeld, waarna naar stap "6"- volgens figuur .2 wordt teruggekeerd.
Hiermede is de beschrijving van de tijdens stap "320" 30 uitgevoerde "nummerregisterroutine" voltooid.
Tijdens stap "22" volgens figuur 3 wordt vastgesteld of de "cue"-toets CF wel of niet is ingedrukt; indien niet, wordt doorgegaan naar stap "24". Indien wel, wordt als stap "330" de "cue-routine" volgens figuur 8 uitgevoerd.
35 Daarbij wordt tijdens stap "331" vastgesteld of de "search"-vlag F^ of de "repeat"-vlag F4 gelijk ëên is.
Wanneer geen van beide F3, F^ gelijk éën blijkt te zijn, -20- wordt tijdens stap ”332" de inhoud van de programmawijzer 54 uitgelezen, waarna tijdens stap "333" de segmenteindgegevens van het programmageheugen 52, voor zover afkomstig van het door de programmawijzer 54 aangewezen adres daarvan, in het "cue-5 geheugen" 56 aan het eindgegevensadmes worden opgeslagen.
Vervolgens: wordt overgegaan naar stap "334". Wanneer daarentegen tijdens stap "331" blijkt, dat F3 en F^ gelijk nul zijn, wordt het eindgegevensadres van het geheugen 56 gepasseerd (made blank) en wordt doorgegaan naar stap "334". Tijdens deze stap wordt het telresultaat van de stuurimpulsenteller 58 aan het gegevens-in-adres van het geheugen 56 opgeslagen, waarna naar stap "6" volgens figuur 3 wordt teruggekeerd. Hiermede is de beschrijving van de tijdens stap "330" uitgevoerde "cue-routine" voltooid.
Tijdens, stap "24" volgens figuur 3 wordt vastgesteld, of de programmatoets PRGM of de cijfertoets 7, welke achtereenvolgens na indrukking van de functietoets F moeten worden ingedrukt, wel of niet zijn- ingedrukt. In het hierna volgende zal een.dergelijke toetsenbediening worden aangeduid als 2q "toets-F-^toets-7" of dergelijke. Wanneer de programmatoets PRGM niet blijkt ingedrukt te zijn, wordt verder gegaan naar stap "25". Indien wel, wordt tijdens stap "26" de programma-vlag F14. gelijk-ëên gemaakt en wordt vervolgens naar stap "6" teruggekeerd..
25 'Tijdens stap "25" wordt vastgesteld of de programma- vlag Fj£ wel of niet gelijk één is; indien niet wordt verder gegaan met stap "27".. Indien wel, wordt vervolgens de "pro-grammaroutine" "400" volgens figuur 9 uitgevoerd.
Baarbij wordt tijdens stap "401" vastgesteld of enige 30 cijfertoets wel of niet is ingedrukt; indien niet, wordt verder gegaan met stap "402". Indien wel, wordt tijdens stap ”403" het cijfer in vlag F^ gelijk êên gemaakt en wordt het cijfer of getal van de ingedrukte cijfertoets in het werk-register W opgeslagen. Vervolgens wordt verder gegaan naar 35 stap "402”.
Tijdens stap "402" wordt vastgesteld of de invoerto^ts (toets-F -r^toets-R) wel of niet is ingedrukt. Indien niet, 800 1 8 97 -21- 5* v» « wordt verder gegaan naar stap "404", doch indien wel, wordt tijdens stap "405" vastgesteld of de bedrijfstoestand "tijdtelling" wel of niet heerst. Indien wel, wordt tijdens stap "406" vastgesteld of het cijfer van "vlag gelijk 5 ëên is. Indien wel, wordt tijdens stap "407" de inhoud van het werkregister W in het tijdstipgeheugen 53 opgeslagen, waarbij er bij de vlag.F^ gelijk nul wordt gemaakt en naar de stap "404" wordt overgegaan. Wanneer tijdens stap "406" blijkt, dat het cijfer van F^ gelijk nul is, wordt tijdens 10 stap "408" de inhoud van het tijdstipgeheugen 53 door het werkregister W uitgelezen en op de uitleesrij 4a zichtbaar gemaakt. Vervolgens wordt naar stap "404" overgegaan.
Wanneer tijdens stap "405" blijkt, dat niet de bedrijfstoestand "tijdtelling" heerst, wordt tijdens stap 15 «'409» vastgesteld of het cijfer van vlag F^ wel of niet gelijk één is- Indien wel, worden tijdens stap "410" diê gegevens van het segmentgegevengeheugen 51, welk zich bevinden aan het door de inhoud van het werkregister W bepaalde adres van het geheugen 51, in het programmageheugen 52 opge- 20 slagen, waarbij, het cijfer van de vlag F15 gelijk nul wordt gemaakt. Vervolgens-wordt verder gegaan met stap "404". Wanneer tijdens; stap "405 blijkt, dat het cijfer in vlag F^ gelijk nul isr wordt, tijdens stap "411" de inhoud van het programmageheugen. 52 door het werkregister W uitgelezen en 25 op de uitleesrij 4a afgeheeld. Vervolgens wordt verder gegaan naar de programmas-tap "404".
Tijdens de stap "404" wordt vastgesteld of de eindtoets (toets-F—>toets-S·} wel of niet is ingedrukt; indien niet, wordt teruggekeerd naar stap "6" volgens figuur 3. Indien 30 wel, wordt tijdens stap "412" de programma-vlag F14 gelijk nul gemaakt, waarna wordt teruggegaan naar stap "6" volgens figuur 3.
Hiermede is de beschrijving van de tijdens de stap "400" uitgevoerde "programmaroutine" voltooid.
35 Tijdens stap "27" volgens figuur 3 wordt onderzocht of de pauzetoets wel of niet is ingedrukt. Indien niet, wordt 800 1 8 97 -22- verder gegaan met stap "28". Indien wel, wordt tijdens stap "29" de pauze-vlag F^g gelijk één gemaakt, waarna naar stap "28" wordt doorgegaan.
Tijdens stap "28" wordt vastgesteld of de pauze-vlag 5 F^g gelijk één is. Indien niet, wordt verder gegaan met stap "30" in figuur 3, doch indien wel, wordt bij stap "500" een "pauzeroutine" volgens figuur 10 uitgevoerd.
Daartoe wordt tijdens stap ”501” vastgesteld, of het videobandapparaat 5 zich wel of niet in zijn bedrijfstoestand 10 "stilstand"bevindt. Indien wel, wordt verder gegaan naar stap "502", doch indien niet, wordt tijdens stap "503" vastgesteld of het videobandapparaat wel of niet in zijn bedrijfstoestand "signaalweergave" verplaatst. Indien wel, wordt verder gegaan naar stap "502"? tijdens deze stap wordt het videobandapparaat 15 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "pauze", waarbij dé pauzer-vlag T16- gelijk nul wordt gemaakt. Daarna wordt teruggekeerd- naar .stap "ÉT" volgens figuur 3.
Wanneer het videobandapparaat 5 tijdens stap "503" niet in zijn bedrijfstoestand "signaalweergave" blijk; te ver-20 keren,, wordt tijdens stap "504 vastgesteld of de zoek-vlag F2 of de herhalingsvlag F^ wel of niet gelijk één is. Wanneer één van beide F4 gelijk één is, wordt verder gegaan naar stap "30" volgens figuur 3. Wanneer beide Fg, F^ gelijk nul blijken te rijn^ wordt de pauze-vlag F^g tijdens stap 25 "505" gelijk- nul gemaakt, waarna eveneens naar stap "30" volgens figuur 3 wordt teruggekeerd.
Hiermede is- de-beschrijving van de tijdens stap "500" uitgevoerde "pauzeroutine" voltooid.
Tijdens stap "30" ovolgens figuur 3 wordt vastgesteld, 30 of een in het videobandapparaat 5 geplaatste videoband zich wel of niet in zijn beginpositie bevindt? indien niet, wordt verder gegaan naar stap "31". Indien wel, wordt de inhoud van de stuurimpulsenteller 58 tijdens stap "32" gelijk nul gemaakt, waarna naar stap "31" wordt verder gegaan.
35 Tijdens stap "31" wordt vastgesteld of de tijdstipopna- metoets T. REC (toets-F—-> toets-3) wel of niet is ingedrukt; indien niet wordt verder gegaan naar stap "33"; indien wel, 80 0 1 8 97 -23- wordt tijdens stap "34" de "timer record"-vlag F^ gelijk één gemaakt, waarna naar stap "6" wordt teruggekeerd. Tijdens stap "33" wordt vastgesteld of de "timer record"-vlag wel of niet gelijk één is. Indien niet, wordt verder gegaan naar 5 stap "35", doch indien wel, volgt een "tijdstipopneemroutine" volgens "600" in figuur 11.
Daarbij worden tijdens stap "601" de tijdgegevens, welke aan heb door de tijdstipwijzer 55 aangewezen adres van het tijdstipgeheugen 53 aanwezig zijn, in het werkregister rW op-10 geslagen, terwijl tijdens stap "602" de de door de tijdstip-teller 59 bereikte telwaarden in het register Z worden opgeslagen. Tijdens stap "603" wordt vervolgens vastgesteld of de inhoud van het werkregister W wel of niet samenvalt met diè van het register Z; indien niet, wordt teruggekeerd naar 15 programmastap "6" volgens figuur 3. Indien wel, wordt tijdens stap "604" de getalwaarde van de tijdstipwijzer 55 met één vergroot, terwijl tijdens stap "605" wordt vastgesteld of de tijdstipwijzer 55 wel of niet in "overlooptoestand" verkeert. Indien wel, wordt. het., videobandapparaat 5 tijdens stap "606“ 20 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "stilstand", waarna de wisroutine volgens stap "310" dient te worden doorlopen.
Wanneer tijdens- stap "605" de tijdstipwijzer niet in zijn "Overlooptoestand" blijkt te verkeren, wordt tijdens stap "50-7"· vastgesteld of de tij dstipbegin-vlag F17 wel of 25 ï / niet gelijk, één is; indien wel, wordt tijdens stap "608" vastgesteld, of de tijdstipopneem-vlag F^ wel of niet gelijk één is- Ihdien wel, wordt Fl7 tijdens stap "609" gelijk nul gemaakt. Tijdens stap "609" verschaft de tijdstipaanwij-zer 55 bovendien de numerieke waarde voor de programmawijzer 30 54, terwijl de momentane inhoud van de stuurimpulsenteller 58 in het programmageheugen 52 wordt opgeslagen aan het segmentbegingedeelte van het bij de genoemde numerieke waarde van de programmawijzer 54 behorende adres van het programraa-geheugen 52. Tijdens stap "610" wordt het videobandapparaat 35 5 vervolgens overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "signaalopname", waarna naar stap "6" volgens figuur 3 wordt teruggekeerd.
800 1 8 97 -24-
Wanneer tijdens stap "607" blijkt, dat de tijdstipbe-gin-vlag F^y gelijk nul is, wordt F^ tijdens stap "611" gelijk één gemaakt. De numerieke waarde van de tijdstipaan-wijzer 55 levert tevens de overeenkomstige numerieke waarde 5 voor de programmawijzer 54, waarbij de momentane inhoud van de stuurimpulsenteller 58. in het programmageheugen 52 wordt opgeslagen aan het segmenteindgedeelte van het met de genoem-ae numerieke waarde van de programmawijzer 54 overeenkomende adres van het. programmageheugen 52. Tijdens stap "612" wordt 10 het videobandapparaat 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "stilstand". Tijdens stap "613" wordt het videobandapparaat 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "signaal-weergave", terwijl tijdens stap "614" wordt vastgesteld of 2 seconden wel of niet zijn verstreken. Stap "614" wordt her-15 haald tot. het verstrijken van 2 seconden is vastgesteld. Vervolgens wordt het videobandapparaat 5 tijdens stap "615" we,er avergeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "stilstand", waarna naar-stap "6" volgens figuur 3 wordt teruggekeerd.
Wanneer tijdens stap "608" de tijdstipopneem-vlag 20 F13 gelijk, nul blijkt te zijn, wordt de zoek-vlag F3 tijdens stap "61.6 " gelijk nul. gemaakt, terwijl de numerieke waarde van de tijdstipwij-zer· 55 één groter wordt gemaakt. Tijdens stap "617" wordt het videobandapparaat 5 vervolgens naar zijn bear ij fs toestand "signaalweergave" overgeschakeld, waarna naar 25 stap "o" volgens, figuur 3 wordt teruggekeerd.
Hiermede is de beschrijving van de tijdens de stap ”600" uitgevoerde "tijdstdpopneemroutine" voltooid.
Tijdens stap "35" in figuur 3 wordt vastgesteld of de tijdstipweergeeftoets T (toets-f—>toets-l) wel of niet is 30 ingedrukt7 indien niet, wordt doorgegaan naar stap "36". Indien wel, wordt tijdens stap'"37" de tijdstipweergeef-vlag F^q gelijk één gemaakt, waarna wordt teruggegaan naar stap "b" .
Tijdens stap "36" wordt vastgesteld of de tijdstip-35 weergeef-vlag gelijk één is; indien niet, wordt verder gegaan naar stap "38". Indien wel, dient een "tijdstipweer-geefroutine volgens stap "700" in figuur 12 te worden 800 1 8 97 -25- uitgevoerd.
Tijdens stap "701" van deze subroutine wordt vastgesteld of de "search on”-vlag wel of niet gelijk ëën is. indien niet, worden tijdens stap "702" F^ gelijk ëën en Fg gelijk ëën gemaakt, waarna naar stap " ƒr volgens figuur 3 5 wordt -teruggekeerd.
Wanneer tijdens stap "701" blijkt, dat F^ gelijk één is, wordt tijdens stap "703" vastgesteld of de zoek-vlag Fg wel of niet gelijk ëën is; indien wel, wordt teruggekeerd naar stap "6” volgens figuur 3. Indien niet, dient de "tijdstip-10 opneemroutine" "βΟΟ" volgens figuur 12 te worden herhaald.
Hiermede is de beschrijving van de tijdens stap "700" uitgevoerde "tijdstipweergeefroutine" volgens figuur 12 voltooid.
Tijdens stap "38" in figuur 3 wordt vastgesteld of de gegevensinleestoets WHITE (toets-f—^-toets-9) wel of niet is iiigedrukt; ..indien niet, wordt verder gegaan naar stap "39". Indien wel, dan dient de in figuur 13 weergegeven "gegevens-inleesroutine" "800"' te worden uitgevoerd.
Tijdens.-stap "801" van deze routine wordt het videoband-20 apparaat 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "terug-. spoelen", waarna, tijdens stap "802" wordt vastgesteld of de magneetband, zich wel. of niet in zijn beginpositie bevindt.
Deze stap "‘SOI*- wordt herhaald, totdat de magneetband deze positie heeft bereikt. Zodra dit het geval is, wordt het 25 videobandapparaatr 5 tijdens stap "803" naar zijn bedrijfstoestand "audio signaaiogrtame" overgeschakeld, waarbij de inhoud van het segmentgeheugen 51 in audiofrequente gegevens wordt omgezet en aan de audio-ingangsaansluiting van het videoband-apparaat 5 wordt toegevoerd. Tijdens stap "804" wordt ver-30 volgens vastgesteld, of de gegevens-inlezing wel of niet is voltooid; de stap "804" wordt herhaald totdat de inlezing is voltooid. Wanneer dit het geval is, wordt het videobandappa-raat 5 tijdens de stap "805" overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "terugspoelen". Tijdens de stap "806" wordt 35 vervolgens vastgesteld, of de magneetband wel of niet zijn beginpositie heeft bereikt; stap "806" wordt herhaald.
8001897 -26- totdat de band zijn beginpositie heeft bereikt. Daarop wordt het videobandapparaat tijdens stap "607" overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "stilstand", waarna naar stap "39" volgens figuur 3 wordt verder gegaan.
5 Hiermede is de beschrijving van de tijdens stap "800" uitgevoerde "gegevensinleesroutine" volgens figuur 16 voltooid.
Tijdens stap "39" volgens figuur 3 owordt vastgesteld, of de stoptoets (STOP) wel of niet is ingedrukt; indien wel, 10 wordt het videobandapparaat 5 tijdens stap "40" overgeschakeld naar zijn bedrrjfstoestahd "stilstand", waarna naar stap "6" van het programma volgens figuur 3 wordt teruggekeerd, ïndien de stoptoets niet blijkt te zijn ingedrukt, wordt verder gegaan, naar stap "41".
15 Tijdens stap "41" wordt vastgesteld of de snel-vooruit- toets FF wel of niet is ingedrukt; indien wel, wordt het videobandapparaat 5 tijdens stap "42" overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand"snel vooruit" en wordt de begin-vlag Fy gelijk nul. gemaakte Vervolgens wordt teruggekeerd naar program-2Q mastap "fr" wanneer de snel-vooruit-toets blijkt te zijn ingedrukt., wordt verder gegaan naar stap "43".
Tijdens stap "43" wordt vastgesteld of de terugspoel-toets REW wel of niet is ingedruktr indien wel, wordt het ______ .videobandapparaat 5 tijdens stap "44" overgeschakeld naar zijn 25 bedrijfstoestand "temgspoelen", waarbij de begin-vlag Fy gelijk een. gemaakt wordt. Daarna wordt teruggekeerd naar programmastap "6"^. Wanneer de terugspoeltoets niet blijk te zijn ingedrukt, wordt verder gegaan naar stap "45".
Tijdens stap "45" wordt vastgesteld of de afspeeltoets 30 ETiSY wel of niet is ingedrukt; indien wel, wordt het videobandapparaat 5 tijdens stap "46" naar zijn toestand "signaalweer-gave" overgeschakeld, waarbij de "begin"-vlag Fy gelijk nul gemaakt wordt. Vervolgens wordt naar de programmastap "6" teruggekeerd. Indien de afspeel-toets niet blijkt te zijn in-35 gedrukt, wordt zonder meer naar stap "6" teruggekeerd.
De hiervoor genoemde programma's zijn opgeslagen in het geheugen 12 van het ROM-type.
800 1 8 97 ♦ -27-
Als gevolg daarvan wordt bij inschakeling van de apparatuur de bandpositiebesturingsinrichting volgens de uitvinding tijdens de stappen "2" - "S'" naar zijn uitgangstoestand overgebracht. Gewoonlijk worden de programma's uitgevoerd via 5 de hoofdroutes A—* B, B —> C, C—»E en E—^A, zoals ook figuur 3 is weergegeven.
wanneer de stop-toets, de snel-vooruit-toets, de terpg-spoel-toets en de signaalweergeef-toets worden ingedrukt, wordt zulks respectievelijk gedetecteerd tijdens de stappen 10 "39", "41”, "43" en "45", waarbij het videobandapparaat 5 respectievelijk itijdens de stappen "40", "42","44" en "46" naar zijn respectievelijk bijbehorende bedrijfstoestand wordt overgeschakeld ~
Voorts wordt opgemerkt,, dat indrukking van de pauze-15 toets wordt gedetecteerd tijdens de stap "27", waarna de pau-ze-vlag F^g gelijk ëën gemaakt wordt tijdens stap "29". wanneer deze situatie F^g is gelijk 1 tijdens stap "28" wordt gedetecteerd, wordt het videobandapparaat 5 tijdens de stap "500" naar zijn bedrijfstoestand "pauze" overgeschakeld.
20 Tijdens de stap "500" worden de bedrijfstoestand "stilstand" en de bedrijfstoestand "signaalweergave" van het videobandapparaat 5 respectievelijk gedurende de stappen "501" en "503" gedetecteerd; uitsluitend in deze gevallen wordt het videobandapparaat 5 naar zijn bedrijfstoestand 2-5 "pauze" over ges chakeid _ wanneer het videobandapparaat in zijn bedrijfstoestand "snsl vooruit" of in zijn bedrijfstoestand "terugspcnalen" verkeert, wordt tijdens stap "505" de pauze - 1 vlag F^g- gelijk nul gemaakt en vindt de besturing van het videobandapparaat 5 plaats alsof dit zich niet in de bedrijfs-30 toestand "pauze” bevindt. Tijdens de stap "504" vindt detectie van de bedrijfstoestand "zoeken" of de bedrijfstoestand "herhalen" plaats; in die gevallen wordt de pauze-vlag P16< zelfs wanneer het videobandapparaat 5 zich in zijn bedrijfstoestand "snel vooruit" of in zijn bedrijfstoestand "terug-35 spoelen" bevindt, gelijk één gehouden. Terugkeer naar de bedrijfstoestand "pauze" vindt plaats wanneer het videobandapparaat 5 in zijn bedrijfstoestand "stilstand" of in zijn 800 1 8 97 -28- bedrijfstoestand "signaalweergave" terugkeert.
Hierna kan signaalweergave of afspeling met behulp van de informatiesegmentgegevens op de volgende wijze geschieden: Eerst, wanneer de programmatoets PRGM wordt ingedrukt, 5 wordt gedetecteerd tijdens de stap "24”, waarna de programma-vlag Fl4 gelijk één gemaakt wordt tijdens stap "26". Wanneer dit wordt gedetecteerd tijdens stap "25", wordt het. programma tijdens stap "400” ("programmaroutine", zie figuur 9), geregistreerd.
10 Dit wil zeggen, dat wanneer tijdens de "programmarou tine" "400" enige cijfertoets van een segmentnummer wordt ingedrukt, zulks wordt gedetecteerd tijdens de stap "401", waarna tijdens de stap "403" het cijfer van de ingedrukte toets in het werkregister W wordt opgeslagen en bovendien het cijfer 15 in F15 gelijk éên gemaakt wordt. Bovendien wordt bediening van de invoertoets gedetecteerd tijdens de stap "402". Tijdens de, stap "410" worden dan uit het met het in het werkregister W opgeslagen getal overeenkomende adres van' het segmentgegeven-geheugen. 51 gegevens in het programmageheugen 52 opgeslagen, 20 terwijl bovendien het cijfer van F12 gelijk nul wordt gemaakt. Vervolgens;, -wanneer weer een cijfertoets wordt ingedrukt, zullen de gegevens van het desbetreffende segment in het programmageheugen 52 worden- opgeslagen; zoals reeds is opgemerkt, is voor acht dergelijke informatiesegmenten opslag van de 25 gegevens in het programmaggeheugen 52 mogelijk. Tenslotte, wanneer de eindtoets wordt ingedrukt, hetgeen tijdens de stap "404." wordt gedetecteerd, wordt de programma-vlag F^4 tijdens stap "412" gelijk nul gemaakt. Daarmede is de "segmentprogram-maroutine" voltooid..
30 Wanneer onder die omstandigheden de zoek-toets wordt ingedrukt, hetgeen wordt gedetecteerd tijdens stap "11", worden tijdens stap "15" de zoek-vlag F^ en de zoek-afspeel-vlag Fg respectievelijk gelijk één en nul gemaakt. Wanneer de herhalingstoets wordt ingedrukt, wordt zulks tijdens stap 35 "12" gedetecteerd, waarna tijdens stap "19" de herhalings-vlag F4 en de zoek-afspeel-vlag Fg respectievelijk gelijk ëën en nul worden gemaakt. Vervolgens, wanneer tijdens stap "3" 800 1 8 97 -29- = 1 of = 1 is gedetecteerd, vindt signaalweergave volgens het programmageheugen 52 plaats tijdens de "zoekherhalings-routine" "200".
Tijdens de "zoekherhalingsroutine" "200" wordt in hét 5 begin de begin-vlag Fy gelijk één gehouden, de "search stop”-vlag Fjj gelijk nul gehouden en de inhoud van de programmawij-ser 54 eveneens gelijk nul gehouden. Vervolgens, tijdens stap "213" wordt- de toestand Fy = 1 gedetecteerd, waarna tijdens stap "214"· de aan het eerste adres van het programmageheugen 10 52 opgeslagen beginsegmentgegevens in het werkregister W worden opgeslagen.
Tijdens de stap "202"wordt de telwaarde van de stuur-impulsenteller 58 in 'het register Z opgeslagen, terwijl tijdens de stap "216" de telwaarde van de stuurimpulsenteller 58 wordt 15 vergeleken met de eerste segmentbegingegevens. Wanneer deze gegevens niet met elkaar blijken samen te vallen, hetgeen tijdens de stap "219" wordt gedetecteerd, wordt het videoband-apparaat 5 tijdens de stap "220" of "221" in. zijn toestand "terugspoelen" of in zijn toestand "snel vooruit" gebracht, 20 zodat de gegevens met elkaar in overeenstemming kunnen komen. Tijdens stap "232 wordt dan F^ = 0 gedetecteerd, waarna de hoofdroute*-·vérder kan worden gevolgd.
Wanneer de inhoud van het werkregister W samenvalt met diê van het register Z., wordt tijdens stap "222" vastgesteld, 25 dat Fy = X, en tijdens stap "224", dat Fy en Fg respectievelijk nul en één geworden zijn. Verlgens wordt het videoband-apparaat 5 tijdens stap "227" overgeschakeld naar zijn bedrijf stoestand "signaalweergave", zodat het eerste informatie-segment wordt uitgelezen en naar de hoofdroute wordt terugge-30 gaan.
Aangezien onder deze omstandigheden Fy gelijk nul wordt gehouden, vindt tijdens stap "213" de detectie Fy = 0 plaats, waarna tijdens stap "215" de op het eerste informatie-segment betrekking hebbende segmenteindgegevens in het regis-35 ter Z worden opgeslagen, waarna tijdens stap "216" de inhoud van het register Z wordt vergeleken met die van de stuurimpulsenteller 58. Indien de beide inhouden niet met elkaar 80 0 1 8 97 -30- samenvallen, wordt bij stap "217" = 1 vastgesteld, waarna naar de hoofdroute wordt teruggegaan.
Wanneer de inhoud van het register Z samenvalt met diê van de stuurimpulsenteller 58, wordt tijdens stap "222" 5 Fj = 0 vastgesteld, waarna F^ tijdens stap "229" gelijk nul wordt en tijdens stap "231" F^ gelijk één wordt. Tijdens stap "232" vindt detectie F5 = 1 plaats, waarna het videobandappa-raat 5 tijdens stap "234" naar zijn bedrijfstoestand "stilstand" wordt overgeschakeld; tijdens stap "235" worden F η en F5 res-10 pectievelijk gelijk één en nul, terwijl tijdens stap "239" de inhoud van de programmawijzer 54 met één wordt vergroot. Wanneer de "search stop"-vlag F^ = 0, hetgeen tijdens stap "232" wordt vastgesteld, wordt naar de hoofdroute teruggekeerd.
Het zojuist beschreven programma wordt herhaald. Aange-15 zien de inhoud van de programmawijzer 54 vergroot is, wordt tijdens deze herhaling een aan het volgende adres van het programmageheugen 52 aanwezig informatiesegment uitgelezen.
Indien het programma zeven maal wordt herhaald, dat wil zeggen acht maal wordt uitgevoerd, krijgt de inhoud van 20 de programmawijzer 54 tijdens stap "239" de waarde acht. Tijdens stap "240" wordt dit vastgesteld, waarna tijdens stap "241" de inhoud van de programmawijzer 54 weer op nul gebracht wordt. Tijdens de bedrijfstoestand "herhalen", wordt de . - - laatstgenoemde telinhoud tijdens de stap "242" gesignaleerd, 25 waarna het programma, van voren af wordt hervat. In de bedrijfs-toestand "zoeken", wordt de operatie echter tijdens de routine "310" afgebroken (cleared).
Tijdens de routine "310" worden de zoek-vlag F3 en de herhalingsvlag F^ beide tijdens de stap "314" gelijk nul ge-30 maakt, terwijl de inhoud van het werkregister W en die van het. register Z bij- de stap "316" gelijk nul worden gemaakt.
Wanneer bij de hier beschreven besturingsinrichting eerst geen videobandcassette in het videobandapparaat is geplaatst, wordt dit feit tijdens stap "6" vastgesteld, waarna 35 de cassette-vlag F^ tijdens stap "7" gelijk nul wordt gemaakt. Wanneer wel een cassette is geplaatst, hetgeen eveneens tijdens stap "6" wordt gedetecteerd, wordt tijdens stap "9" = 0 800 1 8 97 -31- vastgesteld en tijdens stap "10" F^ = 1. Tijdens de routine "100" worden de op het bandbegin opgenomen segmentgegevens door het segmentgegevengeheugen 51 uitgelezen. Aangezien de cassette-vlag F^^ gelijk één is, wordt de routine "100" on-5 middellijk na het plaatsen van de cassette in het videoband-. apparaat, slechts éénmaal doorlopen.
Tijdens de routine "100" bij de stappen "101" en "102" naar het bandbegin teruggespoeld, waarna bij de stappen "104" en "105" de aan het bandbegin opgenomen segmentgegevens worden 10 uitgelezen en in het segmentgegevengeheugen 51 worden opgeslagen. Bij de stappen "108" en "109" wordt de band opnieuw naar het bandbegin teruggespoeld, waarna het videobandapparaat bij de stap "110" naar zijn bedrijfstoestand "stilstand" wordt overgeschakeld. Vervolgens werdt naar de hoofdroute terugge-15 keerd.
Wanneer de stoptoets van het videobandapparaat 5 tij-dejis het eerste terugspoelen wordt ingedrukt, wordt dit gedetecteerd bij stap "103". Bij stap "111" wordt het bideoband-apparaat 5 dan in zijn. bedrijfstoestand "stilstand" gebracht, 20 terwijl hij stap "112" de stuurimpulsenvlag F2 gelijk één wordt, zodat het volgende programma niet de segmentgegevensbewerking volgt. Daarna wordt naar de hoofdroute teruggekeerd .
- ------ Vervolgens, wanneer de gegevens onjuist zijn of niet 25 zijn opgenomen, zal de uitlezing van de segmentgegevens tijdens de stap "104" en "105" zelfs na het verstrijken van 25 ^ seconden niet voltooid z±jn. Dit wordt bij stap "106" vastgesteld, waarna de stuurimpulsenvlag F2 bij stap "113" de waar-ae één krijgt. Vervolgens wordt naar de hoofdroute teruggegaan. 30 Wanneer de stuurimpulsenvlag F2 gelijk één is, bevindt het bideobandapparaat zich in de bedrijfstoestand van besturing op basis van stuurimpulsnummers; 'wanneer tijdens stap "22" een cijfertoets wordt ingedrukt, wordt tijdens stap "322" vastgesteld, dat de vlag F2 - 1, zodat het desbetreffen-35 de cijfer wordt vastgehouden voor opslag in het werkregister . Wanneer vervolgens de zoektoets wordt ingedrukt, wordt bij de stappen "201" en "223" F2 = 1 vastgesteld, waarna het 800 1 8 97 -32- opgeslagen getal met de inhoud van de stuurimpulsenteller 58 wordt vergeleken voor het "opzoeken".
Wanneer de gegevensinleestoets wordt ingedrukt, wordt dit gedetecteerd bij stap "38" waarna de inhoud van het seg-5 mentgegevengeheugen 51 tijdens de routine "800" op het band-begin wordt geregistreerd.
Daartoe wordt tijdens de routine "800" bij de stappen "801" en "802" de band naar zijn bandbegin teruggespoeld, waarna bij de stappen "803" en "804" registratie van de seg-10 mentgegevens plaats vindt. Vervolgens wordt de band tijdens de stappen. "805" en "806" weer naar zijn bandbegin teruggespoeld, terwijl het videobandapparaat 5 naar zijn bedrijfstoe-stand "stilstand" wordt overgeschakeld. Vervolgens naar de hoofdroute teruggekeerde 15 Zoals in het voorgaande is beschreven, kan ieder seg ment, waaraan een segmentnumeer wordt toegewezen, worden opgezocht. Het is ook mogelijk, dat een bij de verschillende seg-mentgegevens van alle. informatiesegmenten behorend signaal vooraf op een voorafbepaald gedeelte van de magneetband is 20 opgenomen^ wanneer de band in het videobandapparaat is geplaatst, kan dit signaal worden uitgelezen en in het geheugen 13 van de besturingsinrichting 1 worden opgeslagen.
Indien bij. toepassing van de bandpositiebesturingsin-richtxng volgens de uitvinding de gebruikte videoband 70 aan 25 de overgangen tussen zijn verschillende informatiesegmenten een stuurimpulsenonderbreking van 2 seconden of meer vertoont, aan wordt zulks in de bedrijfstoestand "zoeken" of de bedrijfs-uoestand "herhalen" bij de stap "218" vastgesteld.
Dit wil zeggen, dat het register A gewoonlijk door de 30 stuurimpuls op de waarde elf wordt vooringesteld en, nadat het informatiesegmentsinde is doorlopen, bij iedere 0,5 seconde met één toeneemt. Vervolgens, wanneer de inhoud van het register A na 2 seconden de waarde vijftien heeft bereikt, wordt dit gedetecteerd bij de stap "218".
35 Daarbij dient de inhoud van de stuurimpulsenteller 58 juist voorafgaande aan de onderbreking in de stuurimpulsen nauwkeurig gelijk worden aan de eindsegmentgegevens. In 800 1 8 97 -33- sommige gevallen treedt echter uitval op/ waardoor een fout in de numerieke waarde wordt veroorzaakt. Tijdens de stap "233" wordt de inhoud van de stuurimpulsenteller 58 derhalve vervangen door de eindsegmentgegevens, zodat automatisch compensatie 5 voor een dergelijke fout wordt verkregen.
wanneer het optreden van de onderbreking in de stuur-impulsen zelfs 5,5 seconden na het passeren van het segment-einde niet wordt vastgesteld, wordt dit laatstgenoemde feit tijdens stap "204" vastgesteld.
10 Tijdens de stap "231" wordt de zoekstopvlag F5 namelijk gelijk ëên, terwijl bovendien de inhoud van het register T wordt vooringesteld op de waarde vier, en daarna iedere 0,5 seconde met êën vergroot. Vervolgens, wanneer de inhoud van het register T na het verstrijken van 5,5 seconden de waarde vijftien heeft bereikt, wordt zonder de stappen "218", "232", en "233" te doorlopen verder gegaan naar des tap "234", zodat he£ programma "zoeken" of het programma "herhalen" wordt hervat.
Aan ieder informatiesegment wordt derhalve een segment- 20 nummer toegevoegd,- zodat het segment kan worden opgezocht.
Voorts is aan de overgang tussen twee segmenten steeds een stuurimpulsenonderbreking van voorafbepaalde lengte aanwezig, zodat de inhoud van de stuurimpulsenteller kan worden gecorrigeerd door detectie van een dergelijke onderbreking.
25 Wanneer bij de besturingsinrichting volgens de uitvin ding de ,rcue"-toets wordt ingedrukt wordt zulks bij stap "23" vastgesteld en wordt het "cue"-punt geregistreerd tijdens de routine "330 "3.
Wanneer het videobandapparaat tijdens de routine "330" 30 in de bedrijfstoestand "zoeken" of in de bedrijfstoestand "herhalen" verkeert, wordt dit vastgesteld bij stap r331", waarna de momentane inhoud van de programmawijzer 54 tijdens stap ”332" wordt uitgelezen. Bij stap "333" worden de aan het door de programmawijzer 54 aangewezen adres van een programma- 35 geheugen. 52 opgeslagen segmenteindgegevens in het "cue"-geheu-gen 56 aan het eindgegevenadres daarvan opgeslagen. Vervolgens wordt tijdens stap "334" de momentane telwaarde van de
Afin 1 8 97 -34- stuurimpulsenteller 58 aan het begingegevenadres van het "cue"-geheugen 56 opgeslagen.
Wanneer vervolgens na uitlezing van enige delen van segmenten de zoektoets wordt ingedrukt, dan wordt dit bij 5 stap "il" vastgesteld, waarna bij stap "13" de geheugenwerking van het "cue"-geheugen 56 wordt vastgesteld. Vervolgens gaat de "cue-zoekvlag" F6 tijdens stap "14" naar één, terwijl de zoekvlag F3 en de zoekafspeelvlag Fg tijdens stap "15" respectievelijk naar één en nul gaan. Vervolgens vindt tij-10 dens staP "s" detectie F3 = 1 plaats en wordt tijdens de routine "200" het "cue"-punt gedetecteerd.
Daarbij wordt tijdens stap "205" vastgesteld, dat de "cue"-zoekvlag Fg de waarde één heeft, waarna bij stap "207" de beginsegmentgegevens van het "cue"-geheugen 56 in werkre-15 gister W worden opgeslagen. Bij stap "216" vrordt vervolgens de inhoud van het werkregister W vergeleken met die van de stuurimpulsenteller 58; wanneer beide blijken samen te vallen, wordt het videobandapparaat tijdens stap "220" of "221" overgeschakeld naar- de bedrijfstoestand "terugspoelen" of "snel 20 vooruit", zodat de beide inhouden tot samenvallen met elkaar worden gebracht. Zodra dit is geschied, en wel aan het "cue"-punt, gaan tijdens stap "224" de beginvlag Fy en de zoekaf-speelvlag JTg respectievelijk naar nul en één, waarna het videobandapparaat bij. stap "227" naar de toestand "signaalweergave" 25 wordt overgeschakeld.
In dat geval wordt bij stap "206" vastgesteld, dat de beginvla£ F? = 0 is- Vervolgens worden bij stap "208" de eindsegmentgegevens van het "Cue"-geheugen 56 in het werkregister W opges.la.gen en worden deze gegevens tijdens stap 30 "216" vergeleken met de inhoud van de stuurimpulsenteller 58. Wanneer de beide gegevens blijken samen te vallen, wordt het videobandapparaat tijdens stap "234" overgeschakeld naar de bedrijfstoestand "stilstand", waarna bij stap "236" Fg = 1 wordt vastgesteld en tijdens stap "237" Fg gelijk nul wordt, 35 zodat de normale bedrijfstoestand "zoeken" of de bedrijfstoestand "herhalen" wordt hersteld.
Daarbij ondergaat de inhoud van de programmawijzer 54 8001897 -35- geen verandering, zodat, wanneer de zoektoets wordt ingedrukt, een uitgelezen informatiesegment wordt opgezocht.
wanneer de wistoets wordt ingedrukt op een tijdstip, waarop signaalweergave vanaf het "cue"-punt plaats vindt, 5 wordt verder gegaan naar de routine "310". Tijdens stap "312" wordt vastgesteld Fg = 1, waarna Fg bij stap "313" de waarde nul krijgt. In verband daarmede vindt terugkeer naar de normale bedrijfstoestand "zoeken" of herhalen" plaats met als gevolg, dat hetsegment, dat werd uitgelezen toen de zoektoets 10 werd ingedrukt, op de zelfde wijze wordt opgezocht als na voltooiing van afspeling volgens het "cue"-geheugen 56.
Voorts wordt opgemerkt, dat wanneer de "cue"-toets wordt ingedrukt op een tijdstip, dat niet tijdens de bedrijfstoestand "zoeken " of "herhalen" valt, tijdens stap "335" de 15 eindsegmentgegevens van het "cue"-geheugen 56 worden onderdrukt (blanked) en dat tijdens stap "334" slechts de momentane tel-waarde van de stuurimpulsenteller 58 aan het beginadres van het "cuea-geheugen 56 wordt opgeslagen.
Wanneer de zoektoets vervolgens op een willekeurig 20 tijdstip wordt ingedrukt, wordt routine "200" het ”cue"-punt opgezocht, terwi-jl bij stap "223" wordt vastgesteld dat de stuurimpulsenvlag F^ gelijk één is en dat de zoekvlag F^ gelijk nuk is.
Uit het_ voorgaande blijkt, dat de uitvinding de moge-25 lijkheid verschaft om door toewijzing van een segmentnummer aan ieder informatiesegment acces tot ieder informatiesegment te krijgen, dat wil zeggen dat ieder informatiesegment kan worden opgezocht. Voorts is het mogelijk, dat de door telling van stuurimpulsen bereikte telwaarde bij een willekeurig punt 30 in opslag wordt genomen, dit punt tijdens signaalweergave wordt opgezocht en dat het oorspronkelijke informatiesegment na voltooiing van het voorgaande opnieuw wordt opgezocht.
Wanneer bij de bandpositiebesturingsinrichting volgens de uitvinding in de bedrijfstoestand "zoeken" of de bedrijfs-35 toestand "herhalen" een cijfertoets wordt ingedrukt, vindt detectie daarvan plaats bij stap "22", waarna het onderbre-kingssegmentnummer tijdens de routine "320" wordt opgeslagen.
on A 4 fl 07 -36-
Daartoe wordt tijdens de routine "320" bij de stap "321" het nummer of getal van een ingedrukte toets in het werk-register W opgeslagen, terwijl bij stap "323" wordt vastgesteld, of het in opslag genomen nummer wel of niet verkeerd is, dat 5 wil zeggen of het in opslag genomen segmentnummer werkelijk voorkomt. Wanneer dit niet het geval blijkt te zijn, vindt bij stap "325" foutindicatie plaats, welke in stand blijft totdat een juist nummer in opslag is genomen. Wanneer een bestaand segmentnummer is opgeslagen, wordt dit bij stap 10 "324" in het onderbrekingsgeheugen 57 opgeslagen.
Wanneer op een willekeurig tijdspunt de zoektoets wordt ingedrukt, wordt zulks gedetecteerd bij stap "11". Vervolgens wordt bij stap "16" vastgesteld, dat het onderbrekingsgeheugen 56 is geladen; bij stap "17" wordt de onderbre-15 kingszoekvlag Fg gelijk ëên gemaakt. Vervolgens wordt bij stap "15" de zoekvlag Fg gelijk ëên gemaakt, terwijl de zoek-afspeelvlag Fg gelijk nul wordt. Bij stap "3" wordt Fg is gelijk ëên vastgesteld, waarna tijdens de routine "200" het "onderbrekingszoeken" volgt.
20
Daartoe wordt bij stap "209" vastgesteld, dat de onderbrekings zoekvlag Fg — 1, waarna bij stap "211" de beginsegment-gegevens van het door het onderbrekingsgeheugen 57 bepaalde adres van het segmentgegevengeheugen 51 in het werkregister W worden opgeslagen- Bij stap "216" worden deze gegevens dan 25 vergeleken met de inhoud van de stuurimpulsenteller 58; wanneer zij daarmede niet samenvallen, wordt het videobandappa-raat 5 stap "220" of stap "221" overgeschakeld naar zijn bedrijf stoestand "terugspoelen" of zijn bedrijfstoestand "snel vooruit", zodat de beide gegevensbestanden met elkaar in over-30 eenstemming worden gebracht. Vervolgens, wanneer dit is geschied, gaan de beginvlag Υη en de zoekafspeelvlag Fg bij stap ”224” respectievelijk naar nul en êén, waarna het videoband-apparaat bij stap "227" wordt overgeschakeld naar zijn be-drijfstoestand "signaalweergave".
35 In deze laatstgenoemde bedrijfstoestand wordt bij stap "210" vastgesteld, dat beginvlag F^ is gelijk nul, waarna de aan het door het onderbrekingsgeheugen 57 bepaalde adres 800 1 8 97 -37- van het segmentgegevengeheugen 51 opgeslagen eindsegmentgege-ven worden overgebracht naar het werkregister W, waar zij bij stap "216" worden vergeleken met de inhoud van de stuurimpul-senteller 58. Indien de gegevens met elkaar overeenstemmen, 5 wordt het videobandapparaat 5 bij stap "234" naar zijn bedrijf stoestand "stilstand" overgeschakeld. Bij stap "236" wordt vervolgens vastgesteld, dat de onderbrekingszoekvlag Fg =1, waarna bij. stap "237" de vlag Fg naar nul gaat, zodat de normale bedrijfstoestand "zoeken" of "herhalen wordt hersteld.
Daarbij heeft de inhoud van de programmawijzer 54 geen verandering ondergaan, zodat het segment, dat werd uitgelezen toen de zoektoets werd ingedrukt, opnieuw wordt opgezocht.
Kanneer tijdens afspeling in overeenstemming met het onderbrekingszoeken de wistoets wordt ingedrukt, wordt overge-15 gaan naar de routine "310". Bij stap "312" wordt Fg = 1 vastgesteld, waarna Fg bij stap "313" naar nul gaat. De appara-txmr wordt derhalve naar zijn normale toestand "zoeken" of "herhalen" teruggeschakeld, zodat een informatiesegment, dat juist werd wuitgelezen toen de zoektoets werd ingedrukt, op de 20 zelfde wij ze wordt opgezocht als na voltooiing van signaalweer-gave op basis van het "cue"-geheugen 56.
Wanneer aan leder informatiesegment een segmentnummer wordt toegekend, kan derhalve ieder willekeurig segment worden opgezocht.. Indien -tijdens signaalweergave uit een. bepaald 25 informatiesegment een willekeurig ander segment wordt aangewezen, is het mogelijk eerst dit andere segment uit te lezen en vervolgens na uitlezing van het oorspronkelijk uitgelezen segment terug te gaan.
Wanneer bij ..toepassing van de bandpositiebesturingsin-30 richting volgens de uitvinding de snel-vooruit-toets wordt ingedrukt in de bedrijfstoestand "zoeken" of de bedrijfstoestand "herhalen", wordt zulks gedetecteerd bij stap "41", waarna het videobandapparaat 5 tijdens stap "42" wordt overge-schakela naar de bedrijfstoestand "snel vooruit", terwijl te-35 vens de beginvlag Fj gelijk nul wordt. Bij stap "213 wordt dit vastgesteld, waarna bij stap "215" de eindsegraentgegevens in het werkregister W worden opgeslagen en bij stap "216" o λ n a Q 07 -38- met de inhoud van de stuurimpulsenteller 58 worden vergeleken. Wanneer de gegevens met elkaar blijken samen te vallen, wordt bij stap "222" F^ = 0 vastgesteld, bij stap "230" de bedrijfs-toestand "snel vooruit" gedetecteerd en vindt bij stap ”234" 5 overschakeling van het videobandapparaat naar de bedrijfstoe-s-tand "stilstand” plaats. Bij stap "239" wordt de inhoud van de programmawijzer 54 met ëën vergroot en wordt het aan het volgende adres aanwezige informatiesegment opgezocht.
Wanneer de terugspoeltoets wordt ingedrukt, wordt dit 10 gedetecteerd bij stap "43". Bij stap "44" wordt vervolgens het videobandapparaat 5 naar zijn bedrijfstoestand "terug-spoelen" overgeschakeld, terwijl bovendien de beginvlag F^ = 1 wordt gemaakt. Dit laatste wordt gedetecteerd bij stap "213”, waarna bij stap "214" de beginsegmentgegevens in het werkregis-15 ter W worden opgeslagen en bij stap "216" worden vergeleken met de inhoud van. de stuurimpulsenteller 58. Wanneer de gegevens blijken samen te vallen, wordt zulks gedetecteerd bij stap "216". Bij stap "222"' wordt vervolgens F^ = 1 vastgesteld, waarna het videobandapparaat 5 bij stap "227" wordt overge-20 schakeld naar de bedrijfstoestand "signaalweergave".
wanneer het videobandapparaat naar zijn bedrijfstoe-stand "snel vooruit" wordt overgeschakeld en het segmenteinde bereikt, wordt toegang· tot het volgende informatiesegment verkregen^ Wanneer het videobandapparaat 5 vervolgens om het band-25 begin te bereiken naar zijn bedrijfstoestand "terugspoelen" wordt teruggeschakeld, wordt signaalweergave vanaf het segment-Legin mogelijk.
Dit wil zeggen, dat indien een aan een segment toegekend segmentnummer wordt aangewezen, het desbetreffende seg-30 rent kan worden opgezocht. Indien een aantal informatieseg-renten in willekeurige volgorde wordt aangewezen wordti wanneer de snel-vooruit-toets wordt ingedrukt tijdens afspeling van of signaalweergave uit ëën informatiesegment, nadat het einde van het desbetreffende segment is bereikt, het 35 volgende segment opgezocht en uitgelezen. Wanneer vervolgens de terugspoeltoets wordt ingedrukt en het segmentbegin wordt bereikt, vindt uitlezing of signaalweergave uit dit segment 80 0 1 8 97 t · -39- vanaf het begin daarvan plaats. Wanneer de snel-vooruit-toets wordt ingedrukt, wordt derhalve uitlezing van een volgende segment verkregen, terwijl wanneer de terugspoeltoets wordt ingedrukt, herhaalde uitlezing van een zelfde segment wordt 5 verkregen.
Wanneer bij de besturingsinrichting volgens de uitvinding tijdstipopname plaats vindt, worden de tijdgegevens eerst tijdens de routine "400" in het tijdstipgeheugen 53 opgeslagen. Dit wil zeggen, dat wanneer een cijfertoets wordt inge-10 drukt, welke een gewenst opneembegintijdstip (behorende tot de tijdgegevens) vertegenwoordigt, ce desbetreffende gegevens bij de stap "403" in het werkregister W worden opgeslagen.
Wanneer vervolgens de invoertoets wordt ingedrukt, wordt bij . stap "405" de bedrijfstoestand "tijdtelling" vastgesteld, 15 waarna bij stap “407" de in het werkregister W opgeslagen tijdgegevens aan het eerste adres van het tijdstipgeheugen 53 worden opgeslagen- Vervolgens wordt een cijfertoets inge-drukt, welke een voor beëindiging van signaalopname gewenst tijdstip vertegenwoordigt, en worden de desbetreffende tijd- 2.Q gegevens op soortgelijke wijze aan het tweede adres van het tijdstipgeheugen 53 opgeslagen. Op deze wijze kunnen zestien tijdstipgegevens, betrekking hebbende op acht tijdverlopen, aan de verschillende adressen van het tijdstipgeheugen 53 worden opgeslagen. Wanneer de gewenste tijdstipgegevens zijn 25 opgeslagen en. de eindtoets wordt ingedrukt, is de prograroma-registratie voltooid.
Wanneer onder die omstandigheden de tijdstipopname-toets wordt ingedrukt, wordt dit bij stap "31" vastgesteld, waarna bij stap "34" de tijdstipopneemvlag F^ gelijk één 30 wordt gemaakt. Wanneer dit wordt gedetecteerd bij stap "33" wordt overgegaan naar de routine "600".
Tijdens, deze routine wordt aanvankelijk de inhoud -van de tijdstipaanwijzer 55 gelijk nul gehouden, terwijl de be-gintijdstipvlag F17 gelijk één wordt gehouden. Bij de stap 35 "601" worden de aan het eerste adres van het tijdstipgeheugen 53 opgeslagen tijdstipgegevens in het werkregister W opgeslagen, waarna bij stap ”602" de inhoud van de tijdstipteller 59 800 1 8 97 -40- in het register Z wordt opgeslagen. Bij stap "603" worden de in het werkregister W opgeslagen tijdstipgegevens vergeleken met de inhoud van de tijdteller 59. Indien de beide qegevens niet blijken samen te vallen, wordt teruggegaan naar de hoofd-5 route, waarbij de hier beschreven verqelijking wordt herhaald. Indien de beide gegevensbestanden wel met elkaar blijken overeen te stemmen, wordt bij stap "604 de inhoud van de tijdstip-aanwijzer 55 met êën vergroot. Bij stap "608" wordt = 1 gedetecteerd, waarna tijdens stap "609" de momentane telwaar-10 de van bestuurimpulsenteller 58 in het programmageheuqen 52 wordt opqeslagen aan het eerste segmentbegingegevenadres; - de vlag F^y wordt bovendien gelijk nul gemaakt. Bij de stap "610" wordt het videobandapparaat 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "signaalopname", waarna naar de hoofdroute 15 wordt teruggekeerd.
De herhaling van dit programma wordt de opname en op.slag van stuurimpulstelwaarden aan het begin en het einde van ieder segment verkregen.
wanneer dit programma achtmaal wordt uitgevoerd, zal 20 de inhoud van de tijdstipwij.zer 55 bij de stap "604" de waarde zestien krijgen, hetgeen bij de stap "605" wordt vastgesteld. In reactie daarop wordt het videobandapparaat 5 tijdens stap "606" overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "stilstand", waarna naar stap "310" wordt verder gegaan. Bij stap 25 "315" wordt de txjdstipopneemvlag Fl3 gelijk aan nul.
De opname vindt derhalve plaats binnen en vereiste tijdsduur, terwijl ook de aan het begin en het einde van deze opname de telling van stuurimpulsen verkregen telwaarden in de geheugenopslag worden genomen.
30 Wanneer bij de besturingsinrichting volgens de uitvin ding tijdstipweergave .plaats vindt, worden tijdens de routine "400" eerst de tijdstipgegevens in het tijdstipgeheugen 53 ’ opgeslagen. Wanneer een cijfertoets wordt ingedrukt, welke een voor signaalweergave gewenst begintijdstip weergeeft, worden 35'.de gegevens bii stap "403" in het werkregister W opgeslagen. Wanneer vervolgens de invoertoets wordt ingedrukt, vindt bij stap "405" detectie van de bedrijfstoestand "tijdtelling" 8001897 -41- plaats, waarna bij stap "407" de door het werkregister W aangewezen tijdstipgegevens in het tijdstipgeheugen 53 worden op-qeslagen. Wanneer vervolgens opnieuw de invoertoets wordt ingedrukt, wordt het tweede adres van het tijdstipgeheugen 53 5 geblokkeerd (blanked). Wanneer vervolgens weer een cijfer- toets wordt, ingedrukt, vindt soortgelijke opslag van tijdstipgegevens in het tijdstipgeheugen 53 plaats? op deze wijze kunnen aan de oneven genummerde adressen van het tijdstipger. heugen 53 maximaal acht begintijdstipgegevens worden opgesla-10 gen. Wanneer dit is geschied en vervolgens de eindtoets wordt ingedrukt, is de programmaregistratie voltooid.
Wanneer onder die omstandigheden de tijdstipweergeef-toets wordt ingedrukt, wordt dit bij stap "35" gedetecteerd,, waarna de tijdstipweergeefvlag F^q bij stap "37" gelijk êën 15 wordt gemaakt. Wanneer dit wordt gedetecteerd bij stap "36" wordt doorgegaan naar de routine "700"/ gedurende welke bij stap "702" de zoekvlag en de zoekvlag F^ gelijk êén worden gemaakt.
Bij stap "8" wordt F^ = 1 vastgesteld en wordt verder . 20 gegaan naar de routine "200". Wanneer het door het eerste adres van het geheugen 52 bepaalde segment tijdens die routine wordt opgezocht, wordt bij stap "225" vastgesteld, dat Fi0 = 1 is. Vervolgens wordt het videobandapparaat bij stap "228", en na dat het desbetreffende informatiesegment is op-25 gezocht, overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "stil-stand’V waarbij de zoekvlag F3 naar nul gaat. Vervolgens kan naar de hoofdroute worden teruggekeerd.
Wanneer de routine "700" weer bereikt wordt, vindt respectievelijk bij de stappen "701" en "703" vaststelling 3q plaats, dat F^ = 1 en = 0, waarna naar de routine "600" wordt overgegaan.
Aan het begin van de routine "600" wordt de inhoud van de tijdstipwijzer 55 gelijk nul gehouden, terwijl de tijd-stipbeginvlag F^ gelijk éên wordt gehouden. Tijdens de 35 bedrijfstoestand "tijdtelling" wordt bovendien de tijdstip-opneemvlag Fl3 gelijk nul gehouden. Bij stap "601" vindt derhalve overdracht van de aan het eerste adres van het 800 1 8 97 $ -42- * tijdstipgeheugen 53 aanwezige tijdstipgegevens naar het werk-register W plaats, terwijl bij stap "602" de inhoud van de tijdstiptelier 59 naar het register Z wordt overgebracht? bij het tijdstip "603" worden de tijdstipgegevens vergeleken 5 met de inhoud van de tijdstipteller 59. Wanneer de gegevens niet met elkaar blijken samen te vallen, wordt naar de hoofdroute teruggegaan en wordt de vergelijking steeds herhaald. Zodra de gegevens met elkaar blijken samen te vallen, wordt de inhoud van de tijdstipteller 55 met één vergroot.
10 wanneer bij stap "608" F'13 = 0 wordt vastgesteld, zal bij stap "616" de zoekvlag F^ gelijk één worden gemaakt en de inhoud van de tijdstipteller 55 met één worden verhoogd. Bij stap ”617" wordt het videobandapparaat 5 overgeschakeld naar zijn bedrijfstoestand "signaalweergave", waarna het naar de 15 houfdroute wordt teruggekeerd.
wanneer vervolgens op de zelfde wijze als tijdens de bédrijfstoestand "zoeken" naar het segmenteinde wordt afgespeeld, zal de vlag F^ bij de stap "234" gelijk nul worden gemaakt., waardoor het videobandapparaat 5 in zijn bedrijfstoe-20 stand "stilstand" wordt gebracht; bij de stap "239" wordt de inhoud van de programmawijzer 54 met één vergroot. Wanneer bij stap "238" wordt vastgesteld, dat de tijdstipweergeefvlag F10 = kij stap "243" de zoekvlag F3 en de herhaal- vlag F^ beide- gelijk nul worden gemaakt, waarna naar de hoofd-25 route wordt teruggekeerd.
Dit programma wordt herhaald. Aangezien de inhoud van de programmawijzer 54 met één is vergroot en de inhoud van de tijdstipwijzer 55 met twee is vergroot, zal een aan het tweede adres van het programmageheugen 52 opgeslagen segment worden 30 uitgelezen op een tijdstip, dat aan het derde adres van het tijdstipgeheugen 53 is opgeslagen.
Wanneer dit programma acht keer is uitgevoerd, wordt bij stap "239" de inhoud van de programmawijzer 54 gelijk acht, hetgeen wordt gedetecteerd bij stap "240", waarna naar 35 de routine "310" wordt overgegaan. Vervolgens wordt de tijdstipweergeefvlag F10 bij stap "315" weer gelijk nul.
800 1 8 97 -43- 2oals uit het voorgaande blijkt, kan een aangewezen informatiesegment op een gekozen tijdstip worden uitgelezen; na voltooiing van een dergelijke uitlezing, wordt een volgende aangewezen informatiesegment opgezocht.
5 De uitvinding beperkt zich niet tot het in het voorgaan de beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-beeld? verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.
« 8001897

Claims (9)

1. Bandpositiebesturingsinrichting voor een videoband-5 apparaat, omvattende: a) bandaandrijfbesturingsmiddelen voor besturing van het transport van een in een videobandapparaat geplaatste videoband en b) helmiddelen voor telling van het aantal uit het be-10 gin van de videoband uitgelezen stuurimpulsen, gekenmerkt door: c) een segmentgegevengeheugen voor opslag van segment-gegevens, welke met betrekking tot het segmentnummer van in segmenten verdeelde videoinformatie tenminste voor het begin- 15 punt van ieder informatiesegment het aantal uit het bandbegin uitgelezen stuurimpulsen weergeven, d) invoermiddelen voor invoer van een opdracht tot opzoeking van tenminste een gewenst dergelijk informatiesegment door opwekking en afgifte van het bijbehorende segmentnummer; 20 e) vergelijkingsmiddelen voor vergelijking van een momentane telwaarde van de telmiddelen met de beginsegmentge-gevens voor- het desbetreffende gewenste segment en voorts £} commandosignaalopwekmiddelen voor opwekking en afgifte van zodanige commandosignalen voor de bandaandrijfbe-25 sturingsmiddelen, dat het beqinpunt van het gewenste informatiesegment wordt opgezocht. 2. inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door opneemmiddelen voor registratie van de in het segment- 30. gegevengeheugen opgenomen segmentgegevens aan het begin van de videoband*
3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door weergeefmiddelen voor uitlezing van de aan het band-35 begin opgenomen segmentgegevens en voor overdracht naar het segmentgegevengeheugen. 80 0 1 8 97 -45-
4. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een segmentnummergeheugen voor opslag van een aantal gewenste, via de invoermiddelen in opdracht gegeven segment-nummers,een en ander zodanig, dat de beginpunten van gewens- 5 te informatiesegmenten na elkaar in volgorde van opdracht worden opgezocht.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de segmentgegevens zowel voor het beginpunt als 10 voor het eindpunt van ieder informatiesegment de stuurimpuls-nummers omvatten.
6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat de bandaandrijfbesturingsmiddelen na het opzoeken 15 van het beginpunt van een gewenst informatiesegment bandtrans-port bij normale snelheid tot stand brengen en na het bereiken van het eindpunt van het gewenste informatiesegment het band-transport tot stilstand brengen.
7. Inrichting volgens conclusie 6,met het ken- m e. r k, dat de. op de videoband opgenomen stuurimpulsen bij iedere overgang tussen twee informatiesegmenten een onderbreking vertonen, terwijl het in de telmiddelen opgeslagen rstuurimpulsen-aantal voor het gewenste informatiesegment, dat 25 wordt opgezocht, wordt “vervangen door de in het segmentgegeven-geheugen opgeslagen segmentgegevens. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een tijdklok voor afgifte van tijdgegevens, een tijd- 30 gegeven geheugen voor opslag van via de invoermiddelen ingevoer-ce tijdgegevens, en door tweede vergelijkingsmiddelen voor vergelijking van de momentane tijdgegevens met de opgeslagen tijdgegevens, een en ander zodanig, dat de bandaandrijfbesturingsmiddelen het baridtransport vanaf het beginpunt van het 35 gewenste informatiesegment doen beginnen op het speciale tijdstip, dat daartoe in het tijdgegevengeheugen is opgeslagen. 800 1 8 97 -46-
9. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door een segmentnummergeheugen voor opslag van een aantal gewenste en via de invoermiddelen in opdracht gegeven segment-nummers, een en ander zodanig, dat bandtransport bij normale 5 weergeefsnelheid voor de respectievelijke informatiesegmenten in de gewenste volgorde wordt verkregen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt door een "cue-gegevengeheugen" voor opslag van "cue-gege- 10 vens"' voor aanwijzing van de momentane telwaarde, welke door de helmiddelen is bereikt wanneer via de invoermiddelen een "cue"-commando wordt gegeven.
11. Inrichting volgens conclusie 9, gekenmerkt 15. o o r een onderbrekingsgegevengeheugen voor opslag van onderbrekingsgegevens voor aanwijzing van een segmentnummer dat van kracht is wanneer via de invoermiddelen een onderbre-kingscommando wordt gegeven. 800 1 8 97
NL8001897A 1979-03-29 1980-03-31 Bandpositiebesturingsinrichting voor een videoband- apparaat. NL8001897A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP3742979A JPS55129979A (en) 1979-03-29 1979-03-29 Vtr control unit
JP3742979 1979-03-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001897A true NL8001897A (nl) 1980-10-01

Family

ID=12497262

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001897A NL8001897A (nl) 1979-03-29 1980-03-31 Bandpositiebesturingsinrichting voor een videoband- apparaat.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4499509A (nl)
JP (1) JPS55129979A (nl)
AT (1) AT386100B (nl)
AU (1) AU536884B2 (nl)
BR (1) BR8001915A (nl)
CA (1) CA1150831A (nl)
DE (1) DE3012134A1 (nl)
FR (1) FR2452839B1 (nl)
GB (1) GB2047432B (nl)
MX (1) MX149312A (nl)
NL (1) NL8001897A (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2482757A1 (fr) * 1980-05-19 1981-11-20 Tech Audio Visuelles Sa Procede et installation pour le reperage automatique des sequences sonores d'une bande magnetique sur un magnetophone
AT366194B (de) * 1980-05-29 1982-03-25 Philips Nv Aufzeichnungs- und/oder wiedergabegeraet
US4395740A (en) * 1980-07-07 1983-07-26 Aubrey Yuen Apparatus and method for locating and presenting pre-recorded information
JPH0614417B2 (ja) * 1981-05-19 1994-02-23 富士通テン株式会社 テ−プデッキ制御装置
JPS58100284A (ja) * 1981-12-10 1983-06-14 Toshiba Anpetsukusu Kk Cm一本化編集情報記録方式
JPS58100285A (ja) * 1981-12-10 1983-06-14 Toshiba Anpetsukusu Kk Cm検索装置
DE3405910C1 (de) * 1984-02-18 1985-12-12 Christian 8521 Effeltrich Ebeling Verfahren zur Steuerung eines Videobandgeraetes zum automatischen Auffinden von bespielten Videobandabschnitten sowie Videobandgeraet zur Durchfuehrung des Verfahrens
US4660107A (en) * 1984-03-08 1987-04-21 Chippendale Jr Arthur Method and apparatus for cueing and pacing in audio and audio-visual work
JPS60172152U (ja) * 1984-04-23 1985-11-14 株式会社リコー 複写機の計時装置
JPS60234280A (ja) * 1984-05-04 1985-11-20 Matsushita Electric Ind Co Ltd テ−プレコ−ダ
DE3744951C2 (en) * 1986-01-31 1992-04-02 Canon K.K., Tokio/Tokyo, Jp Magnetic video disc recording and playback system
DE3628743C2 (de) * 1986-08-23 1994-05-11 Grundig Emv Einrichtung zum Aufzeichnen und schnellen Wiederauffinden von Videosignalabschnitten auf einem Magnetband
US4852073A (en) * 1986-09-30 1989-07-25 Pioneer Electronic Corporation Remote control transmission apparatus
JP2675098B2 (ja) * 1988-09-29 1997-11-12 株式会社日立製作所 ビデオテープレコーダの放送番組読み込み・記録装置
NL8802449A (nl) * 1988-10-06 1990-05-01 Philips Nv Systeem voor willekeurige toegankelijkheid tot informatie op een magneetband.
DE3834510A1 (de) * 1988-10-11 1990-04-12 Grundig Emv Verfahren zur aufzeichnung und wiedergabe des inhaltsverzeichnisses einer videomagnetbandkassette und videorecorder zur durchfuehrung des verfahrens
JP2774158B2 (ja) * 1988-10-14 1998-07-09 三星電子株式会社 Vtrシステムの画面アンコール方法
US5140435A (en) * 1988-10-24 1992-08-18 Victor Company Of Japan, Ltd. Video signal frame search apparatus for selection of a desired frame
KR910010184B1 (ko) * 1988-12-31 1991-12-20 삼성전자 주식회사 앙콜 재생방법
KR930001157B1 (ko) * 1988-12-31 1993-02-19 삼성전자 주식회사 자동 테이프 서치방법
KR920002000B1 (ko) * 1989-06-05 1992-03-09 삼성전자 주식회사 오디오 메모리디스크 재생장치
DE3927100A1 (de) * 1989-08-17 1991-02-21 Nokia Unterhaltungselektronik Videorecorder mit automatischem suchlauf
KR0129206B1 (ko) * 1989-11-30 1998-04-18 구자홍 Vcr의 특정 화면 선택 방법 및 장치
JP2793047B2 (ja) * 1991-02-08 1998-09-03 シャープ株式会社 静止画記録再生装置
DE4427397A1 (de) * 1994-08-03 1996-02-08 Thomson Brandt Gmbh Verfahren zum Speichern von Zusatzinformationen, die mit einem Signal übermittelt werden
JPH08221844A (ja) * 1995-02-20 1996-08-30 Sony Corp データレコーダ
US5699547A (en) * 1995-08-30 1997-12-16 Philips Electronics North America Corporation Information retrieval system with serial access data storage and random access data retrieval
DE19963189A1 (de) * 1999-12-27 2001-06-28 Thomson Brandt Gmbh Suchlauf für einen D-VHS Recorder
US20020013948A1 (en) * 2000-03-13 2002-01-31 Erwin Aguayo Video data management, transmission, and control system and method emloying distributed video segments microcasting
DE602005025813D1 (de) * 2004-06-18 2011-02-17 Panasonic Corp Wiedergabevorrichtung, Programm und Wiedergabeverfahren

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB899118A (en) * 1959-06-04 1962-06-20 Nippon Electric Co Magnetic tape search system
US3851116A (en) * 1969-12-24 1974-11-26 Ibm Automatic magnetic tape information retrieval system with speed and position tape drive control
US3641503A (en) * 1970-04-24 1972-02-08 Eastman Kodak Co Apparatus for sensing and counting images disposed on information bearing media having an added counting capability
US3721757A (en) * 1971-02-08 1973-03-20 Columbia Broadcasting Syst Inc Method and apparatus for automatically editing television information
IT952756B (it) * 1972-04-24 1973-07-30 Del Bolgia F Dispositivo per la riderca auto matica dei brani registrati su di un nastro magnetico in un registra tore mediante segnali di riconosci mento codificati registrati sul na stro stesso
US3950782A (en) * 1973-08-06 1976-04-13 Lektromedia Ltd. Data storage and retrieval systems for use with plural track storage medium
US3987484A (en) * 1973-11-05 1976-10-19 Cincinnati Electronics Corporation Programmed presentation system
JPS50139707A (nl) * 1974-05-29 1975-11-08
DE2601900C2 (de) * 1976-01-20 1987-05-27 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Verfahren zur Festlegung des Bildschnittes für ein Video-Bandaufnahme- und Wiedergabegerät
JPS52123606A (en) * 1976-04-09 1977-10-18 Sony Corp Recorder/reproducer
JPS53123907A (en) * 1977-04-05 1978-10-28 Sony Corp Remote controller for magnetic recorders
US4225890A (en) * 1977-08-26 1980-09-30 Sharp Kabushiki Kaisha Magnetic tape recorder having a tape drive controller implemented with a digital processor chip
NL7801041A (nl) * 1978-01-30 1979-08-01 Philips Nv Werkwijze voor het adresseren en/of terugzoeken van informatie op een registratiedrager.
JPS5837629B2 (ja) * 1978-02-13 1983-08-17 オリンパス光学工業株式会社 計数表示方式
US4200893A (en) * 1978-05-17 1980-04-29 Dictaphone Corporation Instruction indicating apparatus for a record and/or playback device
US4237497A (en) * 1978-08-11 1980-12-02 Trevithick Richard W Programmable multi-channel audio playback system
US4193120A (en) * 1978-09-13 1980-03-11 Zenith Radio Corporation Addressable event display and control system
US4210785A (en) * 1978-09-28 1980-07-01 Bell & Howell Company Tape replay system
US4210940A (en) * 1978-09-29 1980-07-01 Bell & Howell Company Variable format tape replay system

Also Published As

Publication number Publication date
AU5664980A (en) 1980-10-02
AT386100B (de) 1988-06-27
US4499509A (en) 1985-02-12
DE3012134A1 (de) 1980-10-09
FR2452839B1 (fr) 1986-09-19
JPS55129979A (en) 1980-10-08
CA1150831A (en) 1983-07-26
ATA173080A (de) 1987-11-15
MX149312A (es) 1983-10-14
FR2452839A1 (fr) 1980-10-24
BR8001915A (pt) 1980-11-25
GB2047432B (en) 1983-04-20
AU536884B2 (en) 1984-05-31
DE3012134C2 (nl) 1988-06-01
GB2047432A (en) 1980-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001897A (nl) Bandpositiebesturingsinrichting voor een videoband- apparaat.
JPH0156470B2 (nl)
EP0265268A2 (en) Disk playing method for multidisk player
US4567532A (en) Selectable view video record/playback system
US5418659A (en) Reliable time-domain demarcation of split formats in embedded-servo, zoned-data recording disk drives
GB2119543A (en) Random reproduction control device in a rotary recording medium reproducing apparatus
NL7901801A (nl) Automatische afspeelinrichting.
GB2252442A (en) Index search system
EP0285029B1 (en) Recording speed determination device
US3745531A (en) Random access tape machine
KR960025606A (ko) 비디오컴팩트디스크플레이어에서의 선택화면 재생제어방법
KR100204544B1 (ko) 시디피의 자동트랙점프회로
KR100351801B1 (ko) 디브이씨알(dvcr)의인덱스서치장치
US6711104B2 (en) Disk reading apparatus
JP3091581B2 (ja) 磁気記録再生装置
US5646743A (en) Method for formatting a videotape and recording/reproducing to/from the formatted videotape
GB2269045A (en) Video programme editing
JP3148358B2 (ja) 信号のデューティ比識別回路
KR950014649B1 (ko) 브이티알의 연속 예약 녹화제어장치 및 연속 녹화방법
JPS6111984A (ja) カラオケテ−プ編集装置
JPS5828666B2 (ja) エイゾウジヨウホウサイセイソウチ
KR0126817B1 (ko) Ctl pulse를 이용한 정보기록 및 기록된 영상신호에 대한 디스플레이 장치 및 그 제어방법
JPH0642306B2 (ja) Vtrのデ−タ記録方法及びデ−タ記録再生方法
JPS6226854Y2 (nl)
JPS6171489A (ja) デ−タ検索装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed