NL8001756A - Opbouw voor een voertuig. - Google Patents

Description

, *· · ,«·* -1- 21231/CV/tl

Aanvrager: Southfields Coachworks Limited te Loughborough ,

Leicestershire, Groot Brittannië.

Korte Aanduiding: Opbouw voor een voertuig.

5

De uitvinding heeft betrekking op de opbouw van een voertuig in het bijzonder op de opbouw van een voertuig van het dekzeiltype.

Dergelijke opbouwen kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt op vrachtwagens, een vlakke laadvloer bezittende opleggers,aanhangwagens, een 10 ongelijke laadvloer bezittende opleggers enz.

Een dergelijke opbouw omvat in het algemeen vier vaste verticale zijstijlen (normaal gelegen bij de hoeken van de opbouw) en een tot het dak behorend gesteldeel,dat een rechthoekige begrenzing vormt,terwijl een flexibele afdeklaag over de rechthoekige begrenzing is aangebracht 15 voor het beschermen van de lading en verder tussengelegen,zich verticaal uitstrekkende stijlen op afstand van elkaar langs iedere zijkant van de opbouw staan opgesteld voor het onderverdelen van het samenstel en voor het verkrijgen van een aanvullende ondersteuning,terwijl daarbij een aantal toegangsvakken worden gevormd waardoor een laden en lossen kan worden 20 uitgevoerd.

De tussengelegen stijlen geven bevestigingspunten voor organen van het tegenhouden van de lading,welke worden gebruikt voor het afsluiten van de vakken en het tegenhouden van de lading,en het is de gebruikelijke praktijk om gebruik te maken van een aantal op afstand van elkaar gelegen 25 losneembare houten of metalen schoren,die worden bevestigd tussen naburige tussengelegen stijlen en tussen de nabij de einden gelegen tussen stijlen en de naburige zijstijlen.

Indien een onbeperkte toegang wordt vereist tot het inwendige van het voertuig worden de afzonderlijke tussenstijlen losgemaakt en van 30 het voertuig afgenomen.

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd een opbouw van een voertuig te verkrijgen met een meer doelmatig toegangssysteem voor het beladen en/of lossen.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding heeft de opbouw van 35 een voertuig aan althans een zijkant daarvan twee zich omhoog uitstrekkende zijstijlen,welke zich vanaf de laadvloer van het voertuig omhoog 800 1 7 56 -2- 21231/CV/tl uitstrekken , een zich tussen deze zijstijlen uitstrekkende kantrail en tussen de genoemde stijlen althans een zich omhoog uitstrekkende tussen-sdjl. Daarbij is de tussenstijl aangepast om in ingrijping te komen met de laadvloer van het voertuig zodat het een ondersteuning kan vormen 5 voor de kantrail,terwijl de tussenstijl verder is uitgerust met middelen waaronder een flexibele schakel met behulp waarvan de tussenstijl schuifbaar kan afhangen van de kantrail om langs de zijkant te kunnen wórden bewogen ter vergemakkelijking van het laden en/of lossen van het voertuig.

De uitvinding is in het bijzonder van waarde indien Je opbouw van 10 het voertuig is van het TIR type met dekzeilen en de hieronder volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van een opbouw · volgens de uitvinding zal in het bijzonder onder verwijzing naar een dergelijk type worden gegeven.

De flexibele schakel zelf wordt doelmatig ondersteund door een wa-15 gentje of een andere van wielen voorzien orgaan,dat is opgesteld om langs een spoor te bewegen en de hieronder gegeven beschrijving heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijke uitvoeringsvorm.

De flexibele schakel kan bijvoorbeeld worden gevormd door een schakel uit textiel materiaal,bijvoorbeeld een polyester materiaal. In een 20 voorkeursuitvoeringsvorm wordt de schakel gevormd door een eindloze lus uit textiel of dergelijk materiaal,welke afhangt van het wagentje of het andere van wielen voorziene orgaan en een steunorgaan omgeeft,dat een deel is van of wordt gedragen door de tussenstijl. Het steunorgaan is doelmatig binnen de tusseifitijl aangebracht (in het geval dat deze hol is), 25 en kan bijvoorbeeld worden gevormd door een staaf of een andere langge-strekte steun,welke zich over de tussenstijl uitstrekt.

Indien het wagentje een of meer paren wielen bezit,welke langs een paar op afstand van elkaar gelegen sporen lopen is een mogelijkheid voor het afhangen van de flexibele schakel van de wagen het gebruikmaken van 30 een wagentje met een plaat of andere constructie,welke centraal is opgesteld tussen de sporen en is voorzien van een sleuf of ander ophangor-gaan voor de flexibele schakel, bij voorkeur zodanig,dat de schakel daarmede vast te zetten is.

Bij voorkeur kan de tussenstijl worden vergrendeld in een vaste 35 stand langs de zijkant van het voertuig. Het grendelorgaan kan zijn aangebracht bij de bevestiging aan de kantrail en aanvullend kan een tweede 800 1 7 56 · i' · /¾ -3- 21231/CV/tl grendelorgaan zijn aangebracht bij het ondereinde van de tussenstijl. Het tweede grendelorgaan kan zijn voorzien van een uitsparing in de rand van een vlakke laadvloer van.de opbouw en een daarmee samenwerkend insteekein-de of bout bij het einde van de tussenstijl.

5 Het bovenste grendelorgaan kan zijn voorzien van een uitsparing of zak gevormd in of bevestigd aan de kantrail en een zich verticaal uitstrekkende plaat of een ander insteekeinde,dat is bevestigd aan het boveneinde van de tussenstijl,welke omhoog wordt bewogen om in ingrijping te komen met de uitsparing of zak en zo een langsbeweging van de tussenstijl voor-10 komt. Bij voorkeur is het insteekeinde vast bevestigd aan de tussenstijl en wordt ingrijping bewerkstelligd door het verticaal heffen van de stijl en gehandhaafd door het ondereinde van de stijl op de laadvloer of derge- lijke van de opbouw in ingrijping te brengen.

De ophanging van de tussenstijl is bij voorkeur door middel van een 15 spoorbaantype systeem,zoals een van rollen voorzien ophangorgaan en een steunrail of spoor waarop de rollen van het ophangorgaan kunnen lopen. De steunrail kan zijn bevestigd aan de kantrail of integraal met de kantrail zijn uitgevoerd en in een voorkeursuitvoeringsvorm draagt de kantrail een rail,die in dwarsdoorsnede zodanig is gevormd,dat een inwendig spoor is 20 verkregen, waarbij het van rollen voorziene ophangorgaan binnen de rail wordt tegengehouden.

In de meeste toepassingen worden meerdere tussenstijlen gebruikt voor het onderverdelen van de zijkant van het voertuig in een aantal vakken. Voor het verkrijgen van een geheel open toegang tot de zijkant van het 25 voertuig worden dan alle tussenstijlen ontgrendeld en naar een einde van de opbouw geschoven. Volgend op het laden worden de stijlen teruggeschoven naar hun desbetreffende standen en op hun plaats vergrendeld,waarna eventueel middelen voor het tegenhouden van de last tussen de stijlen worden aangebracht en ten slotte de flexibele afdekking over de gehele opbouw 30 wordt vastgezet.

Tussen de opeenvolgende tussenstijlen kunnen deze tussenstijlen onderling verbindende organen worden aangebracht om bij te dragen in de handelingen met betrekking tot het verplaatsen en opnieuw opstellen en het versnellen van deze handelingen. Geschikte organen zijn koord of 35 touwlengtes,waarbij iedere lengte zodanig is,dat de stijlen allen op de juiste afstand van elkaar zijn gelegen om te kunnen worden vergrendeld, 8 0 0 1 7 56 -4- 21231/CV/tl indien de aan het eind gelegen stijl langs de opbouw op zijn plaats wordt getrokken. Een koord of touwsysteem kan worden aangebracht op de wijze van gordijnen om Kj te dragen in het bewegen van de stijlen naar een uiteinde voor het lossen.

5 Bij voorkeur vormen de de stijlen onderling verbindende organen bovendien middelen voor het tegenhouden van de lasttussen de stijlen inclusief de hoekstijlen» Een dergelijke opstelling kan^zijn voorzien van— een aantal in verticale richting op afstand van elkaar gelegen zich horizontaal uitstrekkende flexibele banden of koorden,die ider aan hun uit-10 einden met een verticale tussenstijl of hoekstijl zijn verbonden. Indien dan de tussenstijlen op de juiste afstand van elkaar zijn opgesteld en vergrendeld zijn de horizontale banden of koorden strak getrokken,waarbij zij een aantal staven over de toegangsvakken vormen. Gespen,draaispanners of andere spanorganen kunnen zijn aangebracht om een goed spannen van 15 deze organen mogelijk te maken.

Ook verdient het de voorkeur om verticale flexibele banden te gebruiken,welke tussen de horizontale banden kunnen zijn geweven.In de punten waar de banden elkaar kruizen kunnen zij met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door een stiksel.

20 De flexibele banden zijn bij voorkeur uit stripvormig materiaal en een geschikt materiaal is een polyester weefsd,dat wordt gebruikt voor veiligheidsriemen in voertuigen. Het materiaal is bij voorkeur een materiaal met een kleine rek voor het verkrijgen van een effectief tegenhouden van de lading.

25 De horizontale banden of strippen kunnen bijvoorbeeld ieder recht streeks zijn bevestigd aan de tussenstijlen of hoekstijlen of kunnen zijn bevestigd aan stijve verticale \erbindingsschoren,welke zelf zijn bevestigd aan de stijlen.

Deze constructie vereenvoudigt de bevestiging en maakt gemakkelijk 30 wijzigingen in het de lading tegenhoudende systeem mogelijk om bijvoorbeeld beschadigde delen uit te wisselen of de tussenruimte tussen de tussenstijlen te wijzigen in verband met het gebruik bij variërende ladingen.

In het geval van een systeem voor het tegenhouden van ladingen 35 waarbij gebruik wordt gemaakt van verticale strippen voor het vormen van een net kunnen ook middelen zijn aangebracht voor het spannen in verti- 80 0 1 7 56 -5- 21231/CV/tl cale richting. Een mogelijkheid om dit te bewerkstelligen is het aanbrengen van spanorganen aan de onderrand van het net en de laadvloer van de opbouw of aan de zijschotten van de wagen. Aanvullende ondersteuning voor het net aan de bovenrand kan worden verkregen met behulp van aanvullende 5 rollen op het spoor in de kantrail,waarbij deze rollen ieder zijn bevestigd aan een verlengstuk van het net.

De uitvinding zal hieronder nader worden beschreven aan de hand van bijgaande figuren, waarin eert voertuigopbouw van het TIR type met dekzeilen is weergegeven.

10 Fig. 1 toont een zijaanzicht van de voertuigopbouw.

Fig. 2 toont op vergrote schaal een aanzicht op de ophanging van een van de tussenstijlen.

Fig. 3 komt overeen met fig.2 maar toont de tussenstij1 in de geheven vergrendelde stand.

15 Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede over fig.2 gezien volgens de lijn IV- IV,waarbij de tussenstijl is afgebeeld in de omlaag bewogen onvergrendelde stand.

Fig.5 - 8 toont de tussenstijl gebruikt,als voorbeeld,in het beschreven ophangsysteem met betrekking tot fig.l- 4,waarbij de tussenstijl zelf 20 nieuw is.

Fig.5 toont een aanzicht van de tussenstijl,gezien van de buitenzijde van de voertuigopbouw.

Fig. 6 toont op grotere schaal een aanzicht van het onderste gedeelte van de tussenstijl afgebeeld in fig.5.

25 Fig.7 toont op grotere schaal een aanzicht op het bovenste gedeelte van de tussenstijl afgebeeld in fig.5,gezien van de binnenzijde van de voertuigopbouw.

Fig. 8 toont een aanzicht op het bovengedeelte van.de tussenstijl, gezien in de richting X in fig.7.

30 Fig.9, 10 en 11 tonen resp. drie andere de lading tegenhoudende organen,welke een alternatief vormen voor de in fig.l weergegeven uitvoeringsvorm daarvan.

Fig. 12 ,13 en 14 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij gebruik wordt gemaakt van tussenstijlen,die afwijken van 35 die gebruikt in het eerste uitvoeringsvoorbeeld.

De in fig.l weergegeven opbouw van een voertuig omvat een vlakke 800 f 756 -6- 21231/CV/tl laadvloer 1 met loopwerk.

Een zich omhoog uitstrekkende verticale hoekstijl is bij iedere hoek van de laadvloer aangebracht (slechts twee stijlen 2 en 3 zijn in fig.l afgebeeld) en een holle kantrail 4a strekt zich tussen de stijlen 5 2 en 3 uit voor het begrenzen van de bovenrand van de opbouw. De weergegeven zijkant van de opbouw is onderverdeeld in vijf vakken met behulp van vier zich verticaal uitstrekkende stijve tussenstijlen 4,5 ,6 en 7. Neerklapbare zijschotten 8 zijn aangebracht tussen naburige tussenstijlen of tussen een laatste tussenstijl en een hoekstijl5waarbij ieder van de 10 stijlen zodanig is aangebracht,dat indien het desbetreffende zijschot omlaag is geklapt het zijschot vrij van de frames draait. Ieder van de tussenstijlen 4.5,6 en 7 hangt af van de kantrail 4a,zodanig,dat deze tussenstijlen langs de rail kunnen worden verschoven,zoals hieronder nader zal worden uiteengezet met betrekking tot de tussenstijl 6.

15 Bij het in fig.l weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het de la ding tegenhoudende orgaan gevormd door een net voorzien van verweven strippen uit polyester band,zoals gebruikt voor veiligheidsriemen in wagens, waarbij in ieder vak een dergelijk net 18 is aangebracht. Het net 18 kan worden gespannen,indien alle tussenstijlen op hun plaats zijn vergren-20 deld en wel met hulp van gespen 19,die aan de achterzijde van de opbouw zijn aangebracht ten einde het aan een bediener mogelijk te maken de de lading tegenhoudende netten 18 op de juiste wijze te spannen. De netten 18 zijn van een zodanige hoogte,dat zij komen tot aan de bovenranden van de zijschotten,maar in het geval van een opbouw zonder zijschotten kunnen 25 de de lading tegenhoudende netten zich tot aan de laadvloer van het lichaam uitstrekken.

De tussenstijl 6 omvat een langgestrekte stalen stijl met een holle rechthoekige dwarsdoorsnede en vervaardigd uit een lengte van kanaalvormig staal 30 (fig.4) met een C-vormige dwarsdoorsnede ,welke is gesloten 30 door een daaraan gelaste langgestrekte stalen plaat 31 welke plaat het vlak van de stijl vormt,dat bestemd is om naar het inwendige van de voer- tuigopbouw te zijn gericht. Deze plaat strekt zich niet zover uit als het boveneinde van de profielbalk 30 waardoor in het bovenste gedeelte van de stijl 6 een rechthoekige uitsnijding of uitsparing 32 is verkregen. Langs 35 de randen van de uitsparing 32 strekken zich twee gelijke flenzen 33 uit, die zich ieder van het boveneinde van de steun en langs de verticale ran- 800 1 7 56 * Λ* -7- 21231/CV/tl den van de uitsparing 32 uitstrekken. Het bovenste gedeelte van de stijl omvat een-tussen tegenover elkaar gelegen zijden daarvan opgesteld samenstel 34, bestaande uit een horizontale bout,een ring en een zelfborgende moer,waarvan het doel hieronder nog nader zal worden beschreven. Een ver-5 ticaal gerichte insteekplaat 35 wordt door de buitenrand van de flens 33 gedragen.

De kantrail 4a omvat een buitenste rail 4b met een G-vormigé dwars-doorsnede ,waaraan,bijvoorbeeld door lassen, een binnenste rail 4c is bevestigd,welke rail 4c in dwarsdoorsnede de vorm heeft van een omgekeer-10 de U en waarvan de randen naar binnen en omhoog zijn gevormd ,zoals is afgebeeld in fig.3 en 4 voor het vormen van een paar railsporen 36.Deze railsporen dragen een wagentje 37 voorzien van twee gelijke wielen 38 die met behulp van een niet nader weergegeven bus zijn aangebracht in het bovenste gedeelte van een plaat 39,die een althans in hoofdzaak afgeknot-15 te driehoekige vorm heeft,waarbij de wielen op afstand van de plaat worden gehouden met behulp van twee gelijke afstandsbuissen 40, die op de bus zijn aangebracht. Het onderste gedeelte van de afgeknotte driehoekige plaat heeft een horizontale langgestrekte sleuf 41,welke een eindloze lus 42 uit flexibel materiaal ,bijvoorbeeld uit geweven polyestervezels, 20 draagt. Behalve dat de eindloze lus zich door de sleuf uitstrekt is deze lus ook gevoerd rond de bout van het samenstel 34 en vormt zodoende een orgaan met behulp waarvan de stijl 6 aan de kantrail 4a kan worden opgehangen. Aan de kantrail is,hgvoorbeeld door lassen, een rechthoekig uit-ge$>aard orgaan 43 bevestigd,dat een naar beneden gerichte uitsparing of 25 holte 44 begrensd voor het opnemen van de insteekplaat 35.

Fig. 5 toont de tussenstijl 6,welke aan zijn ondereinde is voorzien van een terugtrekbaar insteekeinde 45 voor ingrijping met een aan een zijbind gelaste bus. Zoals verder uit fig.6 blijkt is aan het ondereinde van de stijl een stalen plaat 46 gelast,welke een aanslag vormt voor de 30 zijschotten 8. Verder is in het onderste gedeelte een langgestrekte sleuf 47 gevormd,die in de lengterichting van de stijl is opgesteld,en nabij het boveneinde van de sleuf draagt de stijl een pen 48 voor ingrijping met een schouder 49,die is gevormd in het bovenste deel van het insteekeinde 45,en waarvan het doel is te voorkomen,dat het insteekeinde 35 per ongeluk geheel uit de stijl 6 schuift. De schouder 49 vormt een einde van een uitsparing 50 in het insteekeinde voor het opnemen van schuifbe- 800 1 7 56 -8- 21231/CV/tl weging van het insteekeinde ten opzichte van de pen 48. In het insteekein-de is een diametraal opgesteld cirkelvormig gat 51 gevormd,welk gat een niet nader weergegeven cirkelvormige pen opneemt,die een lengte heeft,die een weinig groter is dan de desbetreffende uitwendige breedte van de 5 stijl 6,waarbij de pen een hefhandgreep voor het insteekeinde 45 vormt.

De werking van de hierboven omschreven ophanging is als volgt:

Fig.l en 3, hebben betrekking op de opstelling'van de tussenstijl 6 en de andere tussenstijlen in hun werkzame, vergrendelde ,de lading ondersteunende standen, 10 Het insteekeinde 45 van de stijl 6 bevindt zich in een vergrendelde . stand in de desbetreffende bus voor het insteekeinde. In deze stand ondersteunt de stijl 6 de kantrail 4a zodat de stijl 6 dientengevolge onder druk staat tussen de kantrail en het laadvlak van het voertuig. De eindloze lusvormige flexibele ondersteuning 42 ,die afhangt van de langge-15 strekte sleuf,hangt los rondom de bout binnen de stijl 6 en de insteek-plaat 35 is in ingrijping in de bus 44.

Indien het dan gewenst is het voertuig te beladen of te lossen kan de stijl 6 uit zijn werkzame vergrendelde stand worden bewogen op de volgende wijze. Het insteekeinde 45 wordt omhoog bewogen met behulp van de 20 penvormige handgreep binnen de stijl 6 ten einde deze los te maken van de>bus,waarna het onderste deel van de stijl 6 ten opzichte van het voer-tuiglichaam naar buiten kan worden getrokken totdat deze vrij is van het bushuis. De stijl 6 wordt dan omlaagbewogen totdat de bout van het samenstel 34 in ingrijping komt met de flexibele lus 42,welke dan het gewicht 25 draagt v^n de stijl 6. De stijl 6 kan dan op zij worden getrokken,waarbij het wagentje 7 over de sporen 36 wordt meegetrokken,totdat de stijl 6 in een stand komt nabij een hoekstijl of nabij een van de andere tussenstijlen, al naar gewenst wordt.

Ten gevolge van de flexibele aard van de lus wordt beweging van de 30 stijl 6 naar buiten of zijdelings ten opzichte van de voertuigopbouw,of zelfs een verdraaien van de stijl, opgenomen.door de flexibiliteit van de lus en zal een dergelijke beweging van de stijl normaal niet resulteren in een verplaatsing of uit lijn brengen van het wagentje op zijn spoor. Dientengevolge is het wagentje vrij om langs het spoor te bewegen, 35 nagenoeg onafahnkelijk van de wijze waarop de tussenstijl 6 tijdens zijn beweging langs de zijkant van het voertuig wordt gehanteerd.

80 0 1 7 56 -9- 21231/CV/tl

Indien het laden of lossen van het voertuig is voltooid kan de stijl 6 weer in zijn werkzame vergrendelde stand worden gebracht1 door de stijl terug te trekken,waarbij het wagentje langs het spoor terug beweegt, en indien de stijl is teruggetrokken tot nabij de desbetreffende 5 aan dezijkint bevestigdsibus kan de stijl weer met de hand worden opgetild waardoor de bout vrijkomt van de flexibele lus en de insteekplaat 35 in ' ingrijping komt met de bus 44 en het boveneinde van de stijl 6 ingrijpt op de onderzijde van de kantrail 4a. De stijl 6 wordt dan met de hand omhoog gedrukt tegen de kantrail totdat het ondereinde van de stijl kan worden . 10 gebracht in de juiste stand boven de aan de zijbint bevestigde, bus,waarna het insteekeinde 45 naar beneden kan worden bewogen ten einde met de bus in ingrijping te komen.

Het zal duidelijk zijn,dat in het beschreven uitvoeringsvoorbeeld het wagentje normaal niet van zijn spoor wordt gelicht ten gevolge van 15 de opwaartse beweging van de stijl 6.

De uitvinding is echter niet beperkt tot het gebruik van een flexibele schakel,welke niet in staat is om een drukkracht over te brengen en indien de flexibele schakel is vervaardigd uit een materiaal,dat in staat is om een dergelijke kracht over te brengen is het mogelijk,dat het 20 wagentje door de opwaartse beweging van de stijl 6 van het spoori kan worden gelicht.

Drie alternatieve mogelijkheden voor het tegpihouden van de lading zijn afgebeeld in de fig.9, 10 resp.ll.

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig.9 omvatten deze middelen 25 een aantal horizontale banden of andere langgestrekte organen 20,welke zich uitstrekken tussen twee naburige tussenstijlen 21 of tussen een tus-senstijl en een hoekstijl.

In fig.10 is een uitvoering weergegeven bestaande uit een net of een aantal horizontale banden of andere langgestrekte organen,die zijn 30 bevestigd aan en zich uitstrekken tussen twee stijve staven of stangen 22,die ieder zijn opgehangen aan een wiel of een ander langs de kantrail 4a verplaatsbare loper en die ieder met behulp van vastzetorganen zijn verbonden met het naburige verticale orgaan (tussenstijl of hoëstijl al naar het geval kan zijn ).

35 In fig.ll omvat het orgaan voor het tegenhouden van de lading een net uit banden of andere langgestrekte organen,waarvan vier van de «on 1 7 «ïfi ' -10- 21231/CV/tl verticale banden 23 zich omhoog uitstrekken voorbij de bovenste begrenzing van het net en ieder van de verlengstukken zijn opgehangen aan een wiel of andere langs de kantrail 4a verplaatsbare loper. De onderste rand van het net is bevestigd aan de bovenrand van de zijschotten van de op-5 bouw met behulp van spanbare bevestigingsorganen 24.

De banden of andere langgestrekte organen,die zijn toegepast bij de uitvoeringsvormen van de fig.9, 10 en 11 kunnen bijvoorbeeld zijn .vervaar-- -digd uit bandvormig materiaal,dat wordt gebruikt voor veiligheidsgordels in automobielen,of ander textielmateriaal met een kleine uitzetting.

10 Het zal duidelijk zijn,dat alternatieve middelen kunnen worden ge bruikt voor het verschuifbaar aanbrengen van de tussenstijlen,voor het vergrendelen en voor het tegenhouden van de lading. Verder kunnen andere materiaal dan materialen,die ook worden gebruikt voor veiligheidsriemen, tussen de stijlen worden aangebracht.

15 800 1 7 56

Claims (32)

1. Voertuigopbouw welke aan althans een zijkant is voorzien van twee zich omhoog uitstrekkende zijstijlen,welke zich vanaf het laadvlak van het voertuig omhoog uitstrekken,terwijl een kantrail zich tussen de zij-stijlen uitstrekt en tussen de zijstijlen althans een zich omhoog uit- 5 strekkende tussenstijl is aangebracht,welke tussenstijl is aangepast om in ingrijping te komen met de laadvloer ·®η het voertuig,zodanig dat de tussenstijl de kantrail kan ondersteunen en de tussenstijl verder is voorzien van organen, die een flexibele schakel omvatterzet behulp waarvan de tussenstijl schuifbaar hangt aan de kantrail zodanig dat de tus-10 senstijl langs de zijkant verplaatsbaar is voor het vergemakkelijken van een laden en/of lossen van het voertuig.

2. Voertuigopbouw volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de opbouw is van het TIR type met dekzeilen.

3. Voertuigopbouw volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de opbouw 15 van het type met zijschermen is.

4 Voertuigopbouw volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de tussenstijl door de kantrail zelf wordt gedragen.

5. Voertuigopbouw volgens een der voorgaande conclusies ,met het kenmerk, dat de tussenstijl met behulp van de flexibele schakel aan zijn 20 boveneinde is gekoppeld met een wiel en de kantrail is voorzien van een zich in de lengterichting van de kantrail uitstrekkend spoor voor het wiel.

6, Voertuigopbouw volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat het wiel de vorm heeft van een hangstoelwiel.

7. Voertuigopbouw volgens een der voorgaande conclusies,met het ken merk, dat ingrijpingsmiddelen zijn aangebracht voor de tussenstijl ten einde deze in een bepaalde stand ten opzichte van de zijkant van de voertuigopbouw op zijn plaats te houden.

8. Voertuigopbouw volgens conclusie 7,met het kenmerk,dat de ingrij-30 pingsmiddelen zijn voorzien van organen om de tussenstijl ten opzichte van de kantrail op zijn plaats te houden.

9. Voertuigopbouw volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk,dat de ingrijpingsmiddelen zijn voorzien van organen om de tussenstijl op zijn plaats te houden ten opzichte van de laadvloer van het voertuig.

10. Voertuigopbouw volgens conclusie 8 of 9,met het kenmerk,dat de ingrijpingsmiddelen zijn voorzien van een uitgespaard orgaan,dat wordt 800 1 7 56 -12- 21231/CV/tl gedragen door de kantrail en waarvan de uitsparing naar beneden toe open is,terwijl de tussenstijl aan zijn boveneinde is voorzien van een insteek-einde, dat is aangepast om in ingrijping te komen in het van een uitsparing vjorziene orgaan,indien de tussenstijl in zijn gewenste stand is.

11. Voertuigopbouw volgens conclusie 10,met het kenmerk,dat ingrijping van het insteekeinde in het van een uitsparing voorziene orgaan wordt bewerkstelligd door opwaartse-beweging van de tussenstijl.

12. Voertuigopbouw volgens conclusie 11,met het kenmerk,dat de lengte van de tussenstijl zodanig is,dat het ten gevolge van de opwaartse bewe- 10 ging mogelijk wordt het ondereinde van de tussenstijl in ingrijping te brengen met de laadvloer van het voertuig.

13. Voertuigopbouw volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat twee of meer tussenstijlen zijn aangebracht,die ieder zijn aangepast om uit hun werkzame stand in dezelfde richting langs de zijkant 15 van het voertuig te worden teruggetrokken.

14. Voertuigopbouw volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat flexibele de lading tegenhoudende organen zijn aangebracht,die worden gedragen door en zich uitstrekken tussen naburige tussenstijlen of tussen een tussenstijl en een aangrenzende zijstijl.

15. Voertuigopbouw volgens conclusies 14,met het kenmerk,dat de opbouw is voorzien van twee of meer tussenstijlen,die allen zijn aangepast om in dezelfde richting te kunnen worden bewogen,waarbij de gehele lengte van de de lading tegenhoudende middelen in de lengterichting van de zijkant van het voertuig kunnen worden bewogen naar de ene of de andere zij-25 stijl.

16. Voertuigopbouw volgens conclusie 14 of 15,met het kenmerk,dat de de lading tegenhoudende middelen een net van banden of andere langge-strekte organen omvatten.

17. Voertuigopbouw volgens conclusie 14 of 15,met het kenmerk,dat de 30 de lading tegenhoudende middelen zijn voorzien van een aantal evenwijlige banden of andere langgestrekte organen.

18. Voertuigopbouw volgens conclusie 14 of 15,met het kenmerk,dat de de laing tegenhoudende middelen een net uit banden of andere langgestrekte organen omvatten,bevestigd aan en zich uitstrekkende tussen twee even-35 wijdige framedelen waarvan de boveneinden schuifbaar afhangen van de kantrail en zijn uitgerust met bevestigingsmiddelen met behulp waarvan zij 80 0 1 7 56 - s* ;«Sf -13- 21231/CV/tl kunnen worden bevestigd aan naburige tussenstijlen of tussen een tussen-stijl en een naburige zijstijl.

19. Voertuigopbouw volgens conclusie 14 of 15,met het kenmerk,dat de de lading tegenhoudende middelen een net van zich verticad en horizontaal 5 uitstrekkende banden of andere langgestrêkte organen omvatten,waarbij althans een van de zich verticaal uitstrekkende organen verschuifbaar wordt ondersteund door de kantrail.

20. Voertuigopbouw volgens conclusie 19,met het kenmerk,dat het onderste gedeelte van het net is uitgerust met bevestigingsmiddelen met behulp 10 waarvan het net kan worden bevestigd aan een neerklapbaar zijschot of ' een ander onder dit onderste gedeelte opgesteld deel van de voertuigopbouw.

21. Voertuigopbouw althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/ of is afgebeeld in bijgaande figuren.

22. Stijlsamenstel voorzien van: een stijl,welke als ópstaand orgaan van het gestel van een opbouw voor een voertuig te gebruiken is; van een ophangorgaan voor de stijl,welk ophangorgaan is bevestigd aan het bovenste gedeelte van de stijl en aangepast is voor beweging 20 langs een hoger gelegen geleiding,waarbij de stijl ten opzichte van het gestel kan worden bewogen voor het vergemakkelijken van een laden en/of lossen van het voertuig; ' en van tegenhoudmiddelen voor het tegenhouden van de stijl in een opstaande stand op een voorafbepaalde plaats ten opzichte van het ge-25 stel.

23. Stijlsamenstel volgens conclusie 22,met het kenmerk,dat het ophangorgaan is voorzien van een rol of ander wid,dat is aangepast om te lopen op een spoor,dat wordt gedragen of gevormd door een hoger gelegen horizontaal orgaan van het gestel.

24. Stijlsamenstel volgens conclusie 22 of 23,met het kenmerk,dat het ophangorgaan wordt gevormd door een wagentje met althans een paar wielen en met een bevestigingsorgaan door middel van de stijl aan het wagentje kan worden bevestigd.

25. Stijlsamenstel volgens conclusie 22,23 of 24,met het kenmerk,dat 35 het ophangorgaan is voorzien van een flexibele schakel ter vergemakkelijking van beweging van de stijl.

26. Stijlsamenstel volgens conclusie 25,met het kenmerk,dat de flexibe- w*- * -14- 21231/CV/tl le schakel is voorzien van een band uit textielmateriaal met een hoge treksterkte.

27. Stijlsamenstel volgens conclusie 26,met het kenmerk,dat de opstelling van de band zodanig is ,dat de stijl kan worden opgetild voor het 5 vrijmaken van het onderste gedeelte van de stijl van de opbouw van het voertuig zonder dat daarbij het wagentje uit zijn spoor wordt gelicht.

28. Stijlsamenstel volgens conclusie 27,met het kenmerk,dat de band de vorm heeft van een lus,die ligt opgesloten in een sleuf in het be-vestigingsorgaan en is gevoerd om een steun,welke dwars in het bovenste 10 gedeelte \an de stijl is aangebraclt.

29. Stijlsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 22- 28,met het kenmerk,dat het tegenhoudorgaan een door het bovenste gedeelte van de stijl gedragen deel omvat voor ingrijping met een hoger gelegen in-grijpingsorgaan.

30. Stijlsamenstel volgens conclusie 29,nd: het kenmerk,dat het tegen houdorgaan is voorzien van een zich omhoog uitstekend insteekeinde en het ingrijpingsorgaan een naar beneden gerichte huls in de nabijheid van de hoger gelegen geleüng omvat.

31. Stijlsamenstel volgens een der voorgaande conclusies 22- 30,met 20 het kenmerk,dat het tegenhoudorgaan is voorzien van een insteekeinde, dat terug te trekken is in het onderste gedeelte van de stijl voor ingrijping met een uitsparing in het gestel of een ander deel van de opbouw van het voertuig.

32. Stijlsamenstel althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/ 25 of is afgebeeld in bijgaande figuren. 800 1 7 56