NL8001619A - Reddingsvaartuig. - Google Patents

Description

•4 > >

Reddingsvaartuig

De uitvinding heeft "betrekking op een reddingsvaartuig van het half - afzinkbare type voor dienstverlening aan stationaire buitengaats e installaties.

De ervaring o.a. van de olievelden in de Noordzee toont aan, 5 dat geen geschikte middelen voor reddingswerk ter plaatse van blootgestelde buitengaatse installaties beschikbaar zijn.

Schepen en helicopters, die voor^handen zijn, kunnen alleen onder bepaalde weergesteldheden gebruikt worden. Zware zeeën zullen verhinderen dat een schip een platform bereikt, en kranen kunnen 10 buiten werking gesteld worden door brand. Storm en mist zullen het gebruik van helicopters beperken, of zelfs verhinderen.

De overbrenging van een geschoolde staf en de nodige uitrusting naar een platform, waar een ongeluk gebeurd is, en ook de verwijdering van gewonde personen daarvan kunnen derhalve vertraagd 15 worden. De uiteindelijke schade, die uit een klein ongeluk voortvloeit, kan zodoende verergerd worden.

Het oogmerk van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een reddingsvaartuig, waarvan de toepasbaarheid niet beperkt zal worden door plaatselijke gesteldheden zoals zware zeeën, storm en 20 plaatselijke branden.

Een reddingsvaartuig volgens de uitvinding is gekenmerkt door een torenconstructie, die verticaal verplaatsbaar is ten opzichte van het dek van het vaartuig en een axiaal uitzetbare verbindingsoploop-draagt, die zwenkbaar is om de torenconstructie en daardoor gedragen 25 wordt door middelen, die bewegingen in drie graden van vrijheid veroorloven.

Zoals uit de volgende beschrijving duidelijk zal zijn, maakt de uitvinding een snel ingestelde, tijdelijke maar te onderhouden 8001519 ¥ * 2 verbinding met een stationair platform mogelijk.

De torenconstructie kan bestaan uit een zuil, die gemonteerd is in en verplaatsbaar is ten opzichte van een verticale poot, die een randgedeelte van het dek van het vaartuig ondersteunt., waarbij 5 het einde van de verbindingsoploop bij de torenconstructie gedragen wordt door een kogelgewricht, dat de drie graden van vrijheid verschaft , en het tegenovergestelde einde van de oploop bij voorkeur voorzien is van middelen, die een schuif- of rolbeweging ten opzichte van een ondersteuning vergemakkelijken.

10 De verbindingsoploop kan zo gemonteerd zijn dat hierdoor een zwenkbeweging uitgevoerd kan worden binnen een beperkte sector van de omtrek van de torenconstructie, waarbij het overige gedeelte van de omtrek geleidingen heeft voor een lift, die over de volle lengte van de torenconstructie beweegbaar is. Een stuurgondel, die middelen be-15 vat voor het bedienen van de verbindingsoploop en ook het besturen van het vaartuig, is bij voorkeur een goed eind boven de top van de toren-constructie aangebracht.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld daarvan. 20 Fig. 1 is een afbeelding in perspectief van een reddingsvaar tuig volgens de uitvinding, in bedrijf, en fig. 2 toont op grotere schaal een detailinrichting volgens II-II in fig. 1.

In fig. 1 is met het verwijzingscijfer 10 het dek van een 25 vaartuig van het half - afzinkbare type aangegeven. Het dek wordt gedragen door verticale buisvormige poten 11, die aan het dek verbonden zijn bij de hoeken daarvan en ook in het midden ter plaatse van de langszijden 12. De twee rijen buisvormige poten worden elk ondersteund door een ponton 13. Met de laatste kan gewerkt worden op het water-30 oppervlak^niveau, of men kan die laten afzinken door het daarin toevoeren van waterbelast. In afgezonken toestand zal de constructie niet merkbaar beinvloed worden door golfbewegingen, en de hoogte van de poten zal verzekeren dat het dek, ook wanneer de pontons afgezonken zijn, buiten bereik van de golven zullen zijn.

35 Het vaartuig is voorzien van een voortstuwingsmachinerie van 8001619

-V

3 zichzelf, en een bevredigende snelheid is bereikbaar met de pontons in de oppervlakstand. Draaibare s t raalbui svoort stuwers aan het voor- en achtereinde van elke ponton verschaffen een goede bestuurbaarheid ook in afgezonken toestand.

5 Het dek 10 draagt een torenconstructie 15, welke bestaat uit een cilindrische zuil 16, die een klein platform 17 ondersteunt. De zuil is verticaal verplaatsbaar in een van de hoofdpoten 11 van het vaartuig, door middel van willekeurige machinerie, die op zichzelf bekend is.

10 In fig. 1 is een heugel- en rondselmechanisme aangegeven.

Een aantal heugels of tandstangen 18 zijn buiten op de mantel van de zuil 16 gemonteerd, en verken samen met (niet in fig. 1 weergegeven) rondsels, die binnen de poot 11 aangebracht zijn. Als alternatief kunnen zogenaamde klimvijzels gebruikt vorden.

15 Een verbindingsoploop 19, die geschikt is als loopbrug en voor transportdoeleinden is bij het platform 17 gemonteerd, en bestaat uit tvee tunnelvormige bestanddelen 20, 21, waarvan de buitenste, 20, telescopisch verplaatsbaar is ten opzichte van het binnenste bestanddeel 21, dat bij de torenconstructie gemonteerd is. De nodige 20 bewegingen vorden tot stand gebracht door middel van drukfluidumrammen 22 en vergemakkelijkt door rolorganen 23. De inrichting is schematisch voorgesteld in fig. 2.

Het torenplatform 17 is draaibaar gemonteerd bij de zuil 16,

De bekende stand van de techniek veroorlooft verschillende wijzen 25 van verking, Fig. 2 toont een motor 2h (electrisch of hydraulisch), die vast gemonteerd is binnen de poot en samenverkt met een centraal rondsel 25 bij het platform. Wielen 26 dragen het platform ten opzichte van het bovenste deel 16a van de zuil.

De verbindingsoploop 19 is bij het platform 17 gemonteerd 30 door middel van een inrichting 27, die draaiing in drie graden van vrijheid veroorlooft, bijvoorbeeld een kogelgewricht. Het tegenovergestelde einde van de oploop is voorzien van een rolondersteuning 28.

Draagkabels 29 lopen tussen een hoofdstaander 30 bij het platform 17 (zie fig. 1) en het buiteneinde van het binnenste tunnel-35 onderdeel 21, en zijn bedienbaar om de oploop in een in hoofdzaak 8001619 / 1» radiale richting van het platform, en gelijkliggend daarmee te houden.

Bij het instellen van een tijdelijke verbinding voor reddingswerk bij een stationair platform (een gedeite daarvan is met 31 aangegeven in fig. 1), wordt de zuil 16 omhoog bewogen zodat het platform 5 omhoog gebracht wordt boven het dek van het platform 31. Een geschikte oriëntatie en uitzetting van de oploop 19 wordt uitgevoerd wanneer het dek 10 van het reddingsvaartuig zo dicht mogelijk bij het platform 31 gebracht is, waarop de zuil neergelaten wordt zodat het verwijderde einde van de oploop op het platformdek komt te rusten.

10 Bewegingvan de oploop 19 in dwarsrichting ten opzichte van de langsas daarvan, en ook kantelbewegingen ten opzichte daarvan, die debarkering en toegang zouden belemmeren, zijn in hoofdzaak vervangen door het flexibele gewricht 27 bij het torenplatform.

De oploop is zo gemonteerd dat hierdoor een zwenkbeweging uit-15 gevoerd kan worden binnen een beperkte sector van de omtrek van de torenconstructie, en teneinde een doorlopende verbinding tussen de op-; loop en het dek 10 te bewaren, is een lift 32 aangebracht bij de torenconstructie. De lift loopt in geleidingen 33 geheel langs de zuil 16, en zal zodoende het torenplatform 17 met hetdek 10 verbinden, ongeacht 20 de gebeurlijke stand van de toren 15.

Een stuurgondel 3^, die voorzien is van middelen voor het regelen van de verschillende functies van de torenconstructie, en ook de straalbuisvoortstuwers 14, is een goed eind boven het torenplatform 17 gemonteerd. Een bedieningspersoon kan zodoende visueel alle instan-25 ties volgen gedurende de aangrij ping-van de oploop 19.

Wanneer de torenconstructie niet gebruik wordt, wordt de zuil 16 neergelaten in de poot 11 met de Ift bij de bovenste stand daarvan bij het torenplatform 17» en met de samengetrokken oploop 19 op het dek 10 rustend, zoals met streepstippellijnen in fig·. 1 aangegeven 30 is.

Verschalende constructieve oplossingen zijn natuurlijk mogelijk zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, De oploop kan zodoende op een loopkat gemonteerd worden, die beweegbaar is langs rails bij de omtrek van het torenplatform, of ter plaatse van een ringvormig 35 element, 8001619 5

Samenvattend is een reddingsvaartuig van het half - afzinktare type voorzien van een torenconstructie 15» die verticaal verplaatsbaar is ten opzichte van het dek (10) van het vaartuig, en een draaibare en uitzetbare verbindingsoploop 19 draagt. De torenconstructie is bij 5 voorkeur gevormd als een cilindrische zuil 16, die gemonteerd is in een van de poten 11, welke het dek 10 dragen.

De verbindingsoploop 19 is bij voorkeur alleen draaibaar over een beperkte sector van de omtrek van de torenconstructie, waarbij het overige gedeelte van de omtrek gebruikt wordt voor verticale geleidingen 10 33, die als een lift 32 dienen.

8001619

Claims (3)

1. Reddings vaartuig van het half - afzinkhare type voor dienstverlening aan stationaire huitengaatse installaties, gekenmerkt doordat het voorzien is van een torenconstructie (15)» die verticaal verplaats- 5 haar is ten opzichte van het dek (10) van het vaartuig, en een axiaal uitzetbare verbindingsoploop (19) draagt, die zwenkbaar is om de torenconstructie en daardoor gedragen vordt door middelen (27), die bewegingen in drie graden van vrijheid veroorloven.

2. Reddingsvaartuig volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat 10 de torenconstructie (15) bestaat uit een zuil (16), die gemonteerd is in en verplaatsbaar is ten opzichte van een verticale poot (11), die een randgedeelte van het dek (10) van het vaartuig ondersteunt.

3. Reddingsvaartuig volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het einde van de verbindingsoploop (19) bij de torenconstructie 15 (15) gedragen wordt door een kogelgewricht, dat de drie graden van vrijheid verschaft, en het tegenovergestelde einde van de oploop voorzien is van middelen (28), die een schuif- of rolbeweging ten opzichte van een ondersteuning vergemakkelijken. 1*. Reddingsvaartuig volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat 20 de verbindingsoploop (19) zo gemonteerd is dat hierdoor een zwenkbe-veging uitgevoerd kan worden binnen een beperkte sector van de omtrek van de torenconstructie (15)» waarbij het overige gedeelte van de omtrek geleidingen (33) heeft voor een lift (32), die over de volle lengte van de torenconstructie beweegbaar is. 25 5· Reddingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat een stuurgondel (31*), die middelen bevat voor het bedienèn van de verbindingsoploop (19) en ook het besturen van het vaartuig, een goed eind boven de top van de torenconstructie aangebracht is. 30 6, Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrij ving en/of tekeningen. 8001619