NL8001487A - Werkwijze voor het vervaardigen van t-l-buizen, en inrichting voor het uivoeren daarvan. - Google Patents
Werkwijze voor het vervaardigen van t-l-buizen, en inrichting voor het uivoeren daarvan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001487A NL8001487A NL8001487A NL8001487A NL8001487A NL 8001487 A NL8001487 A NL 8001487A NL 8001487 A NL8001487 A NL 8001487A NL 8001487 A NL8001487 A NL 8001487A NL 8001487 A NL8001487 A NL 8001487A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- glass
- phosphor
- filter
- pear
- suspension
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J9/00—Apparatus or processes specially adapted for the manufacture, installation, removal, maintenance of electric discharge tubes, discharge lamps, or parts thereof; Recovery of material from discharge tubes or lamps
- H01J9/20—Manufacture of screens on or from which an image or pattern is formed, picked up, converted or stored; Applying coatings to the vessel
- H01J9/22—Applying luminescent coatings
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J9/00—Apparatus or processes specially adapted for the manufacture, installation, removal, maintenance of electric discharge tubes, discharge lamps, or parts thereof; Recovery of material from discharge tubes or lamps
- H01J9/20—Manufacture of screens on or from which an image or pattern is formed, picked up, converted or stored; Applying coatings to the vessel
- H01J9/22—Applying luminescent coatings
- H01J9/221—Applying luminescent coatings in continuous layers
- H01J9/223—Applying luminescent coatings in continuous layers by uniformly dispersing of liquid
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10S—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10S118/00—Coating apparatus
- Y10S118/10—Pipe and tube inside
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Formation Of Various Coating Films On Cathode Ray Tubes And Lamps (AREA)
- Vessels And Coating Films For Discharge Lamps (AREA)
Description
ft 4 VO 241
WerKwijze voor het vervaardigen van T-L-buizen, en inrichting voor het uitvoeren daarvan.
/
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van T-L-buizen, en ook op een inrichting voor het uit-voeren van een dergelijke werkwijze.
De laatste tijd zijn de energiekosten sterk gestegen als ge-5 volg van een sterke uitputting van hulpbronnen, van milieuvraag stukken, enz., zodat het in industriële kringen nodig is de gebruikelijke produktiestructuur, die in beginsel is gericht op massa-produktie, te heroverwegen en de totale produktiedoelmatigheid te verbeteren door het rekening houden met het sparen van hulpbronnen 10 en energie. Teneinde aan deze eis van de tijd te voldoen, zijn eveneens verschillende tegenmaatregelen genomen bij de produktie van T-L-buizen.
Als oplosmiddelen voor de fasforsuspensie zijn b.v. tot nu toe kostbare organische oplosmiddelen gebruikt, waarbij echter als 15 een voorbeeld van de tegenmaatregelen kan worden gewezen op de ont wikkeling van een werkwijze, waarbij water wordt gebruikt, dat in de betekenis van hulpbron rijkelijk aanwezig is, en tevens goedkoop.
Deze werkwijze, d.w.z. de werkwijze van het vormen van fos-forbekledingen door het toepassen van een fosforsuspensie in water, 20 heeft echter het nadeel, dat bij toepassing daarvan met een met hoge snelheid werkzame massaproduktie-inrichting, een grote belemmering wordt veroorzaakt door belvorming, hetgeen geen vraagstuk is met organische oplosmiddelen, zodat een toeneming van foute bekledingen en een verslechtering van de uitwendige kwaliteit als ge-25 volg van de vorming van bellen, niet volledig kan worden vermeden.
Hetgeen aan de andere kant de grootste hoeveelheid energie verbruikt bij de stappen van het vervaardigen van T-L-buizen, is de stap van het branden van fosforlagen. Deze stap is gericht op het ontleden en verwijderen van een bindmiddel, dat bestaat uit 800 1 4 87 * * - 2 - een organisch materiaal met een hoog moleculairgewicht, nodig voor de vorming van fosforlagen, door het verwarmen en branden daarvan nadat de bepaalde fosforlaag is gevormd, waarbij de temperatuur van de verwarming wordt bepaald door de ontledingseigenschappen van het 5 gebruikte bindmiddel. Wanneer de fosforlaag wordt gevormd door toe passing van een organisch oplosmiddel, wordt nitrocellulose of ethylcellulose gebruikt als het bindmiddel. Voor het volledig ontleden daarvan, is een verwarming tot 600°C of hoger nodig, waarbij de verwekingstemperatuur van glazen peren kan worden benaderd. Als 10 gevolg hiervan wordt in de stap van het branden van de fosforlaag een stelsel gevolgd, waarbij een glazen peer over een paar naast elkaar geplaatste metalen rollen loopt, voorzien van oppervlakken, bekleed met een vuurvast materiaal, en door een verwarmingsoven gaat, terwijl de rollen draaien. Derhalve is een warmteverlies als 15 gevolg van de rollen, zeer groot, waardoor de warmtedoelmatigheid van de verwarmingsoven sterk wordt verminderd. Dit veroorzaakt een verbruik van een grote hoeveelheid warmte-energie.
Teneinde de hoeveelheid in de stap van het branden verbruikte energie te verminderen, is het de noodzakelijke eis de warmte-20 doelmatigheid van een brandinrichting te verbeteren. De doeltref fendste werkwijze bestaat uit het gebruiken van een bindmiddel, dat volledig kan worden ontleed en verwijderd bij een verwarmingstempe-.ratuur, die zodanig laag ligt, dat de glazen peer niet wordt vervormd, en het maken van een stelsel, dat geen rollen met een groot 25 warmtevermogen gebruikt als middelen voor het door de brandinrich ting overbrengen van glazen peren. Voor fosforlagen echter, gevormd uit een fosforsuspensie onder toepassing van een organisch bindmiddel, zijn er geen passende bindmiddelen, die voldoen aan de voornoemde eis, zodat er dus geen doeltreffende middelen zijn gevonden 30 voor het verlagen van de energie in de stap van het branden.
Omdat echter het gebruik van in water oplosbare fosforsuspen-sies recentelijk is verbreid, zoals hiervoor beschreven, wordt het bereik, waarbinnen bindmiddelen kunnen worden gekozen, zeer breed, waarbij verschillende bindmiddelen of in water oplosbare organische 35 materialen met een hoog moleculair gewicht, zijn besproken. Hiervan SO 0 1 4 87 • ^ - 3 - is het mogelijk de bindmiddelen te gebruiken, die volledig worden ontleed en verwijderd door het verwarmen tot ongeveer 500°C, zoals polyetheenoxyden of vetzure esters daarvan als bindmiddel. Indien echter fosforlagen met dergelijke bindmiddelen worden gevormd en 5 gebrand door verwarmen tot een temperatuur in de orde van 500°C, wordt weliswaar de ontleding en het verwijderen van de bindmiddelen volledig tot stand gebracht, maar hebben de gebrande fosforlagen een uiterst zwakke hechting aan het glasoppervlak, waarbij foutieve buizen als gevolg van afbladderen van de fosforlagen, toenemen.
10 Bij het beschouwen van het geheel aan verdiensten en gebreken, zijn nieuwe vraagstukken gerezen, doordat een verlies als gevolg van een vermindering in opbrengst betrekkelijk bovenmatig is ten opzichte van het voordeel, dat de hoeveelheid in de stap van het branden verbruikte energie, is verminderd.
15 Dienovereenkomstig is het een doel van de uitvinding een nieuwe en verbeterde werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen / van T-L-buizen, welke werkwijze het mogelijk maakt in sterke mate de hoeveelheid energie te verminderen, verbruikt in de stap van het branden van fosforlagen zonder nadelig de kwaliteit van de 20 buizen te beïnvloeden, evenmin als de opbrengsten in de vervaardi- gingsstappen tijdens de vervaardiging van T-L-buizen.
Het is een ander doel van de uitvinding een inrichting te verschaffen, die geschikt is voor het uitvoeren van de werkwijze voor het vervaardigen van T-L-buizen, zoals beschreven in de voor-25 gaande alinea.
De uitvinding verschaft een werkwijze voor het vervaardigen van T-L-buizen, welke werkwijze de stappen omvat van het bereiden van een fosforsuspensie door het aan een oplossing in water van een polyetheenoxyde of een vetzure ester toevoegen van fosfor en een 30 de hechting versterkend middel, bestaande uit een fosfaat en/of een boraat van een alkalimetaal, het leiden van de fosforsuspensie door een filter met een maaswijdte van 50 - 200 ym, het op het binnen-oppervlak van een glazen peer spuiten van de door het filter geleide fosforsuspensie en het zodoende bekleden daarvan voor het daarop 35 vormen van een fosforlaag, en het verwarmen en branden van de fos- ann1 a qi - 4 - forlaag op het binnenoppervlak van de glazen peer bij een temperatuur, die niet hoger ligt dan de verwekingstemperatuur van de glazen peer, waarvan een gedeelte wordt gedragen.
De fosforsuspensie bevat bij voorkeur een bindmiddel voor 5 het fosfor, bestaande uit een fijn poedervormig aluminiumoxyde.
De uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het vervaardigen van T-L-buizen, welke inrichting is voorzien van een be-kledingseenheid, die een bovenste houder bevat, verder een bekle-dingsmondstuk, dat zich bevindt aan de bovenste houder voor het 10 naar beneden doen vloeien van een fosforsuspensie langs het binnen oppervlak van een glazen peer voor het zodoende daarop vormen van een fosforlaag, verder een onderste houder voor het terugwinnen en opvangen van een overmaat fosforsuspensie, die naar beneden vloeit vanuit de bovenste houder, en een suspensietoevoerpijp voor 15 het aan de bovenste houder toevoeren van de fosforsuspensie uit de onderste houder, verder van een filtereenheid, die in althans een van de houders is aangebracht, en van een brandeenheid, die een paar dwanglijsten bevat voor het leiden van de glazen peer, bekleed met de fosforlaag, verder een paar transporteurs zonder ein-20 de, opgesteld naast de dwanglijsten, een aantal leipennen, op voor af bepaalde gelijke onderlinge afstanden aangebracht aan elk der transporteurs zonder einde om boven de bijbehorende dwanglijst uit te steken, en een verwarmingsoven voor het verwarmen van de glazen peer, bekleed met de fosforlaag en getransporteerd langs de dwang-25 lijsten.
Het bekledingsmondstuk bevat bij voorkeur een klep voor het openen en sluiten van een stromingsdoorgang voor de fosforsuspensie, verder een vaste inspuitpoort, die zich bevindt aan een einde van de stromingsdoorgang, en een vloeistofvoorraadhoudergedeelte, be-30 paald door de inspuitpoort en de klep voor het openen en sluiten.
Het paar dwanglijsten is bij voorkeur horizontaal geplaatst. Het paar dwanglijsten kan ook gekanteld zijn om geleidelijk naar beneden te lopen in de richting van het transport van de glazen peer.
□e uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-35 ning, waarin; 8 0 0 1 4 87 - 5 - * *
Fig.l een lengtedoorsnede toont van een bekledingseenheid van een uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting voor het vervaardigen van T-L-buizen, waarbij een filtereenheid is weergegeven;
Fig.2 een ruimtelijk aanzicht is van een brandeenheid van 5 deze uitvoeringsvorm;
Fig.3 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van de transportdelen voor de glazen peren;
Fig.4 een grafiek toont voor het verduidelijken van een percentage foutief als gevolg van het afbladderen van fosforlagen; en 10 een percentage lumen-handhaving met betrekking tot een toegevoegde hoeveelheid van een de hechting versterkend middel, gebruikt bij de onderhavige werkwijze;
Fig.5 een lengtedoorsnede is van de in fig.l weergegeven onderste houder, waarbij de filtereenheid zich op een andere plaats 15 bevindt;
Fig.6 een aan fig.5 gelijke doorsnede is, waarbij een andere uitvoeringsvorm is weergegeven van de filtereenheid volgens fig.l;
Fig.7 een aan fig.5 gelijke doorsnede is, waarbij een andere uitvoeringsvorm is weergegeven van de onderste houder volgens fig.l; 20 Fig.8 een lengtedoorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van hetbekledingsmondstuk volgens fig.l;
Fig.9 een zijaanzicht is van een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van de transportdelen volgens fig.3;
Fig.10 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van een 25 andere uitvoeringsvorm van de transportdelen volgens fig.3; '
Fig.ll een zijaanzicht is van een gedeelte van de uitvoeringsvorm volgens fig.10; en
Fig.12 een bovenaanzicht is van nog een andere uitvoeringsvorm van de transportdelen volgens fig.3, waarbij tevens een andere 30 uitvoeringsvorm is weergegeven van het aandrijfmechanisme daarvoor volgens fig.2.
In alle figuren duiden dezelfde verwijzingscijfers gelijke of overeenkomstige onderdelen aan.
Wanneer fosforlagen worden gevormd uit fosforsuspensies in 35 water met een bindmiddel, bereid uit een polyetheenoxyde of een 80 0 1 487 - 6 - vetzure ester daarvan, en gebrand op een temperatuur, die lager ligt dan een gebruikelijke, is onderzocht en besproken waarom de fosforlagen of -bekledingen een zwakke hechting hebben aan het glasoppervlak. Als resultaat is gebleken, dat dit het gevolg is van 5 de volgende twee oorzaken.
De eerste oorzaak is , dat de genoemde fosforsuspensie een zeer sterke belvormende eigenschap heeft. Dientengevolge wordt een grote hoeveelheid zeer kleine bellen gevormd in de fosforsuspensie tijdens de stap van het bekleden van het glasoppervlak met de fos-10 forsuspensie, die wordt gehercirculeerd door de betrokken bekle- dingsinrichting. De daaruit voortvloeiende fosforbekleding wordt grof door de invloed van dergelijke bellen, waarbij de adsorptie-krachten tussen de fosfordeeltjes onderling en tussen de fosfordeel-tjes en het glasoppervlak, uiterst zwak worden. Als tweede oorzaak 15 is gevonden, dat wanneer het branden wordt uitgevoerd op een tempe ratuur nabij de verwekingstemperatuur van niet lager dan 600°C van glas, zoals volgens de gebruikelijke bekende praktijk, een in het glas aanwezig, alkalimetaalbestanddeel, wordt gediffundeerd in de fosforbekleding vanuit het glasoppervlak om werkzaam te zijn voor 20 het vergroten van de adhesie tussen de fosfordeeltjes onderling en tussen de fosfordeeltjes en het glasoppervlak, welk diffunderen van het alkalimetaal zeer weinig is bij temperaturen van niet meer dan 550°C, waarbij de werking van het vergroten van de adhesie nauwelijks nog wordt uitgevoerd.
25 Uitgaande van het voorgaande wordt verondersteld, dat indien fosforbekledingen worden gevormd overeenkomstig een werkwijze met een zo veel mogelijk onderdrukken van belvorming door het vooraf aan de fosforsuspensie onder gebruikmaking van een polyetheenoxyde of een vetzure ester daarvan als bindmiddel, toevoegen van een alka-30 limetaal in een zodanige mate, dat dit in de gebruikelijke stap van het branden uit het glas wordt gediffundeerd zodat zelfs het branden bij een temperatuur, die lager ligt dan gewoonlijk, fosforbekledingen kunnen worden gevormd, die een adhesiesterkte hebben, die gelijk is aan de voorheen verkregen sterkte.
35 In het algemeen gesproken hebben T-L-buizen echter, wanneer 80 0 1 487 * 5 - 7 - het alkalimetaal daarin is opgenomen, de neiging een amalgaam te vormen met kwik gedurende het in bedrijf zijn van de buizen met een vermindering van lumenhandhaving tot gevolg. Het is derhalve gewenst, dat het in de fosforbekleding gebrachte alkalimetaal een 5 verbinding is, die zoveel mogelijk onwerkzaam is met betrekking tot kwik.
Er is een verscheidenheid alkaliverbindingen besproken, die voldoet aan de hiervoor beschreven eis. Als gevolg is gebleken, dat hetgeen in de vorm is van fosfaten of boraten de minst nadelige 10 invloed heeft op de lumenhandhaving.
Met inachtneming van het voorgaande is een fosforsuspensie gebruikt met de onderhavige uitvinding, als volgt bereid: 100 kg calciumhalogeenfosfaat, dat een wit fosfor vormt, en 1 kg aluminium-oxydepoeder met een gemiddelde korrelgrootte van 0,05 urn, worden 3 / 15 gesuspendeerd in 150 dm van een 3%’s oplossing in water van een polyetheenoxyde met een gemiddeld moleculair gewicht van 500.Q00V.
waarbij 100 g polyetheenoxyde-nonylfenylether als oppervlakteactief middel wordt toegevoegd, gevolgd door voldoende roeren. Hieraan wordt 300 g natriumhexametha-fcisfaat CfNaP0_L·] toegevoegd voor het o b 20 zodoende bereiden van een fosforsuspensie, die hierna eenvoudig suspensie wordt genoemd. De suspensie kan een bindmiddel bevatten, zoals hierna wordt beschreven.
De onderhavige inrichting voor het vervaardigen van T-L-bui-zen omvat een bekledingseenheid voor het opeenvolgend bekleden van 25 de binnenoppervlakken van glazen peren met de hiervoor beschreven suspensie voor het achter elkaar daarop vormen van fosforlagen, verder een filtereenheid, die zich in de bekledingseenheid bevindt voor het uit de suspensie verwijderen van bellen, en een brandeen-heid voor het opeenvolgend branden van de fosforlagen op de binnen-30 oppervlakken van de glazen peren.
Onder het thans verwijzen naar fig.l van de tekening zijn de beschreven bekledings- en filtereenheden weergegeven, De weergegeven uitvoering omvat een bekledingseenheid 10, die een bovenste houder 12 bevat in de vorm van een cilindrische kast, voorzien van 35 een open bovenoppervlak en in het midden van de bodem voorzien van 800 1 4 ?7 - 8 - een bekledingsmondstuk 14, en een onderste houder 16 in de vorm van een cilindrische kast, voorzien van een open bovenoppervlak en beneden de bovenste houder 12 opgesteld voor het vormen van een vooraf bepaalde onderlinge afstand daartussen. Een verbindingspijp 18 5 vanaf de zijwand van de bovenste houder 12, strekt zich neerwaarts uit voor verbinding met een toevoerpoort 20, die zich in de zijrand bevindt van de onderste houder 16 bij de bodem daarvan, en bevat daarin een hercirculeerpomp 22. Ook strekt een overlooppijp 24 zich neerwaarts uit vanaf de zijwand van de bovenste houder 12 10 om uit te monden in een opvangpoort 26, aangebracht op het open bo venoppervlak van de onderste houder 16. De overlooppijp 24 dient voor het altijd handhaven van een vooraf bepaald gelijkblijvend volume fosforsuspensie 28, zoals hiervoor beschreven, in de bovenste houder 12.
15 Een filtereenheid 30 is losmaakbaar geplaatst in de opneem- poort 26 van de onderste houder 16. De filtereenheid 30 bevat een filter 32, voorzien van maasopeningen tussen 50 en 200 ym, verder een omtreksgedeelte 34, bevestigd aan de omtreksrand van het filter 32 om aan te liggen tegen de binnenzijde van de opneempoort 26, 20 en een aantal beugels 36, geplaatst aan het omtreksgedeelte 34 om verwijderbaar te worden aangegrepen door de bovenste rand van de opneempoort 26.
In fig.l is weergegeven, dat een langwerpige glazen peer, die aan beide einden open is, is opgesteld tussen de op onderlinge 25 afstand liggende bovenste en onderste houders 12 en 16 en vlak on der het bekledingsmondstuk 14, waarbij de lengtehartlijn daarvan verticaal is, en het bovenste einde, gezien in fig.l, zeer dicht bij de bodem van de bovenste houder 12 ligt.
Ook is een suspensiegeleiding 38 werkzaam gekoppeld aan het 30 bekledingsmondstuk 14, welke geleiding, zoals weergegeven in fig.l, in het bovenste open einde is geplaatst van de glazen peer.
Volgens fig.l is een terugwingoot 42 geplaatst tussen de glazen peer en de onderste houder 16, welke goot een afvloeipoort 44 bevat, die uitmondt in de opneempoort 26 van de onderste houder 16 35 voor een hierna te beschrijven doel. De goot 42 strekt zich uit in 800 1 4 87 * * - 9 - de richting, waarin de glazen peer wordt getransporteerd in de onderlinge ruimte tussen de bovenste en onderste houders 12 en 16.
In fig.2 is de onderhavige brandeenheid 50 weergegeven, die een hoofdlichaam 52 omvat, evenals een verwarmingsoven 54, gevormd 5 door een aantal stralingsgasbranders 56 voor het, gezien in fig.3, bedekken van het bovenste oppervlak van het hoofdbrandlichaam 52.
Een paar dwanglijsten 58 is op onderling evenwijdige afstand aangebracht en strekt zich horizontaal uit door de verwarmingsoven 54, waarbij de twee einden van de lijsten voorbij de naburige einden 10 van de verwarmingsoven 54 uitsteken. De dwanglijsten 58 bestaan uit een warmtebestendig materiaal, maar kunnen ook oppervlakken bevatten, die zijn bekleed met een warmtebestendig materiaal. Ook is een kettingvormige transporteur 60 zonder einde aangebracht aan de buitenzijde van elke dwanglijst 58 en in hoofdzaak evenwijdig daar-15 aan voor het vormen van een vooraf bepaalde kleine afstand daar tus sen. Elk der transporteurs 60 zonder einde bevat een aantal leipen-nen 62, op onderling vooraf bepaalde gelijke afstanden daaraan aangebracht om uit te steken boven de bijbehorende dwanglijst 58 voor het hierna te blijken doel, zoals het duidelijkst weergegeven in 20 fig.3. De transporteurs60 zonder einde kunnen uit hetzelfde materi aal bestaan als de dwanglijsten 58. Zij kunnen ook zijn bekleed met een dergelijk materiaal.
Het doel van het geheel of gedeeltelijk vormen van elk der dwanglijsten 58 en transporteurs 60 zonder einde uit warmtebesten-25 dig materiaal, is het verminderen van de hoeveelheid warmte, nodig voor de glazen peren met een fosforlaag.
Elk der transporteurs 60 zonder einde is gespannen tussen een paar kettingwielen 64 en 66, zich bevindende aan beide eindge-deeltan van de brandeenheid 50 en in lijn in de looprichting van de 30 dwanglijsten 58. Het paar kettingwielen 64, dat zich in het linker eindgedeelte, gezien in fig.2, bevindt van de brandeenheid 50, is verbonden door een draaias 68, die draaibaar wordt gedragen door een paar op onderlinge afstand liggende legers, bevestigd aan een draagraam 70, verbonden met de linkerzijde, gezien in fig.2, van 35 het hoofdbrandlichaam 52 en aan de buitenzijde van de kettingwielen fi Λ η Λ k 87 - 10 - 64. De draaias 68 strekt zich uit door het linker leger, gezien in fig.2, waarbij het eindgedeelte daarvan zich tot voorbij dat leger uitstrekt en werkzaam is gekoppeld aan een aandrijfmechanisme 72, dat zich bij de bodem van het draagraam 70 bevindt in een hoek, 5 die zich vrijwel beneden het uitstekende einde van de draaias 68 bevindt, welke koppeling plaats vindt door een koppeloverbrengende riem 74 zonder einde, geslagen over het einde van de draaias 68 en een draaias van het aandrijfmechanisme 72.
Tijdens bedrijf beweegt het aandrijfmechanisme 72 het paar 10 transporteurs 60 zonder einde volgens een gesynchroniseerd verband · in de richting van de in fig.2 weergegeven pijl via de riem 74 zonder einde, de draaias 68 en de twee kettingwielen 62, waarbij de kettingwielen 66 werken als leidelen.
Het is duidelijk, dat de leipennen 62 aan elk der transpor-15 teurs 60 zonder einde, in hoofdzaak in lijn liggen met die aan de andere transporteur 60 in de richting loodrecht op de gemeenschappelijke lengtehartlijn van de dwanglijsten 58.
Verder bevat het hoofdbrandlichaam 52 een binnenventilator 76 voor het opeenvolgend brengen van een vooraf bepaald gas in be-20 klede glazen peren, die beweegbaar zijn geplaatst op de dwanglijs ten 58 en worden vastgehouden door de betrokken leipennen 62 (zie fig.3) ten behoeve van het bevorderen van het branden van de fosforlagen, bekleed op de glazen peren. Het hoofdlichaam 52 bevat ook een brandstoftoevoerpijp 78 en een luchttoevoerpijp' 80, welke pij-25 pen in verbinding staan met de brander 56 door een mengorgaan 82.
Gas uit de brandstoftoevoerpijp 78 wordt gemengd met lucht onder een lage druk vanuit de luchttoevoerpijp 80 in het mengorgaan 82, waarna het mengsel wordt geleverd aan de brander 56, waar het wordt verbrand.
30 Thans wordt de onderhavige werkwijze beschreven aan de hand van de in de fig.l - 3 weergegeven inrichting. De bediening van de inrichting wordt tevens duidelijk uit de volgende beschrijving.
Een hoeveelheid fosforsuspensie, bereid op de hiervoor beschreven wijze, wordt in de onderste houder 16 geladen door het fil-35 ter 32 van de filtereenheid 30. Vervolgens wordt de hercirculeer- 800 1 4 S7 • 5 - 11 - pomp 22 bediend voor het leveren van de in de onderste houder 16 verzamelde fosforsuspensie 28 aan de bovenste houder 12 door de toevoerpoort 20, de dan aangedreven pomp 22 en de verbindingspijp 18 totdat de suspensie 28 is geladen tot de hoogte daarvan, zoals 5 bepaald door het open einde van de overlooppijp 24 in de bovenste houder 12.
Onder deze omstandigheden wordt een te bekleden glazen peer getransporteerd in de ruimte tussen de bovenste en onderste houders 12 en 16 door een met tussenpozen bediende transporteur [niet weer-10 gegeven), en stilgezet om vlak onder het bekledingsmondstuk 14 te worden geplaatst, zoals weergegeven in fig.l. Op dat moment wordt het bekledingsmondstuk gedurende een vooraf bepaald tijdvak geopend onder de regeling van de bedieningsstang 40. Dit maakt het mogelijk een vooraf bepaald gelijkblijvend volume van de suspensie 28 door 15 het mondstuk 14 te leiden en naar beneden te laten vloeien langs het binnenoppervlak van de glazen peer met behulp van de suspensie-geleiding 38. Dit heeft de vorming tot gevolg van een fosforlaag (niet weergegeven) op het binnenoppervlak van de glazen peer.
Hierbij wordt datgene, wat een overmaat vormt voor de vor-20 ming van de fosforlaag in deze naar beneden vloeiende suspensie 28, gedwongen op de terugwingoot 42 te vallen, die bij het onderste einde van de glazen peer is opgesteld, door welke goot de overmaat naar beneden vloeit op het filter 36 via het afvloeigat 44, verbonden met de terugwingoot 42. Hierbij kunnen bellen worden gevormd 25 op het filter 34.
Indien het filter 34 echter een netwerk is, bestaande uit roestvrij staal of een kunststof met maaswijdten tussen 50 en 200 ym, zoals hiervoor beschreven, blijven de bellen op het filter 34 liggen zonder daar doorheen te gaan, totdat zij vanzelf verdwij-30 nen. Indien het filter 34 bestaat uit een netwerk met maaswijdten van niet meer dan 50 ym, is het voor de fosfordeeltjes in de suspensie 28 moeilijk daar doorheen te gaan. Ook maaswijdten van niet minder dan 200 ym vormen een belemmering, doordat de gevormde bellen niet volledig uit de suspensie 28 kunnen worden verwijderd, wanneer 35 deze door het filter 34 gaat.
30 0 1487 - 12 -
De zodoende met de fosforlaag beklede glazen peer wordt getransporteerd naar de brandeenheid 50, zoals weergegeven in fig.2, door willekeurige passende middelen, waarbij tegelijkertijd de volgende glazen peer wordt gedragen om vlak onder het dan gesloten be-5 kledingsmondstuk 14 te worden geplaatst door de transporteur, zoals biervoor beschreven. Vervolgens wordt de dan onder het bekledings-mondstuk 14 geplaatste glazen peer bekleed met de suspensie 28 op dezelfde wijze als de vlak voorafgaande glazen peer, en vervolgens getransporteerd naar de brandeenheid 50.
10 De hiervoor beschreven handelingen worden herhaald voor het bekleden van de opeenvolgende glazen peren met de suspensie 28, en het dan opeenvolgend transporteren van de beklede glazen peren naar de brandeenheid.
De brandeenheid 50 aan de andere kant wordt zodanig bediend, 15 dat het paar transporteurs 60 zonder einde met de leipennen 62 in de richting van de pijl (zie fig.2) met een vooraf bepaalde gelijkblijvende snelheid wordt bewogen door het aandrijfmechanisme 72 via de onderdelen 74, 68 en 64 , waarbij de leipennen 62 aan elke transporteur 60 zonder einde in lijn liggen met die aan de andere trans-20 porteur 60 zonder einde in de richting loodrecht op de bewegings richting van de transporteurs. De gasbranders 56 verbranden tevens het mengsel gas en lucht, dat daaraan is geleverd door het meng-orgaan 82 voor het op een vooraf bepaalde temperatuur van althans 450°C houden van gebieden bij de twee dwanglijsten 58, boven welke 25 gebieden de branders 56 zich bevinden.
Wanneer de met de suspensie 28 beklede glazen peren opeenvolgend de brandeenheid 50 bereiken, worden de eindgedeelten van de glazen peren opeenvolgend op het paar op onderlinge afstand evenwijdig lopende dwanglijsten geplaatst aan de zijde van de leiketting-30 wielen 66. Hierbij worden deze eindgedeelten van de glazen peren geplaatst tussen de betrokken paren naburige leipennen 62 aan dezelfde transporteur 60 zonder einde, en draaibaar gedragen door de paren in lijn liggende leipennen 62 aan de verschillende transporteurs 60, welke pennen zich net stroomafwaarts bevinden van de bij-35 behorende glazen peren in de bewegingsrichting van de transporteurs 80 0 1 4 87 " ' « - 13 - 60 zonder einde, zoals weergegeven in fig.2. De zodoende op de dwanglijsten 58 geplaatste glazen peren worden bewogen naar het inwendige van de verwarmingsoven 54 door de transporteurs 60 zonder einde onder het draaien rond de hartlijnen daarvan als gevolg van 5 de samenwerking tussen de bijbehorende leipennen 62 en de dwanglijs ten 58.
Gedurende de doorgang daarvan door de verwarmingsoven 54, worden de glazen peren verwarmd tot een temperatuur van althans 450°C door de gasbrander 56, en gedurende 30 seconden-op die tempe-10 ratuur gehouden. Dit heeft het vervluchtigen en verwijderen tot ge volg van het polyetheenoxyde, dat zich als bindmiddel bevindt in de fosforlaag op het binnenoppervlak van elke glazen peer. Op dat moment is het vormen van de fosforlaag op het binnenoppervlak van de glazen peer door het branden voltooid.
15 Uit het voorgaande is het duidelijk, dat de filtereenheid 30 zeer kleine bellen verwijdert, gevormd in de suspensie 28, waarbij de als het de adhesie versterkende middel aan de suspensie 28 toegevoegde alkaliverbindxig toch de adhesie van de fosfordeeltjes aan het glasoppervlak verbetert, zodat zelfs indien een polyetheen-20 oxyde of een vetzure ester daarvan wordt gebruikt als het bindmid del, welke verbinding een veel lagere ontledingstemperatuur heeft dan gebruikelijke bindmiddelen, en wordt gebrand bij een temperatuur, die niet hoger ligt dan de verwekingstemperatuur van de glazen peer, het mogelijk is een vermindering in de adhesie van de 25 fosfordeeltjes aan het glasoppervlak te onderdrukken. Dienovereen komstig is het mogelijk de brandstof (gas) kosten bij het vormen van de fosforbekleding in grote mate te verlagen zonder de buiskwa-liteit te verminderen noch de opbrengsten in de vervaardigingsstap-pen. De vermindering van de brandstofkosten is ten dele toe te 30 schrijven aan het draaien van de glazen peren.
Teneinde het resultaat daarvan aan te tonen, is de onderhavige werkwijze vergeleken met gebruikelijke werkwijzen voor wat betreft een gedeelte foutief als gevolg van het afbladderen van fosforlagen, en de hoeveelheid verbruikte energie. De resultaten van 35 deze vergelijking zijn opgesomd in de volgende tabel A.
80 0 1 487 .-14-
In tabel A is de uitvinding Cl] dezelfde als de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, waarbij de uitvindingen C2) - C4] alkali-zouten en bindmiddelen bevatten van andere soorten en in andere samenstellingen. Aan de uitvinding (4] is tevens geen fosforbind-5 middel toegevoegd.
800 1 4 87 - 15 - s- 1 Ο XI [ •Ρ 03 vt 1
CD -Ρ CD <—> I
XJ -X JZ P I
CH H Q (D I . .
0 3 CD -H 03 I a CO !£ m m m L L m 6C a I ·φ CO 05 CD a m XJJ3>(UV, ICO Ds cm cm cm cm
h q) an I
C II Q CJC I
M > -C 03 w I
P I
C O I
0 I 0 q_ | _ _ _ρο_£ΐ_ς,[π I in ο o in a a
i-t 0 0 03 Ο I CM a CM CM CM CO
<Df-lOcl-<-'l« ' ' ' ' ' 0 .ρ ρ xi o\° I o co a a. a a
XI 3 O 0 C w I
id a ο ·~ι <o I
CD XI X2 > 1
-P
1 Cl I 10 I
P QJOtfl! <0 P o .
CD Ό -Η Ο I ·£ βΝ·β £ Λ > C Μ β Ή 1 "Π CD 03 JZ * Ε 3 -Q 3 5 «g cd c a in · E-pcdscdê-pcd •η 0 r-ι > 0 > I -30003003000,.
0 -X 0 0 CD » I ί,?,, ίη ÏiSm ‘
rn Ρ Ό 0Q > O -—11 P 't- CO P CO PS-CO
£ 0] Ό O 0 · Pi -M en CD -Ï-Ï O +0 CO CO
D +l Ή O O +1 Ol O O » O » ® O « <0ε-ρ£~£ι c H-a ca c «i-a
I 0 I
i—i CD O I c\<> 0 I o t(- I 03 · •a 0 jz xj i a 3 U Μ Ή · I > 0) •H 03 03 03 > I X 00 = s = ε O TD -c · I o
XJ .p Üfl 1—I O f> I I CO
c <D <D · P I rH '
•HCOCD-P0l<0 I
<i m Q3 > > — ‘pi I I Cd
m l r-i I C C -P
jQ [ Q) I I 03 03 03
In! -a i rn id m u
[—1 "o I 03 CC -C CO
«Η I ü 0 -P +5 1 p 1000303= = 0Q3P =
a I P O >X! CD
f I 4J i—Ir-1 >i i-l>i+J
•H l-HDOX ° X S
m icrHcio a o 03 1 I p n 0 3 n I _ CD.DCJ ia a a a a a o £ +> o iiDunioioiocn P 0 0 >—I ICO M· sr M- «*·
CD -Ρ P I
c
c I CD
0 I ft > I >2
o I I 1-3 O
Ό I C 03 P = = c I CD 0
(0 I H rI = C
P I >H 0 0 CD I O -P 03 p 0 00 <—\ » <*k 0 . r-, iH CM CO M- ^ H N >— ^ f' •i—j -—· w η oo
iH 0 C
0 N ‘H
^ Ο Ό
Ή Ή C
3 3 = ·Η = = £ C i >
J3 P -P
0 0 Ή CD 3 a 800 1 4 87 - 16 -
Uit tabel A is te zien, dat de uitvinding opmerkelijke resultaten geeft.
Voorbeelden van het fosforbindmiddel omvatten naast het als voorbeeld in tabel A weergegeven aluminiumoxyde, fosfaten van aard-5 alkalimetalen, zoals calciumpyrofosfaat, een fijn poeder van bari umsulfaat, enz. Verder omvatten voorbeelden van het de adhesie versterkende middel naast natriumfosfaat en natriumboraat, fosfaten en boraten van andere alkalimetalen dan natrium, zoals kaliumfos-faat en kaliumboraat en mengsels daarvan.
10 In tabel A is elk der de adhesie versterkende middelen aan' de fosfor toegevoegd in een hoeveelheid van 0,03% op grond van het gewicht van de fosfor, waarbij echter indien de uitwerking, dat de adhesie wordt versterkt, het gevolg is van de werking van het alka-limetaal, zoals hiervoor beschreven, dan behoort een hoeveelheid 15 in de toegevoegde alkaliverbinding opgenomen alkalimetaal, betrek king te hebben op de versterkende werking.
Fig.4 toont een gedeelte foutief (aangeduid door de verwij-zingsletter A] als gevolg van het afbladderen van fosforlagen tijdens de vervaardigingsstappen van 40 Watt T-L- buizen met de onder-20 havige werkwijze, en een percentage lumenhandhaving (aangeduid met de verwijzingsletter B) nadat vervaardigde buizen gedurende 1000 uren hebben gebrand, waarbij de hoeveelheden toegevoegd natriumfosfaat en natriumboraat op verschillende manieren zijn gewijzigd met betrekking tot de fosfor, en weergegeven in dpm, berekend aan 25 de hand van de hoeveelheid natrium.
In fig.4 is te zien, dat de de adhesie versterkende werking niet voldoende is bij een toevoegingsgehalte van minder dan 15 dpm waarbij verder de lumenhandhaving nadelig wordt beïnvloed wanneer 200 dpm wordt overschreden. Verder blijft de oorspronkelijke helder-30 heid in hoofdzaak onveranderd bij een toegevoegde hoeveelheid van niet meer dan 1000 dpm.
Verder zijn resultaten, die het voorgaande benaderen, verkregen met fosfaten of boraten van andere alkalimetalen dan natrium. Verder is als gevolg van gedetailleerd onderzoek, uitgevoerd met 35 deze verbindingen, gebleken, dat glasachtig natriumpolymetafosfaat 800 1 4 87 - 17 - de opmerkelijkste, de adhesie versterkende werking heeft.
Zoals hiervoor beschreven bestaat de uitvinding uit het bekleden van glazen peren met een fosforsuspensie, die een de adhesie versterkend middel bevat, waarbij de bellenvorming daarvan ma-5 ximaal wordt onderdrukt, en uit het verwarmen van de met de suspen sie beklede glazen peren bij een zeer lage temperatuur voor het vormen van fosforlagen. Door het nemen van maatregelen echter voor het hercirculeren van de suspensie, zodat de suspensie 28, zoals hiervoor beschreven, in de bovenste houder 12, geleverd vanuit de on-10 derste houder 16 in de bekledingseenheid 10, wordt gedwongen in elk der glazen peren naar beneden te vloeien, waarbij de suspensie 28, die een overmaat vormt, die door de filtereenheid 30-.boven de onderste houder 16 wordt geleid, samen met de suspensie 28, die vanuit de overloopbuis 24 naar beneden vloeit, en de suspensie 28 15 die is ontdaan van bellen door het filter 32, weer wordt geleverd aan de bovenste houder 12 vanuit de onderste houder 16, wordt de suspensie 28 in een verminderde mate verbruikt. Dit vergroot de drukhoogte tussen het filter 32 en de hoogte van de suspensie 28 in de onderste houder 16, waarbij wanneer de suspensie 28, die is 20 ontdaan van de bellen door het filter 32, wordt teruggewonnen in de onderste houder 16, weer bellen optreden bij en beneden de hoogte daarvan.
Voor het opheffen van dit bezwaar kan het filter 32 worden neergelaten in de suspensie 28 in de onderste houder 16 om dichtbij 25 de bodem daarvan te zijn maar boven de toevoerpoort 20 door het ver lengen van het omtreksgedeelte 34 en de beugels 36 zoals weergegeven in fig.5. Wanneer bij de weergegeven uitvoeringsvorm de overmaat van de suspensie 28 uit de afvloeipoort 44 en de suspensie 28 uit de overlooppijp 24 op de suspensie 28 in de onderste houder 16 30 vallen, kunnen bellen worden opgewekt bij en beneden de hoogte van de suspensie 28, waarbij echter het filter 32 voorkomt, dat deze bellen de nabijheid bereiken van de bodem van de onderste houder 16 en derhalve de toevoerpoort 20. Dit verzekert dat de werking van het verwijderen van bellen kan worden bereikt.
35 Fig.6 toont een anders uitvoeringsvorm van de filtereenheid 800 1 4 87 - 18 - 30 volgens fig.l. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm is een lei-plaat 84 gekanteld aangebracht ten opzichte van het filter 32 boven de hoogte van de suspensie 28 en beneden het filter 32, door dat een einde daarvan is verbonden met de omtreksrand van het fil-5 ter 32 aan de onderste zijde, en de gehele omtreksrand daarvan vloeistofdicht aanligt tegen de binnenwand 16a van de onderste hou-' der 16 met uitzondering van het diametraal tegenover liggende ein de 86 van de leiplaat 90, welk einde zich in de onderste stand bevindt en kort voor zowel de naburige gedeelten van de binnenwand 10 16a als de hoogte van de suspensie 28 eindigt.
Bij de in fig.6 weergegeven uitvoering vloeit de suspensie 28, die door het filter 32 is gegaan, langs de binnenwand 16a van de onderste houder 16 en de leiplaat 90, totdat de suspensie in de suspensie 28 wordt gebracht in de onderste houder 16 over het 15 onderste einde 92 van de leiplaat 90. Zelfs wanneer de afstand tus sen het filter 32 en de hoogte van de suspensie 28 groot is, wordt voorkomen dat de suspensie 28 vanaf het filter 32 direct op de foogte van de suspensie 28 in de onderste houder 16 valt. Dit verbetert de werking van het verwijderen van bellen.
20 Fig.7 toont een andere uitvoeringsvorm van de onderste hou der 16 volgens fig.l. De weergegeven uitvoering verschilt van die volgens fig.l alleen, doordat volgens fig.7 de opneempoort 26 in diameter groter is dan de bodem van de onderste houder 16. Volgens fig.7 is het gedeelte van de onderste houder 16 beneden het filter 25 32 in de vorm van een omgekeerde kegel, die aan het topgedeelte daarvan is verbonden met de toevoerpoort 20 van de verbindingspijp 18, die zich verticaal en vervolgens horizontaal uitstrekt.
Bij de uitvoering volgens fig.7 wordt het op de bodem van de onderste houder 16 afzetten van de fosfor in de suspensie 28 30 voorkomen met als gevolg het onnodig zijn van het roeren van de suspensie 28. Zodoende kan het opwekken van bellen als gevolg van het roeren worden voorkomen.
Fig.8 toont een andere uitvoeringsvorm van het bekledings-mondstuk 14 volgens fig.l. De weergegeven uitvoering omvat een 35 hoofdmondstuklichaam 90, dat op zijn plaats is geschroefd in de bo- 80 0 1 4 87 - 19 - dem.van de bovenste houder 12, verder een stromingsdoorgang 92 voor de suspensie 28, welke doorgang zich in het midden uitstrekt door het hoofdmondstuklichaam 90, en een klep voor het openen en sluiten, bestaande uit een klepzitting 94, aangebracht aan een bovenste 5 omtreksrand van het hoofdmondstuklichaam 90 om uit te steken naar de stromingsdoorgang 37, een kleplichaam 96, geplaatst aan de onderzijde van een klepzitting 94 voor het vormen van een vooraf bepaalde afstand daartussen, en een pakking 98 in de vorm van een 0-ring, bestaande uit een veerkrachtig materiaal, en aangebracht tussen de 10 klepzitting 94 en het kleplichaam 96. Het kleplichaam 96 is in het midden van het bovenste gedeelte daarvan verbonden met een bedie-ningsstang 40, die zich uitstrekt door de bovenste houder 12 en een bovenste einde bevat, dat direct is verbonden met een aandrijf-nok (niet weergegeven]. Wanneer de aandrijfnok wordt bediend voor 15 het in opwaartse richting bewegen van de bedieningsstang 40, ge zien in fig.8, komt de pakking 98 aan te liggen tegen de klepzitting 94 , waarbij het kleplichaam 96 de stromingsdoorgang 92 blokkeert met als gevolg, dat de suspensie 28 niet de stromingsdoorgang 92 kan binnengaan.
.20 Verder is een huls 100 geschroefd in het onderste gedeelte, gezien in fig.8, van het hoofdmondstuklichaam 90 tot op afstand van het kleplichaam 96 voor het vormen van een suspensievoorraadhou-dergedeelte 102. Dit voorraadhoudergedeelte 102 dient voor het tijdelijk opvangen van het gedeelte van de suspensie 28 uit de boven-25 ste houder 12, dat daarin is gevloeid door de afstand tussen de klepzitting 94 en het kleplichaam 96, zoals in fig.8 weergegeven door de pijlen. Een draagdeel 104 in de vorm van een stang is coaxiaal aangebracht in de huls 100 doordat het bovenste einde daarvan, gezien in fig.8, op passende wijze is verbonden met het naburige 30 einde van de huls 100 voor het opvangen van de suspensiegeleiding 38. De suspensiegeleiding 38 is uitgevoerd voor het veerkrachtig drukken tegen de binnenwand van de huls 100, en bevat, zoals weergegeven in fig.8, een paar met de ruggen en een daartussen geplaatste schijf onderling verbonden kegels. De suspensiegeleiding 38 35 heeft een diameter, die niet kleiner is dan de binnendiameter van 800 1 4 87 - 20 - de huls 100, en vormt een suspensie-inspuitpoort 106 tussen het onderste einde van de huls 100 en de naburige zijde van de geleiding. De inspuitpoort 106 mondt radiaal uit, en heeft bij voorkeur een axiale afstand tussen een en twee mm.
5 Gebleken is, dat bij het in de gesloten stand plaatsen van het kleplichaam 96 en derhalve de klep 94 - 96 - 98 met een sluit-snelheid' van 5 mm/s, het door de inspuitpoort 106 naar binnen stromen van lucht volledig wordt voorkomen met als resultaat een volkomen verwijderen van bellen.
10 Bij de uitvoering volgens fig.8 wordt de suspensie aange vuld in een ruimte in het bekledingsmondstuk 14, bepaald door zowel het kleplichaam 96 als de suspensie-inspuitpoort 106 wanneer de klep 94 - 96 - 98 zich in de gesloten stand daarvan bevindt, waarbij deze ruimte dient voor het absorberen van een volumeveran-15 dering van de suspensie. Derhalve wordt de suspensie gelijkmatig via de inspuitpoort 106 gespoten in de glazen peer, die vlak onder het bekledingsmondstuk 14 is geplaatst voor het vormen van een regelmatige fosforlaag op het binnenoppervlak daarvan, welke laag volledig vrij is van bellen. Dit komt, omdat de suspensie, die door 20 de filtereenheid 30 is ontdaan van bellen, gelijkmatig in de glazen peer wordt gespoten door de inspuitpoort zonder het opwekken van bellen.
De in fig.9 weergegeven uitvoeringsvorm verschilt van die volgens fig.3 alleen, doordat volgens fig.9 de dwanglijsten 58 en 25 derhalve de transporteurs 60 zonder einde onder een vooraf bepaalde hoek Θ (zie fig.9) zijn gekanteld ten opzichte van de horizontaal voor het geleidelijk naar beneden lopen in de bewegingsrichting van de transporteurs 60. Deze maatregel maakt het beklede glazen peren mogelijk naar beneden te rollen langs de dwanglijsten 58 on-30 der het volgen van de daarmee in aanraking zijnde leipennen 62 in een natuurlijke valtoestand. Derhalve kunnen de glazen peren regelmatig worden verwarmd, waarbij geen bovenmatige kracht wordt uitge-oefend op elk der glazen peren. Dit heeft het voorkomen tot gevolg van het afbladderen van de fosforlagen veroorzaakt door een derge-35 lijke bovenmatige kracht, verder het gemakkelijk breken van de gla- 800 1 4 87 - 21 - zen peren als gevolg van het optreden van barsten in het oppervlak van de glazen peren, eveneens veroorzaakt door de bovenmatige kracht, enz.
Indien echter de dwanglijsten 58 een kantelhoek 0 hebben 5 van meer dan 20° ten opzichte van de horizontaal, heeft elk der glazen peren een bovenmatig hoge valsnelheid, waarbij de glazen peer botst tegen de bijbehorende leipen 62 met als gevolg een toeneming van het afbladderen van de fosforlagen. Ook komen de glazen peren aan te drukken tegen de betrokken leipen 62. Derhalve wordt 10 geen automatische beweging van de glazen peren tot stand gebracht.
Teneinde hetzelfde resultaat te geven als hiervoor beschreven in samenhang met fig.9, kan de aanraakweerstand tussen elk der leipennen en de glazen peer, die daarmee in aanraking is, kleiner zijn dan die tussen de dwanglijsten 58 en de glazen peer.
15 De fig.10 en 11 tonen een andere uitvoeringsvorm van de in fig.3 weergegeven inrichting. De weergegeven uitvoering verschilt van die volgens fig.3 alleen, doordat in de fig.10 en 11 de dwanglijsten 58 in een cirkelvormige boog zijn gevormd, waarbij de transporteurs 60 zonder einde zijn vervangen door draaischijven 20 60 met de leipennen 62.
Deze uitvoering heeft een brandeenheid 50 met kleine afmetingen tot gevolg.
Bij de in fig.12 weergegeven uitvoering divergeren de dwanglijsten 58 en derhalve de transporteurs 60 zonder einde in de bewe-25 gingsrichting van de transporteurs 60, zoals in fig.12 weergegeven door de pijl. D.w.z., dat de afstand tussen de dwanglijsten 58 en derhalve de transporteurs 60 zonder einde geleidelijk breder wordt naar de kettingwielen 64 of in de bewegingsrichting van de glazen peren. Hierbij bevindt het aandrijfmechanisme 72 zich in het mid-30 den tussen de kettingwielen 64, waarbij het een paar aandrijfassen bevat, welke assen zich vanaf weerszijden daarvan uitstrekken en zijn verbonden met de draaiassen 68 van de kettingwielen 54 via kruisscharnierkoppelingen.
In de overige opzichten is deze uitvoering in hoofdzaak ge-35 lijk aan die, welke is weergegeven in fig.2.
800 1 4 87 - 22 -
Bij de uitvoering volgens fig.12 worden de glazen peren getransporteerd terwijl de plaatsen daarvan, die aanliggen tegen de dwang-lijsten 58 en de bijbehorende leipennen 62, een spiraalvormige meetkundige plaats vormen. Als gevolg hiervan wordt voorkomen dat 5 de dwanglijsten 58 en de leipennen 62 onafgebroken op dezelfde punten tegen de betreffende glazen peer aanliggen, hetgeen een sterke vermindering van fouten tot gevolg heeft, welke fouten ontstaan door het afbladderen van fosforlagen doordat de glazen peren altijd op dezelfde plaatsen stoten ontvangen. Ook wordt het bar-10 sten en de aanwezigheid van een restspanning in de glazen peren voorkomen zodat het breken is verminderd. Indien gewenst kunnen de dwanglijsten 58 en de transporteurs 60 zonder einde in de richting tegengesteld aan die, welke is weergegeven in fig.12, divergeren.
D.w.z., dat de afstand, tussen de dwanglijsten 58 geleidelijk 15 . smaller kan worden in de bewegingsrichting van de transporteurs 60 zonder einde of de glazen peren.
Bij de in de fig.3, 9, 10 en 11 weergegeven uitvoeringen zijn de dwanglijsten 58 bij voorkeur zodanig geplaatst, dat wanneer elk derg^zen peren is verwarmd door de verwarmingsoven 54 20 voor het bereiken van een maximum temperatuur, de dwanglijsten 58 de glazen peer dragen op de plaatsen, die op afstand liggen vanaf de twee einden daarvan, welke afstand gelijk is aan een vierde van de totale lengte daarvan. Dit is doeltreffend voor het voorkomen van vervorming van de glazen peer wanneer deze zich dicht bij de 25 verwekingstemperatuur daarvan bevindt en kan worden vervormd.
Uit het voorgaande is het duidelijk, dat de uitvinding een werkwijze verschaft voor het vormen van T-L-buizen, welke werkwijze de stappen omvat van het bekleden van een glazen peer met een fos-forsuspensie, bereid door het aan een oplossing in water van een 30 polyetheenoxyde of een vetzure ester daarvan toevoegen van fosfor en een de adhesie versterkend middel of het de adhesie versterkende middel en een fosforbindmiddel, het verwijderen van bellen nadat de fosforsuspensie door een filter is geleid, en het branden van de fosforlaag, bekleed op de glazen peer bij een temperatuur, die niet 35 80 0 1 4 87 - 23 - hoger ligt dan de verwekingstemperatuur van de glazen peer. Zodoende Kunnen de brandstofkosten in de stap van het branden sterk worden verminderd zonder de kwaliteit van de verkregen buizen te verslechteren en de opbrengst in elk der vervaardigingsstappen te ver-5 kleinen. De uitvinding verschaft tevens een inrichting, die ge schikt is voor het uitvoeren van de werkwijze, welke inrichting een bekledingseenheid omvat, voorzien van een filtereenheid, die daarin is geplaatst, en een brandeenheid, die transportmiddelen bevat voor de peren, welke transportmiddelen bestaan uit dwanglijsten 10 en uit leipennen, aangebracht aan transporteurs zonder einde, waar-' door het voordeel wordt verkregen, dat de onderhavige werkwijze doeltreffender kan worden uitgevoerd.
Hoewel de uitvinding is weergegeven en beschreven in samenhang met een aantal voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, is het dui-15 delijk, dat vele veranderingen en wijzigingen kunnen worden aange bracht zonder de strekking en het kader van de uitvinding te verlaten. De in fig.l, 5 of 5 weergegeven filtereenheid kan b.v. zijn aangebracht in de bovenste houder of zowel de bovenste als de onderste houder.
% 800 1 4 87
Claims (22)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van T-L-buizen, gekenmerkt door de stappen van het bereiden van een fosforsuspensie door het aan een oplossing in water van een polyetheenoxyde of een vetzure ester daarvan toevoegen van fosfor en een de adhesie versterkend 5 middel, bestaande uit een fosfaat en/of een boraat van een alkali- metaal, het leiden van de fosforsuspensie door een filter, voorzien van maaswijdten van 50 - 200 ym, het spuiten van de door het filter geleide fosforsuspensie in een glazen peer en het bekleden van het binnenoppervlak daarvan voor het vormen van een fosforlaag 10 daarop, en het verwarmen en branden van de fosforlaag op het binnen oppervlak van de glazen peer bij een temperatuur, die niet hoger ligt dan de verwekingstemperatuur van de glazen peer, waarvan een gedeelte wordt gedragen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fos- 15 forsuspensie het de adhesie versterkende middel bevat in een hoe veelheid van 15 - 200 ypm, berekend op grond van de hoeveelheid natrium met betrekking tot de fosfor.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het de adhesie versterkende bindmiddel een glasachtig natriumpolymetafos- 20 faat omvat.
4. Werkwijze voor het vervaardigen van T-L-buizen, gekenmerkt door de stappen van het bereiden van een fosforsuspensie door het aan een oplossing in water van een polyetheenoxyde of een vetzure ester daarvan toevoegen van fosfor, verder een de adhesie verster- 25 kend middel, bestaande uit een fosfaat en/of een boraat van een al- kalimetaal en een fosforbindmiddel, verder het leiden van de fosforsuspensie door een filter, voorzien van maaswijdten van 50 -200 ym, het spuiten van de door het filter geleide fosforsuspensie in en het bekleden van het binnenoppervlak van een glazen peer 30 voor het daarop vormen van een fosforlaag, en het verwarmen en bran den van de fosforlaag op het binnenoppervlak van de glazen peer op een temperatuur, die niet hoger ligt dan de verwekingstemperatuur 80 0 1 4 87 - 25 - van de glazen peer, waarvan een gedeelte wordt gedragen.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het fosforbindmiddel bestaat uit fijne deeltjes aluminiumoxyde. S. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het 5 fosforbindmiddel bestaat uit een fosfaat van een aardalkalimetaal.
7. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het fosforbindmiddel bestaat uit bariumsulfaat.
8. Inrichting voor het vervaardigen van T-L-buizen, gekenmerkt door een bekledingseenheid, die een bovenste houder bevat, verder 10 een aan deze bovenste houder aangebracht bekledingsmondstuk voor het naar beneden langs het binnenoppervlak van een glazen peer doen vloeien van de fosforsuspensie voor het daarop vormen van een fosforlaag, een onderste houder voor het terugwinnen en opvangen van een overmaat fosforsuspensie, die uit de bovenste houder naar bene-15 den vloeit, een suspensietoevoerpijp voor het leveren van de fos forsuspensie aan de bovenste houder vanuit de onderste houder, en een in althans een van de houders aangebrachte filtereenheid, en door een brandeenheid, die een paar dwanglijsten bevat voor het leiden van de glazen peer, bekleed met de fosforlaag, verder een 20 paar transporteurs zonder einde, aangebracht naast de dwanglijsten, een aantal leipennen, met vooraf bepaalde onderling gelijke afstanden aangebracht aan elk der transporteurs zonder einde voor het uitsteken boven de bijbehorende dwanglijst, en een verwarmingsoven voor het verwarmen en branden van de fosforlaag op het binnenopper-25 vlak van de glazen peer wanneer deze langs de dwanglijsten wordt getransporteerd door middel van de transporteurs zonder einde en een bijbehorende leipen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de filtereenheid een filter bevat, voorzien van maaswijdten van 50 - 200 30 ym, en aangebracht in de houder boven de hoogte van de daarin opge nomen fosforsuspensie.
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de filtereenheid een filter bevat, voorzien van maaswijdten van 50 -200 ym, en aangebracht in de fosforsuspensie in de houder.
11. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de fil- 800 1 4 87 - 26 - tereenheid een filter "bevat /en een leiplaat, die onder het filter gekanteld ten opzichte van de horizontaal is aangebracht, van welke leiplaat een einde dicht bij en tegenover het binnenwandopper-vlak ligt van de houder.
12. Inrichting volgens een der conclusies 8 - 10, met het ken merk, dat de onderste houder een suspensieopneempoort bevat, die een grotere binnendiameter heeft dan een bij de bodem daarvan aan-gebrachte suspensietoevoerpoort.
13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de 10 onderste houder de vorm heeft van een omgekeerde kegel.
14. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het bekledingsmondstuk een stromingsdoorgang voor de fosforsuspensie bevat, verder een klep voor het openen en sluiten van de stromingsdoorgang, een vaste inspuitpcort, die zich bevindt bij een einde 15 van de stromingsdoorgang, en een vloeistofvoorraadhoudergedeelte, dat zich bevindt tussen de klep en de inspuitpoort.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de . klep voor het openen en sluiten een sluitsnelheid heeft van ten hoogste 5 mm/s.
16. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het paar dwanglijsten een onderlinge afstand heeft, die geleidelijk breder wordt in de bewegingsrichting van glazen peren.
17. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het paar dwanglijsten een onderlinge afstand heeft, die geleidelijk 25 smaller wordt in de bewegingsrichting van de glazen peren.
18. Inrichting volgens conclusie 8, 16 of 17, met het kenmerk, dat het paar dwanglijsten horizontaal is geplaatst.
19. Inrichting volgens conclusie 8, 16 of 17, met het kenmerk, dat het paar dwanglijsten zodanig is geplaatst, dat het naar bene- 30 den loopt in de bewegingsrichting van de glazen peren.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het paar dwanglijsten schuin staat onder een hoek van ten .hoogste 20° ten opzichte van de horizontaal.
21. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elk 35 der dwanglijsten in de vorm is van een cirkelboog, waarbij elk der 80 0 1 4 87 - 27 - transporteurs zonder einde in de vorm is van een schijf.
22. Inrichting volgens conclusie 8, 16, 17 of 21, met het kenmerk, dat de aanraakweerstand tussen een glazen peer en de betrokken leipen aan elk der transporteurs zonder einde, minder is dan 5 die tussen de glazen peer en elk der dwanglijsten.
23. Inrichting volgens conclusie 8, 16, 17 of 21, met het kenmerk, dat wanneer een glazen peer is verwarmd tot de maximum temperatuur, het paar dwanglijsten de glazen peer draagt op plaatsen daarvan op afstand vanaf de twee einden, welke afstanden gelijk 10 zijn aan een kwart van de totale lengte van de glazen peer. 800 1 4 87
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP2836679A JPS55121250A (en) | 1979-03-12 | 1979-03-12 | Fluorescence |
JP2836679 | 1979-03-12 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001487A true NL8001487A (nl) | 1980-09-16 |
NL187507C NL187507C (nl) | 1991-10-16 |
Family
ID=12246618
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8001487,A NL187507C (nl) | 1979-03-12 | 1980-03-12 | Werkwijze voor het vervaardigen van een omhulsel van een luminescerende lamp. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4308297A (nl) |
JP (1) | JPS55121250A (nl) |
DE (1) | DE3009331C2 (nl) |
GB (1) | GB2048118B (nl) |
NL (1) | NL187507C (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4384237A (en) * | 1980-10-20 | 1983-05-17 | Gte Products Corporation | Fluorescent lamp containing adhesive frit in phosphor coating |
US4806389A (en) * | 1987-03-02 | 1989-02-21 | Gte Laboratories Incorporated | Method of treating a coated phosphor |
DE69107685T2 (de) * | 1990-06-06 | 1995-06-29 | Uemura Kogyo Kk | Vorrichtung zum Abscheiden von Dispersionsüberzügen. |
DE4305520C1 (de) * | 1993-02-17 | 1994-06-01 | Prolux Maschinenbau Gmbh | Wäßrige Suspension für die Innenbeschichtung von Lampenentladungsgefäßen komplizierter geometrischer Form |
DE4309408A1 (de) * | 1993-03-19 | 1994-09-22 | Prolux Maschinenbau Gmbh | Suspension für die Innenbeschichtung von Glasgefäßen, insbesondere von Lampenentladungsgefäßen komplizierter geometrischer Form und Verfahren zum Innenbeschichten der Glasgefäße |
DE19724362A1 (de) * | 1997-06-10 | 1998-12-17 | Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh | Verfahren und Vorrichtung zum Beschlämmen und Trocknen von Glasrohren für Lampen |
CN103934160A (zh) * | 2014-04-23 | 2014-07-23 | 浙江三晶照明有限公司 | 一种led直管灯涂料装置 |
DE102014216939A1 (de) * | 2014-08-26 | 2016-03-03 | Osram Gmbh | Entladungslampe mit Entladungsgefäß und Leuchtstoff |
CN105551912A (zh) * | 2015-12-21 | 2016-05-04 | 陈艳 | 一种螺旋式节能灯管内涂粉工艺 |
Family Cites Families (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1789596A (en) * | 1925-04-18 | 1931-01-20 | U S Galvanizing & Plating Equi | Method and apparatus for treating pipes, bars, etc. |
US1724643A (en) * | 1927-10-07 | 1929-08-13 | Debus Sander | Pan-greasing machine |
US2016060A (en) * | 1934-02-24 | 1935-10-01 | Stokes Machine Co | Apparatus for coating |
US2337740A (en) * | 1941-09-04 | 1943-12-28 | Sylvania Electric Prod | Apparatus for coating fluorescent lamps |
US2412954A (en) * | 1943-03-25 | 1946-12-24 | Vincent F Zdancewicz | Coating device |
DE888723C (de) * | 1943-11-16 | 1953-09-03 | Gen Electric | Vorrichtung zum UEberziehen der Innenwaende rohrfoermiger Kolben |
US2415512A (en) * | 1943-11-16 | 1947-02-11 | Gen Electric | Apparatus for coating the inner walls of bulbs |
DE908392C (de) * | 1950-03-01 | 1954-04-05 | Gen Electric | Verfahren und Vorrichtung zum Aufbringen von UEberzuegen |
DE1121214B (de) * | 1959-10-10 | 1962-01-04 | Philips Nv | Verfahren zum Aufbringen einer Leuchtstoffschicht |
US3196828A (en) * | 1962-09-27 | 1965-07-27 | Blaw Knox Co | Apparatus for continuous coating of elongated articles |
GB1441900A (en) | 1974-06-12 | 1976-07-07 | Westinghouse Electric Corp | Methods of coating discharge lamp envelopes |
US4121132A (en) * | 1977-09-28 | 1978-10-17 | Westinghouse Electric Corp. | Phosphor coating method and resulting fluorescent lamp |
GB2010701B (en) * | 1977-12-21 | 1982-04-21 | Mitsubishi Electric Corp | Method of forming a coated layer of fluorescent substance on the inner surface of a bulb |
-
1979
- 1979-03-12 JP JP2836679A patent/JPS55121250A/ja active Granted
-
1980
- 1980-03-05 US US06/127,522 patent/US4308297A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-03-11 DE DE3009331A patent/DE3009331C2/de not_active Expired
- 1980-03-12 NL NLAANVRAGE8001487,A patent/NL187507C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-03-12 GB GB8008428A patent/GB2048118B/en not_active Expired
- 1980-10-21 US US06/199,221 patent/US4362123A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US4308297A (en) | 1981-12-29 |
DE3009331A1 (de) | 1980-09-25 |
DE3009331C2 (de) | 1984-07-12 |
GB2048118B (en) | 1983-10-12 |
GB2048118A (en) | 1980-12-10 |
JPH0128451B2 (nl) | 1989-06-02 |
US4362123A (en) | 1982-12-07 |
NL187507C (nl) | 1991-10-16 |
JPS55121250A (en) | 1980-09-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8001487A (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van t-l-buizen, en inrichting voor het uivoeren daarvan. | |
CN1993162B (zh) | 蒸馏器加热装置及方法 | |
NL193215C (nl) | Sferiliseeroven. | |
DE19815326A1 (de) | Glasschmelzofen mit Brennern für fossile Brennstoffe und mit inneren Strahlungsschutzwänden | |
BE1005556A4 (fr) | Four du spherulisation et procede de fabrication de perles de verre. | |
EP0395486A2 (en) | Method and apparatus for thermal conversion of organic matter | |
WO2009030308A1 (de) | Beschichtungsanlage mit einer rξcyclingeinrichtung für mittels einer losen schüttung abgeschiedenen overspray | |
CN104398148B (zh) | 连续式定心预热及煮蛋一体机 | |
DE3133467C2 (de) | Verfahren zum Vorerhitzen von Glasgemenge in einem Wärmetauscher | |
EP0347047B1 (en) | Apparatus for and method of melting glass batch material | |
DE2830380C2 (de) | Naßentascher | |
JPS60145916A (ja) | ガラスの融解方法及びガラス融解炉 | |
US3754529A (en) | Apparatus for continuously depositing beryllia through vaporization of a basic formate | |
CN212566886U (zh) | 一种钢带炉及其翻料装置 | |
CN109482452A (zh) | 铝型材立式粉末喷塑工艺 | |
CN206089577U (zh) | 生物质下行床快速催化热解反应器 | |
RU2345151C2 (ru) | Способ агломерации богомолова, конвейерная машина и устройства для его осуществления | |
DE4336503A1 (de) | Vorrichtung und Verfahren zur Durchführung endothermer chemischer Reaktionen | |
GB2027131A (en) | Hydraulic conveying | |
DE3702367A1 (de) | Verbrennungsanlage mit einer reaktionskammer fuer eine zirkulierende wirbelschicht | |
DE2835810C2 (de) | Vorrichtung zum Auskippen von in einem Chargenbehälter enthaltenem Wärmebehandlungsgut | |
KR830000238B1 (ko) | 형광램프의 제조방법 | |
CN219048048U (zh) | 一种智能炒菜机器人的原料运输机构 | |
CN110567266B (zh) | 新型热解析装置 | |
EP0293594A1 (de) | Wirbelschichtreaktor |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20000312 |