NL193215C - Sferiliseeroven. - Google Patents

Sferiliseeroven. Download PDF

Info

Publication number
NL193215C
NL193215C NL8801725A NL8801725A NL193215C NL 193215 C NL193215 C NL 193215C NL 8801725 A NL8801725 A NL 8801725A NL 8801725 A NL8801725 A NL 8801725A NL 193215 C NL193215 C NL 193215C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
spherilizing
heating
walls
gas
Prior art date
Application number
NL8801725A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8801725A (nl
NL193215B (nl
Original Assignee
Glaverbel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Glaverbel filed Critical Glaverbel
Publication of NL8801725A publication Critical patent/NL8801725A/nl
Publication of NL193215B publication Critical patent/NL193215B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193215C publication Critical patent/NL193215C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C03GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
    • C03BMANUFACTURE, SHAPING, OR SUPPLEMENTARY PROCESSES
    • C03B19/00Other methods of shaping glass
    • C03B19/10Forming beads
    • C03B19/1005Forming solid beads
    • C03B19/102Forming solid beads by blowing a gas onto a stream of molten glass or onto particulate materials, e.g. pulverising
    • C03B19/1025Bead furnaces or burners
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C03GLASS; MINERAL OR SLAG WOOL
    • C03BMANUFACTURE, SHAPING, OR SUPPLEMENTARY PROCESSES
    • C03B19/00Other methods of shaping glass
    • C03B19/10Forming beads
    • C03B19/109Glass-melting furnaces specially adapted for making beads
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P40/00Technologies relating to the processing of minerals
    • Y02P40/50Glass production, e.g. reusing waste heat during processing or shaping
    • Y02P40/57Improving the yield, e-g- reduction of reject rates

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Furnace Details (AREA)
  • Devices And Processes Conducted In The Presence Of Fluids And Solid Particles (AREA)
  • Vertical, Hearth, Or Arc Furnaces (AREA)
  • Tunnel Furnaces (AREA)

Description

1 193215
Sferiliseeroven
De uitvinding heeft betrekking op een sferiliseeroven voor het vervaardigen van glasparels, met een hoek met de horizontaal makende kamer, die een bovenste en onderste uiteinde bezit, middelen voor het 5 verhitten van de kamer, een toevoerorgaan dat zodanig is geplaatst dat deeltjesvormig toevoermateriaal wordt afgegeven aan het bovenste uiteinde van de kamer en dit toevoermateriaal ten gevolge van de zwaartekracht door de kamer kan passeren, alsmede middelen voor het vanaf het onderste uiteinde van de kamer verzamelen van glasparels.
Een sferiliseeroven van dit type is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.151.965. Bij deze bekende 10 sferiliseeroven worden brandstof en verbrandingsgas op het niveau van het toevoermiddel in de kamer gevoerd en vormen een omhullende vlam rond elk glasdeeltje. Teneinde ervoor te zorgen dat elk glasdeeltje volledig door de vlam en het verbrandingsgas wordt omhuld, zijn grote hoeveelheden verbrandingsgas noodzakelijk.
De onderhavige uitvinding beoogt een sferiliseeroven te verschaffen, die op meer economische wijze kan 15 worden gebruikt.
Hiertoe bezit overeenkomstig de onderhavige uitvinding de sferiliseeroven het kenmerk, dat de kamer een paar tegenover elkaar gelegen wanden omvat, die op een afstand van elkaar zijn gelegen, die kleiner is dan hun breedte, terwijl het verhittingsorgaan zodanig is geplaatst, dat ten minste één van de wanden wordt verhit zodat het tussen de wanden passerende toevoermateriaal door stralingswarmte wordt verhit.
20 Een dergelijke oven kan op meer economische wijze werken dan de in het voorgaande beschreven bekende sferiliseeroven. Het aan het bovenste uiteinde van de verhittingskamer afgegeven toevoermateriaal beweegt onder invloed van de zwaartekracht omlaag door de kamer en deze benedenwaartse verplaatsing van de deeltjes wordt hierbij vereenvoudigd door de toepassing van stralingsverhitters, in tegenstelling tot de verhitting met behulp van een vlam. Een dergelijke vlam moet worden gevoed met brandstofgas en 25 verbrandingsmateriaal, en de resulterende verbrandingsproducten zouden, ten gevolge van hun hitte en hun lage dichtheid, een sterke opwaartse trek in de kamer veroorzaken. Een dergelijke opwaartse trek ontbreekt echter bij de sferiliseeroven volgens de uitvinding. Een geschikte afstand tussen de wanden van de kamer maakt een goede verhitting van zelfs die toevoermateriaaldeeltjes mogelijk, die zich het verst van de wanden bevinden en een toename van de breedte van de wanden leidt tot een toename van de afmeting 30 van de kamer en staat derhalve een grotere doorvoer en een grotere productopbrengst toe.
De in feite toe te passen wandafstand is niet kritisch, alhoewel het van enig belang is voor het bereiken van optimale resultaten. Deze wandafstand kan ook afhangen van de vormgeving van de verhittingskamer, bijv. of de wanden evenwijdig verlopen of niet. Gebleken is, dat in uitvoeringsvormen waarbij de kamer wordt gevormd door evenwijdige wanddelen een afstand van 15 tot 30 cm, bijv. 20 cm, over althans ten 35 minste een gedeelte van de kamerlengte goede resultaten oplevert.
Op overeenkomstige wijze is de breedte van de wanden evenmin kritisch. Natuurlijk zal de capaciteit van de oven, naarmate de wandbreedte groter is, eveneens groter zijn, maar een grotere wandbreedte leidt eveneens tot verhoogde problemen ten aanzien van het uniform afgeven van het toevoermateriaal, hetgeen van belang is voor een uniforme behandeling en het verkrijgen van een uniform, een hoge kwaliteit 40 bezittend product. Gebleken is, dat een wandbreedte van ongeveer 1 meter een goed compromis vormt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding geldt, dat de wanden zijn bekleed met een materiaal, dat de neiging van de hete glasparels om daaraan vast te hechten reduceert, bij voorkeur met koolstof (bijv. grafiet) of boriumnitride. Dit draagt bij tot het handhaven van het rendement van de oven tijdens de werking daarvan, terwijl het natuurlijk tevens de opbrengst bij deze hoeveelheid deeltjes verhoogt, 45 welke anders aan de kamerwanden zouden kunnen hechten.
Zoals op zichzelf reeds bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 3.151.965 bestaat de mogelijkheid, dat een orgaan is toegepast voor het opwekken van een gasstroom, die als een grenslaag langs ten minste één wand stroomt. Overeenkomstig de uitvinding kan het bij een dergelijke uitvoeringsvorm van voordeel zijn, wanneer ten minste één wand van de kamer poreus is en dat een orgaan is toegepast om het gas te 50 dwingen door de poreuze wand te stromen voor het vormen van de genoemde grenslaag. Dit is een zeer eenvoudige en effectieve inrichting voor het vormen van een dergelijke grenslaag en dit geniet met name de voorkeur, wanneer de kamer zodanig helt ten opzichte van de horizontaal, dat het toevoermateriaal ertoe neigt over één wand van de kamer omlaag te rollen, aangezien dit op eenvoudige wijze kan bijdragen aan de passage van de deeltjes door de kamer.
55 Van voordeel is het verder wanneer een orgaan is toegepast voor het handhaven van een niet oxiderende atmosfeer in de kamer. Dit is met name van voordeel wanneer wandbekledingen uit koolstof worden toegepast, teneinde oxidatie van deze koolstofbekledingen te verhinderen. Het is tevens van voordeel voor I ««#«1 IW Cm het verhogen van de levensduur van enige elektrische weerstandsverhittingselementen, die in de kamer kunnen zijn toegepast. Aangevoerd gas voor het vormen van deze grenslaag kan bijv. bestaan uit stikstof. Als alternatief kan waterstof worden toegevoerd, teneinde een reductie-atmosfeer te vormen: in een dergelijk geval moet er natuurlijk voor worden gezorgd dat geen explosief mengsel wordt gevormd.
5 Van voordeel is het tevens wanneer de kamerwanden ter plaatse van het onderste uiteinde op een grotere afstand van elkaar zijn gelegen dan ter plaatse van het bovenste uiteinde van de kamer. Dit verlaagt de kans op het tegen de wanden van de kamer botsen van het deeltjesvormige materiaal, ondanks de neiging van de deeltjesstroom om zich uit te spreiden wanneer deze neerdaalt.
Bij voorkeur geldt, dat het toevoerorgaan een toevoermateriaalreservoir omvat met een poreuze bodem 10 en middelen voor het door deze bodem toevoeren van gecomprimeerd gas, teneinde het toevoermateriaal in het reservoir te fluïdiseren. Op zichzelf is deze maatregel reeds bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.475.936, doch hierbij vindt het transport van het toevoermateriaal van beneden naar boven door de kamer plaats. Volgens de uitvinding is het hierbij van groot voordeel, wanneer het reservoir boven de kamer is geplaatst voor het door middel van een gefluïdiseerd overstromen afgeven van het toevoermateriaal.
15 Gebleken is, dat de toepassing van een gefluïdiseerd bed een goede scheiding van het toevoermateriaal voorafgaande aan de introductie daarvan in de verhittingskamer verschaft, en dit bevordert een goede en uniforme scheiding van het toevoermateriaal wanneer het deze kamer binnentreedt. Dit is belangrijk voor een uniforme behandeling van de door de kamer vallende deeltjes. Het gefluïdiseerde toevoermateriaal kan bijvoorbeeld eenvoudig over een lip van het reservoir vallen en in de verhittingskamer van de sferiliseeroven 20 omlaag vallen. Dit leidt tot een uitermate uniforme toevoersnelheid over de breedte van de kamer. Een constante hoogte van het gefluïdiseerde bed kan eenvoudig worden gehandhaafd door het aan het reservoir toevoeren van nieuw toevoermateriaal met een snelheid, die hoger is dan de sferiliseersnelheid, waarbij de overmaat aan toevoermateriaal vanuit het reservoir via een tweede overloopuitgang terug kan stromen voor hergebruik.
25 Het is van voordeel, wanneer een leiding voor het toevoeren van het gas een warmtewisselaar passeert, teneinde het gas voor te verwarmen. Op deze wijze kan overtollige hitte van de sferiliseeroven worden toegepast voor het voorverwarmen van het toevoermateriaal voorafgaande aan het steriliseren, hetgeen aldus leidt tot een verdere verbetering in de warmtehuishouding.
De kamer kan worden gevormd door vuurvaste wanden die uitwendig worden verhit door branders, maar 30 een betere beheersing van de verhitting wordt verkregen wanneer, volgens een uitvoeringsvorm, geldt, dat het verhittingsorgaan ten minste één elektrische verhitter omvat. Een dergelijke elektrische verhitter kan bestaan uit een weerstandsverhitter, of indien geschikt, een inductieverhitter.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding geldt, dat het verhittingsorgaan een differentiële plaatsing bezit, teneinde ten minste twee zones van de kamer te verhitten. Dit kan eenvoudig worden 35 bereikt door toepassing van cellulaire en/of glaskeramische parels, d.w.z. parels uit gedeeltelijk ontglaasd glas. Gevonden is bijvoorbeeld, dat bij sommige toevoermateriaalsamenstellingen het wenselijk is om de deeltjes toe te staan te expanderen, terwijl ze worden onderworpen aan een temperatuur in het gebied van 400 tot 500°C, ze te verhitten tot zeg 800 tot 900°C voor een sterilisatie en ze tot omstreeks 1200°C te verhitten voor een gedeeltelijke ontglazing, dit alles voor het vervaardigen van cellulaire glaskeramische 40 parels.
De inrichting volgens de uitvinding is geschikt voor de vervaardiging van glasparels onder toepassing van toevoermaterialen met uiteenlopende samenstellingen. Voor de vervaardiging van massieve parels is het gunstig om grof gemalen glasafval met de gewenste samenstelling te gebruiken. Voor de vervaardiging van cellulaire parels kan een korrelvormig toevoermateriaal met glasvormers en een celluleermiddel met een op 45 zichzelf bekende samenstelling worden toegepast. Voor de vervaardiging van een mengsel van massieve en cellulaire parels is het gunstig om een toevoermateriaal uit deeltjes uit niet geheel verglaasd of ongeraffineerd glas te gebruiken, zoals bijvoorbeeld is bekend uit de Britse octrooipublicatie GB 2.176.774 A. Op alternatieve wijze kunnen deeltjes van een glasvormende samenstelling met chemisch gebonden water worden toegepast, zoals bekend uit de Britse octrooipublicaties GB 2.177.082 A en GB 2.177.083 A. 50 De inrichting volgens de uitvinding is tevens geschikt voor de vervaardiging van glasparels met diverse afmetingen. De inrichting kan bijvoorbeeld worden toegepast bij de vervaardiging van parels met afmetingen van 5 pm tot 800 pm of zelfs groter.
Met name bij grote parels is het wenselijk, dat deze voordat ze met elkaar in contact komen, in onvoldoende mate worden afgekoeld, zodat ze zich niet ophopen. Teneinde dit te bereiken geniet het de 55 voorkeur, dat het middel voor het verzamelen van glasparels uit de kamer een reservoir omvat met een poreuze bodem en een orgaan voor het toevoeren van gecomprimeerd gas door deze bodem, teneinde de parels in het reservoir te fluïdiseren. De toepassing van een fluïdiserend gas bij een omgevingstemperatuur 3 193215 is voldoende om de parels in beweging te houden, zodat ze niet opeenhopen terwijl ze afkoelen. Het fluïdiserende gas, dat zal zijn verhit door de uitwisseling met de afkoelende parels, kan worden weggezogen en worden hergebruikt als gefluïdiseerd gas voor een toevoermateriaalreservoir, indien gewenst. De snelheid van gasinjectie in het gefluïdiseerde verzamelbed kan zodanig worden gecontroleerd, dat parels 5 onder een bepaalde maat en/of dichtheid uit het gefluïdiseerde bed worden gestoten om te worden verzameld en voor verdere soorteerwerkzaamheden in een reeks cyclonen, zoals op zichzelf bekend is.
Tijdens de werking van de oven zal een natuurlijke trek door de kamer worden veroorzaakt, ten gevolge van de verhitting daarvan. Onder sommige omstandigheden kan dit voldoende zijn om het uitscheiden van de parels aan het onderste uiteinde van de kamer te belemmeren. Teneinde dit verschijnsel op te lossen 10 geniet het de voorkeur, dat het middel voor het verzamelen van glasparels uit de kamer een orgaan omvat voor het uit het onderste uiteinde van de kamer afzuigen van gas. Het is niet noodzakelijk dat deze afzuiging zeer sterk is. Gebleken is, dat een afzuigsnelheid, die voldoende is om een onderdruk van ongeveer 1 mm water (10 Pa) te handhaven ter plaatse van de uitgang van de kamer, in het algemeen voldoende is.
15
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin voorkeursuitvoerings-vormen zijn getoond.
De figuren 1 tot 4 tonen elk een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een sferiliseeroven.
20 In de tekeningen omvat een sferiliseeroven 1 voor het vervaardigen van glasparels een kamer 2, een orgaan 3 voor het verhitten van de kamer en een toevoerorgaan 4 voor het afgeven van een deeltjesvormig toevoermateriaal aan één uiteinde 5 van de kamer en een orgaan 6 voor het verzamelen van de glasparels vanuit het andere uiteinde 7 van de kamer. De kamer 2 omvat een paar tegenover elkaar gelegen wanden 8, 9, die op een afstand van elkaar zijn gelegen die kleiner is dan hun breedte, en die een hoek maken met 25 de horizontaal, zodat de kamer 2 een bovenste uiteinde 5 en een onderste uiteinde 7 bezit. Het toevoerorgaan 4 kan toevoermateriaal afgeven aan het bovenste uiteinde 5 van de kamer 2, zodat het toevoermateriaal door de kamer 2 kan passeren onder invloed van de zwaartekracht, waarbij het verhittingsorgaan 3 zodanig is geplaatst dat ten minste één wand 8, 9 wordt verhit, zodat het toevoermateriaal dat tussen de wanden passeert, door stralingswarmte wordt verhit.
30 In figuur 1 strekt de kamer 2 zich verticaal uit. De wanden 8, 9 zijn gevormd uit vuurvaste blokken en bezitten schouders 10,11 op ongeveer de helft van hun hoogte, zodat ze in de onderste helft van de kamer 2 op een grotere onderlinge afstand zijn gelegen. Dit maakt het mogelijk dat de deeltjes zich uitspreiden wanneer ze omlaag vallen terwijl het risico op contact tussen de deeltjes en de kamerwanden laag wordt gehouden. In een specifiek voorbeeld liggen de wanden 8, 9 op een afstand van 20 cm ter plaatse van hun 35 bovenste gedeelten en op 30 cm ter plaatse van hun onderste gedeelten, terwijl ze een breedte bezitten van 1 meter. De optimale hoogte van de kamer 2 wordt bepaald door de gewenste verblijftijd van de deeltjes in de oven en dit is op zijn beurt afhankelijk van de maat van de te vervaardigen parels. Voor het vervaardigen van massieve glasparels uit grof gemalen glasafval gelden als geschikte hoogten: voor een gemiddelde pareldiameter van 200 pm 1,5 tot 2 meter; en voor een gemiddelde pareldiameter van 800 pm, 40 5 meter. De wanden 8, 9 kunnen zijn bekleed met een materiaal zoals koolstof of boriumnitride, hetgeen de neiging van deeltjes om daaraan vast te hechten vermindert.
De verhittingsorganen 3 omvatten een mantel 12, die de kamer omringt en die wordt verhit door branders 13,14 die kunnen worden voorzien van lucht en natuurlijk gas voor het verhitten van de wanden 8, 9 van de kamer, zodat deze wanden op hun beurt hitte kunnen uitstralen teneinde het tussen hen in omlaag 45 vallende toevoermateriaal te verhitten en te steriliseren. Verbrandingsproducten worden via een schoorsteen 15 afgevoerd.
Het toevoerorgaan 4 omvat een toevoermateriaalreservoir 16 met een poreuze bodem 17 en een leiding 18 voor het toevoeren van een gecomprimeerd gas door deze bodem, teneinde het toevoermateriaal in het reservoir te fluïdiseren. De leiding 18 passeert een warmtewisselaar 19, teneinde het fluïdiserende gas en 50 derhalve de toevoermateriaaldeeltjes in het reservoir 16 voor te verwarmen. De warmtewisselaar 19 is binnen de verhitte mantel 12 geplaatst. Het reservoir 16 is aangebracht in een compartiment 20, dat op een inlaat voor het fluïdiserende gas, een inlaat voor het toevoermateriaal 21 en een boven het middelpunt van de verhittingskamer 2 gelegen sleuf 22 na is gesloten. Dit compartiment wordt aldus onder druk gebracht door het fluïserende gas, zodat de toevoer van deeltjes door de sleuf 22 niet wordt belemmerd door een 55 natuurlijke omhoog gerichte trek door de kamer 2. Het reservoir 16 bezit een lip 23, die op een lijn boven de sleuf 22 is geplaatst, zodat het gefluïdiseerde toevoermateriaal over deze lip kan stromen en omlaag door de sleuf 22 in de verhittingskamer 2 kan vallen voor een sterilisatie. Een elektrisch hulpverhittingsorgaan 24 193215 4 kan in het compartiment 20 worden toegepast voor het voorverhitten van het toevoermateriaai, indien wenselijk.
Voor een gefluTdiseerd bed met een capaciteit van 500 kg is het gunstig om als reservoirbodem 17 een roestvrij stalen plaat met een oppervlak van 2 vierkante meter en een poreuziteit van 35 pm toe te passen.
5 De vervaardigde parels worden op een geschikte wijze via een verzamelpijp 25 verzameld.
Onder toepassing van een klassieke sferiliseeroven, waarin deeltjesvormig toevoermateriaai wordt toegevoerd aan de bodem van een verticale cilindrische verbrandingskamer, alwaar het wordt omringd door een brandervlam en omhoog wordt meegenomen, is het mogelijk om gesteriliseerde massieve glasparels te vervaardigen onder toepassing van grof gemalen glasafva! als uitgangsmateriaal met de in de volgende 10 tabel A getoonde specifieke energieverbruiken.
TABEL A
energieverbruik parel-korrelgrootte 15 - 3 kWH/kg parels minder dan 44 pm 4,5 kWH/kg parels minder dan 250 pm 6 kWH/kg parels 250 pm tot 500 pm 12 kWH/kg parels 400 pm tot 800 pm 20 -
Door gebruik te maken van een oven die is geconstrueerd overeenkomstig figuur 1, waren wij in staat de specifieke energieverbruiken voor het maken van massieve parels uit hetzelfde uitgangsmateriaal te reduceren tot de in tabel B vermelde waarden 25
TABEL B
energieverbruik parel-korrelgrootte 30 0,8 kWH/kg parels minder dan 44 pm 1,4 kWH/kg parels minder dan 250 pm 1,78 kWH/kg parels 250 pm tot 500 pm 2,28 kWH/kg parels 400 pm tot 800 pm 35
Opgemerkt wordt, dat dit brandstofbesparingen tussen ca. 70 tot 80% mogelijk maakt, afhankelijk van de afmeting van de te vervaardigen parels.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een sferiliseeroven.
Het toevoerorgaan 4 werkt overeenkomstig dezelfde principes als toegelicht met betrekking tot figuur 1 40 en overeenkomstige onderdelen bezitten overeenkomstige verwijzingscijfers. Opgemerkt wordt, dat de warmtewisselaar 19 is aangebracht binnen het gesloten en verhitte compartiment 20.
De verhittingskamer 2 verschilt van de in figuur 1 getoonde kamer doordat tussen de wanden een constante afstand aanwezig is. Tevens omvat het verhittingsorgaan 3 elektrische weerstandsverhittings-elementen 26 op de binnenvlakken van de wanden 8, 9 van de kamer. Teneinde de corrosie van deze 45 verhittingselementen 26 te verminderen kan het economisch zijn om stikstof als fluïdiserend gas voor het toevoerorgaan 4 toe te passen, teneinde een niet oxiderende atmosfeer in de kamer 2 te handhaven.
In een variant zijn de wanden 8, 9 van de kamer 2 onderling ten opzichte van de verticaal geheld, zodat tussen hen in een benedenwaarts zich verbredende ruimte aanwezig is.
Zoals in figuur 1 omvat het parelverzamelorgaan 6 een verzamelpijp 25. In figuur 2 eindigt deze pijp 25 50 boven een verzamelreservoir 27 met een poreuze bodem 28 en een leiding 29 voor het toevoeren van gecomprimeerd gas door deze bodem, teneinde in het reservoir verzamelde parels te fluïdiseren. De toepassing van een fluïdiserend gas bij kamertemperatuur koelt de gesteriliseerde parels af, zodat deze niet agglomereren. Het reservoir 27 is aangebracht in een compartiment 30, dat op de inlaat voor het fluïdise-rende gas, een parelinlaat 25, een pareloverstroomuitlaat 31 en een aanzuiginlaat 32 na is gesloten. Het 55 reservoir 27 heeft een lip 33, die zodanig is geplaatst, dat gefluïdiseerde parels over deze lip kunnen stromen en omlaag kunnen vallen door de pareloverstroomuitlaat 31. Een afzuiger 34 is verbonden met de afzuiginlaat 32, teneinde een geringe onderdruk ter plaatse van de onderzijde van de verzamelpijp 25 te

Claims (15)

  1. 5 193215 handhaven, teneinde een verstopping ten gevolge van in de verhittingskamer 2 door de warmte veroorzaakte omhoog gerichte tocht te vermijden. Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm van een sferiliseeroven. Het toevoerorgaan 4 werkt op dezelfde principes als die welke zijn beschreven met betrekking tot figuren 5 1 en 2 en overeenkomstige onderdelen bezitten opnieuw overeenkomstige verwijzingscijfers. Opgemerkt wordt, dat de warmtewisselaar 19 opnieuw binnen het gesloten en verhitte compartiment 20 is geplaatst. In figuur 3 omvat de verhittingskamer 2 een buitenste huis, dat een constructie draagt die is verdeeld in vier delen, waarvan elk een draagconstructie 35, elektrische verhittingselementen 26 en binnenste kamerwanden 8, 9 omvat. De vier paar tegenover elkaar gelegen binnenste wanden 8, 9 van de kamer 2 10 worden elk gevormd door een paar evenwijdige verticale koolstofplaten en de afstand tussen deze platen neemt in benedenwaartse richting in de kamer toe. De elektrische verhittingselementen 26 bestaan uit inductieve verhittingsspoelen voor het inductief verhitten van de koolstofwandplaten 8, 9 en de ruimte tussen elke verhittingsspoel en de daarbij behorende koolstofplaat wordt ingenomen door een laag 36 uit vuurvast materiaal, zoals ’’FIBERFRAX” (handelsnaam). Er zijn spleten aanwezig tussen opeenvolgende platen van 15 elke wand en gas wordt door deze spleten omlaag bewogen, teneinde een grenslaag te vormen die de neiging van deeltjes om in aanraking te komen met de wanden van de kamer 2 reduceert. Op alternatieve wijze kunnen de verhittingselementen 26 bestaan uit elektrische weerstandsverhittingselementen. Het parelverzamelorgaan 6 volgens figuur 3 omvat de elementen van het parelverzamelorgaan, die zijn beschreven met betrekking tot figuur 2. Volgens figuur 3 worden over de overstroomultlaat 31 stromende 20 parels verzameld in een overstroomverzamelaar 37. Lichtere en/of minder dichte parels kunnen door een aanzuiginlaat 32 worden opgezogen wanneer ze worden getransporteerd door de leiding 38 naar een cycloon 39, die een andere verzamelaar 40 aan zijn onderzijde bezit. Parels die de cycloon passeren worden via een verdere leiding 41 naar een moffilter 42 getransporteerd met een laatste parelverzamelaar 43 aan zijn onderzijde. De overstroomverzamelaar 37, de cycloonverzamelaar 40 en de moffilterverzamelaar 25 43 kunnen elk zijn voorzien van een draaiklep voor het naar wens afnemen van parels. Het moffilter is verbonden met de afzuiger 34 door middel van een leiding 44 en het afgezogen gas, dat is verhit door de uitwisseling met de parels, kan via een leiding 45 worden overgebracht naar het toevoercompartiment 20 en/of kan worden gekoeld in de warmtewisselaar 46 en kan via de leiding 47 worden teruggevoerd naar de bodem van de verhittingskamer 2.
  2. 30 Het geheel is althans nagenoeg een gesloten systeem en is bij voorkeur gevuld met stikstof, teneinde een oxidatie van de koolstofplaten, die de verhittingskamerwanden 8, 9 vormen, en van de elektrische verhittingselementen 26, te verhinderen of te vertragen. Figuur 4 toont een schematisch diagram van een vierde uitvoeringsvorm van de sferiliseeroven, waarin de verhittingskamer hellend verloopt in plaats van verticaal. In figuur 4 wordt de onderste wand 8 van de 35 verhittingskamer 2 gevormd door een poreuze plaat, bijvoorbeeld uit roestvrij staal, welke aan zijn achterzijde een distributieruimte 48 bezit met een gasinlaatpijp 49. Een dergelijke roestvrij stalen plaat kan zijn bekleed met boriumnitride, teneinde het daaraan vasthechten van de deeltjes te verhinderen. Deeltjes van het toevoermateriaal worden aan de bovenzijde 5 van de verhittingskamer 2 vanuit een reservoir 50 toegevoerd door middel van een aanvoerschroef 51, zodat ze in een bovenkamer 52 vallen, 40 waarvan de bodem wordt gevormd door een serie van zich trapsgewijs uitstrekkende op afstand van elkaar gelegen platen 53. Een tweede distributieruimte 54 die is aangesloten op de gasinlaatpijp 55, is onder deze transpgewijs verlopende op een afstand van elkaar gelegen platen 53 aangebracht. De twee gasinlaatpijpen 49, 55 worden elk via een serpentinewarmtewisselaar 56, die in de verhittingskamer 2 is geplaatst, voorzien van lucht. Tussen de platen 53 en door de poreuze wand 8 van de verhittingskamer 2 stromend gas houdt 45 de deeltjes in beweging en helpt bij hun passage omlaag door de verhittingskamer onder invloed van de zwaartekracht. Een dergelijke beweging van deeltjes wordt verder bevorderd door het vibreren van de verhittingskamer 2 onder toepassing van een vibrator 57. De bovenwand 9 van de verhittingskamer 2 draagt elektrische verhittingselementen 26 voor het verhitten van de deeltjes tijdens hun passage. Diverse onderdelen van het parelverzamelorgaan 6 van deze sferiliseeroven bezitten overeenkomstige 50 verwijzingscijfers als de overeenkomstige delen, die zijn getoond in figuur 3.
  3. 55 Sferiliseeroven voor het vervaardigen van glasparels, met een hoek met de horizontaal makende kamer, die een bovenste en onderste uiteinde bezit, middelen voor het verhitten van de kamer, een toevoerorgaan dat zodanig is geplaatst dat deeltjesvormig toevoermateriaal wordt afgegeven aan het bovenste uiteinde van de 193215 6 kamer en dit toevoermateriaal ten gevolge van de zwaartekracht door de kamer kan passeren, alsmede middelen voor het vanaf het onderste uiteinde van de kamer verzamelen van glasparels, met het kenmerk, dat de kamer een paar tegenover elkaar gelegen wanden omvat, die op een afstand van elkaar zijn gelegen, die kleiner is dan hun breedte, terwijl het verhittingsorgaan zodanig is geplaatst, dat ten minste één 5 van de wanden wordt verhit zodat het tussen de wanden passerende toevoermateriaal door stralingswarmte wordt verhit.
  4. 2. Sferiliseeroven volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wanden zijn bekleed met een materiaal, dat de neiging van de hete glasparels om daaraan vast te hechten reduceert.
  5. 3. Sferiliseeroven volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wanden zijn bekleed met koolstof of 10 boriumnitride.
  6. 4. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, waarin een orgaan is toegepast voor het opwekken van een gasstroom, die als een grenslaag langs ten minste één wand stroomt, met het kenmerk, dat ten minste één wand van de kamer poreus is en dat een orgaan is toegepast om het gas te dwingen door de poreuze wand te stromen voor het vormen van de genoemde grenslaag.
  7. 5. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een orgaan is toegepast voor het handhaven van een niet oxiderende atmosfeer in de kamer.
  8. 6. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kamerwanden ter plaatse van het onderste uiteinde op een grotere afstand van elkaar zijn gelegen dan ter plaatse van het bovenste uiteinde van de kamer.
  9. 7. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het toevoerorgaan een toevoermateriaalreservoir omvat met een poreuze bodem en middelen voor het door deze bodem toevoeren van gecomprimeerd gas, teneinde het toevoermateriaal in het reservoir te fluïdiseren.
  10. 8. Sferiliseeroven volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het reservoir boven de kamer is geplaatst voor het door middel van een gefluTdiseerd overstromen afgeven van het toevoermateriaal.
  11. 9. Sferiliseeroven volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat een leiding voor het toevoeren van het gas een warmtewisselaar passeert, teneinde het gas voor het verwarmen.
  12. 10. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verhittingsorgaan ten minste één elektrische verhitter omvat.
  13. 11. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verhittingsorgaan een 30 differentiële plaatsing bezit, teneinde ten minste twee zones van de kamer te verhitten.
  14. 12. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het middel voor het verzamelen van glasparels uit de kamer een reservoir omvat met een poreuze bodem en een orgaan voor het toevoeren van gecomprimeerd gas door deze bodem, teneinde de parels in het reservoir te fluïdiseren.
  15. 13. Sferiliseeroven volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het middel voor het 35 verzamelen van glasparels uit de kamer een orgaan omvat voor het uit het onderste uiteinde van de kamer afzuigen van gas. Hierbij 4 bladen tekening
NL8801725A 1987-07-09 1988-07-08 Sferiliseeroven. NL193215C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8716188 1987-07-09
GB8716188A GB2206575B (en) 1987-07-09 1987-07-09 Spherulizing furnace and process of manufacturing vitreous beads

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8801725A NL8801725A (nl) 1989-02-01
NL193215B NL193215B (nl) 1998-11-02
NL193215C true NL193215C (nl) 1999-03-03

Family

ID=10620375

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801725A NL193215C (nl) 1987-07-09 1988-07-08 Sferiliseeroven.

Country Status (12)

Country Link
US (2) US4894081A (nl)
JP (1) JP2579799B2 (nl)
CN (1) CN1017700B (nl)
BE (1) BE1005902A3 (nl)
CA (1) CA1332512C (nl)
DE (1) DE3822579C2 (nl)
ES (1) ES2008543A6 (nl)
FR (1) FR2617831B1 (nl)
GB (1) GB2206575B (nl)
LU (1) LU87253A1 (nl)
NL (1) NL193215C (nl)
ZA (1) ZA884907B (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FI78445C (sv) * 1987-06-18 1989-08-10 Partek Ab Arrangemang för renhållning av de inre ytorna i en ullkammare för mine ralullstillverkning
GB8910768D0 (en) * 1989-05-10 1989-06-28 Glaverbel Forming vitreous enamel
US6258456B1 (en) 1998-01-30 2001-07-10 Black Diamond Granules, Inc. Spheroidal slag particles and apparatus and process for producing spheroidal slag and fly ash particles
US20030180537A1 (en) * 1998-01-30 2003-09-25 Black Diamond Granules, Inc. Spheroidal particles and apparatus and process for producing same
AU2001250832A1 (en) 2000-03-14 2001-09-24 James Hardie International Finance B.V. Fiber cement building materials with low density additives
US6398546B1 (en) * 2000-06-21 2002-06-04 Praxair Technology, Inc. Combustion in a porous wall furnace
KR20050058478A (ko) * 2002-08-23 2005-06-16 제임스 하디 인터내셔널 파이낸스 비.브이. 합성 미세 중공구
US7993570B2 (en) * 2002-10-07 2011-08-09 James Hardie Technology Limited Durable medium-density fibre cement composite
SE0300514D0 (sv) * 2003-02-26 2003-02-26 Astrazeneca Ab Powder generating apparatus and methods
US20090146108A1 (en) * 2003-08-25 2009-06-11 Amlan Datta Methods and Formulations for Producing Low Density Products
US20090156385A1 (en) * 2003-10-29 2009-06-18 Giang Biscan Manufacture and use of engineered carbide and nitride composites
US7998571B2 (en) 2004-07-09 2011-08-16 James Hardie Technology Limited Composite cement article incorporating a powder coating and methods of making same
CA2597784C (en) * 2005-02-15 2014-08-19 James Hardie International Finance B.V. Flooring sheet and modular flooring system
CN101160266A (zh) * 2005-02-24 2008-04-09 詹姆斯哈迪国际财金公司 耐碱性玻璃组合物
US8609244B2 (en) * 2005-12-08 2013-12-17 James Hardie Technology Limited Engineered low-density heterogeneous microparticles and methods and formulations for producing the microparticles
EP2010730A4 (en) 2006-04-12 2013-07-17 Hardie James Technology Ltd SURFACE-SEALED, REINFORCED BUILDING ELEMENT
US20070275335A1 (en) * 2006-05-25 2007-11-29 Giang Biscan Furnace for heating particles
EP2708517B1 (de) * 2012-09-13 2017-06-28 Binder + Co Aktiengesellschaft Verfahren zur herstellung von blähglas
AT15001U1 (de) * 2015-06-03 2016-10-15 Binder + Co Ag Verfahren und vorrichtung zur herstellung eines geblähten granulats
IL303074A (en) * 2019-06-27 2023-07-01 Terra Co2 Tech Holdings Inc Cement-like reagents, methods for their production and their uses
CN110860260A (zh) * 2019-12-23 2020-03-06 快思瑞科技(上海)有限公司 超轻质材料连续制备系统和方法

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2044680A (en) * 1934-02-12 1936-06-16 Research Corp Spherulizing fusible pulverizable filler material
US2947115A (en) * 1955-12-01 1960-08-02 Thomas K Wood Apparatus for manufacturing glass beads
US3190737A (en) * 1960-07-07 1965-06-22 Flex O Lite Mfg Corp Glass bead furnace and method of making glass beads
US3151965A (en) * 1961-01-27 1964-10-06 Fort Pitt Bridge Works Method and apparatus for producting glass beads
US3560186A (en) * 1968-03-11 1971-02-02 Potters Bros Inc Apparatus for producing glass beads with preheating means
US4017290A (en) * 1974-04-15 1977-04-12 Kms Fusion, Inc. Method and apparatus for making uniform pellets for fusion reactors
US4046548A (en) * 1976-04-28 1977-09-06 Potters Industries, Inc. Apparatus for producing spherical particles
US4235618A (en) * 1979-04-19 1980-11-25 Owens-Corning Fiberglas Corporation Glass manufacturing process employing glass batch pellets
US4330316A (en) * 1980-12-15 1982-05-18 Owens-Corning Fiberglas Corporation Method of preheating glass pellets
US4313745A (en) * 1980-12-24 1982-02-02 Lovelace Alan M Method of forming frozen spheres in a force-free drop tower
EP0086599A1 (en) * 1982-02-12 1983-08-24 Redland Technologies Limited Method and apparatus for the heat processing of particulate materials
GB2121782B (en) * 1982-06-08 1986-10-22 Glaverbel Manufacture of rounded vitreous beads
GB2176774A (en) * 1985-06-21 1987-01-07 Glaverbel Vitreous bead manufacture
GB8515744D0 (en) * 1985-06-21 1985-07-24 Glaverbel Vitreous beads

Also Published As

Publication number Publication date
JPS6424030A (en) 1989-01-26
US4966617A (en) 1990-10-30
GB2206575B (en) 1992-01-02
NL8801725A (nl) 1989-02-01
CA1332512C (en) 1994-10-18
DE3822579C2 (de) 1997-12-11
FR2617831B1 (fr) 1994-09-09
GB2206575A (en) 1989-01-11
FR2617831A1 (fr) 1989-01-13
ES2008543A6 (es) 1989-07-16
CN1017700B (zh) 1992-08-05
JP2579799B2 (ja) 1997-02-12
US4894081A (en) 1990-01-16
BE1005902A3 (fr) 1994-03-08
CN1030398A (zh) 1989-01-18
LU87253A1 (fr) 1989-03-08
NL193215B (nl) 1998-11-02
GB8716188D0 (en) 1987-08-12
ZA884907B (en) 1989-04-26
DE3822579A1 (de) 1989-01-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193215C (nl) Sferiliseeroven.
NL8801726A (nl) Sferiliseeroven en werkwijze voor de vervaardiging van glasparels.
US3944713A (en) Method and apparatus for pre-heating vitrifiable batch
TW438957B (en) Fluidized bed-carrying drying classifier
SE463097B (sv) Foerfarande och anordning foer framstaellning av sfaerer av glas samt haermed framstaellda sfaerer
JP2849213B2 (ja) 金属キャスティングの熱処理および炉内砂回収
CA1273004A (en) Gas and solid particulate material heat exchanger
US4432791A (en) Ceramic radiant tube heated aluminum melter and method of melting aluminium
EP0059757B1 (en) Apparatus for continuously burning particles in air stream in a vertical furnace
CN209476245U (zh) 用于制备颗粒的反应装置
KR101551786B1 (ko) 예열기
CN109433119A (zh) 用于制备颗粒的反应装置及制备颗粒的方法
JP3858442B2 (ja) 加熱炉
US4415535A (en) Apparatus for refining metal carbides containing free carbon
JPH0321704Y2 (nl)
US5211555A (en) Melting apparatus and method
DK154738B (da) Varmebehandlingsapparat og fremgangsmaade til varmebehandling af et faststofmateriale, der fremfoeres gennem en roterovn modsat en opvarmet gas
RU43953U1 (ru) Регенеративный воздухоподогреватель с дисперсным теплоносителем
JPH01100227A (ja) 微粉状鉱石の流動層還元方法
PL63620B1 (nl)
JPS5819614A (ja) 流動層燃焼炉
JPS6015567B2 (ja) 溶融シリカの製造法およびその装置
JPH01247988A (ja) 外部循環式流動層炉
JP2001158629A (ja) 微粉体加熱方法及び装置
JPH05272877A (ja) 高温燃焼ガスによる金属の加熱装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201