NL8001339A

NL8001339A - Metaaldampontladingslamp.

Info

Publication number: NL8001339A
Application number: NL8001339A
Authority: NL
Original assignee: Mitsubishi Electric Corp
Priority date: 1979-03-28
Filing date: 1980-03-06
Publication date: 1980-09-30
Also published as: GB2046987A; GB2046987B; NL189888B; DE3011930A1; NL189888C; DE3011930C2; US4345186A

Description

> ~ * ι> -1- 21217/JF/jl

Aanvrager: Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha, Tokio, Japan.

Korte aanduiding: Metaaldampontladingslamp.

De uitvinding heeft betrekking op een metaalontladingslamp, om-5 vattende een boogbuis en hitte-gevoelige schakelorganen in een buitenballon om een ontlading te doen beginnen door de werking van de hitte-gevoelige schakelorganen.

In zijn algemeenheid heeft de uitvinding betrekking op een metaaldampontladingslamp, zoals een hoge-druk kwikdampontladingslamp, waar-10 in kwik en een edelgas zijn gevuld; een hoge-druk natriumdampontladings-lamp waarin kwik, een edelgas en natrium zijn gevuld; en een metaalhalide-ontladingslamp waarin kwik, een edelgas en een metaalhalide zijn gevuld.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op metaaldampontladings-lampen welke worden gestart door de werking van een hitte-gevoelig scha-15 kelorgaan, zoals een bi-metallische schakelaar en heeft het voordeel, dat wordt voorkomen,dat een belasting in schakeling verbonden met een gesmolten verbinding van contacten van de bi-metallische schakelaar wordt oververhit.

De stand van de techniek zal aan de hand van één uitvoeringsvorm worden beschreven.

20 De metaalhaliidelamp bevat kwik, een edelgas, een metaalhalide als een ontladings-onderhoudende vulling en heeft een superieur rendement en kleurende eigenschap vergeleken met een hoge-druk kwikdampontladings-lamp.

Ter toelichting van de stand van de techniek zal reeds nu naar 25 fig. 1 van de hierbij behorende tekening worden verwezen, waarin een vooraanzicht van de conventionele metaaldampontladingslamp ±s weergegeven.

Fig. 1 toont een structuur van een metaalhalide-ontladingslamp welke kan werken met een conventionele belasting voor een hoge-druk kwikdamp lamp.

30 Een buitenballon vervaardigd uit een licht-doorlaatbaar, hard glas(1),omgeeft een boogbuis (2), vervaardigd uit een doorzichtig kwarts-glas, waarin een edelgas zoals neon, argon of neon-krypton en een gewenste hoeveelheid kwik en een metaalhalide zijn gevuld.

Hoofdelektroden (3a, 3b) zijn geplaatst aan beide uiteinden 35 van de boogbuis (2) om tegenover elkaar te liggen en zijn verbonden via metaalfolies (4a, 4b) vervaardigd uit molybdeen met de leidingen (5a, 5b).

De leiding (5a) is deels een gloeidraad (7) voor het bedienen van een bi-metaal 6 als een hitte-gevoelig schakelorgaan, verbonden met een buis- 800 1 3 39 -2- 21217/JF/jl f* voedleiding (8a).De andere leiding (5b) is via een stroomvoedingsdraad(9) vervaardigd uit tungsten etc. met de buisvoedleiding (8b) verbonden.

Een hulpelektrode (10) is geplaatst tegenover de aan grenzende hoofdelektrode (3a) en is middels een metaalfolie (11) verbonden 5 met een leiding (12).

De leiding (12) is verbonden met een vast contact (14) geplaatst op een glazen kraal (13) voor het houden van het bi-metaal (6) en is verder via een beweegbaar contact (15) geplaatst aan één uiteinde van het bi-metaal (6) en het bi-metaal (6) en een vaste klem (16) verbonden met 10 de buisvoedleiding (8b). Een buitenbedekking (17) voor het vergroten van de dichtheden van de metaalhaliden gevuld in de boogbuis (2) gedurende de werking is geplaatst aan het uiteinde van de boogbuis (2).

Een Zr-Al-type gasbinder of vangstof is geplaatst in de buiten-ballon(1)en een Ne-Ng-mengselgas met een gewenste druk is gevuld, om te 15 voorkomen, dat Ne-gas doordringt via de boogbuis (2). Een buisvoet (19) en een basis (20) is aangebracht.

»

Wanneer de metaalhalide-ontladingslamp met de genoemde structuur in werking wordt gebracht door het verbinden van een voedingsbron middels een belasting voor een hoge-druk kwikdampontladingslamp wordt een 20 hulpontlading op gang gebracht tussen de hoofdelektrode (3a) en de hulpelektrode (10) en daarna wordt de bi-metallische schakelaar (6) bediend door de hitte·-opgewekt door de boogbuis en de gloeidraad(7) na de voortzetting van de hulpontlading gedurende een vooraf bepaalde tijd, waarbij de verbinding tussen het vaste contact (14) en het beweegbare contact (15) 25 wordt onderbroken. Wanneer in de boogbuis (2) het geïoniseerde gas wordt gevormd door de hulpontlading, wordt de hoofdontlsding eenvoudig op gang gebracht wanneer een spanningsstijging geïnduceerd door de belasting wordt toegevoerd tussen de hoofdelektroden (3a, 3b), maar het fenomeen voor de ontlading tussen het vaste contact (14) en het beweegbare contact (15) 30 en tussen het vaste contact en het bi-metaal (6) wordt gevonden. In het bijzonder na langere werking van de lamp wanneer de hoofdontlading tussen de hoofdelektroden (3a, 3b) niet is gestabiliseerd na de onderbreking van de bi-metallische schakelaar, wordt de ontlading tussen beide contacten (14, 15) herhaald en de contacten smelten uiteindelijk tot één geheel 35 waardoor de normale ontlading tussen de hoofdelektrode wordt belet, waarbij een grote stroom in hoofdzaak gelijk aan de kortsluitstroom van de belasting continu vloeit tussen de hoofdelektrode (3a) en de hulpelektrode (10) hetgeen op onvoordelige wijze oververhitting van de belasting 80 0 1 3 39 I Λ -3- 21217/JF/jl r» veroorzaakt.

De uitvinding beoogt de hierboven genoemde nadelen op te hef-fen en voorziet daartoe in een metaaldampontladingslamp van een in de aanhef genoemde soort, welke is gekenmerkt, doordat één of meer eerste hitte-5 gevoelige schakelorganen in serie zijn verbonden met één of meer tweede hitte-gevoelige schakelorganen, welke vertraagd werken ten opzichte van de eerste hitte-gevoelige schakelorganen, waarbij een gesmolten onderbreking van een deel van de schakeling gevormd in de buitenballon het gevolg is van een ontlading plaats gevonden tussen delen met verschillende poten-10 tialen in de buitenbuis, wanneer de tweede hitte-gevoelige schakelorganen werken gedürende het niet-werken'van de eerste hitte-gevoelige schakelorganen.

Anders gesteld heft de uitvinding de genoemde nadelen op doordat deze een metaaldampontladingslamp verschaft welke een boogbuis en een 15 hitte-gevoelig schakelorgaan omvat in een buitenballon voor het op gang brengen van de ontlading door een hitte-gevoelig schakelorgaan, waarbij het hitte-gevoelige schakelorgaan een eerste groep van één of meer hitte- gevoelige schakelorganen omvat en een tweede groep van één of meer hitte- gevoelige schakelorganen welke in serie zijn verbonden met de eerste groep 20 hitte-gevoelige schakelorganen en vertraagd werken ten opzichte van de eerste groep van hitte-gevoelige schakelorganen, waarbij, wanneer een hitte-gevoelig schakelorgaan van de tweede groep werkt gedurende het niet-werken van de eerste groep hitte-gevoelige schakelorganen een ontlading plaats vindt tussen delen met verschillende potentialen in de buitenballon 25 cm een deel van de schakeling gevormd in de buitenballon af te schakelen, ten einde oververhitting van de belasting te voorkomen.

In de metaaldampontladingslamp met de genoemde structuur heeft ten minste één van de delen met verschillende potentialen een gemakkelijk ontlaadbare configuratie, ten èinde oververhitting van de belasting te 3’0 voorkomen.

In de metaaldampontladingslamp met de genoemde structuur, wordt een metaal met een laag smeltpunt verbonden op het ontladingsdeel of nabij het ontladingsdeel, ten einde op gemakkelijke wijze oververhitting van de belasting te voorkomen.

35 De uitvinding zal nu gedetailleerdrworden toegelicht aan de hand van verschillende uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar de overblijvende figuren van de tekening, waarin:

De figuren 2, 3 en 4 respectieve schakelingsschema's zijn van enn 1 3 39 -4- 21217/JF/Jl r1 de uitvoeringsvormen van de metaaldampontladingslamp volgens de uitvinding; fig. 5 een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van de metaal-.. dampontladingslamp volgens de uitvinding is; en de figuren 6 en 7 vooraanzichte'n tonen van andere uitvoerings-5 vormen van de metaaldampontladingslamp volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een schakelingsschema van de metaaldampontladingslamp volgens de uitvinding. Een tweetal hoofdelektroden 3a, 3b zijn afgesloten aan elk uiteinde van de boogbuis 2 en de hulpelektrode 10 is geplaatst tegenover ten minste één van de aangrenzende hoofdelektroden 3a, 3b. De 10 hoofdelektrode 3a is via een verhittingsorgaan 7 voor een hitte-gevoelig schakelorgaan verbonden met de eerste klem 23 van de belasting 22. De hulpelektrode 10 is via het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b en het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a verbonden met de tweede klem 24 van de belasting 22 en de hoofdelektrode 3b is verbonden met de tweede 15 klem 24 zonder verbinding met de hitte-gevoelige schakelorganen 6b, 6a.

Het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b wordt ingesteld om met een vertraging te werken ten opzichte van de werking van het eerste hitte-gevoelige,. schakelorgaan 6b. Wanneer een voedingsbron wordt aangesloten via de belasting 22 in een dergelijke schakeling als getoond in het schakelings-20 schema, wordt de hulpontlading gestart tussen de hoofdelektrode 3a en de hulpelektrode 10 en daarna begint het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a te werken na een vooraf bepaalde tijd om de verbinding tussen de schakeling van de tweede klem 23 van de belasting 22- verhittingsorgaan 7 -hoofdelektrode 3a - hulpelektrode 10 - tweede hitte-gevoelige schakelor-25 gaan 6b en de schakeling van de eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a -tweede klem van de belasting 22 te onderbreken om de hoofdontlading te starten tussen de hoofdelektroden 3a, 3b. Daarna wordt het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b bekrachtigd om de verbinding tussen het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b en de hulpelektrode 10 te openen .

30 De verbinding van het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b- de tweede klem 24 wordt geopend door de bekrachtiging van het eerste gevoelige schakelorgaan 6a, waarbij de bekrachtiging van het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan geen elektrische effecten heeft onder normale omstandigheden. Wanneer een voedingsbron wordt aangesloten aan de belas-35 ting 22, onder de omstandigheid van een gesmolten verbinding van het eerste ' hitte-gevoelige schakelorgaan 6a, vindt een ontlading plaats tussen een deel van de verbinding A welke het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan van 6a verbindt met het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b en 800 1 3 39 ! * -5- 21217/JF/jl r* een deel van de hoofdelektrode 3a - de tweede klem 23 van de bëlasting na de bekrachtiging van het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan, aangezien de verbinding van het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a met het tweede hittegevoelige schakelorgaan 6b niet wordt geopend vanwege de 5 gesmolten verbinding van het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a, zelfs na een vooraf bepaalde tijd voor de ontlading tussen de hulpelektrode 10 en de aangrenzende hoofdelektrode 3a. De ontlading resulteert in de ontkoppeling van ten minste één van de delen van de delen met verschillende potentialen om een grote stroom te voorkomen, waarbij de oververhitting 10 van de belasting 22 kan worden voorkomen. De onderbreking kan worden gerealiseerd in het ontladingsdeel 'of nabij het ontladingsdeel.

Fig. 3 is een ander schakelingsschema van de metaaldampontia-dingslamp volgens de uitvinding.

Wanneer de voedingsbron wordt aangesloten op de belasting 22, 15 onder normale omstandigheden, wordt een gesloten schakeling van de tweede klem 23 van de belasting - eerste hitte-gevoelig schakelorgaan 6a - tweede hitte-gevoelig schakelorgaan 6b - verhittingsorgaan 7 - stroombegrenzings-weerstand 25 - tweede klem 24 van de belasting gevormd. In de gesloten schakeling vloeit een stroom in hoofdzaak afhankelijk van de weerstandswaarde 20 van de stroombegrenzingsweerstand 25. Wanneer het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan opent na een vooraf bepaalde tijd wordt de spanningsstij-ging geïnduceerd door de belasting toegevoerd tussen de hoofdelektroden 3a, 3b en de gloeiontlading wordt opgewekt tussen de hulpelektrode 1Ό verbonden met de weerstand 26 en de hoofdelektrode 3a, waarbij de hoofdont-25 lading tussen de hoofdelektroden 3a, 3b eenvoudig kan worden gestart.

Wanneer het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan in gesmolten contact komt onder de omstandigheidi'.van de kleine weerstand van de stroombegrenzingsweerstand 25 of kortsluitschakeling van de stroombegrenzingsweerstand kan de oververhitting van de belasting niet worden voorkomen in de conventio-30 nele metaaldampontladingslamp zonder het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan .

Maar in overeenstemming met de metaaldampontladingslamp volgens de uitvinding wordt de ontlading ontstoken tussen;.de verbinding A, welke verbinding A welke het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a en het 35 tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b en een deel van de schakeling verbonden met de tweede klem 24 van de belasting verbindt, waardoor ten minste één van de delen van de gesloten schakeling wordt onderbroken om de oververhitting van de belasting te voorkomen.

flOO 1 3 39 -6- 21217/JF/jl μ

In fig. 4 is een ander schakelingsschema van de metaaldampont-ladingslamp volgens de uitvinding weergegeven. Wanneer de voedingsbron wordt verbonden met de belasting 22 onder normale omstandigheden, wordt een gesloten schakeling van de tweede klem 23 van de belasting - eerste 5 hitte-gevoelige schakelorgaan 6a - tweede hitte-gevoelig schakelorgaan 6b - stroombegrenzingsweerstand 25 - tweede klem 24 van de belasting gevormd.

In de gesloten schakeling vloeit een stroom overeenkomend met de weerstands-waarde van de stroombegrenzende weerstand 25 en de inductantie van de belasting 22 en een spanningsstijging workit toegevoerd tussen de hoofdelektro-10 de 3a> 3b door de werking van het eerste hitte-gevoelige orgaan 6a na een vooraf bepaalde periode om de hoofdontlading tussen de hoofdelektrodei 3a, 3b te doen ontstaan. Wanneer het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan in' gesmolten contact komt onder de omstandigheid van de kleine weerstandswaard de van de strook begrenzende weerstand 25 of kortsluiting van de stroom-15 begrenzende weerstand 25 kan de oververhitting van de belasting niet worden voorkomen in de conventionele metaaldampontladingslamp zonder het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan.

Maar in overeenstemming met de metaaldampontladingslamp volgens de uitvinding wordt de ontlading ontstoken tussen het punt A welk het 20 eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a en het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b en een deel van de schakeling verbonden met de tweede klem 24 van de belasting verbindt, waarbij ten minste één van de delen van de gesloten schakeling wordt onderbroken om de oververhitting van de belasting te voorkomen.

25 Een uitvoeringsvorm van de metaaldampontladingslamp volgens de uitvinding zal nu worden getoond.

Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm van de metaalhalideontladings-lamp volgens de uitvinding. De leiding 12 verbonden via de metaalfolie 11 met de hulpelektrode 10 is gelast op een vaste verbindingsstaaf 14, ver-30 bonden met de glazen kraal 13. Het beweegbare contact 15 gevormd aan één uiteinde van het bi-metaal 6b als het hitte-gevoelige schakelorgaan is in contact gebracht met de vaste verbindingsstaaf 14. Het andere uiteinde van het bi-metaal 6b is gesoldeerd aan de andere vaste verbindingsstaaf 16 verbonden met de glazen kraal 13* De vaste verbindingsstaaf 16 is in 35 serie via de leiding 21 met het beweegbare contact 15' geplaatst aan één uiteinde van het bimetaal als het hitte-gevoelige schakelorgaan is verbonden met de buisvoedleiding 8b.

De leiding 21 is met een korte spleet geplaatst met betrekking 800 1 3 39 -7- 21217/JF/jl 4 * t· tot de gloeidraad 7 of de vaste staaf 22 van de gloeidraad. Het bimetaal 6b als het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan is ingesteld ora het beweeg-. bare contact 15 tempenen van de vaste verbindingsstaaf 14 na een periode langer dan de periode voor het openen van 'een bimetaal 6a als het eerste 5 hitte-gevoelige schakelorgaan. De overige structuur is in hoofdzaak hetzelfde als die van de conventionele metaalhalide-ontladingslarap.

In de metaalhalide-ontladingslamp met genoemde structuur treedt wanneer de voedingsbron wdrdt aangesloten op de belasting voor de hoge-druk kwikdampontladingslamp onder normale omstandigheden de hulpontlading op tussen de hoofdelektrode 3a en de hu|Lpelektrode 10. Na de voortduring van de hulpontlading gedurende een specifieke tijd wordt het bimetaal 6a als het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan bekrachtigd voor het onderbreken van de verbinding tussen de leiding 21 en het beweegbare contact 15', waardoor de hoofdontlading optreédt tussen de hoofdelektroden 3a, 3b.

15 Het contact van het beweegbare contact 15 van het bimetaal 6 als het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan met de vaste verbindingsstaaf 14 wordt onderbroken na het vormen van de hoofdontlading. Wanneer het beweegbare contact 15* van het bimetaal 6a als het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan in een gesmolten verbinding met de leiding 21 komt en het contact 20 van het beweegbare contact 15 met de vaste verbindingsstaaf 14 wordt onderbroken, treedt een ontlading op tussen delen met verschillende potentialen zoals tussen de leiding 21 en de gloeidraad 7 of tussen de leiding 21 en de vaste staaf 22 van de gloeidraad, waardoor de leiding 21, de gloeidraad 2, het bimetaal 6b als het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 25 of de vaste staaf 22 of 5a van de gloeidraad wordt gebroken als gevolg van een versmelting en de stroom wordt afgeschakeld om oververhitting van de belasting te voorkomen.

In de metaaldampontladingslamp getoond in fig. 5, dient het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a te worden verbonden via het tweede 30 hitte-gevoelige schakelorgaan 6b met de hulpelektrode 10 via ten minste het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan 6b. De twee soorten hitte-gevoelige hulpschakelorganen kunnen elk één zijn, maar een grotere betrouwbaarheid wordt verkregen door het gebruik van twee of meer organen voor elk van het eerste en tweede hitte-gevoelige schakelorgaan.

35 De verlengde levensduur van de metaaldampontladingslamp kan worden gehandhaafd door het vormen van het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan 6a door een aantal hitte-gevoelige schakelorganen. Wanneer de be-krachtigingstijden van de verschillende eerste hitte-gevoelige schakelor- 800 1 3 39 -8- 21217/JF/J1

V

f* ganen iets ten opzichte van elkaar verschoven‘worden ingesteld kan ofschoon de ontlading wordt herhaald tussen de contacten of één van het aantal eerste hitte-gevoelige schakelorganen om door de conditie van het voorkomen van de hoofdontlading tussen de hoofdelektroden 3af 3b door een 5 vergroting van de werkspanning van de boogbuis of een verslechtering van het hitte-gevoelige schakelorgaan kwa levensduur, de hoofdontlading zonder falen worden onderbroken door de werking van de andere hitte-gevoelige· schakelorganen. Het verdient de voorkeur-een spleet in het bereik van 0,5 tot 50 mm aan te brengen tussen de delen met verschillende potentials len voor de ontlading. Wanneer deze minder is dan 0,5 mm komen de delen met verschillende potentialen in een gesmolten verbinding door de ontlading, terwijl wanneer deze meer dan 50 mm is, het moeilijk is de ontlading tussen de bepaalde delen*·te vormen.

Wanneer geen gas is gevuld in de buitenballon voor het handhaven 15 van een vacuüm van minder dan 10-1 Torr, kan het effect van de uitvinding worden bewerkstelligd.

Het effect van de uitvinding kan worden bewerkstelligd in een anders ontladingslamp voor het starten van de ontlading door de werking van het hitte-gevoelige schakelorgaan zelfs wanneer het schakelingsschema 20 verschilt van de uitvoeringsvormen getoond in de tekening.

Fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm van de metaaldampont-ïadingslamp volgens de uitvinding.

De uitstekende leiding 23 is gevormd op de leiding 21. De vei-ligheidsleiding 23 is geplaatst met een zeer korte spleet ten opzichte 25 van de gloeidraad 7 of de vaste staaf 22 van de gloeidraad. Het bimetaal 6b als het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan is ingesteld om het beweegbare contact 15 los te koppelen van de .vaste verbindingsstaaf 14 na een periode welke langer is dan die van het bimetaal 6a van het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan. De rest van de structuur is in hoofdzaak 30 hetzelfde als die van de metaalhalideontladingslamp getoond in fig. 5.

In overeenstemming met de metaalhalide-ontladingslamp met de genoemde structuur is de veiligheidsleiding 23 gevormd op de leiding 21, waardoor de afstand van de veiligheidsleiding van het deel met verschillende potentialen zoals de gloeidraad 7, de vaste staaf 22 of 5a van de 35 gloeidraad kan worden ingesteld op een bepaalde afstand. De ontlading kan dus veilig worden gevormd om overbelasting van de belasting te voorkomen.

Ten minste één van de delen met verschillende pptentialen 800 1 3 39 -9- 21217/JF/Jl r1 heeft bij voorkeur een configuratie voor eenvoudige ontlading zoals een naald, plaat, folie of spoel, of de veiligheidsleiding 23 nu gebruikt wordt . of niet. Wanneer deze een dergelijke configuratie heeft, wordt de ontlading eenvoudig gevormd tussen delen met verschillende potentialen, wan-5 neer het tweede gevoelige schakelorgaan wordt bekrachtigd onder de conditie van de gesmolten verbinding van het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan. Bovendien kan de gesmolten breking van de eenvoudig ontlaadbare configuratie delen eenvoudig worden veroorzaakt door de hitte opgewekt door de ontlading en wel op snelle wijze.

10 Fig. 7 toont een andere uitvoeringsvorm van de metaalhalide- ontladingslamp volgeas de uitvinding. Nikkelen bussen 24 vervaardigd uit een metaal met een laag smeltpunt zijn gevormd aan de buiteneinden van de gloeidraad 7 en de leiding 21 en de gloeidraad 7 of.de vaste staaf 22 van de gloeidraad zijn geplaatst met een zeer korte spleet en het bimetaal 15 6b als het tweede hitte-gevoelige schakelorgaan is ingesteld om bet beweegbare contact 15 van de vaste verbindingsstaaf 14 te openen na een periode langer dan die van het bimetaal 6a als het eerste hitte-gevoelige schakelorgaan. De rest van de structuur is in hoofdzaak hetzelfde als dat van de metaalhalideontladingslamp getoond in fig. 5.

20 In overeenstemming met de metaalhalide-ontladingslamp met de genoemde structuur zijn de nikkelen bussen 24 vervaardigd uit een metaal met een lager smeltpunt,· gevormd aan beide uiteinden van de gloeidraad 7, waardoor de gesmolten breking van de nikkelen bus 24 het resultaat is van de hitte opgewekt door de ontlading en de stroom naar de hoofdelektrode 25 3a wordt gestopt om de uitbranding van de belasting te voorkomen.

De gloeidraad 7 kan via de nikkelen bus 24 worden verbonden met de vaste staaf 22 van de gloeidraad of kan eveneens rechtstreeks worden verbonden met. de vaste staaf 22 door het lassen van de nikkelen huls 24 op de gloeidraad 7. In het laatste geval is de gesmolten onderbreking 30 van de gloeidraad 7 of de vaste staaf 22 het resultaat van de hitte opgewekt door het smelten van de nikkelen huls. Hetzelfde effect kan worden verwacht onder gebruikmaking van een metaal met een smeltpunt van 400 tot 2400°C in plaats van de nikkelen huls 24. Wanneer dit een smeltpunt heeft lager dan 400°, kan de onderbreking optreden gedurende de werking van 35 de lamp waardoor deze een korte levensduur krijgt, terwijl wanneer deze een smeltpunt hoger dan 2500° heeft een effect niet bevredigend is.

Wanneer een deel over de gehele leiding 21 is vervaardigd uit een metaal met een laag smeltpunt zoals nikkel, kan de gesmolten 800 1 3 39 -10- 21217/JF/jl onderbreking van de schakeling het resultaat zijn van de ontlading en wel zonder falen.

-CONCLUSIES- 80 0 1 3 39

Claims

1. Metaaldampontladingslamp, omvattende een boogbuis en hitte-gevoelige schakelorganen in een buitenballon om een ontlading te doen begin- 5 nen door de werking van de hitte-gevoelige schakelorganen, met het kenmerk, dat één of meer eerste hitte-gevoelige schakelorganen in serie zijn verbonden met één of meer tweede hitte-gevoelige schakelorganen welke vertraagd werken ten opzichte van de eerste hitte-gevoelige schakelorganen, waarbij een gesmolten onderbreking van een deel van de schakeling gevormd 10 in de buitenballon het gevolg is van een ontlading plaats gevonden tussen delen met verschillende potentialen in de buitenballon,wanneer de tweede hitte-gevoelige schakelorganen werken gedurende het niet-werken van de eerste hitte-gevoelige schakelorganen.

2. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 1, met het ken- 15 merk, dat de spleet tussen de delen met verschillende potentialen voor het veroorzaken van de ontlading in de buitenballon ligt in het bereik var 0,5 tot 50 mm.

3. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de gasdruk in de buitenballon lager is dan 2 atmosfeer.

4. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat ten minste één gas gekozen uit de groep bestaande uit He, Ne, Ar, Kr, Xe en Ng is gevuld in de buitenballon.

5. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat. ten minste één van de eerste en tweede hitte-gevoelige 25 schakelorganen wordt gevormd door een veelvoud van schakelorganen.

6. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één van de delen met verschillende potentialen een gemakkelijk ontlaadbare configuratie heeft.

7. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 6, met het ken- 30 merk, dat ten minste één van de delen met verschillende potentialen een configuratie heeft welke is gekozen uit de groep bestaande uit uitsteeksel- ,naaldr,plaat-,folie-,lint-en spoelconfiguratie.

8. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat ten minste één van de delen met verschillende potentialen in de 35 buitenballon een uitsteekselconfiguratie heeft welke is gericht naar het andere deel.

9. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een metaal met een laag smeltpunt is verbonden aan het ontla- 800 1 3 39 _12_ 21217/JF/jl dingsdeel of nabij het ontladingsdeel.

10. Metaaldampontladingslamp volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het metaal met een laag smeltpunt een materiaal is met een smeltpunt van 400 tot 2500°C. • 5 Eindhoven, maart 9980. 800 1 3 39