NL8001288A - Doseerder. - Google Patents

Doseerder. Download PDF

Info

Publication number
NL8001288A
NL8001288A NL8001288A NL8001288A NL8001288A NL 8001288 A NL8001288 A NL 8001288A NL 8001288 A NL8001288 A NL 8001288A NL 8001288 A NL8001288 A NL 8001288A NL 8001288 A NL8001288 A NL 8001288A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
front wall
spindle
cap
container
upper front
Prior art date
Application number
NL8001288A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wippermann Gerhard
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19792908673 external-priority patent/DE2908673A1/de
Priority claimed from DE19803004962 external-priority patent/DE3004962A1/de
Application filed by Wippermann Gerhard filed Critical Wippermann Gerhard
Publication of NL8001288A publication Critical patent/NL8001288A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D83/00Containers or packages with special means for dispensing contents
    • B65D83/0005Containers or packages provided with a piston or with a movable bottom or partition having approximately the same section as the container
    • B65D83/0011Containers or packages provided with a piston or with a movable bottom or partition having approximately the same section as the container moved by a screw-shaft

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)
  • Noodles (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)

Description

► '* l
Doseerder
De uitvinding heeft betrekking op een in de vorm van een doseerder uitgevoerde buisvormige houder voor pastamassa's, met een aan de binnenzijde in de lengte verschuifbaar aangebrachte zuiger, die door een met behulp van een draaihandvat te bedienen 5 spil kan worden verplaatst voor het uitpersen van de houderinhoud uit het aan het ene einde aangebrachte houdermondstuk, dat op een concentrisch ten opzichte van de draaias aangebracht buisstuk is aangebracht, dat door de boven geplaatste voorwand van de houder steekt, via dwarslopende overloopkanalen in het gebied van het 10 spileinde met de binnenruimte van de houder is verbonden en dat door het inwendige van een voor de boven geplaatste voorwand gelegen, concentrisch buisstuk tot aan de houderzijwand gaande kap loopt.
De uitvinding beoogt een doseerder van de hierboven be-10 schreven soort eenvoudiger te vervaardigen, welke wat de montage betreft een voordelige constructievorm bezit en waarbij slechts weinig constructiedelen zodanig moeten worden uitgevoerd dat een gemakkelijke bediening met één hand mogelijk is.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het 15 draaihandvat door de kap is gevormd.
De uitvinding verschaft een doseerder met een grotere gebruikswaarde. Een aanzienlijk voordeel ligt in de gemakkelijke bediening met één hand. De buisvormige houder wordt door de be-dieningshand gegrepen. De hierbij niet gebruikte vingers, zoals 20 duim en wijsvinger, liggen daarbij in het gebied van de als draaihandvat uitgevoerde kap, die zich achterwaarts van het mondstuk uitstrekt. De kap zet zich centraal in de spil voort. De kapvorm kan zodanig worden gébruikt dat de buisvormige houder met zijn zich 800 1 2 88 2 dichtbij de voorwand bevindend.' mantelgebied een extra geleidings-vlak bij de draaiing vormt. De inhoud van de doseerder kan bestaan uit een tandpasta, crème, voedsel, lijm, kleurstoffen of dergelijke, in elk geval uit die middelen waarbij een gedoseerde afgifte van 5 de houder inhoud gewenst is. De mogelijke vorming tot één geheel van het mondstuk en de spil met de kap leidt tot een vereenvoudigde, slechts weinig constructiedelen vereisende montage van de doseerder. De kap wordt eenvoudig in een centrale opening van de houdervoorwand en met behulp van een klemorgaan gelegerd en aldus stevig samenge-10 voegd. Door de afgeknot kegelvormige uitvoering van de kap kan bij een geringere wanddikte een draaihandvat van grotere inwendige stabiliteit worden verwezenlijkt. Bovendien wordt door de kegelvorm het nauwer wordende mondstuk als afgiftezóne ook optisch onderstreept.
15 Daar zuiger en spil in bedrijfsklare toestand van de doseerder met behulp van schroefdraad in aangrijping zijn, kan een voortgezette bediening van het draaihandvat in de onjuiste richting in het ongunstigste geval via de zuiger tot een verwijdering van het het ene spilleger vormende houderdeksel of anders tot een nadelige 20 beïnvloeding van het doseermechanisme leiden.
Ter verbetering is voorgesteld de spilbeweging onder invloed te brengen van een palwerk, dat het draaien in de ene draairichting bemoeilijkt of blokkeert.
Hierdoor is een bedrij fszekere, de onderdelen sparende 25 bediening bereikt. De bij draaiing van het handvat duidelijk waarneembare verschillen in draaiweerstand leiden tot een juiste bediening. Het is in de praktijk gebleken dat een gebruiker eerder er toe zal overgaan het handvat in de gemakkelijkste draairichting te draaien, te meer daar hierbij ook duidelijk de inhoud van de 30 houder bij het mondstuk naar buiten kant.
Een constructief eenvoudige oplossing bestaat in verband hiermede hierin dat het palwerk door zaagtanden aan de bovenzijde van een aan de spil uitstekende schotel is gevormd, die tegen de onderzijde van de boven geplaatste voorwand aanligt, die in het ge-35 bied van aanliggen met tenminste één in de zaagtanden grijpend uit- 80 0 1 2 88 «- 4 3 steeksel is uitgevoerd, waarbij het aanliggen van de schotel en de boven geplaatste voorwand wordt verkregen doordat het buisstuk van de spil niet draaibaar met de kap is verbonden, waarvan de benedenrand op de bovenzijde van de boven geplaatste voorwand 5 is aangebracht. Deze constructievorm heeft het voordeel dat de inhoud van de doseerder zelf als geluiddempend- en smeermiddel dient. Een betrékkelijk geringe draaiing ontstaat bij een juiste bediening, terwijl bij de verplaatsing over de palwerktand een ruwe, bemoeilijkte draaibeweging wordt ondervonden, die de bedienaar 10 er op wijst dat hij het draaihandvat in de onjuiste richting bedient.
Een zowel constructief als wat de montage betreft voordelige uitvoeringsvorm van het palwerk bestaat hierin dat het buisvormige, in een bus van de boven geplaatste voorwand gelegerd spil-deel met zijn buitenwaarts gerichte schotel op een op de boven 15 geplaatste voorwand aangebrachte, in het voorwandgebied met zaagtanden uitgeruste kraag ligt, welke schotelverende tongen vormt, die over de zaagtanden verplaatsen. De verende tongen maken een bijzonder gemakkelijke verplaatsing over een nokkenpatroon mogelijk. Ook is het bij de samenvoeging van de constructiedelen van geen belang 20 of de tongen precies in de verdiepingen van de zaagtanden passen, daar zij verend uitwijken en aldus later bij het verdraaien van de kap kunnen insnappen.
Het is verder van voordeel dat de tongen door secansvormig liggende sleuven van de schotel zijn verkregen en aan hun vrije einde 25 een blokkeemeus dragen. De middelen kunnen tegelijkertijd gevormd worden. Teneinde een afgewogen verende belasting te verkrijgen liggen de tongen op doelmatige wijze op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen van de schotel.
Tenslotte is met betrekking tot de wijze van monteren 30 nog een gunstiger oplossing aanwezig die hierin bestaat dat de aanligstand van de schotel op de voorwand van de kraag geborgd is doordat een centrale naaf van de kap in het inwendige van het buisvormige deel van de spil is ingezet en de buitenrand van de kap via een aan de boven geplaatste voorwand uitstékende schouder 35 hiervan is vastgeklemd.
800 1 2 88 4
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van het dicht bij het mondstuk bevindende einde van de doseerder volgens de uit-5 vinding.
Fig. 2 toont een verticale langsdoorsnede van de volledige houder.
Fig. 3 toont een daarmee overeenkomende doorsnede na het beëindigen van het vullen van de houder.
10 Fig. 4 toont een perspectivisch aanzicht van het zich bij het mondstuk bevindende einde van een andere uitvoeringsvorm van de doseerder volgens de uitvinding.
Fig. 5 toont een verticale langsdoorsnede van een enigszins verkort weergegeven houder met palwerk volgens de eerste 15 uitvoeringsvorm.
Fig. 6 toont de verbindingszone tussen spil en kap voor de montage.
Fig. 7 toont op grote schaal een doorsnede van het palwerk.
Fig. 8 toont een ten opzichte van fig. 4 gewijzigde kap 20 als draaihandvat.
Fig. 9 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van het zich bij de bodem bevindende, gemonteerde houderdeksel.
Fig. 10 toont een doorsnede, gelijk aan die van fig. 5, van een houder met palwerk volgens de tweede uitvoeringsvorm.
25 Fig. 11 toont een zijaanzicht van het de schotel be vattende spil-einddeel.
Fig. 12 toont een bovenaanzicht van fig. 11.
Door de in de vorm van een buisvormige houder 1 uitgevoerde doseerder steekt een centrale spil 2. Daarop loopt een 30 zuiger 3 als persbodem. Het loopvlak 3' van de zuiger is op een gedeelte van de lengte als afdichtingslip 4 met geringe naar buiten gerichte voorspanning uitgevoerd. De doorlopende ringvormige lip 4 ligt aan de zijde van het vulmateriaal en verhindert een meedraaien van de zuiger.
35 De eigenlijke persbodem van de zuiger 3 is in het midden 800 1 2 88 Λ Λ 5 naar binnen gebracht en vormt een met de spil 2 samenwerkende schroef draadbus 5.
De spil 2 staat met een draaihandvat D in verbinding en loopt daartoe met een de uitlaatopening 6 vormend, buisvormig 5 deel 2' door het deksel of de voorwand 7 van de buisvormige houder naar buiten. Op dit buisdeel 2’ is een kap 13 met daarop aangebrachte draaikrans 8 met een perszitting geplaatst. Er kan ook een met de spil 2 uit één stuk bestaande uitvoeringsvorm worden gekozen.
De het draaihandvat D vormende kap 13 grijpt over het 10 zich bij de uitlaatopening bevindende deel van de houder 1. De kap strékt zich tenminste uit over de in dit deel cilindrische houder- wand W en wordt bovendien met zijn ringvormige steunschouder 22 op de houderrand ondersteund. Een dergelijke amtreksgeleiding van de draaikrans houdt het verankeringsgebied tussen het draaihandvat 15 D en de houder 1 in sterke mate vrij van dwarsbelastingen. Derhalve is in dit gebied een eenvoudige, de axiale verplaatsing van het draaihandvat verhinderende kleraverbinding voldoende. Daartoe vormt de kap 13 een centraal aangebrachte, in de richting van de voorwand 7 wijzende neus 9. Laatstgenoemde is aan zijn vrije einde getrapt, vormt 20 Het getrapte deel · r een uitwendige ringvormige groef 10. Het voorvlak van dit getrapte deel is conisch uitgevoerd teneinde het aanbrengen van een klemverbinding te vergemakkelijken. De aan de insteekzijde een daarmede overeenkomende trechter bevattende rand 7' van de houderopening 11 grijpt in de ringvormige groef 10. De laatst-25 genoemde neemt daarbij een ringschijfvormige afdichting 12 of, die op de zich bij de naaf bevindende schouder 9' wordt ondersteund en over de randzone van de opening 11 afdichtend en sluitend grijpt.
De elasticiteit van de tussengeschakelde afdichting is bovendien voor een aanliggen onder druk van de aanrakende vlakken tussen voor-30 wand 7 en naaf 9 gébruikt.
De cilindrische draaikrans 8 gaat via een kegelmantelvormig uitgevoerde overgangszone in een mondstuk 14 over. Dit kan als één geheel met het handvat zijn uitgevoerd of naderhand net een perspassing op het buisvormige, uitstekende deel 2' van de spil 2 worden aange-35 bracht. Het gaat hier om een in de vorm van een mondstuk uitgevoerd 800 1 2 88 6 deel, dat in het eerste derde deel cilindrisch is uitgevoerd, dit deel gaat vervolgens over in een smallere zone, die twee tegenover elkaar gelegen afdichtingslippen 15 vormt. laatst genoemde verhinderen het uitdrogen van de zich in het mondstuk 14 5 en de daarvoor gelegen uitlaatopening 6 bevindende inhoud.
De terugstelkracht is zo groot gekozen dat deze lippen de afgifte-streng bij dalende inwendige druk van de doseerder afknijpen. De door de naaf 9 gevormde centrale mondstukholte is met H respectievelijk 31 aangegeven. De pasta-achtige vulmassa staat via twee 10 dwarslopende overloopkanalen 16 in het holle spildeel met de uitlaatopening 6 stramingstechnisch in verbinding.
De zuiger 3 wordt na het vullen van de houder 1 bij wijze van steek-klemverbinding op het onderste vrije einde 2" van de spil 2 gébracht. Het zich bij de opening bevindende einde van de houder 15 1 bevat een inwendige, trechtervormige verwijding, die het inbrengen van de zuiger 3 vergemakkelijkt.
De ligging van het andere spileinde wordt enerzijds door de zuiger 3 zelf en anderzijds door een centrisch gelegen legerholte 17 in het houderdeksel 18 gewaarborgd. Het houderdeksel heeft met 20 uitzondering van de uitvoeringsvorm volgens fig. 9 de vorm van een kap. Zijn randzijde is volgens fig. 2 gevormd tot een kraal 19.
Het vrije einde 2" van de spil is over een lengte, die iets groter is dan de lengte van de schroefdraadbus 5 van de zuiger 3, van een dwarssleuf voorzien. Deze dwarssleuf is met 20 aangegeven.
25 Deze gleuf heeft een dubbele functie:: enerzijds dient de sleuf ervoor de met de inwendige schroefdraad van de bus 5 in ingrijping zijnde schroefdraad van het spileinde 2" buigzamer te vormen. De sleuf-breedte kant ongeveer overeen met de dubbele hoogte van de schroefdraad. Zijn tweede functie bestaat hierin dat de bij het monteren 30 tussen het niveau van de vull ing en de zuiger 3 ingesloten lucht kan ontwijken. De schroef draadbus 5 loopt in de uitvoeringsvorm van de fig. 4 en 9 aan de binnenzijde van de houder over de eigenlijke persbodem noch iets verder door. De voor de inwendige schroefdraad gelegen zóne van deze voortzetting is trechtervormig, zodat voor het 35 aanbrengen van de zuiger 3 een voordelige zelf centrering wordt ver- 300 1 2 88 7 schaft. Hierbij keurt nog dat het vrije einde 2' van de spil conisch uitloopt.
Na de montage van de zuiger sluit de achterzijde van de zuiger samenvallend met de openingsrand van de houder af. Hierna 5 of_ reeds bij de montage van de zuiger wordt met behulp van een zich bij de bodem bevindend houderdeksel 18 de houder 1 gesloten.
Het houderdeksel 18 is in de uitvoeringsvorm van de fig. 5 en 10 op de houdermantelwand W vastgèklemd. Laatstgenoemde bevat een hieroverheen uitstékende ringvormige schouder 25, waaroverheen 10 een binnenwaarts gericht vastklemmend uitsteeksel 26 van het een standvoet voorstellend houderdeksel 18 grijpt. Voor een gemakkelijk aanbrengen van het deksel is voor de ringvormige schouder 25 een van de dékselrand uitgaande oploophelling 1' aangebracht.
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 9 is de overeenkomende 15 randzone in zoverre gewijzigd dat zich de houdermantelwand W in een uit zijn dwarsdoorsnede stekende standvoet voortzet, in de inwendige ringvormige schouder 25 waarvan de rand van het hier inde vorm van een vlakke schijf uitgevoerde houderdeksel 18 wordt vastgèklemd. Ook voor deze ringvormige schouder 25 is een in elk opzicht nu 20 inwendig schuin oploopvlak 1' aangébracht.
Beide houderdeksels zijn voorzien van een of meer vacuumholten 21. In de vul toes tand worden deze holten 21 door de zich bij het deksel bevindende zuigerrand gesloten, zodat vandaaruit geen uitdrogen van de vulling mogelijk is, ongeveer langs de weg van 25 de dwarssleuf 20.
De centraal gelegen legerholte 17 voor het spileinde 2" is gevormd door een aan het deksel 18 aangebrachte staande kraag 18'. Laatstgenoande steekt in het zich bij de bodem bevindende, vrij van inwendige schroefdraad, deel van de schroefdraadbus 5. De omtrek van 30 de holte is tenminste in het gebied van de bovenste rand aangepast aan de conische vorm van het spileinde 2".
De verdere uitvoering van de constructie volgens de fig.
4 t/m 12 is als volgt.
De het draaihandvat D van de spil 2 vormende kap 13 wordt 35 op de wijze van een rechtstreekse klanverbinding verbonden met 800 1 2 88 8 de spil 2 (fig. 5) of via de houder 1, derhalve niet rechtstreeks (fig. 10).
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 steekt de spil 2 daartoe met zijn van schroefdraaövrije, holle, eveneens 5 buisvormige deel 2' vanuit de binnenzijde van de houder door de centrale houderopening 11 van de voorwand 7 naar buiten. Het daarmede overeenkomende restant is zo gekozen dat voor de bij wijze van klemverbinding opgebrachte kap 13 een betrekkelijk grote lengte voor de geleiding aanwezig is. Het holle deel 2' is recht- 10 streeks op de spil aangebracht, zo ook een schotel 27, die met een betrekkelijk groot vlak op . de binnenzijde van de houder op de voorwand 7 steunt. De schotel 27 bevat een middellijn die ongeveer overeenkomt met de dubbele middellijn van de spil 2. Hierdoor wordt een voldoende groot steunvlak verkregen, dat de belasting 15 bij het opklemmen van de zuiger 3 volledig en zonder schade opneemt.
Voor het tot stand brengen van de klemverbinding tussen de kap 13 en het holle deel 2' lopen vanuit de voorwand van laatstgenoemde diametraal tegenover elkaar gelegen dwars sleuven 28. De voorwand is ten opzichte van de algemene middellijn van het deel 2' iets groter, 20 zodat van hieruit buitenwaarts gerichte klauwen 29 uitgaan, die over een ringvormige trap 30 in de holle ruimte 31 van het mondstuk van de kap 13 grijpen. De verdikte voorwand loopt langs de cmtrek conisch. In overeenstemming daarmede is ook de houderopening 11 in de voorwand 7 trechtervormig uitgevoerd.
25 Het voor de klem-steek-verbinding dienende deel 2' is vrij van schroefdraad. Voor het verschaffen van een tegen rotatie vast- het gezette uitvoering van kap 13 en spil 2 bevat _ γ deel 2' langsribben 32. Laatstgenoemde graven zich in de holle ruimte 31 van het mondstuk in of grijpen in langsgroeven 33 van de genoemde holle ruimte 31.
30 De langsribben 32 bevinden zich in de nabijheid van de cmtreksopeningen van de dwarssleuven 28. Dit betekent dat de achterzijde van de klauwen 29 voor het optimaal naar buiten veren hiervan vrij ligt, zodat deze in voldoende mate over de overeenkomende delen van de ringvormige trap 30 grijpen.
35 De holle ruimte 31 van het mondstuk zet zich in het 800 1 2 88 9 uitvoerings voorbeeld volgens fig. 2 na de trap 30 in het coaxiaal gelegen mondstuk 14 voort. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 8 wordt het mondstuk 14 in dwarsrichting ongebogen. Het zet zich derhalve voort in een loodrecht cp de spilas Y-Y gelegen uitlaat-5 kanaal 34, dat ongeveer gelijkliggend net de kaprand eindigt. Het voor de kanaalgeleiding vereiste, in de vorm vaneen uitsteeksel uitgevoerd kapdeel 13" is zodanig gevormd dat dit een bedieningsvlak 35 vormt dat duidelijk afwijkt van de trechtervorm. De achterzijde daarvan verdwijnt dan onmiddellijk achter het uitlaatkanaal 34 en wordt 10 weer trechtervormig. Ook de kap 13 volgens fig. 4 heeft een dergelijke bij het vormen van de kap éénzelfde in aanmerking te nemen bedieningsvlak 35.
De kap 13 vormt bij deze constructies een centraal daarop aangebrachte, in de richting van de voorwand 7 wijzende en daarvoor 15 eindigende naaf 9. Laatstgenoemde is aan zijn vrije einde uitgespaard. Het uitgespaarde deel vormt een uitwendige, aan de vulruimzijde epen ringvormige groef 10. De ringvormige groef 10 neemt een daarmee overeenkomende ringvormige afdichting 12 cp, teneinde lekverliezen bij grotere toleranties te vermijden. De cmtreksafdichting van de 20 de afdichting 12 opnemende ringvormige groef vormt een aan de voorwand 7 aangebrachte staande kraag 36. Laatstgenoemde ligt concentrisch ten opzichte van de houderepening 11 en vormt een extra uitwendig ondersteuning van de naaf 9 en daarmede van de kap 13. Voor een gemakkelijker tot stand brengen van de hierop betrekking hebben-25 de steekverbinding en cm in het bijzonder ook bij de montage de afdichting 12 te sparen, is de binnenrand van de staande kraag 36 trechtervormig uitgevoerd. De afdichting 12 is bijvoorbeeld een rubberen ring.
De afdichting 12 kan nog iets over de benedenrand van de 30 naaf uitsteken. De overeenkomende elasticiteit van de tussengeplaat-ste afdichting werkt dan in de zin van een aanliggen onder druk van de aanrakende vlakken tussen voorwand 7 en naaf 9, die verend van elkaar af kunnen bewegen.
De overeenkomende uitvoeringsvorm is ook in een andere 35 zin voordelig. Tussen de spil 2 en de deze spil ondersteunende middelen is namelijk een palwerk A aangebracht, dat het draaien in de §00 1 2 88 10 ene draairichting bemoeilijkt respectievelijk blokkeert. De cp de spil aangebrachte schotel 27 bevat daartoe qp de naar de voorwand 7 toegekeerde vlakke zijde een krans van zaagtanden 37. Deze vonten een lang hellend cplocpvlak 37' en een steil omlaag gaande tandrug.
5 De tanden werken doelmatig met drie cnder dezelfde hoek aangebrachte uitsteeksels 38 als ribbenpatroon cp de voorwand 7 samen. In de juiste draairichting (de pijl X) glijden de hellende cplocpvlakken 37’ gemakkelijk over het ribbenpatroan 38, in tegengestelde richting echter merkbaar nw respectievelijk zelfs blokkerend.
10 Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 10 is de spil 2 van buiten uit door de bovengeplaatste voorwand 7 naar binnen gebracht, zodat het palwerk A hier aan de kapzijde van deze wand 7 ligt. De constructieve middelen zijn hiercp afgestemd. Voor zover het lier om gelijke of gelijksoortige obstructieve kenmerken gaat zijn de 15 verwij zingscijfers overeenkomstig overgebracht, zender dat de hierop betrekking hebbende nadere technische beschrijving hier zal worden herhaald.
In fig. 10 ligt de over de dwarsdoorsnede van de spil naar buiten uitstekende, cp het daar buisvormige spildeel 2' aange-20 brachte schotel 27 cp een ringvormige kraag 40. Laatstgenoemde loopt vanuit de bovenzijde van de voorwand 7 en strekt zich concentrisch ten opzichte van de houderas Y-Y uit. De kraag is cp deze wand aangebracht. Zijn voorwandgebied bevat zaagtanden 37. Deze in de vorm van een krans aangebracht zaagtanden 37 vormen ook hier een lang 25 hellend cplocpvlak 37’ en een steil omlaag gaande tandrug. De zaag-randen 37 werken met verende tongen Z van de axiaal niet verschuifbaar gelegerde schotel 27 samen.
De tangen Z zijn door sekansvormig geleide sleuven 41 van de schotel 27 verkregen. Op doelmatige wijze zijn twee diametraal 30 tegenover elkaar gelegen tongen Z aangebracht, die in de richting van de zaagtanden uitstekende blökkeemeuzen 42 vonten. Hun einde gaat steil cmlaag zodat zij bij een draaibeweging van het handvat in de onjuiste draairichting vast blokkerend tegen de steil omlaag gaande tandruggaivaiefezaagtanden koten.
35 De schotel 27 steunt cp de bovengeplaatste voorrand van een bus 43 met een centrale opening 11. Het de tengen vontende rand- 800 1 2 88 11 deel van de schotel heeft een kleinere dikte zodat zeer veerkrachtige tangen aanwezig zijn.
De oplegstand van de schotel 27 cp de getande voorwand van de kraag 40 is geborgd doordat de naaf 9 van de kap 13 in de binnen-5 zijde van het buisvormige deel 2' van de spil 2 tegen rotatie vastgezet is aangebracht, bijvoorbeeld aider toepassing van de in fig. 6 getooide ribben/groefingrijping, en de buitenrand 44 van de kap 13 over een ringvormige kraag 45 van het huis 1 grijpt. Deze kraag 45 is aangebracht cp de voorwand 7 en strekt zich uit in het randgebied 10 van deze wand. De bevestiging wordt als klenverbinding verkregen.
De buitenrand 44 van de kap 13 bevat daartoe een naar binnen gerichte ringvormige ribbe 46, die eveneens onderbreken kan zijn. Deze ringvormige ribbe grijpt in een langs de ontrek epen ringvormige groef 47 van de kraal 45. De ingrijping heeft met enige speling plaats 15 zodat de draaibaarheid van de kap 13 niet nadelig wordt beïnvloed.
De eigenlijke kaprand rust cp een tegenover de bovenzijde van de voorwand uitgespaarde ringvormige schouder (zie fig. 10) waarvan de trap als begrenzingsaanslag voor het handhaven van de draaispeling tussen ringvormige ribbe 46 en groef 47 wordt gebruikt. De naaf 9 20 is uitgespaard. Zijn schouder kant tegen de voorwand van het deel 2' van de spil 2. Het ingrijpende steekuitsteeksel kan ock in een perspassing zijn ingebracht daar de schotel 27 deze zone in de vorm van een band en daarmede stabiliserend ansluit.
Het draaüiandvat D is bij beide uitvoeringsvoorbeelden 25 (fig. 5 en 10) met een beschermkap 48 bedekt. Deze is of bij wijze van klemverbinding (fig. 5) uit te voeren of wel ander toepassing van een schroefverbinding (fig. 10). In beide gevallen gaat vanuit de bovenzijde van deze kap een naar binnen gerichte, of in het molds tuk ingrijpende of over dit van buitenuit bedekkende plug 49. Hier-30 door wordt cp betrouwbare wijze een uitdrogen van het vulmateriaal vermeden.
Alle ccnstructiedelen zijn uit kunststof vervaardigd.
De houderinhoud wordt bij een rotatie van het handvat D in de richting van de pijl X uitgeperst, waarbij de zuiger 3 de pasta-35 massa via de twee dwarslcpende overloopkanalen 16 uit de cpneemruimte R in de uitlaatqpening 6 drukt, van waaruit de massa door het mond- 80 0 1 2 88 12 stuk 14 bij een voldoende binnendruk verplaatst. Bij de uitvoering van de kap volgens fig. 8 stroont de massa dan via het dwarsliggende uitlaatkanaal 34 naar buiten. De draaxbeweging verschaft daarbij het voordeel dat de vulmassa cp de overdraditplaats wordt afgastre-5 ken.
Deze kap wordt derhalve op doelmatige wijze gebruikt bij het doseren van kosrretika, terwijl de uitvoeringsvormen volgens de fig. 1, 5 en 10 bijvoorbeeld voor tandpasta de voorkeur verdienen, waarbij een cpsmeren van de massa minder noodzakelijk is, echter 10 een nauwkeurige plaatsing cp de borstelkrocn van de tandenborstel vereist is.
Zoals blijkt uit fig. 1 kan de draaikrans 8 een uitsteeksel 23 voor de bediening bevatten. Het gaat hier om een uitvoering net één inlegholte 24 voor de duim van de bedieningshand. Het uit-15 steéksel 23 kant ongeveer overeen met een hoekgebied van het de cirkel-buis-houder cmschrijvend vierkant. Dit uitsteeksel vergroot aldus niet de vereiste cpslag- of verpakkingsruimte en stelt bij liggende cilindrische houders bovendien een doelmatige bescherming tegen afrollen van het cpslagvlak voor.
800 1 2 88

Claims (9)

1. In de vorm van een doseerder uitgevoerde buisvormige houder voor pastamassa's, met een aan de binnenzijde in de lengterichting verschuifbare zuiger, die door een net behulp van een draai- 5 handvat te bedienen spil verplaatsbaar is voor het uitpersen van de houderirihoud uit het aan het ene einde aangebracht houdermandstuk, dat cp een concentrisch ten opzichte van de as van de draaibeweging aangebracht buisstuk zit, dat door de bovengeplaatste voorwand van de houder steekt, via dwarslopende overloopkanalen in het gebied van 10 het spileinde met de binnenruimte van de houder is verbonden en dat door het inwendige van een voor de bovengeplaatste voorwand liggend, concentrisch buisstuk tot aan de houder zijwand gaande kap locpt, met het kenmerk, dat het draaihandvat(D)door de kap (13) is gevormd.
2. Doseerder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kap (13) in een centrische opening (11) van de houdervoorwand (7) is vastgeklemd.
3. Doseerder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kap (13) afgeknot kegelvormig is uitgevoerd.
4. Doseerder volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de spilbeweging onder invloed staat van een palwerk (A), dat het draaien in de ene draairichting (tegen de pijl X) bemoeilijkt of blokkeert.
5. Doseerder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het palwerk (A) door zaagtanden (37) aan de bovenzijde van een uit de 25 spil (2) uitstékende schotel (27) is gevormd, die tegen de onderzijde van de bovengeplaatste voorwand (7) aanligt, welke in het aanliggebied met ten minste een in de zaagtanden (37) ingrijpend uitsteeksel (38) is uitgerust, waarbij het aanliggen tussen schotel en bovengeplaatste voorwand verkregen wordt doordat het buisstuk 30 (2') van de spil niet draaibaar met de kap (13) is verbonden, waar van de benedenrand (13') cp de bovenzijde van de bovengeplaatste voorwand (7) is geplaatst.
6. Doseerder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het buisvormige, in een bus (43) van de bovengeplaatste voorwand (7) 35 gelegerd spildeel (21) net zijn buitenwaarts gerichte schotel (27) cp een, cp de bovengeplaatste voorwand aangebrachte, in het voorrandge- 800 1 2 88 bied met zaagtanden (37) uitgeruste kraag (40) ligt, welke schotel verende tengen (Z) vormt, die over de zaagtanden slepen.
7. Doseerder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de tengen (Z) door sekansvormig gelegen sleuven (41) van de schotel 5 (27) zijn begrensd en aan hun vrije einde een blokkeemeus (42) dragen.
8. Doseerder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de cpligstand van de schotel (27) cp de voorwand van de kraag (40) geborgd is door een centrale neus (9) van de kap (13), die in het in- 10 wendige van het buisvormige deel (2') van de spil (2) is ingezet, waarbij de buitenrand (44) van de kap (13) over een aan de bovengeplaatste voorwand (7) aangebrachte en uistekende kraag (15) is vastgeklemd.
9. Doseerder in hoofdzaak zoals aangegeven in de beschrij-15 ving en/of afgebeeld in de tekening. 800 1 2 98
NL8001288A 1979-03-06 1980-03-04 Doseerder. NL8001288A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19792908673 DE2908673A1 (de) 1979-03-06 1979-03-06 Spender
DE2908673 1979-03-06
DE3004962 1980-02-11
DE19803004962 DE3004962A1 (de) 1980-02-11 1980-02-11 Spender

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001288A true NL8001288A (nl) 1980-09-09

Family

ID=25778094

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001288A NL8001288A (nl) 1979-03-06 1980-03-04 Doseerder.

Country Status (5)

Country Link
FR (1) FR2450757A1 (nl)
GB (1) GB2049062A (nl)
IT (1) IT1136143B (nl)
NL (1) NL8001288A (nl)
SE (1) SE8001483L (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8319991D0 (en) * 1983-07-25 1983-08-24 Unit Moulders Ltd Dispenser for semifluid substances
US4753373A (en) * 1986-04-15 1988-06-28 Risdon Corporation Positive displacement dispenser
GB2197425B (en) * 1986-11-12 1990-02-28 Metal Box Plc Pistons for pressure-dispensing containers
FR2670755B1 (fr) * 1990-12-24 1995-03-03 Sopiel Recipient distributeur de matieres liquides ou cremeuses.
DE29721534U1 (de) * 1997-12-05 1998-03-19 Wepa Paulus & Thewalt Gmbh U C Misch- und Dosierbehälter
CN112672963B (zh) * 2018-09-10 2023-02-21 株式会社资生堂 供料容器、吐出装置以及用户化吐出系统

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB278204A (en) * 1926-11-17 1927-10-06 Bramson Mogens Louis Improvements in or relating to shaving brushes and like brushes
FR1002929A (fr) * 1946-11-04 1952-03-12 Récipient distributeur de pâtes
FR1027484A (fr) * 1950-11-09 1953-05-12 Couvercle distributeur pour produits pâteux
US3420417A (en) * 1966-10-12 1969-01-07 John V Kardel Dispenser for fluid material
CH464744A (de) * 1968-02-13 1968-10-31 Baumann Ag Kunststoffwerk Und Dose zur Abgabe einer pastösen Masse

Also Published As

Publication number Publication date
FR2450757A1 (fr) 1980-10-03
SE8001483L (sv) 1980-09-07
IT8012465A0 (it) 1980-03-04
IT1136143B (it) 1986-08-27
GB2049062A (en) 1980-12-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0673852B1 (fr) Ensemble de distribution équipé d'une soupape unidirectionelle
CA1166206A (en) Dispenser for, in particular pasty, substances
US4356848A (en) Dispenser assembly
US7520406B2 (en) Device for dispensing a controlled dose of a flowable material
CA2286377C (fr) Embout doseur et recipient equipe d'un embout doseur selon l'invention
EP0991338B1 (en) Unidirectional cosmetic wiper
CA1279617C (en) Dispenser
IE54743B1 (en) Liquid product pouring and measuring package with self draining feature
US5085386A (en) Paintbrush holder
CH650212A5 (fr) Dispositif distributeur doseur.
US4742940A (en) Dispenser for flowable materials
NL8820369A (nl) Doseerhouder voor produkten in pastavorm.
EP0447335A1 (fr) Distributeur de produit pâteux mélangé à une quantité réglable d'un produit pâteux secondaire, et son utilisation
NL8001288A (nl) Doseerder.
FR2577825A1 (fr) Distributeur de produit visqueux a pompe incorporee
FR2627460A1 (fr) Distributeur pour produit pateux comprenant un poussoir axial a distribution laterale et un element de masquage de son orifice de sortie
US5445465A (en) Dispensing container
US2731178A (en) Pouring attachment for containers
US4405062A (en) Tube dispensing device
US3220657A (en) Closure-dispenser cap for flexible liquid containers
JP4019309B2 (ja) 注出容器
EP0315554A1 (fr) Tube pour distribution d'une pâte avec des rayures comportant une tête monobloc à double jupe
EP0277893A1 (fr) Distributeur pour produit pateux à poussoir axial rotatif
JPH03187872A (ja) 製品を歩進的に排出する装置
US3224030A (en) Closure for squeezable containers

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed