NL8001055A - Werkwijze en inrichting voor het vullen en sluiten van zakken. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vullen en sluiten van zakken. Download PDF

Info

Publication number
NL8001055A
NL8001055A NL8001055A NL8001055A NL8001055A NL 8001055 A NL8001055 A NL 8001055A NL 8001055 A NL8001055 A NL 8001055A NL 8001055 A NL8001055 A NL 8001055A NL 8001055 A NL8001055 A NL 8001055A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bag
tube
filling
water
filler tube
Prior art date
Application number
NL8001055A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Polymeer Films
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Polymeer Films filed Critical Polymeer Films
Publication of NL8001055A publication Critical patent/NL8001055A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B1/00Packaging fluent solid material, e.g. powders, granular or loose fibrous material, loose masses of small articles, in individual containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, or jars
    • B65B1/04Methods of, or means for, filling the material into the containers or receptacles
    • B65B1/18Methods of, or means for, filling the material into the containers or receptacles for filling valve-bags

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Supply Of Fluid Materials To The Packaging Location (AREA)

Description

9 \ V * - -Λ
Reg.nr. 11^.070/vD
Werkwijze en inrichting voor het vullen en sluiten van zakken.
De uitvinding heeft betrekking op inrichtingen voor het vullen en sluiten van zakken net afsluitbare kleppen daarin.
Vele soorten papieren en kunststoffen zakken worden gevuld door bijzondere, een geheel daarmee vormende vulkleppen in plaats ^ van door een open mond. Bij een zak met een klep, is deze aan de twee einden in hoofdzaak gesloten, waarbij de zak een klep heeft uit papier of een ander materiaal, welke klep de vultoegang ver-. schaft door een koker, buis of ander vulmechanisme tot in het inwendige van de zak. Aannemelijk is, dat meer dan 50% van alle IQ voor handelsdoeleinden geproduceerde zakken, thans zakken zijn Ψ met een klep. Zakken met een klep hebben een aantal voordelen, zoals de snelheid van het vullen en het opheffen van het ingewikkelde vouvmechanisme, nodig voor het sluiten van een open zakmond. Kleppen zijn ontwikkeld, die op een gemakkelijke en goedkope 15 wijze doorzeefdichte sluitingen verschaffen. Bij de klepzakken volgens de Amerikaanse octrooiaanvragen 872.039 van 28 maart 1967, en 933.292 van ll» augustus 1978, en andere voor de handel geproduceerde zakkleppen, is de klep aan de binnenzijde daarvan bekleed met een middel, dat na bekrachtiging de zak sluit. Bij de genoemde 20 Amerikaanse aanvragen, bestaat het sluitmiddel uit een in water oplosbare polymeer, die na bevochtiging de zak sluit.
Hoewel verfijnde klepzakken bestaan, bestaan bijbehorende verfijnde vul- en sluitinrichtingen niet. Het merendeel van de klepzakken wordt gevuld door het in de klep steken van een buis, 25 en het onder druk in de zak blazen van materiaal. Hoewel deze 800 1 0 55 r s 2 werkwijze voor het vullen van de zak doelmatig is, veroorzaakt het onder druk geplaatst zijn van het vullen veelal het terug uit de zak blazen van enig materiaal door de nauwe ruimten, die aanwezig zijn tussen de vulbuis en de binnenwand van de klep. Dit terugla blazen van materiaal naar buiten heeft twee vervelende gevolgen.
Ten eerste vertegenwoordigt het een materiaalverlies, hetgeen bij uitheemse materialen een nodeloos geldverlies betekent. Ten tweede verontreinigt het terugblazen van het materiaal veelal het sluitmiddel, waarmee de klep op de binnenzijde daarvan is bekleed.
IQ Materiaal bijvoorbeeld, zoals bentoniet, wordt veelal opgeslagen in klepzakken. Met het in water oplosbare sluitmateriaal, zoals beschreven in de voornoemde Amerikaanse octrooiaanvragen, verontreinigt het terugblazen van bentoniet het materiaal in een mate, die het vormen van een onvolkomen sluiting tot gevolg heeft wanneer ftj het materiaal wordt bevochtigd, waardoor tevens uiteindelijk materiaalverlies uit de zede. het gevolg is. Verschillende pogingen zijn ondernomen voor het opheffen van dit vraagstuk, welke pogingen alle zijn gefaald op grond van de ingewikkelde en moeilijk te hanteren aard daarvan.
2o Dienovereenkomstig is het een hoofddoel van de uitvinding klepzakken snel en gemakkelijk te vullen.
Het is een ander doel van de uitvinding klepzakken te vullen zonder het materiaal te verontreini-gen, dat wordt gebruikt voor het sluiten van de zak nadat deze is gevuld.
25 Het is tenslotte een doel van de uitvinding de zak snel en doeltreffend te sluiten nadat deze met het gewenste volume is gevuld.
De uitvinding omvat volgens een verduidelijkende uitvoeringsvorm een inrichting, die is ontworpen voor het vullen en sluiten 30 van een klepzak, welke klep is voorzien van een vulmond met een te sluiten klep daarin, welke klep het inwendige van de mond vormt en een keel bevat, die althans gedeeltelijk is bekleed met een sluitmateriaal in de vorm van een foelie, bestaande uit een in water oplosbare polymeer.
35 De inrichting bevat een vulbuis, waarover de keel van de zak 800 1 0 55 ƒ * 3 wordt geplaatst. De vulbuis strekt zich volledig door de keel uit tot in de zak, en is ontworpen voor het doeltreffend in de zak leiden van het materiaal. Een klem houdt de bovenste helft van de mond van de zak en derhalve het bovenste gedeelte van de keel tegen de 5 bovenste helft van de vulbuis. Dezelfde klem helpt ook bij het verwijderen van de zak vanaf de vulbuis wanneer de zak met het gewenste volume is gevuld.
De klem wordt bediend door een hydraulisch bedieningsorgaan.
Dit bedieningsorgaan plaatst de klem tegen de bovenste helft van de 1q vulbuis wanneer de zak wordt gevuld. Het gewicht van de klem op de zak plus de zwaartekracht, die de zak tegen de buis trekt, vormt zodoende een doeltreffende afsluiting tussen de bovenste helft van de vulbuis en het bovenste gedeelte van de klepkeel. Het hydraulische bedieningsorgaan drukt tevens de klem en derhalve de zak naar 15 buiten nadat de zak is gevuld voor het helpen bij het verwijderen van de zak vanaf de inrichting.
Het materiaal, waarmee de zak moet worden gevuld, wordt door de vulbuis in de zak gespoten. Gelijktijdig met het vullen wordt een stroom lucht onder een hoge druk in een gebogen kamer 2o gespoten, gevormd rond de onderste helft van de vulbuis, in de open Ψ ruimte, verschaft tussen het onderste gedeelte van de vulbuis en het onderste gedeelte van de klepkeel. Dit luchtinspuiten brengt een venturiwerking tot stand, die het leeg zuigen tot gevolg heeft van de luchtruimte tussen de vulbuis en het onderste gedeelte van de 25 klepkeel in het gebied tussen de kamer en het open einde van de vulbuis. Op deze wijze, wordt een doeltreffende afsluiting gevormd tussen de onderste helft van de vulbuis en de onderste helft van de klepkeel.
Lucht wordt in de gebogen kamer gespoten door middel van een 30 kleine dunne leiding, die zich in de vulbuis bevindt, en is voorzien van een uitmonding in de kamer. Een of meer van deze buizen kunnen zijn verschaft voor het zodoende volledig leegzuigen van het gebied stroomafwaarts van de kamer naar het open einde van de vulbuis. Het andere einde van de leiding of leidingen is verbonden met 35 een persluchtbron, waarbij het onder druk plaatsen tot stand wordt 800 1 0 55 1* gebracht tot een hoogte, die hoger ligt dan die waarop de zak wordt gevuld met het materiaal.
Het gelijktijdig met materiaal vullen van de zak en het spuiten van lucht in de gebogen kamer rond de onderste helft van de 5 vulbuis gaat door totdat de zak tot het gewenste volume is gevuld met het materiaal. Deze bepaalde werkwijze en inrichting voor het sluiten van de zak voorkomt het terugblazen van materiaal langs de vulbuis naar de uitwendige omgeving. Het voorkomen van dit terugblazen verzekert zodoende, dat de in water oplosbare polymeer of een 10 ander afsluitmideel, dat wordt gebruikt, niet wordt verontreinigd met het materiaal, dat in de zak wordt gebracht. Het vraagstuk van het verschaffen van een tijdelijke afsluiting tussen de vulbuis en de zak gedurende het vullen, wordt dus opgelost.
Wanneer de zak tot de gewenste hoogte is gevuld, worden het 1^ vullen van de zak en het spuiten van lucht in de gebogen kamer,, stilgezet. Op dat moment wordt water in de vorm van een nevel of een kolom in de gebogen kamer gespoten. Het spuiten van water in de gebogen kamer vindt plaats wanneer de zakklem begint met het van de vulbuis afschuiven van de zak. Het water bekrachtigd het afsluit-20 materiaal, waardoor een doeltreffende afsluiting wordt bereikt wanneer tegenover elkaar liggende zijden van de klepkeel in aanraking Ψ met elkaar komen. Het waterinspuiten vindt plaats door een smalle leiding, die zich in de vulbuis bevindt. Een einde van de leinding strekt zich uit door een opening in de vulbuis tot in de gebogen 25 kamer, waarbij het andere einde van de leiding is verbonden met een waterbron. Evenals dat het geval is met de luchtinspuitbuizen, kan een aantal waterleidingen worden toegepast voor het verzekeren van een volledige bevochtiging van het afsluitmiddel.
Overeenkomstig een kenmerk van de uitvinding, is het einde 30 van de vulbuis, welk einde in de zak wordt gestoken, onder een hoek ten opzichte van een door de buis zich uitstrekkende hartlijn afgesneden, welk hoekvormige ontwerp van het einde is gericht voor het in de zak leiden van het materiaal.
Overeenkomstig een ander kenmerk van de uitvinding, wordt 35 voor het hydraulische bedieningsorgaan voor de klem gebruik gemaakt 800 1 0 55 * * 5 van een hydraulische motor, verbonden met een hydraulische fluïdum-bron. De hydraulische motor drijft een paar hydraulische zuigers aan, welke zuigers de klem in zowel een horizontale als een vertikale richting bewegen.
5 Overeenkomstig nog een ander kenmerk van de uitvinding, wordt materiaal onder druk in de vulbuis gespoten door middel van een ventilator. De ventilator is opgesteld onder het einde van een transporteur, die is verbonden met de materiaalbron en met de vulbuis. Materiaal wordt in de ventilator gestort vanaf de transpor-1q teur, en naar beneden geblazen door de vulbuis in de zak.
Overeenkomstig nog een ander kenmerk van de uitvinding, omvat de gebogen kamer rond de onderste helft van de vulbuis een gesloten verhoogde rug aan het onderste buitenoppervlak van de buis. De gesloten verhoogde rug kan uit êén stuk gevormd zijn met de buis of kan een draadlus omvatten, gehecht aan het oppervlak van de buis.
Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding kunnen regelmiddelen zijn verschaft voor het waarnemen van het materiaal-volume in de zak, en het in werking stellen of buiten werking stel-20 len van de materiaal-, perslucht- en waterbronnen.
Overeenkomstig een laatste kenmerk van de uitvinding, is 9 een werkwijze verschaft voor het tijdelijk sluiten van de klepzak wanneer deze wordt gevuld met materiaal, en het blijvend sluiten y daarvan nadat het vullen is voltooid. In beginsel bestaat de werk- 25 wijze uit het spuiten van lucht in een gebogen kamer bij het onder ste gedeelte van de vulbuis onder een hogere druk, dan die, waarmee het materiaal in de zak wordt gespoten. Zoals uiteengezet, veroorzaakt het luchtinspuiten een venturiwerking, die het aan het onderste gedeelte van de vulbuis hechten tot gevolg heeft van het onder-30 ste gedeelte van de mond. Dit verschaft een tijdelijke afsluiting van de mond tegen de vulbuis tijdens het vullen van de zak. De volgende stap van de werkwijze bestaat uit het stilzetten van het vullen van de zak en het in de kamer spuiten van lucht wanneer de zak tot de gewenste hoogte is gevuld. Tenslotte wordt water in de 35 kamer gespoten nadat het vullen is voltooid, en wordt de zak verwijderd. Dit inspuiten van water doet het in water oplosbare 100 1 0 55 6 afsluitmateriaal, waarmee de keel van de mond is bekleed, aan elkaar hechten voor het zodoende blijvend sluiten van de zak nadat deze met de gewenste hoeveelheid materiaal is gevuld.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de 5 tekening, waarin: fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting voor het vullen en sluiten van klepzakken, waarbij tevens de plaatsing van . een dergelijke zak aan de inrichting is weergegeven, 10 fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in fig. 1, fig. 3 een aan fig. 2 gelijke doorsnede is, waarbij de werking is weergegeven van de vulbuis wanneer materiaal daardoorheen wordt geleid tot in de zak, en perslucht door de zijde van de buis in de gebogen kamer wordt geblazen, 15 fig. U een aan fig. 2 gelijke doorsnede is, waarbij de wer king is weergegeven nadat de zak is gevuld met het gewenste volume, waarna water in het klepgebied wordt gespoten tijdens het verwijderen van de buis, fig. 5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig. 2,' 20 fig. 6 een doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig. 3, fig. 7 een doorsnede toont van de in fig. 1 weergegeven zak * nadat water in de klep is gespoten, waardoor het daarin zich bevindende, in water oplosbaar materiaal de zak afsluit, fig. 8 een zijaanzicht is van een bekende vulbuis, waarbij 25 het in de zak vullen van materiaal is weergegeven, en tevens de verontreiniging van het afsluitgebied door het uit de zak geperste materiaal, en fig. 9 een zijaanzicht is van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting.
30 Aan de hand van de tekening toont meer in het bijzonder fig.
1 een klepzak 10, gemonteerd aan een vulbuis 31, die deel uitmaakt van de onderhavige inrichting. De zak 10 heeft een in het algemeen rechthoekige gedaante, en is gemaakt uit een materiaal met een aantal lagen, zoals papier of kunststof. Zoals in de tekening is te 35 zien, heeft de zak een voorste wand 11, een achterste wand 1^ (zie fig. 8), een linkereinde 12, een rechtereinde 13 (zie fig. 8) en een 800 1 0 55 * 3 7 boveneinde 15. Het linkereinde 12 van de zak is aan de bovenkant 15 samengevouwen voor het sluiten van de linkerbovenkant van de zak. Omgekeerd is de bovenkant van de rechterzijde 13 van de zak in eerste instantie open om zodoende de vulbuis 31 in het boveneinde 5 15 van de zak te kunnen steken.
De inwendige constructie van het boveneinde 15 van de zak is duidelijker weergegeven in de fig. 5-8. Aan de voorste wand 11 van de zak is een buitenflens 17 bevestigd. Aan de achterwand 14 van de zak is een binnenflens 18 bevestigd. De buitenflens 17 en de binnenflens 18 zijn gemaakt uit papier of soortgelijk materiaal op zodanige wijze, dat de buitenflens 17 over de binnenflens 18 heenligt voorafgaande aan het insteken van de vulbuis 31. Zoals gezegd, is de bovenrechterzijde 13 van de zak in eerste instantie open om zodoende de vulbuis 31 te kunnen insteken. In het gebied,
Ij omgrensd door de bovenste flens 17, de onderste flens 18, de voorste wand 11 en de achterwand 1U bevindt zich een vulklep 20.
De vulklep 20 omvat een huls 21, bestaande uit een foelie uit een in water oplosbare polymeer, welke foelie is aangebracht in een huls 22, bestaande uit versterkingsmateriaal. De versterkingshuls 20 22 kan zijn gemaakt uit papier of een ander soortgelijk materiaal. ψ
De huls, bestaande uit een foelie uit een in water oplosbare polymeer kan een polymeer omvatten, zoals polyvinylalcohol (PVA), polyetheenoxyde (PEO), polyurethaan (PU), methylcellulose of dergelijke, of kan bestaan uit andere in water oplosbare foelies.
25 Dergelijke foelies produceren bij blootstelling aan water in vloeibare vorm of in de vorm of in de vorm van stoom, een oplossing, met als gevolg, dat het materiaal aan zichzelf hecht, alsmede aan de omringende zakoppervlakken bij het hard worden daarvan als gevolg van verdamping van het aangebrachte water.
30 Zoals is te zien in de fig. 5 en 6, is de uit een in water oplosbare polymeerfolie bestaande huls 21 voorzien van een hol inwendige, dat werkt als een klepkeel voor het verschaffen van vul-toegang tot de zak wanneer de huls 21 in de vulbuis 31 is aangebracht.
Fig. 1 toont de plaatsing van de zak 10 aan de vulbuis 31. Het 35 eerste steken van de zak 10 op de buis 31 kan met de hand worden 800 1 0 55 8 gedaan of door een willekeurig mechanisch middel. Het steken van de vulbuis 31 in de zak 10 doet de polymeerfoelieshuls 21 en de verster-kingshuls 22 daarvan een cirkelvormige gedaante aannemen. De cirkel! vormige gedaante doet tevens de "bovenste flens 17 en de onderste 5 flens 18 ook een gebogen gedaante aannemen voor het zodoende in de zak 10 vasthouden van de klep 20. Zoals is te zien in fig. 5» doet de zwaartekracht het bovenste gedeelte van de klepkeel 20 dezelfde gedaante aannemen als die van de vulbuis 31 voor het zodoende sluiten van het bovenste gedeelte van de klepkeel tegen het bovenopper-10 vlak van de vulbuis 31.
Zoals is te zien in fig. 1, wordt de zak 10 op de vulbuis 31 vastgehouden door middel van een hydraulisch bedienbare zakklem 3^. Deze zakklem 3¾ is bevestigd aan een monteerblok 35. Het monteer-blok 35 is bevestigd aan een stang 36, die zich uitstrekt vanaf 15 een hydraulische cilinder 37· De hydraulische cilinder 37 is bevestigd aan een monteersteun aan een draagvlak 33. Zoals duidelijker is te zien in fig. 9» is de hydraulische cilinder 37 door middel van hydraulische leidingen 39 verbonden met een hydraulische motor en de bijbehorende hydraulische fluïdumbron Uo. De hydraulische 20 cilinder 37» waaraan de zakklem 3¾ is bevestigd, is tevens verbonden met een andere hydraulische cilinder kl. Deze hydraulische cilinder 1*1 is door middel van een balk k2 en een flens ^3 bevestigd aan de draagplaat 33. Zoals is te zien in fig. 9» is de hydraulische cilinder U1 ook verbonden met de hydraulische motor Uo door middel van 25 hydraulische leidingen hh. Het doel van de eerste hydraulische cilinder 37 bestaat uit het in een horizontale richting bewegen van de zakklem 3^ voor het zodoende van de vulbuis 31 afdrukken van de zak 10 wanneer deze is gevuld. De werking van de hydraulische cilinder 1*1 bestaat uit het in een vertikale richting bewegen van de 30 zakklem teneinde de zak 10 op de vulbuis 31 te kunnen steken en daarvan te kunnen verwijderen zonder hinder van de klem 3^. Voorafgaande aan het op de vulbuis 31 steken van de zak, bevindt de zakklem 3^ zich dus in een teruggetrokken stand op afstand van de vu±-buis 31. Nadat de zak 10 op de vulbuis 31 is gestoken met de hand 35 of een mechanisch middel, wordt de zakklem 31* door de hydraulische 800 1 0 55 9 motor 1+0 geplaatst voor het tegen de valbuis 31 klemmen van de zak 10. Nadat de zak 10 is gevuld, drukt de zakklem 3*+ deze van de vulbuis 31 af.
Fig. 2 toont het einde van de vulbuis 31 gedetailleerder.
5 De vulbuis 31 omvat een lange cilinder, gemaakt uit metaal, kunststof of een ander te vormen materiaal. Het einde van de buis 31» welk einde in de zak 10 wordt gestoken, is aan een einde 30 enigszins afgeschuind voor het zodoende beter in de zak 10 richten van het door de buis gaande materiaal. Een aantal centimeters terug ^0 vanaf het hoekvormige einde 30 van de buis 31, wordt een gebogen kamer 70 gevormd rond de onderste helft van de buis 31.ZOals is weergegeven in fig. 2 wordt deze gebogen kamer 70 gevormd door een rug 71» die de afmeting van de omtrek van de kamer 70 bepaalt.
De rug 71 kan uit een stuk zijn gevormd met de vulbuis 31 of kan jtj bijvoorbeeld bestaan uit een draad, die is gehecht aan het buitenoppervlak van de vulbuis 31. Bij een uitvoeringsvorm van de inrichting, bleek een 12-kaliberdraad bev-redigende resultaten te geven.
De kamer 70 heeft als de boven- en onderwanden daarvan de onderste buitenwand van de vulbuis 31 en de binnenwand van de huls 21 uit » 20 in water-oplosbaar materiaal.
Het doel van de kamer 70 is het voorkomen van het door de materialen, waarmee de zak 10 wordt gevuld, verontreinigen van de foelie uit in water oplosbaar materiaal. Zoals is weergegeven in fig. 8, wordt bij bekende inrichtingen, gebruikt voor het vullen 25 van klepzakken, de vulbuis eenvoudig in de zak geplaatst, waarbij het materiaal, waarmee· de zak moet worden gevuld door de vulbuis in de zak wordt gepompt. Omdat dit vullen wordt uitgevoerd onder druk, doet wanneer het materiaal 25, waarmee de zak wordt gevuld, de bovenkant begint te naderen van het inwendige 2h van de zak, de 30 daaruit voortvloeiende drukopbouv het materiaal 25 terugblazen in de uitsparing 26 tussen de bodem van de vulbuis en het binnenoppervlak van de in water oplosbare huls. Dit terugvoeren verontreinigt veelal de huls 21 uit in water oplosbaar materiaal, en voorkomt het plaatsvinden van een doeltreffend hechten van de huls nadat het vullen is 35 voltooid. De gebogen kamer 70 bij de onderhavige inrichting voorkomt 800 1 0 55 10 het plaatsvinden van deze verontreiniging, en is een opmerkelijke afwijking van de bekende vulbuizen.
Fig. 2 toont de plaatsing van de vulbuis 31 van de onderhavige inrichting in de zak 10 voorafgaande aan het begin van het 5 vullen. Zoals in fig. 5 is te zien, is een halve maanvormige ruimte aanwezig tussen de kamerrug 71 en het binnenoppervlak van de in water oplosbare huls 21.
Het vullen van de zak 10, wanneer deze op de vulbuis 31 is gestoken is alsvolgt. Het materiaal 25, waarmee de zak moet IQ worden gevuld, komt de inrichting binnen op een transporteur 29.
Dit materiaal 25, kan een willekeurig materiaal zijn, dat zich leent voor het blazen daarvan in een zak, zoals meel, bentoniet, enz. De transporteur 29 leidt het materiaal 25 naar de inlaat van een ventilator 28. De ventilator 28 verschaft een onder druk geplaatste 15 materiaalstroom door de vulbuis 31 tot in de zak 10. Het materiaal 25 gaat dan de zak 10 binnen wanneer het, het einde van de vulbuis 31 bereikt.
Gelijktijdig met het in de zak komen van het materiaal, vindt het spuiten van lucht in de gebogen kamer 70 plaats. Zoals > 20 duidelijker is weergegeven in fig. 3, heeft de kamer 70 een aantal luchtleidingen èk, verbonden met een bron met lucht onder een hogere druk dan die van de binnenkomende materiaalstroom. Een luchtstroom met een druk van ongeveer 0,35 MPa heeft bevredigende resultaten gegeven. Zoals is weergegeven in fig. 9 zijn de leidingen 6H door 25 middel van luchtleidingen 63 verbonden met een luchtcompressor 60.
De luchtcompressor 60 2uigt lucht uit de omringende omgeving door een inlaat 62, en plaatst de lucht onder een druk, die hoger is dan die van het materiaal, dat de zak binnengaat. Zoals duidelijker is weergegeven in fig. 5> heeft de voorkeursuitvoeringsvorm twee van 30 dergelijke lucthleidingen 6Ua en 6^b. De luchtleidingen 6b komen de gebogen kamer 70 binnen door middel van openingen 73a en 73b in de buitenwand van de vulbuis 31.
Het brengen van perslucht in de gebogen kamer 70 doet, zoals is weergegeven in fig. 3, een venturiwerking tot stand komen in de 35 kamer. Deze werking zuigt het gebied leeg langs het bodemgedeelte 800 1 0 55 11 van de buis 31 tussen de kamer 70 en het buiseinde 30. Het leegzuigen trekt de huls 21 uit in vater oplosbaar materiaal en de verster-kingshuls 22 daarvan tegen de vulbuis 31 in het gebied tussen het open einde van de vulbuis 31 en de dichtstbijliggende buitenrand ij van de kamerrug 71· ZOals is te zien in fig. 6, heft dit hechten van het in water oplosbare materiaal 21 en de versterkingshuls 22 daarvan aan de vulbuis 31 de halve maanvormige ruimte op, die voorheen bestond tussen deze twee delen, zoals is weergegeven in fig. 5.
Het hechten van de in water oplosbare huls 21 aan de vulbuis 31 10 verschaft zodoende een afsluiting tussen het onderste gedeelte van de vulbuis 31 en de in water oplosbare huls 21. Deze afsluiting voorkomt de verontreiniging van het in water oplosbare materiaal 21, dat plaatsvindt met de bekende vulbuizen. Deze afsluiting verschaft samen met de afsluiting tussen het bovenste gedeelte van de 1^ buis 31 en de huls 21, veroorzaakt door de klem 3^ en het gewicht van de zak 10, doeltreffend een volledige tijdelijke afsluiting tussen de buis 31 en de zak 10, wanneer deze wordt gevuld.
De in de gebogen kamer 70 geperste lucht, perst de in water oplosbare huls 21 weg van de vulbuis 31 in het gebied, grenzende achter 2o aan de kamer 70. Dit laat de perslucht ontsnappen en voorkomt een opbouw van de druk tussen de in water oplosbare huls 21 en de vulbuis 31.
Wanneer de zak 10 tot een gewenste hoogte is gevuld, worden de ventilator 28 en luchtcompressor 60 uitgeschakeld. Dit stroom- .
25 loos maken kan met de hand worden uitgevoerd door middel van hand-bedienbare schakelaars. 81 en 83, waarbij ook regelmiddelen kunnen worden gebruikt voor het automatisch bereiken van hetzelfde resultaat. De ventilator 28 en de luchtcompressor βθ behoeven niet nauwkeurig op hetzelfde moment te worden uitgeschakeld, maar slechts 30 ongeveer op hetzelfde moment.
Wanneer de ventilator 28 en de compressor 60 stroomloos zijn gemaakt, wordt water in de gebogen kamer 70 gespoten. Het ingespoten water kan in de vorm van een nevel of een kolom zijn. Zoals het duidelijkst is weergegeven in de fig. ^ en 5, heeft de vulbuis 35 31 tevens twee andere leidingen 5ka. en 5^b daarin. Deze leidingen 800 1 0 55 12 5^a en 5^b zijn verbonden, zoals is te zien in fig. 9, met een waterpomp 50 door middel van waterleidingen 53. De waterpomp 50 is door een leiding 5"! verbonden met een waterbron. De waterpomp 50 pompt door de waterleidingen 53 water in de leidingen 5^a en ^ 5^b. De leidingen 5^a en 5^b komen in de gebogen kamer 70 door middel van de openingen 7^a en 7^b in de wand van de vulbuis 31. Deze ope-ningen kunnen zodanig zijn ontworpen, dat het water, dat de gebogen kamer 70 binnengaat, in de vorm is van een fijne nevel of een kolom.
Het water wordt in de gebogen kamer 70 gepompt wanneer de •,0 zak 10 langs de vulbuis 31 stroomafwaarts wordt gedruk door de klem 31*. Het gevolg van het in de gebogen kamer 70 sproeien van water wanneer de zak wordt verwijderd is, dat de in water oplosbare huls 21 wordt geaktiveerd. Zoals gezegd, veroorzaakt de aanraking van water met de in water oplosbare huls een gedeeltelijk oplossen van ie de polymeer. Wanneer de tegenover elkaar liggende oppervlakken van ? 21 de bevochtigde polymeerfoeliehuls/na het oplossen als gevolg van bevochtiging in aanraking komen worden na een daaropvolgend verdampen van het water op natuurlijke of mechanische wijze, het poly-meermateriaal door harden aan elkaar gelast als in hoofdzaak een » 20 eendelige foelie. Dit lassen sluit niet alleen de klepkeel 23 af, maar heft deze feitelijk op. Het afsluiten en opheffen van de klepkeel 23 verschaft een doorzeefdichte afsluiting met betrekking tot de inhoud 25 van de zak 10.
Het is dus duidelijk, dat het gebruik van de gebogen kamer 25 70 samen met het inspuiten van hulplucht- en water, een aantal doeleinden tot stand b'rengt en het falen van de stand van de techniek opheft. Zoals uiteengezet, doet het inspuiten van een luchtstroom onder hoge druk in de kamer gedurende het vullen, een tijdelijke afsluiting vormen tussen de polymeerhuls 21 en de vulbuis 31 30 gedurende het vullen. Het na het voltooien van het vullen inspuiten van water bevochtigd het polymeeroppervlak 21 voor het zodoende vergemakkelijken van het blijvend afsluiten van de zak 10 nadat deze is gevuld. Zoals weergegeven bij de voorkeursuitvoeringsvorm, worden vier afzonderlijke buizen 61fa, 6i*b, 5^a en 5^b gebruikt voor 35 het in de gebogen kamer jO spuiten van de lucht en het water. Ook 800 1 0 55 13 kan een enkele "buis worden gebruikt voor het inspuiten van lucht en éên enkele buis voor het inspuiten van water. Volgens nog een andere mogelijkheid, kan een enkele buis zowel het inspuiten van lucht als het inspuiten van water verschaffen met het op juiste 5 wijze door kleppen leiden van lucht en water door de buis.
De hiervoor beschreven uitvinding omvat ook een werkwijze voor het vullen en sluiten van een zak, voorzien van een vulmond met een klep, die in dezelfe richting zich uitstrekkende daarin is aangebracht, en inwendig is bekleed met een in water oplosbaar 10 afsluitmateriaal. In beginsel brengt de werkwijze het over de vul-buisplaatsen mee van de mond van de zak, door welke vulbuis in te brengen materiaal gaat tot in de zak. De zak wordt dan op de vulbuis vastgeklemd, welk klemmen samen het gewicht van de zak zodoende een afsluiting vormt tussen de bovenste helft van de klep en de vulbuis. 15 Een gebogen kamer wordt dan bepaald rond de onderste helft van de buis. De kamer heeft als de bovenste en onderste begrenzing daarvan de buitenwand van de buis en de binnenwand van de klep. Nadat het vullen/Se11 zak onder druk is begonnen, wordt lucht onder een hoge druk in de kamer gespoten. Het inspuiten verschaft, zoals besproken, 20 een venturiwerking. De venturiwerking veroorzaakt een drukverlaging in het gedeelte van de kamer dat het dichtst bij het open einde ligt van de buis, met als gevolg het aan de onderste helft van de buis hechten van de onderste helft van de klep in het gebied tussen het open einde van de buis en de kamer. Het hechten van de klep aan de 25 buis vormt zodoende een afsluiting tussen het onderste binnenopper-vlak van de klep en het onderste buitenoppervlak van de buis. Dezak wordt dan gevuld met het gewenste volume, waarna het spuiten van lucht in de kamer en het met materiaal vullen van de zak, ophoudt. •Dan wordt water in de kamer gespoten wanneer de klem de zak langs de 30 vulbuis stroomafwaarts drukt. Het water aktiveert de polymeerfoelie, waardoor tegenover elkaar liggende zijden van de klep in aanraking worden gebracht voor het zodoende afsluiten van de zak.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te 35 treden.
80 0 1 0 55

Claims (17)

1U
1. Inrichting voor het vullen en sluiten van een klepzak, voorzien van een vulmond, die een keel "bevat, waarin zich een in water oplosbaar afsluitmateriaal bevindt, dat althans een gedeelte-5 van de keel bedekt, welke inrichting een vulbuis bevat, verbonden met een bron met vulmateriaal, gekenmerkt door een klem voor het tegen de bovenste helft van de vulbuis houden van de bovenste helft' van de mond van de zak wanneer deze wordt gevuld voor het zodoende vormen van een tijdelijke afsluiting tussen het bovenste gedeelte 1 o van de keel en het bovenste gedeelte van de vulbuis, en voor het van de vulbuis afdrukken van de zak nadat deze met het gewenste volume is gevuld, door middelen voor het door de vulbuis onder druk in de zak spuiten van het materiaal, door een gebogen kamer, die zich rond de onderste helft van de vulbuis bevindt, door middelen voor het wanneer de zak wordt gevuld in de kamer spuiten van lucht onder een hogere druk dan die waarmee het materiaal in de zak wordt gespoten, welke luchtinspuiten een venturiwerking veroorzaakt, die een wegzuigen veroorzaakt van de lucht tussen het einde van de vulbuis en de kamer, welk wegzuigen het aan het onderste gedeelte van 20 de vulbuis hechten tot gevolg heeft van het onderste gedeelte van de keel voor het zodoende tijdelijk afsluiten van de zak aan de vulbuis * gedurende het vullen, door middelen voor het stilzetten van het spuiten van materiaal in de zak en het spuiten van lucht in de kamer wanneer de zak met het gewenste volumemateriaal is gevuld, en door 25 middelen voor het in de kamer spuiten van water wanneer het inspuiten van lucht is opgehouden, welke inspuiten van water plaatsvindt wanneer de zak van de vulbuis wordt afgedrukt door de klem, en zodoende het in water oplosbare afsluitmateriaal aktiveert, dat zich in de keel bevindt, waarna dit geaktiveerde afsluitmateriaal aan elkaar 30 hecht en blijvend de zak sluit nadat deze is gevuld.
2. Inrichting voor het vullen en sluiten van een klepzak, voorzien van een vulmond met een afsluitbare klep daarin, welke klep het inwendige vormt van de mond en een keel bevat, die althans gedeeltelijk is bekleed met een afsluitmateriaal in de vorm van een in 35 water oplosbare polymeerfoelie, gekenmerkt door een vulbuis, voor- 800 1 0 55 zien van een open einde, dat in de keel kan vorden geplaatst voor het in de zak leiden van materiaal, welke vulbuis een kleinere buitendiameter heeft dan de diameter van de mond, en in de mond van de zak wordt gestoken, waarbij een open, halve maanvormige 5 ruimte in het algemeen wordt gevormd tussen het onderste gedeelte van de vulbuis en het onderste gedeelte van de mond, door een klem voor het tegen de bovenste helft van de vulbuis vasthouden van de bovenste helft van de mond van de zak en derhalve het bovenste gedeelte van de keel voor het zodoende tijdelijk afsluiten van het 10 bovenste gedeelte van de zak gedurende het vullen, en voor het van de vulbuis afdrukken van de zak nadat deze is gevuld, door een hydraulische bedieningsmiddel, dat is verbonden met de klem en deze regelt voor het plaatsen daarvan tegen de bovenste helft van de vulbuis wanneer de zak wordt gevuld, en het van de vulbuis afdruk-15 ken daarvan nadat de zak is gevuld voor het zodoende helpen bij het verwijderen van de zak, door middelen voor het onder druk in de vulbuis spuiten van het materiaal, waarmee de zak moet worden gevuld, door middelen voor het bepalen van een gebogen kamer rond de onderste helft van de vulbuis in de open ruimte, verschaft 20 tussen het onderste gedeelte van de vulbuis en het onderste gedeelte van de keel, waardoor de bovenste en ondeste zijden van de kamer worden bepaald door de onderste zijde van de vulbuis en het onderste gedeelte van de keel, door een aantal luchtinspuitbuizen in de vulbuis, en lopende vanuit de vulbuis tot in de kamer voor het 25 daarin leiden van een luchtstroom, door een aantal waterinspuitbuizen in de vulbuis, en zich'uitstrekkende vanuit de vulbuis tot in de kamer voor het daarin leiden van water, door middelen voor het tijdens het vullen van de zak spuiten van een luchtstroom in de luchtinspuitbuizen onder een hogere druk dan waarmee het materiaal wordt inge-30 spoten, welk inspuiten een venturiwerking veroorzaakt, die een verlaging tot gevolg heeft van de luchtdruk in het gedeelte van de kamer het dichtst bij het open einde van de vulbuis, welke drukver-laging het onderste gedeelte van de keel doet hechten aan het onderste gedeelte van de vulbuis in het gebied tussen het open einde van 35 de vulbuis en de kamer, welk hechten zodoende een tijdelijke aSLuiting 800 1 0 55 vormt tussen het onderste binnenoppervlak van de keel en het onderste buitenoppervlak van de vulbuis wanneer de zak wordt gevuld, door middelei voor het spuiten van water in de waterinspuitbuizen nadat het luchtinspuiten en het materiaal inspuiten zijn opgehouden, 5 welk waterinspuiten plaatsvindt wanneer de zak van de vulbuis wordt afgedrukt door de klem, en zodoende de in water oplosbare polymeer-bekleding op tegenover elkaar liggende zijden van de keel aan elkaar doet hechten voor het zodoende blijvend afsluiten van de zak nadat deze is gevuld, en door regelmiddelen voor het aanzetten van het 10 spuiten van materiaal in de zak en van lucht in de kamer wanneer de zak op de vulbuis is geplaatst, verder voor het stilzetten van het inspuiten van materiaal en van lucht en het aanzetten van het inspuiten van water wanneer de zak met het gewenste volume is gevuld, en voor het verder inspuiten van water totdat de zak is verwijderd 15 van de vulbuis.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vulbuis een ronde buis omvat, die aan een einde open is en daaronder een hoek is afgesneden met betrekking tot de lengtehartlijn van de buis, welke hoekrichting van het einde helpt bij het in de zak lei-20 den van het materiaal, welke vulbuis aan het andere einse is ver- Ψ bonden met de middelen voor het in de zak spuiten van het materiaal. h. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de klem een U-vormig deel omvat, dat past op de kromming van de vulbuis, en middelen voor het verbinden van dit U-vormige deel met de hy-25 draulische bedieningsmiddelen.
5. Inrichting'volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de hydraulische bedieningsmiddelen een hydraulische fluïdumbron omvatten, verder een daarmee verbonden hydraulische motor die de drukhoogte van het fluïdum verhoogt tot een hoogte, nodig voor het bedienen 30 van de klem, verder een eerste hydraulische zuiger, verbonden met de hydraulische motor voor het naar beneden bewegen van de klem voor het aangrijpen van de zak, wanneer deze wordt gevuld, en een tweede hydraulische zuiger, verbonden met de hydraulische motor voor het in horizontale richting langs de vulbuis bewegen van de klem 35 nadat de zak is gevuld. 800 1 0 55
6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het in de vulhuis onder druk spuiten van het materiaal een transporteur omvatten, verbonden met de materiaalbron voor het naar de inrichting leiden daarvan, verder een ventilator, 5 die is opgesteld onder het einde van de transporteur en verbonden met de vulbuis voor het vanaf de transporteur in de vulbuis tot in de zak blazen van het materiaal, en middelen voor het verbinden van de vulbuis met de ventilator.
7. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 10 middelen voor het bepalen van een gebogen kamer rond de onderste helft van de vulbuis, een gesloten, verhoogde rug omvatten op het onderste buitenoppervlak van de vulbuis.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de gesloten, verhoogde rug een draadlus omvat, gehecht aan het onder- 15 ste buitenoppervlak van de vulbuis.
9. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de luchtinspuitbuis een smalle leiding omvat, die zich volledig in de vulbuis bevindt voor het naar de kamer leiden van een luchtstroom, verder een doorgang, die zich uitstrekt vanaf de leiding door de V 20 wand van de vulbuis tot in de gebogen kamer voor het spuiten van lucht in de keel, een tweede doorgang, verbonden met het andere einde van de leiding voor het verbinden daarvan met het gebied buiten de vulbuis, en een middel voor het verbinden van de luchtbron, welk middel zich uitstrekt van buiten de vulbuis door de 25 tweede doorgang voor het verbinden van de leiding met de middelen voor het spuiten van een luchtstroom in de inspuitbuis.
10. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de waterinspuitbuis een smalle leiding omvat, die zich volledig in de vulbuis bevindt voor het naar de kamer leiden laneen waterstroom, 30 verder een doorgang, die zich uitstrekt vanaf éên einde van de leiding door de wand van de vulbuis tot in de gebogen kamer voor het daarin spuiten van een waterstroom,een tweede doorgang, verbonden met het andere einde van de leiding voor het verbinden daarvan met het gebied buiten de vulbuis, en middelen voor het verbinden 35 met een waterbron, welke middelen zijn bevestigd aan de tweede 800 1 0 55 ι8 doorgang voor het verbinden van de leiding met de middelen voor het spuiten van een waterstroom in de waterinspuithuis.
11. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het spuiten van lucht in de luchtinspuithuis een 5 luchtcompressor omvatten voor het opwekken van een persluchtstroom, verder middelen voor het verbinden van de luchtcompressor met de luchtinspuithuis en regelmiddelen voor het in en uit schakelen van de compressor.
12. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 10 de middelen voor het inspuiten van water een waterpomp omvatten voor het spuiten van een stroom water onder druk in de waterinspuit-huis, verder middelen voor het verbinden van een waterbron met de waterpomp, middelen voor het verbinden van de waterpomp met de vulbuis, en regelmiddelen voor het in en uit schakelen van de 15 waterpomp.
13. Inrichting volgnns conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het inspuiten van water een middel bevatten voor het inspuiten van een waterkolom of een waternevel. 1U. Werkwijze voor het tijdelijk sluiten van een klepzak 20 wanneer deze wordt gevuld met materiaal, en het blijvend sluiten daarvan nadat het vullen is voltooid, welke zak is voorzien vaneen vulmond, die een keel bevat, waarin zich een in water oplosbaar afsluitmateriaal bevindt, dat althans een gedeelte van de keel bedekt, waartqj het vullen tot stand wordt gebracht door het over een vulbuis 25 plaatsen van de mond, en het door de buis in de zak onder druk spuiten van het materiaal, gekenmerkt door het tijdens het vullen van de zak in een gebogen kamer bij het onderste buitengedeelte van de vulbuis spuiten van lucht, welke inspuiten plaatsvindt onder een hogere druk dan die waarmee het materiaal in de zak wordt gespo-39 ten, en zodoende een venturiwerking verschaft, die het gebied leegzuigt tussen de kamer en het einde van de buis, welk leegzuigen het onderste gedeelte van de mond doet hechten aan het onderste gedeelte van de vulbuis voor het zodoende tijdelijk afsluiten van de mond op de vulbuis wanneer de zak wordt gevuld, het wanneer de 35 zak tot de gewenste hoogte is gevuld stilzetten van het vullen daarvan, 800 1 0 55 en het in de kamer spuiten van lucht, en het in de kamer spuiten van water en het verwijderen van de zak vanaf de vulbuis, welk inspuiten van water het in water oplosbare afsluitmateriaal, dat de keel van de mond bekleedt, aan elkaar doet hechten voor het zo-5 doende blijvend afsluiten van de zak nadat deze is gevuld met de gewenste hoeveelheid materiaal.
15· Werkwijze voor het vullen en sluiten van een klepzak, voorzien van een vulmond met een daarin aangebracht klep, die inwendig is bekleed met een in water oplosbaar afsluitmateriaal, 10 gekenmerkt door het plaatsen van de mond van de zak met de klep over het open einde van een vulbuis, door welke vulbuis het in de zak te plaatsen materiaal gaat, door welk plaatsen de klep rond de vulbuis komt, het aan de vulbuis vastklemmen van de bovenste helft van de mond, welk vastklemmen samen met het gewicht van de zak 15 zodoeride de bovenste helft van de klep op de vulbuis afsluit, het bepalen van een gebogen kamer rond de onderste helft van de buis, welke kamer als de bovenste en onderste begrenzing daarvan de buitenwand van de buis en de binnenwand van de klep heeft, het met het materiaal vullen van de zak, welk vullen plaatsvindt onder > 20 een druk, het onder hoge druk in de kamer spuiten van lucht gelijktijdig met het vullen van de zak, welk inspuiten een verlaging geeft van de luchtdruk in het gedeelte van de kamer het dichtst hij het open einde van de vulbuis, welke drukverlaging een venturi-werking verschaft, die de onderste helft van de klep doet hechten 25 aan de onderste helft van de buis in het gebied tussen het open einde van de buis en de kamer, welk hechten zodoende een tijdelijke afsluiting vormt tussen het onderste binnenoppervlak van de klep en het onderste buitenoppervlak van de buis wanneer de zak wordt gevuld, het wanneer de zak met het gewenste volumemateriaal is 30 gevuld stilzetten van het vullen en het in de kamer spuiten van lucht, het in de kamer spuiten van water, waardoor het in water oplosbare materiaal op de binnenoppervlakken van de klep wordt geaktiveerd en blijvend aan elkaar hecht voor het zodoende blijvend sluiten van de zakmond en derhalve de zak.
16. Werkwijze volgens conclusie 15» gekenmerkt door de stap 800 1 0 55 van het vanaf de vulbuis wegbewegen van de zak tijdens het inspuiten van water.
17. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.
18. Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. > Ψ 80 0 1 0 55
NL8001055A 1979-02-21 1980-02-21 Werkwijze en inrichting voor het vullen en sluiten van zakken. NL8001055A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US1320179A 1979-02-21 1979-02-21
US1320179 1979-02-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001055A true NL8001055A (nl) 1980-08-25

Family

ID=21758776

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001055A NL8001055A (nl) 1979-02-21 1980-02-21 Werkwijze en inrichting voor het vullen en sluiten van zakken.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE881838A (nl)
DE (1) DE2944369A1 (nl)
FR (1) FR2449596A1 (nl)
GB (1) GB2046696A (nl)
NL (1) NL8001055A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3376412D1 (en) * 1982-01-30 1988-06-01 Nakajima Seisakusho Co Apparatus for filling and sealing a sack with sealing member
DE3409686A1 (de) * 1984-03-16 1985-09-19 Haver & Boecker, 4740 Oelde Verfahren und vorrichtung zum schliessen des ventils eines mittels einer fuellmaschine gefuellten sackes
AU3931502A (en) * 2000-11-20 2002-06-03 Stone Container Corp Apparatus and method for filling and sealing valved bags
US6932508B2 (en) 2002-12-20 2005-08-23 Smurfit-Stone Container Enterprises, Inc. Positive valve closure for plastic-lined bags and method for making same
CN107244436B (zh) * 2017-06-27 2023-11-03 上海鸿研物流技术有限公司 辅助灌装设备及液体灌装系统和液体灌装方法

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2799465A (en) * 1955-02-28 1957-07-16 Clarence F Carter Method and apparatus for filling receptacles
GB1538876A (en) * 1975-10-03 1979-01-24 American Colloid Co Valve-type bags and method of sealing them
US4003188A (en) * 1975-11-24 1977-01-18 Black Products Company Valve bag filler, handling and sealing system

Also Published As

Publication number Publication date
FR2449596A1 (fr) 1980-09-19
DE2944369A1 (de) 1980-09-18
GB2046696A (en) 1980-11-19
BE881838A (fr) 1980-06-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1102970A (en) Apparatus for sewer cleaning and the like
NL8001055A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vullen en sluiten van zakken.
US5497864A (en) Hydraulic brake bleeder apparatus
US20100133206A1 (en) Garnet extraction system and method for using the same
JP7085209B2 (ja) 廃棄物を処理するための方法、装置およびシステム
JP3969712B2 (ja) 袋詰め包装機における脱気方法及び脱気装置
WO1993001008A1 (en) Parts washer
US7674248B2 (en) Medical suction apparatus and methods for draining same
US4574720A (en) Method and apparatus for filling valved bags
US5598955A (en) Gasoline dispensing container with safety feature
EP0618770A1 (en) Sizer apparatus having shiftable horn
JPH11248069A (ja) 管継手
JPS5837857B2 (ja) 塗剤の塗布装置
JPS61245527A (ja) 感光剤塗布装置
MXPA01000235A (es) Sistema distribuidor de fluidos de un solo impulso.
EP3901066A1 (en) A method of introducing an amount of liquid into a package, as well as a filling device
CN214416879U (zh) 一种取胶装置
JPH0640708Y2 (ja) 風量吸引車
FR2711338A1 (fr) Dispositif de transfert de carburant depuis une poche annexe à la poche principale d'un réservoir de carburant.
JPH07560Y2 (ja) 高圧空気を利用した吸引装置
EP0880631A1 (en) Material outfeeding device for vehicles
JPH0123361B2 (nl)
JPH0738343Y2 (ja) 風量吸引車
JPH067167Y2 (ja) コンクリ−トポンプの輸送管洗浄装置
JPS5898540A (ja) 吸引車

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed