NL8000939A - Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding. - Google Patents
Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000939A NL8000939A NL8000939A NL8000939A NL8000939A NL 8000939 A NL8000939 A NL 8000939A NL 8000939 A NL8000939 A NL 8000939A NL 8000939 A NL8000939 A NL 8000939A NL 8000939 A NL8000939 A NL 8000939A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- arms
- carrying
- person
- support
- engagement
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1013—Lifting of patients by
- A61G7/1017—Pivoting arms, e.g. crane type mechanisms
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1049—Attachment, suspending or supporting means for patients
- A61G7/1051—Flexible harnesses or slings
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1049—Attachment, suspending or supporting means for patients
- A61G7/1061—Yokes
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G2200/00—Information related to the kind of patient or his position
- A61G2200/30—Specific positions of the patient
- A61G2200/34—Specific positions of the patient sitting
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G2200/00—Information related to the kind of patient or his position
- A61G2200/50—Information related to the kind of patient or his position the patient is supported by a specific part of the body
- A61G2200/52—Underarm
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61G—TRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
- A61G7/00—Beds specially adapted for nursing; Devices for lifting patients or disabled persons
- A61G7/10—Devices for lifting patients or disabled persons, e.g. special adaptations of hoists thereto
- A61G7/1073—Parts, details or accessories
- A61G7/1076—Means for rotating around a vertical axis
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Nursing (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Invalid Beds And Related Equipment (AREA)
Description
P & c ? w 5595-1 Ned. * *
Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding, voorzien van een vrij uitstekend « op een gestel gemonteerde draaghefboom en een vanaf het vrije einde daarvan neerhangend steunorgaan, welk steunorgaan een bovengelegen 5 dwarsdeel heeft met een stel aangrijpingspunten voor de uiteinden van een bovenste, achter de rug en onder de armen van de te dragen persoon te leiden draagband, terwijl zich onderaan een stel aangrijpingspunten bevinden voor de uiteinden van een direct achter de knieholten onder de bovenbenen te leiden draagelement. Een dergelijke inrichting is 10 bekend uit het Nederlands octrooischrift 110.348, alsook uit het
Amerikaanse octrooischrift 3.694.829. Bij deze bekende inrichting wordt het dwarsdeel van het steunorgaan gevormd door een naar weerszijden van het middenlangsvlak van het steunorgaan uitstekende stang, die aan zijn beide vrije einden is voorzien van verdikkingen, waarachter aan de 15 vrije uiteinden van de bovenste draagband aangebrachte bevestigingsogen kunnen grijpen.
Een in de praktijk ondervonden bezwaar van deze bekende inrichting is, dat in een minder goede fysieke toestand verkerende personen alsook personen met een verminderde spierbeheersing de neiging 20 hebben uit de bovenste draagband weg te zakken en tenslotte in een ongemakkelijke houding op de zijwaarts gebogen bovenarmen blijven hangen.
De uitvinding beoogt aan dit bezwaar tegemoet te komen. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat het dwarsdeel van het steunorgaan zodanig is uitgevoerd, dat de betreffende aangrijpingspunten 25 in onbelaste toestand een gespreide positie ten opzichte van elkaar innemen, doch in de draagpositie van de inrichting onder invloed van de dan door de bovenste draagband erop uitgeoefende krachten naar elkaar toe worden bewogen.
Bij de inrichting volgens de uitvinding liggen de aangrijpings-30 punten voor de draagband-uiteinden in onbelaste toestand dus even ver uit elkaar als bij de bekende inrichting, hetgeen het aanleggen van de draagband om het bovenlichaam van een nog op een bed of in een 80 0 0 9 39 ' · ί 1 2 rolstoel zittende persoon vergemakkelijkt. Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt echter, zodra de draagband bij het van het bed respectievelijk uit de rolstoel opheffen van de te dragen persoon wordt belast, steviger om het bovenlichaam gespannen, waardoor het gevaar 5 voor onderuitzakken wordt tegengegaan. De aangrijpingspunten voor de draagband zullen daarbij des te sterker meegeven en derhalve de draagband dus beter om het bovenlichaam doen sluiten, naarmate het gewicht van de gedragen persoon groter is.
In een praktische uitvoeringsvorm volgens de uitvinding 10 bestaat het dwarsdeel uit twee om in of nabij het middenlangsvlak van het steunorgaan gelegen assen scharnierende armen, die vanuit een maximale spreidpositie tegen veerwerking in naar een stand met een kleinere spreidhoek zwenkbaar zijn. Bij voorkeur zijn de armen daarbij gekoppeld door op de scharnierassen ervan aangebracht tandwiel(segment)en. 15 Op deze wijze wordt bereikt, dat de armen ondanks eventuele verschillen in grootte van de erop uitgeoefende krachten, toch steeds dezelfde hoekverdraaiing uitvoeren en eventuele neigingen tot scheefhangen worden tegengegaan.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding, waarbij het 20 steunorgaan op op zichzelf bekende wijze is bevestigd aan het benedeneinde van een vertikale as, die draaibaar is gelegerd in een aan het vrije einde van de draaghefboom aanwezige bus, zijn de scharnierassen van de armen gemonteerd tussen de flenzen van een in doorsnede volgens het middenlangsvlak van het steunorgaan U-vormig, met de opening naar de te dragen 25 persoon gericht deel, dat met de bovenste flens vastzit aan de vertikale as.
In het bijzonder is het U-vormige deel daarbij aan zijn einden voorzien van wangen, die de tussen de flenzen gelegen ruimte aan die einden afsluiten en begrenzingsaanslagen voor de schuin vanuit de ruimte naar 30 buiten reikende armen vormen, terwijl zij onder de schuin naar buiten reikende armen door zijn verlengd tot een tweetal vorkbenen, die aan hun vrije einden een as ondersteunen, waarom op op zichzelf bekende wijze ten minste één vanaf de zijde van de te dragen persoon schuin naar beneden gerichte, het onderste draagelement dragende steunstang in de richting 35 van een meer liggende positie schamierbaar is. Door het scharnierpunt voor de steunstang aldus naar de te dragen persoon toe te verleggen, -3- 80 0 0 9 39 3 zal het zwaartepunt van de gedragen persoon zich in zithouding ongeveer recht onder de scharnierpunt bevinden, zodat het steunorgaan zich onder invloed van'bet gewicht van de gedragen persoon automatisch in de zitpositie instelt. Dit betekent een voordeel ten opzichte van de bekende inrichting 5 volgens het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift, waarbij het steunorgaan onder invloed van het gewicht van de gedragen persoon juist de lighouding wil aannemen en een grendelhefboom moet worden bediend om de gedragen persoon in de zithouding te houden.
In bijzondere gevallen kan het een bezwaar vormen, dat de 10 bovenste draagband door de werking van de door de uitvinding voorgestelde armen om het bovenlichaam wordt gespannen. Voor een dergelijk geval is volgens de uitvinding een blokkeerorgaan aanwezig, waarmede de armen in hun maximale spreidpositie kunnen worden geblokkeerd. Bij voorkeur is dit blokkeerorgaan vanuit een onwerkzame positie tussen de vorkbenen 15 naar een werkzame positie tussen de armen opklapbaar gemonteerd.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij van het gestel slechts het bovenste gedeelte 2Ü met streeplijnen is aangegeven; fig. 2 is een zijaanzicht, waarbij de inrichting in de werkzame zit-draagstand is weergegeven en fig. 3 is een bovenaanzicht van het dwarsdeel van het steunorgaan.
De in de tekening weergegeven inrichting bestaat uit een 25 ondergestel 1, dat van een op zichzelf bekend type, bijvoorbeeld van een type als weergegeven in één der beide bovengenoemde octrooischriften, kan zijn en daarom in de tekening slechts gedeeltelijk is afgebeeld.
Met 2 is een kolom met een daarvan vrij uitstekende draaghefboom 3 aangegeven, welke kolom op bekende wijze vertikaal in het ondergestel jO kan worden gestoken en daaruit kan worden verwijderd. De eigenlijke draaghefboom bestaat uit een tweetal evenwijdige, scharnierend aan de ' kolom 2 bevestigde armen 3a en 3b, die aan hun vrije einden zijn verbonden door een verbindingsscharnierstuk 4, waarvan de scharnierpunten 4a, 4b samen met de scharnierpunten 2a en 2b op de kolom 2 de 35 hoekpunten van een parallelogram vormen. De draaghefboom 3 kan in de pijlrichting I op en neer worden bewogen door middel van een met een 800 0 9 39 ' η " * 4 .
handhefboom 6 te bedienen hydraulische zuiger-cilinderinrichting 5, waarvan de cilinder scharnierend op een met de kolom 2 verbonden deel 7 is gemonteerd, terwijl het vrije plunjerstangeinde 5a op korte afstand van de kolom 2 aangrijpt op een der evenwijdige armen 3a. Het ver-5 bindingsscharnierstuk 4 draagt een evenwijdig aan de kolom 2 gelegen bus 8, die als gevolg van de beschreven parallelogramconstructie bij het op en neerbewegen van de draagarm een vertikale positie behoudt.
Het steunorgaan 9, waarop de uitvinding betrekking heeft, is met een vertikale as 10 in de pijlrichting II draaibaar in de bus 8 10 gelegerd.
Het steunorgaan 9 bestaat verder uit een aan het benedeneinde van de as 10 bevestigd dwarsdeel 11 met scharnierende amen 12a en 12b, alsmede een drietal steunstangen 13a, 13b en 13c. Het dwarsdeel 11 bevat een in dwarsdoorsnede ü-vormig huis 14, waarvan de flenzen 14a 15 en 14b, in dwarsdoorsnede gezien, een hellende stand van bijvoorbeeld 30° ten opzichte van het horizontale vlak innemen. De amen 12a en 12b zijn elk met één einde draaibaar gemonteerd in de ruimte tussen de flenzen 14a en 14b van het huis 14.en wel om loodrecht op die flenzen staande assen 15 (zie fig. 2) die op korte afstand aan weerszijden van 20 het middenlangsvlak van het huis zijn gelegen. De amen 12a en 12b zijn gekoppeld door middel van aan de betreffende armeinden bevestigde rondsels of tandsegmenten 15a, 15b .. , waarvan de assen samenvallen met de draaiingsassen 15. In fig. 1 en 3 nemen de amen 12a en 12b hun maximum spreidstand in. In deze stand liggen de amen 12a en 12b aan 25 tegen de naar voren gerichte randen van de wangen 16a en 16b, die het huis 14 aan de dwarseinden afsluiten en dus begrenzingsaanslagen voor de amen 12a en 12b vormen. Een of meer in het huis ondergebrachte, in de tekening niet nader weergegeven veren trachten de amen 12a en 12b in de getekende maximum spreidstand te houden. De vrije einden van de 30 amen 12a en 12b zijn uitgevoerd in de vorm van haken, bestemd voor het opnemenvan de ogen 17, die aan de einden van de bovenste draagband 18 zitten (zie fig. 2).
De wangen 16a en 16b zijn onder de amen 12a en 12b door in voorwaartse richting, d.w.z. naar de van de gesloten zijde van het huis 35 14 afgekeerde zijde, verlengd tot een tweetal vorkbenen 19a resp. 19b.
Met 20 is een as weergegeven, die in de vrije einden van de vorkbenen 80 0 0 9 39 -5- 5 r» j.
19a en 19b draaibaar is gelegerd. Op het tussen de beide vorkbenen gelegen gedeelte van deze as is de middelste steunstang 13a bevestigd, terwijl op elk der buiten de vorkbenen 19a en 19b uitstekende einden van de as 20 een houder 21 is bevestigd, waarin het boveneinde van een 5 opzij gelegen steunstang 13b resp. 13e om een dwars ten opzichte van de as 20 gelegen scharnieras zwenkbaar is gemonteerd. De drie steun-stangen 13a, 13b en 13c zijn in een gemeenschappelijk vlak gelegen. Daarbij kunnen de beide zijsteunstangen 13b en 13c vanuit de in fig. 1 weergegeven positie, waarin zij (bijvoorbeeld onder invloed van een niet nader 10 weergegeven veer) zover mogelijk om hun scharnierassen naar buiten zijn gezwaaid, volgens de pijlen III naar binnen worden gedraaid.
De vrije einden van de vorkbenen 19a, 19b en het naafdeel van de middelste steunstang 13a zijn voorzien van samenwerkende aanslag-vlakken 23, die de draaibeweging van de steunstangen 13a, 13b en 13c 15 begrenzen. Fig.1 laat een der beide grensstanden zien en wel die stand, welke (nagenoeg) overeenkomt met de stand, die de steunstangen in de zitpositie van de te dragen persoon innemen. Vanuit de stand volgens fig. 1, kunnen de steunstangen in de richting van de pijlen IV scharnieren naar een stand, die correspondeert met een meer liggende stand van de 20 te dragen persoon.
De steunstangen 13a, 13b en 13c zijn voorzien van aangrijpingspunten voor de met 24 aangegeven onderste draagband. Deze aangrijpingspunten worden gevormd door zich in de zithouding ongeveer horizontaal evenwijdig aan het middenlangsvlak van het steunorgaan uitstrekkende pennen 25 25a, 25b en 25c. De buitengelegen pennen 25b en 25c zijn daarbij voorzien van haken 26 voor het opnemen van de aan de einden van de draagband 24 aanwezige ogen 27. De middelste pen 25a dient eenvoudig als oplegsteun voor het midden van de draagband 24. De pennen 25a, b, c zijn daarbij bevestigd op ruiters 28, die langs de betreffende steunstangen 13a-c 30 verschuifbaar zijn en met klemschroeven in de gewenste stand vastzetbaar zijn.
Voor het opnemen van een persoon vanaf een bed of vanuit een rolstoel, laat men de draaghefboom 3 door het ontlasten van de zuiger-cilinderinrichting 5, in een positie, waarin zich het steunorgaan 9 35 boven de op te nemen persoon bevindt, zo ver zakken dat de ogen 17 aan de einden van de om de rug en onder de armen van de op te nemen persoon 80 0 0 9 39 - 6 .
' i * 6 door geleide draagband 18 gemakkelijk op de haakvormige vrije einden van de zich in de spreidpositie volgens fig. 1 bevindende armen 12a en 12b kunnen worden gehaakt. Daarbij is het van belang, dat de steunstangen 13a, 13b, 13c in de richting van pijl IV naar een meer liggende positie 5 kunnen zwenken. Vervolgens wordt de onderste draagband 24 direct achter de knieën onder de bovenbenen van de te dragen persoon door geleid en op de middelste pen 25a opgelegd en aan de buitenste pennen 25b en 25c vastgehaakt. Door bediening van de hefboom 6 wordt de draaghefboom naar boven gedraaid en wordt de patiënt van het bed respectievelijk uit de 10 rolstoel gelicht, waarbij de armen 12a en 12b naar elkaar toe bewegen en de steunstangen 13a-13c onder invloed van het gewicht van de patiënt naar de zitstand zwaaien.
Bij het naar elkaar toe bewegen van de armen 12a en 12b komt de bovenste draagband 18 stevig om het bovenlichaam van de patiënt 15 gespannen te zitten. In sommige gevallen kan de fysieke toestand van de patiënt zodanig zijn, dat het een bezwaar zou vormen, wanneer de bovenste draagband op de beschreven wijze om het bovenlichaam gepannen zou komen te zitten. Voor een dergelijk geval zijn voorzieningen getroffen om het naar elkaar toe bewegen van de armen 12a, 12b vanuit de spreidstand 20 volgens fig. 1 te voorkomen. Deze voorzieningen worden gevormd door een beugelvormig blokkeerorgaan 29, dat scharnierend tussen de vorkbenen 19a, 19b is gemonteerd en vanuit een onwerkzame positie tussen deze vorkbenen naar een werkzame positie kan worden opgeklapt. In de werkzame positie vormt het blokkeerorgaan 29 een aanslag voor de beide 25 armen 12a, 12b, waardoor deze niet naar elkaar toe kunnen draaien.
Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat de vertikale as 10 in de hoogterichting verstelbaar in de bus 8 is opgenomen. In fig. 1 neemt de as 10 een bovenste stand ten opzichte van de bus 8 in7 welke stand wordt gefixeerd door een borgpen 31, die op de bovenrand van de bus 8 30 respectievelijk van een zich daarop bevindende oplegring aanligt en onder veerwerking vanuit de as 10 naar buiten wordt gedrukt. Door de korijpen 31 tegen veerwerking in naar binnen te drukken, kan men de as 10 ten opzichte van de bus 8 laten zakken naar een onderste stand, waarin de as op een tweede borgpen 32 rust. In deze tweede stand van de as 10 35 is het mogelijk het orgaan 9 op een lager niveau te brengen en kan bijvoorbeeld een persoon vanuit liggende positie van een vloer worden opgetild.
80 0 0 9 39
Claims (10)
1. Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding, voorzien van een vrij uitstekend op een gestel gemonteerde draaghefboom en een vanaf het vrije einde daarvan neerhangend steunorgaan, welk steunorgaan een bovengelegen dwarsdeel heeft met een stel aangrijpings-5 punten voor de uiteindenvan een bovenste, achter de rug en onder de armen van de te dragen persoon te leiden draagband, terwijl zich onderaan een stel aangrijpingspunten bevinden voor de uiteinden van een direct achter de knieholten onder de bovenbenen te leiden draagelement, met het kenmerk, dat het dwarsdeel van het steunorgaan zodanig is uitgevoerd, 10 dat de betreffende aangrijpingspunten in onbelaste toestand een gespreide positie ten opzichte van elkaar innemen, doch in de draagpositie van de inrichting onder invloed van de dan door de bovenste draagband erop uitgeoefende krachten naar elkaar toe worden bewogen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dwarsdeel 15 bestaat uit twee om in of nabij het middenlangsvlak van het steunorgaan gelegen assen scharnierende armen, die vanuit een maximale spreidpositie tegen veerwerking in naar een stand met een kleinere spreidhoek zwenkbaar zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de armen 20 zijn gekoppeld door op de scharnierassen ervan aangebrachte tandwiel- (segment)en.
4. Inrichting volgens conclusies 2-3, met het kenmerk, dat de scharnierassen van de armen een hellende stand in respectievelijk evenwijdig aan het middenlangsvlak van het steunorgaan innemen en wel in een 25 zodanige richting, dat het draaiingsvlak van de armen nagenoeg samenvalt met het vlak van de zich in de werkzame draagposities bevindende bovenste draagband.
5. Inrichting volgens conclusies 2-4, waarbij het steunorgaan is bevestigd aan het benedeneinde van een vertikale as, die draaibaar is 30 gelegerd in een aan het vrije einde van de draaghefboom aanwezige bus, met het kenmerk, dat de scharnierassen van de armen zijn gemonteerd tussen de flenzen van een in doorsnede volgens het middenlangsvlak van het steunorgaan U-vormig, met de opening naar de te dragen persoon gericht deel, dat met zijn bovenste flens vastzit aan de vertikale as.
5. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het 80 0 0 9 39 4 8 U-vormige deel aan zijn einden is voorzien van wangen, die de tussen de flenzen gelegen ruimte aan die einden afsluiten en begrenzings-aanslagen voor de schuin vanuit de ruimte naar buiten reikende armen vormen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de wangen 5 onder de schuin naar buiten reikende armen door zijn verlengd tot een tweetal vorkbenen, die aan hun vrije einden een as ondersteunen, waarom op op zichzelf bekende wijze tenminste één vanaf de zijde van de te dragen persoon schuin naar beneden gerichte, het onderste draagelement dragende steunstang in de richting van een meer liggende positie 10 scharnierbaar is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de aangrijpingspunten langs de steunstang verstelbaar zijn.
9. Inrichting volgens conclusies 2-8, gekenmerkt door een tussen een werkzame en een onwerkzame stand beweegbaar orgaan voor het blokkeren 15 van de armen in hun maximale spreidpositie.
10. Inrichting volgens conclusies 8 en 9, met het kenmerk, dat het blokkeerorgaan vanuit een onwerkzame positie tussen de vorkbenen naar een werkzame positie tussen de armen opklapbaar is gemonteerd. 20 25 30 35 800 0 9 39
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8000939,A NL185609C (nl) | 1980-02-14 | 1980-02-14 | Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding. |
DE8181200128T DE3164797D1 (en) | 1980-02-14 | 1981-02-03 | Apparatus for carrying a person in sitting condition |
EP81200128A EP0034386B1 (en) | 1980-02-14 | 1981-02-03 | Apparatus for carrying a person in sitting condition |
CA000370854A CA1164393A (en) | 1980-02-14 | 1981-02-13 | Apparatus for carrying a person in sitting condition |
DK064881A DK153998C (da) | 1980-02-14 | 1981-02-13 | Apparat til at baere en person i siddende stilling |
US06/234,188 US4409696A (en) | 1980-02-14 | 1981-02-13 | Apparatus for carrying a person in sitting condition |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8000939 | 1980-02-14 | ||
NLAANVRAGE8000939,A NL185609C (nl) | 1980-02-14 | 1980-02-14 | Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000939A true NL8000939A (nl) | 1981-09-16 |
NL185609B NL185609B (nl) | 1990-01-02 |
NL185609C NL185609C (nl) | 1990-06-01 |
Family
ID=19834834
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8000939,A NL185609C (nl) | 1980-02-14 | 1980-02-14 | Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4409696A (nl) |
EP (1) | EP0034386B1 (nl) |
CA (1) | CA1164393A (nl) |
DE (1) | DE3164797D1 (nl) |
DK (1) | DK153998C (nl) |
NL (1) | NL185609C (nl) |
Families Citing this family (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2179625B (en) * | 1985-08-30 | 1988-12-21 | South Coast Hydro Baths Ltd | Lifting system |
DK162371C (da) * | 1985-12-21 | 1992-03-23 | Impro Ltd | Loefteindretning til handikappede |
US4704749A (en) * | 1986-05-23 | 1987-11-10 | Aubert Benjamin A | Body lift and walker for paralytics |
GB2191989B (en) * | 1986-06-13 | 1989-12-13 | Univ Loughborough | Lifting apparatus |
US4942357A (en) * | 1989-08-07 | 1990-07-17 | Eastman Kodak Company | Method of testing a charge-coupled device |
US5379468A (en) * | 1993-04-26 | 1995-01-10 | Cassidy; Joseph P. | Patient-handling apparatus |
DE9402462U1 (de) * | 1994-02-15 | 1994-09-29 | Horcher GmbH, 61130 Nidderau | Vorrichtung zum Heben und/oder Transportieren einer Person |
NL192602B (nl) * | 1994-12-01 | 1997-07-01 | Careflex Holding Bv | Inrichting voor het verplaatsen van een persoon. |
DE19514170A1 (de) * | 1994-12-06 | 1996-06-20 | Horcher Gmbh | Vorrichtung zum Heben und/oder Transportieren einer Person, insbesondere Patientenlifter |
EP0715841B1 (de) * | 1994-12-06 | 1998-02-04 | HORCHER GmbH | Vorrichtung zum Heben und/oder Transportieren einer Person, insbesondere Patientenlifter |
NL1001538C2 (nl) * | 1995-10-31 | 1997-05-02 | Mocare B V | Tiljuk voor een patiëntenheftoestel. |
GB9716705D0 (en) * | 1997-08-08 | 1997-10-15 | Arjo Ltd | Invalid hoists |
DE602004031783D1 (de) * | 2004-06-12 | 2011-04-21 | Simon C D Walker | Vorrichtung zum heben von patienten |
US7356858B2 (en) * | 2004-06-14 | 2008-04-15 | Summers Patrick D | Sit to stand support apparatus |
GB2462585B (en) | 2008-07-31 | 2011-04-20 | Simon Christopher Dornton Walker | Universal patient lifting frame |
US7627912B1 (en) * | 2008-09-08 | 2009-12-08 | Mckinney Thomas Wade | Portable patient transfer system |
EP2901997B1 (en) * | 2014-02-03 | 2019-10-02 | Liko Research & Development AB | Person lift system |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1364820A (en) * | 1920-03-03 | 1921-01-04 | Roy A Smith | Grab |
US1729252A (en) * | 1928-06-23 | 1929-09-24 | Frederic H Emery | Hoisting tackle |
US1889925A (en) * | 1932-01-08 | 1932-12-06 | Leininger Lillie | Invalid conveyer |
US2060722A (en) * | 1935-04-11 | 1936-11-10 | Breslav Jack | Hoist grab |
BE503988A (nl) * | 1951-06-15 | 1951-06-30 | ||
US2649829A (en) * | 1951-07-28 | 1953-08-25 | Conn Ltd C G | Bass clarinet |
US2975434A (en) * | 1958-06-30 | 1961-03-21 | Frederick M Butler | Hospital patient lift attachment |
NL255641A (nl) * | 1960-09-06 | |||
GB950017A (en) * | 1960-10-15 | 1964-02-19 | Johannes Petrus Bakker | Apparatus for carrying persons |
US3131404A (en) * | 1961-09-01 | 1964-05-05 | Pron O Lift Inc | Patient lift |
US3222029A (en) * | 1964-01-20 | 1965-12-07 | Ted Hoyer & Company Inc | Invalid lift |
GB1174894A (en) * | 1966-01-11 | 1969-12-17 | Mecanaids Ltd | Improvements in or relating to apparatus for Handling Disabled Persons |
NL6803205A (nl) * | 1968-03-06 | 1969-09-09 | ||
US3694829A (en) * | 1970-03-18 | 1972-10-03 | Johannes Petrus Bakker | Patient lifting apparatus |
-
1980
- 1980-02-14 NL NLAANVRAGE8000939,A patent/NL185609C/nl not_active IP Right Cessation
-
1981
- 1981-02-03 DE DE8181200128T patent/DE3164797D1/de not_active Expired
- 1981-02-03 EP EP81200128A patent/EP0034386B1/en not_active Expired
- 1981-02-13 US US06/234,188 patent/US4409696A/en not_active Expired - Lifetime
- 1981-02-13 CA CA000370854A patent/CA1164393A/en not_active Expired
- 1981-02-13 DK DK064881A patent/DK153998C/da not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL185609C (nl) | 1990-06-01 |
EP0034386A2 (en) | 1981-08-26 |
NL185609B (nl) | 1990-01-02 |
DE3164797D1 (en) | 1984-08-23 |
EP0034386B1 (en) | 1984-07-18 |
US4409696A (en) | 1983-10-18 |
CA1164393A (en) | 1984-03-27 |
DK153998B (da) | 1988-10-03 |
EP0034386A3 (en) | 1981-09-02 |
DK153998C (da) | 1989-02-13 |
DK64881A (da) | 1981-08-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8000939A (nl) | Inrichting voor het dragen van een persoon in zithouding. | |
NL8603225A (nl) | Hefinrichting voor invaliden. | |
NL2016200B1 (nl) | Zitmeubel | |
US5903935A (en) | Bathing transfer trolley | |
NL8401704A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het omhoog brengen van invaliden. | |
NL1001538C2 (nl) | Tiljuk voor een patiëntenheftoestel. | |
US4100630A (en) | Reclining furniture | |
EP2946757B1 (fr) | Lit médicalisé ayant une position surélevée permettant les mouvements transversaux côté tête | |
EP0262592A2 (en) | Shopping trolley | |
NL9402027A (nl) | Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een persoon. | |
US6112346A (en) | Gurney-wheelchair | |
US4095843A (en) | Height adjustment apparatus for child support | |
EP0495862B1 (fr) | Leve-malade | |
US865006A (en) | Combined ambulance-stretcher and hospital-chair. | |
EP0226682B1 (fr) | Chariot pour le transport des malades | |
JP2949144B2 (ja) | 人体の移乗装置 | |
EP1550427B1 (fr) | Dispositif pour le changement de posture et/ou le transport d'une personne handicapée, notamment pour des soins à domicile | |
NL2000270C2 (nl) | Loopkruk met opstahulp. | |
GB2254780A (en) | Transformable seat and table unit | |
FR2678165A1 (fr) | Dispositif de levage de personnes. | |
NL8300347A (nl) | Verstelbare ligplaats, omvattende een hoofd- en een voetdeel, die scharnierend met elkaar zijn verbonden. | |
BE1008733A3 (nl) | Inrichting voor het verplaatsen van personen. | |
FR2826567A1 (fr) | Dispositif de deambulation pour personnes a mobilite reduite | |
WO2000049985A1 (fr) | Plateforme mobile surbaissee avec un garde corps metallique fixe ou pivotant permettant un court transport des personnes impotentes | |
NL8202512A (nl) | Inrichting voor het optillen en transporteren van patienten. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20000214 |