NL8202512A - Inrichting voor het optillen en transporteren van patienten. - Google Patents

Description

Π- * I 1 825072/Kei j s er

Korte aanduiding: Inrichting voor het optillen en transporteren van patiënten.

De uitvinding betreft een inrichting voor het optillen en transporteren van patiënten, omvattend een basisapparaat met een onderstel dat rijdbaar kan zijn en dat een, door middel van een hydraulische pomp, op» en neer»zwenkbare arm draagt, waaraan, door 5 middel van een koppelstuk en draaiophanging, accessoires kunnen worden opgehangen die de eigenlijke middelen vormen waarmee de patiënten worden gedragen.

Oergelijke inrichtingen worden reeds lang door Aanvraagster in licentie vervaardigd en ze worden op de markt gebracht onder de 10 naam "Stalen Verpleegster".

Het tot nu toe meest gebruikte accessoire van de Stalen Ver» pleegster bestaat uit een stel banden, waarmee de patient in ver» schillende standen kan worden gedragen. In hét bijzonder is een zitstand mogelijk, maar ook een bijna geheel gestrekte liggende 15 stand. De toestellen worden gebruikt voor het verplaatsen van patiënten, maar ook voor het enkel hanteren, bijvoorbeeld om de patiënten een bad te kunnen laten nemen of op het toilet te kunnen zetten. De banden zijn zo uitgevoerd, dat alle gewenste hande» lingen mogelijk zijn. Het belangrijkste voordeel van de bekende 20 inrichting is, dat ook de patient die het moeilijkst te verplaatsen en te hanteren is, nu door één persoon geheel kan worden opgetild, getransporteerd en verzorgd.

De bekende ophanging met banden vertoont enig bezwaar in ver» band met de hygiëne, wanneer men de patient in een bad wil neer» 25 laten. Een ander bezwaar is, dat de banden gestoffeerd zijn met materiaal dat water kan opnemen en dus aanleiding geeft tot na» druipen. Vervolgens is de zithouding van de patient in de banden een obstakel wanneer hij moet worden neergelaten in een bad. Het gebruik van de banden is het niet mogelijk om de patient in een 30 geheel gestrekte toestand te brengen.

De uitvinding wil nu deze problemen ondervangen door het verschaffen van een speciale badstoel.

De uitvinding is gekenmerkt door een accessoire in de vorm van een badstoel, bestaande uit een zitting die voorzien is van een 35 stel ophangstangen, overgaand in een ophangkop, terwijl aan de 82025 1 2 iF ‘ ? - 2 - zijranden van de zitting een beensteun en een rugleaning zijn aangebracht, beide zwenkbaar tussen een zitstand en een volledig gestrekte stand, waarin de patient ligt, terwijl middelen aanwezig zijn om de beensteun en de rugleuning in verschillende standen ten 5 opzichte van de zitting vast te zetten.

Het zal duidelijk zijn, dat hiermee het oogmerk van het in de gestrekte stand van de patient brengen reeds gerealiseerd is. De grondgedachte van de uitvinding laat zich gemakkelijk zodanig realiseren dat geen materialen nodig zijn die aanleiding geven tot 10 afdruipen of tot hygiënische bezwaren bij toepassing in het bad.

Bij voorkeur wordt de inrichting zo uitgevoerd dat de middelen voor het in verschillende standen vastzetten van de beensteun en de rugleuning wordt gevormd door banden, voorzien van een aantal ogen, samenwerkend met pennen of dergelijke middelen aan beensteun 15 resp. rugleuning.

Het is van voordeel, wanneer de beensteun en de rugleuning elk losneembaar zijn ten opzichte van de zitting. Men kan nu, bijvoorbeeld door symmetrische uitvoering van het geheel, de rugleuning ook als beenstuk laten fungeren of omgekeerd. De patient 20 kan dus op. de badstoel worden gezet in een voorkomende stand.

Nu zal de uitvinding in bijzonderheden worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin: - Fig. 1 de badstoel in aanzicht laat zien, en wel met getrokken lijnen in de gestrekte stand, en met streep-stippellijnen in 25 een zitstand, echter zonder de kunststofbekledingen van de zitting, het beenstuk en de rugleuning; - fig. 2 de badstoel van opzij toont, met weglating van beenstuk en rugleuning; fig. 3 de rugleuning toont, gezien volgens de pijl XII in 30 fig. 1; fig. 4 een door IV in fig. 1 aangeduid detail laat zien op grotere schaal en fig. 5aen 5b een hoofdsteun laten zien in vóór- resp. bovenaanzicht.

35 Men ziet uit fig. 1 en 2 dat, van de in zijn geheel door 1 aangeduide badstoel, de zitting 2 gedragen door twee stangen 3 resp. 3* die bovenaan verbonden zijn door een verbindingsstuk 4.

82 0 2 5 1 2 • - · *< - 3 -

De opganging 3, 3', 4 is aangebracht aan de achterzijde van de zitting. Dit is de rand van de zitting die, gezien vanuit de patient vóórdat deze door de "Stalen Verpleegster" wordt opgenomen, achteraan ligt. Men kan ook zeggen dat de achterste rand van de 5 zitting 2, in de in fig. 1 en 2 getekende stand, loodrecht staat op het vlak waarin de draagarm 5 van het toestel op op zichzelf bekende wijze door middel van de hydraulische cylinder 6 op- en neer-beweegbaar is.

Aan de zijranden 7 resp. 7* van de zitting 2 zijn een been-10 steun 8 resp. een rugleuning 9 aangebracht. Die beide delen zijn zwenkbaar ten opzichte van de zijranden van de zitting. In fig. 1 is met getrokken lijnen de geheel gestrekte stand van de delen 8, 2, 9 weergegeven en met streep-stippellijnen een stand waarin de rugleuning 9 omhooggebracht is en de beensteun 8 omlaag, zodat voor 15 de patient een zittende houding kan worden verkregen. De instelling van de gewenste hoogte geschiedt, in de weergegeven voorkeursuitvoering, eenvoudig door middel van een stel banden 10 resp. 11.

Die banden kunnen bevestigd zijn aan het verbindingsstuk 4 en zijn op regelmatige gfstanden voorzien van ogen zoals 12. De beensteun 20 en de rugleuning zijn elk aan een zijkant voorzien van een pen, zodat het gewenste oog 12 van de band daarop kan worden gezet om de hoogtestand in te stellen. Deze verstelling van de stand van de twee zwenkbare stukken 8, 9 kan uiteraard ook plaatsvinden wanneer de patient op de stoel zit. Aldus kan de patient zittend worden 25 opgenomen en verplaatst, vervolgens zal minstens de beensteun horizontaal worden gezet om de patient met gestrekte benen in het bad neer te laten, terwijl tenslotte ook op een gewenst moment de rugleuning omlaaggebracht kan worden, zodat de patient in zijn geheel in horizontale stand in het bad komt te liggen.

30 Na deze beschrijving van de voornaamste onderdelen en de functie van de badstoel volgens de uitvinding, zal nog een aantal met voordeel toegepaste details worden beschreven.

Fig. 3 laat bijvoorbeeld goed zien, dat de onderdelen van de badstoel vervaardigd kunnen zijn met gebruikmaking van buis-35 materiaal. Duidelijkheidshalve zijn in de tekening de bekledingen van de verschillende onderdelen niet weergegeven. Belangrijk is evenwel, dat voor die bekledingen gebruik gemaakt kan worden van 82025 1 2 - 4 - materialen, die niet ait textiel bestaan en daardoor water kannen opnemen om vervolgens aanleiding te geven tot nadruipen, zoals met de banden, waarmee tot nu toe in hoofdzaak werd gewerkt. In het bijzonder kan men een buisframe voor de zitting 2 bedekken met een 5 plaat polyester, terwijl de rugleuning en de beensteun een draagvlak kunnen krijgen van bisonyl, eveneens een kunststof die afneembaar is en geen water opneemt.

Verder ziet men in fig. 3 in de vorm van een boring 13, waarin de (niet weergegeven) pen kan worden gedraaid die samenwerkt met 10 de band 11. De banden 10, 11 voor de instelling kunnen nylonbanden zijn.

Het maken van een scharnierende verbinding van de delen 8 en 9 ten opzichte van het deel 2 zal, bij toepassing van het buismateriaal, geen moeilijkheden geven. Men ziet in fig. 3 een aan-15 zicht van een dergelijke, in zijn geheel door 14 aangeduide schar-nierverbinding. Het zijaanzicht daarvan ziet men op grotere schaal in fig. 4, die overigens in hoofdzaak bedoeld is om te laten zien dat de rugleuning (en op dezelfde manier ook de beensteun) losneembaar is. Daartoe is een kort buisstuk 15 door middel van de schar-20 nierverbinding 14 verbonden met het buismateriaal 16 van de rugleuning 9, terwijl aan het korte buisstuk 15 een, eveneens kort, buisstuk 17 is gelast, waarvan de uitwendige middellijn iets kleiner is dan de inwendige middellijn van het normaal gebruikte buismateriaal, zoals voor het deel 15 en voor het stuk buis 18 dat 25 deel uitmaakt van de zitting 2. Ook op zichzelf bekende wijze kan nu met behulp van een verende pal 19 en een doorboring 20 in het buisstuk 18 de rugleuning worden verwijderd. Men kan nu voor rugleuning en beensteun eenzelfde onderdeel vervaardigen, zodat de functies verwisselbaar zijn en de patient op de stoel gezet kan 30 worden in een stand die op dat moment wenselijk geacht wordt.

Verder kan het beenstuk worden weggelaten wanneer daarvoor in het bad geen ruimte is. Tenslotte kan, bij uitneembaarheid, ook gemakkelijk een speciale aangepaste leuning worden geplaatst.

In fig. 3 is ook nog door 21 een vierkant gat aangeduid in 35 het buismateriaal van de rugleuning. In dat gat kan een hoofdsteun worden gestoken die, wederom met weglating van de bekleding, weergegeven is in fig. 5a en 5b. De pen 22 is vierkant en kan in het 82 025 1 2 - 5 - gat 21 worden gestoken. Aan de pen 22 is een drager 23 bevestigd met een aantal verbredingsstukken zoals 24. De hoogtestand van de hoofdsteun is ook op op zichzelf bekende wijze vastzetbaar door middel van een moerknop. De enkele hoofdsteun zal uiteraard steeds 5 worden geplaatst in het stuk dat op dat moment als hoofdsteun fungeert.

Het zal intussen duidelijk zijn, dat de tweevoudige ophanging 3, 3' voor de zitting, dus voor de stoel als geheel, dient om een goede stabiliteit te waarborgen, in het bijzonder omdat de patient 10 in dwarsrichting verschillende standen kan innemen, zodat de stoel met de zich daarop bevindende patient, gedurende een groot deel van de praktische gebruikstijd geenszins uitgebalanceerd zal zijn.

Overigens kan vanzelfsprekend de tweevoudige ophanging 3, 3' boven een verbindingsstuk 4 overgaan in een enkelvoudige ophanging, 15 die dan voldoende zwaar wordt uitgevoerd. Bij voorkeur wordt nog een afzonderlijke koppeling toegepast, in zijn geheel aangeduid door 24 (zie fig. 2). Aan een ophangprofiel 25 dat verbonden is met het verbindingsstuk 4, zijn een dwarsplaat 26 en een dwarspen 27 aangebracht. De pen 27 kan komen te rusten onder in een open, 20 sleufvormige uitsparing 28 in een houder, die uit plaatmateriaal kan zijn vervaardigd met een U-vormige dwarsdoorsnede. Door het gewicht van de badstoel resp. de zich daarop bevindende patient, wordt de dwarsplaat 2ó vanzelf in de goede stand gedrukt tegen de stang 31, terwijl de houder 29 bovendien voorzien kan zijn van een 25 klemschroef 30. De hele houder is aangebracht aan het ondereinde van een schuinverlopende draagstang 31, die op zijn beurt weer aangebracht is aan het ondereinde van een ophanging, met een op zichzelf bekende mogelijkheid voor een draaiing over 360°, waarmee de stoel in zijn geheel kan worden opgehangen in de kop 32 die geheel 30 op bekende wijze is uitgevoerd. Door de draaibaarheid bij 32 kan de patient zowel aan het hoofdeinde ais aan de zijkant van het bad omhoog- en omlaaggebracht worden. Overigens laat de dimensionering van het geheel slechts toe, dat de patient, op de beschreven wijze, "dwars" gaat zitten. Onder het schuine ophangstuk 31 zou niet vol-35 doende zithoogte beschikbaar zijn om de patient in de richting loodrecht op de beschreven stand te laten zitten.

8202512

Claims (11)

1. Inrichting voor het optillen en transporteren van patiënten, omvattend een basisapparaat met een onderstel dat rijdbaar kan zijn en dat een, door middel van een hydraulische pomp, op- en neer-zvenkbare arm draagt, waaraan, door middel van een koppelstuk en 5 draaiophanging, accessoires kunnen worden opgehangen die de eigenlijke middelen vormen waarmee de patiënten worden gedragen, gekenmerkt door een accessoire in de vorm van een badstoel (1), bestaande uit een zitting (2) die voorzien is van een stel ophang-stangen (3, 3') overgaand in een ophangkop (31, 32) terwijl aan de 10 zijranden van de zitting (2) een beensteun (8) en een rugleuning (9) zijn aangebracht, beide zwenkbaar tussen een zitstand en een volledig gestrekte stand, waarin de patient ligt, terwijl middelen (10, 11) aanwezig zijn om de beensteun en de rugleuning in verschillende standen ten opzichte van de zitting vast te zetten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het in verschillende standen vastzetten van de beensteun en de rugleuning wordt gevormd door banden (10, 11) voorzien van een aantal ogen (12), samenwerkend met pennen of dergelijke middelen aan beensteun resp. rugleuning.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de beesteun (8) en de rugleuning (9) elk losneembaar zijn ten opzichte van de zitting.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat beensteun en rugleuning identiek zijn uitgevoerd.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de losneembaarheid van de beensteun en het rugstuk wordt verkregen door middel van in elkaar schuivende buisstukken met een verend indrukbare pen die samenwerkt met een opening.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de rugleuning resp. het beenstuk voorzien is van een mogelijkheid (21) voor plaatsing van een hoofdsteun (22 tot 24).

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het stel ophangstangen (3, 3') van de zitting en de ophangkop (32) een afzonderlijke koppeling (25-30) aanwezig 35 is, zodanig, dat de badstoel (1) in het bad kan worden afgekoppeld. Θ 2 0 2 5 1 2 -- * - 7 -

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dot de afzonderlijke koppeling wordt gevormd door een dwarsplaat en een dwarspen, samenwerkend met een houder die voorzien is van een open sleuf, waarin de dwarspen kan komen te rusten.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zitting (2), de beensteun (8) en de rugleuning (9) elk vervaardigd zijn uit RVS buismateriaal, voorzien van bekle-di ngen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de be-10 kledingen bestaan uit kunststofmateriaal.

11. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de banden bestaan uit nylon. 82025 1 2