NL8000394A - Elektrisch connectorstelsel. - Google Patents

Elektrisch connectorstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8000394A
NL8000394A NL8000394A NL8000394A NL8000394A NL 8000394 A NL8000394 A NL 8000394A NL 8000394 A NL8000394 A NL 8000394A NL 8000394 A NL8000394 A NL 8000394A NL 8000394 A NL8000394 A NL 8000394A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
connector
pins
connector frame
frame
chain plate
Prior art date
Application number
NL8000394A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Du Pont Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Du Pont Nederland filed Critical Du Pont Nederland
Priority to NL8000394A priority Critical patent/NL8000394A/nl
Priority to US06/221,885 priority patent/US4363530A/en
Priority to DE8181200080T priority patent/DE3163129D1/de
Priority to AT81200080T priority patent/ATE7185T1/de
Priority to EP81200080A priority patent/EP0032781B1/en
Publication of NL8000394A publication Critical patent/NL8000394A/nl
Priority to HK233/86A priority patent/HK23386A/xx

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R12/00Structural associations of a plurality of mutually-insulated electrical connecting elements, specially adapted for printed circuits, e.g. printed circuit boards [PCB], flat or ribbon cables, or like generally planar structures, e.g. terminal strips, terminal blocks; Coupling devices specially adapted for printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures; Terminals specially adapted for contact with, or insertion into, printed circuits, flat or ribbon cables, or like generally planar structures
    • H01R12/50Fixed connections
    • H01R12/51Fixed connections for rigid printed circuits or like structures
    • H01R12/55Fixed connections for rigid printed circuits or like structures characterised by the terminals
    • H01R12/58Fixed connections for rigid printed circuits or like structures characterised by the terminals terminals for insertion into holes

Landscapes

  • Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)
  • Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
  • Cable Accessories (AREA)
  • Multi-Conductor Connections (AREA)

Description

*
Elektrisch connectorstelsel
Aanvraagster noemt als uitvinder: Laurentius-Maria Verhoeven,
De uitvinding heeft betrekking op een elektrisch connec-torstelsel, bestaande uit een eerste connectorframe, dat gemonteerd kan worden op een ketenplaat, en een aantal aan-sluitpennen die, gerangschikt in een voorafbepaald raster-5 patroon, zodanig door openingen in de ketenplaat en openin-gen in het eerste connectorframe verlopen, dat de aan de ene zijde van de ketenplaat uitstekende delen van de aansluitpennen samen met het eerste connectorframe een eerste connector vormen en de aan de andere zijde van de ketenplaat 10 uitstekende delen van de aansluitpennen dienst kunnen doen voor het bevestigen van draadeinden.
Dergelijke connectorstelsels worden algemeen toegepast in de elektrotechnische en elektronische industrie. In het bijzonder worden daarbij aansluitpennen toegepast met recht-15 hoekige·doorsnede, bestemd voor het maken van verbindingen in de zogenaamde draadwikkeltechniek, beter bekend onder de Engelse aanduiding "wire wrap" techniek. Daarbij worden de blank gemaakte uiteinden van de draden met behulp van een daartoe bestemd gereedschap in een aantal slagen strak rond 20 de aansluitpennen gewikkeld waardoor er vanwege de optredende mechanische deformatie een goed contact wordt bereikt.
Er bestaat vaak de behoefte om vanaf een aantal van deze aansluitpennen verbindingen te maken naar verdere connec-toren. Volgens de stand der techniek moet daartoe een tweede 25 combinatie van aansluitpennen door desbetreffende openingen in de ketenplaat en openingen in een tweede connectorframe worden gepositioneerd zodanig dat aan een zijde van de ketenplaat een tweede connector wordt gevormd terwijl de aan de andere zijde van de ketenplaat uitstekende delen van deze 30 tweede groep van aansluitpennen dienst kunnen doen voor het maken van de verbindingen naar de daartoe bestemde pennen uit de eerste groep van aansluitpennen behorend tot de eerste connector. Deze handelwijze is tamelijk omslachtig en kost bovendien relatief veel ruimte en materiaal.
35 De uitvinding heeft nu ten doel uitgaande van een in de aanhef genoemd connectorstelsel een mogelijkheid te verschaffen om met weinig materiaal en ten koste van weinig 800 03 94 *. Λ ruimte een tweede connector te verbinden met de eerste connector.
Aan deze doelstelling wordt bij een elektrisch connec-torstelsel van in de aanhef genoemde soort voldaan, doordat 5 de bovenste gedeelten van de aan de andere zijde van de ketenplaat uitstekende delen bij de montage van de draadeinden vrij blijven en hierop een tweede connectorframe wordt geplaatst, zodanig dat samen met deze bovenste vrije gedeelten van de aansluitpennen een tweede connector wordt gevormd, welk Ί0 tweede connectorframe door middel van afstandsbussen op afstand van de ketenplaat wordt gehouden en aan het eerste connectorframe wordt bevestigd door middel van, aan beide uiteinden vanaf het eerste connectorframe door daartoe bestemde openingen in de ketenplaat, door de afstandsbussen en door 15 daartoe bestemde openingen in het tweede connectorframe verlopende montagestangen met een gehoekte kop, welke gehoekte koppen aangrijpen·op de randen van de openingen in het tweede connectorframe.
In deze constructie worden dus beide uiteinden van de 20 aansluitpennen gebruikt om tezamen met een connectorframe een connector te vormen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn langs de rand van de openingen in beide connectorframen aan de naar de ketenplaat toegekeerde zijde twee diametraal te-25 genover elkaar geplaatste uitstekende nokken aangebracht terwijl de naar het tweede connectorframe toegekeerde uiteinden van de afstandsbusjes voorzien zijn van telkens over ongeveer de halve omtrek van de afstandsbusjes schroeflijnvormig oplopende randgedeelten welke via axiaal gerichte 30 randgedeelten in elkaar overgaan. Met deze constructie is het mogelijk om door verdraaiing van de afstandsbusjes de onderlinge afstand tussen het eerste en tweede connectorframe in te stellen.
Deze instelmogelijkheid verdient de voorkeur in het 35 bijzonder wanneer ketenplaten van variërende of verschillende dikte worden toegepast. Aangezien in principe steeds aansluitpennen van dezelfde lengte worden toegepast ongeacht de dikte van de ketenplaat zal de afstand, die door de af-standsbusjes worden overbrugd, afhangen van de dikte van deze 2 800 0 3 94 . t' -a ketenplaat en van eventuele andere toleranties. Met behulp van de in het bovenstaande beschreven busjes met aan een zijde.schroeflijnvormig oplopende randgedeelten is het mogelijk om de afstand tussen de beide connectorframes in te 5 stellen.
Bij voorkeur wordt deze afstand bepaald door de lengte van de montagepennen. Als de beide connectorframes door middel van de montagepennen met elkaar zijn gekoppeld en de afstandsbusjes zodanig zijn ingesteld dat de gehoekte koppen 10 van de montagepennen strak aangrijpen op de openingsranden van het tweede connectorframe dan is de lengte van deze montagepennen bepalend voor de onderlinge afstand van de connectorframes.
De uitvinding zal nu in het volgende nader worden ver-15 klaard aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld.
Vig. 1 toont gedeeltelijk in doorsnede een elektrisch connectorstelsel volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont in een aantal stappen op welke wijze het 20 elektrisch connectorstelsel volgens de uitvinding wordt gemonteerd;
Pig. 3 toont een onderaanzicht van het afstandsbusje dat bij het elektrisch connectorstelsel volgens de uitvinding wordt toegepast.
23 51g. 4- toont twee toestanden van het afstandsbusje tijdens de montage.
5ig. 1 toont een elektrisch connectorstelsel volgens de uitvinding. In een ketenplaat 1 zijn volgens een voorafbepaald raster een aantal doorlopende gaten geboord en in deze 30 gaten zijn de pennen 2 geperst. De pennen 2 hebben bijvoorkeur allemaal dezelfde lengte en worden allemaal zodanig in de betreffende boring in de ketenplaat gepositioneerd dat bijvoorkeur alle aan een zijde van de ketenplaat uitstekende delen van de pennen even lang zijn. Vervolgens wordt 35 aan de onderzijde het connectorframe 3 over de pennen geplaatst zodanig dat het connectorframe 3 samen met de aan de onderzijde uitstekende delen van de pennen 2 een complete mannelijke connector vormen. De connector 3 bestaat in principe uit een langgerekte doosvormige constructie opge- 5 800 0 3 94 * Η bouwd uit een bodemdeel en vier zijwanden, waarbij in het langgerekte bodemdeel volgens het al genoemde raster gaten zijn aangebracht waardoorheen pennen 2 moeten verlopen. De algemene constructie van een dergelijke connector wordt als 5 bekend verondersteld zodat daarop niet nader zal worden ingegaan. Alleen de in langsrichting gezien buitenste uiteinden van deze connector, welke tegen de ketenplaat 1 rusten verdienen een nadere toelichting. Daartoe wordt verwezen naar fig. 2. Het bodemdeel 4· van de connector steekt aan 10 beide genoemde uiteinden enigszins uit buiten de eigenlijke doosconstructie van de connector. Gericht volgens de langszijden van het bodemdeel 4 zijn hier integraal aan het verdere connectorlichaam gevormde in de richting van de ketenplaat 1 uitstekende blokken 5 aangebracht. Tussen deze 15 blokken 5 is in het bodemdeel 4 een opening 6 aangebracht waarvan de afmetingen overeenstemmen met de doorsnede van de nog nader te omschrijven montegepen 7· Tussen elk van de blokken 5 en de aangrenzende rand van de opening 6 bevinden zich nog verdere bij benadering trapeziumvormige 20 met bijvoorkeur kamvormige aanleg-oppervlak uitstekende delen 8, die echter niet zo ver uit het bodemdeel 4 uitsteken als de beide randblokken 5· Aan de andere zijde van deze uitstekende sectie van het bodemdeel 4 kunnen verdere aan deze zijde uitstekende delen 9 aangebracht zijn welke dienst 25 doen als aanslag voor het aan de bovenzijde van de pen 7 gevormde blok 10, hetgeen nog nader ter sprake komt.
Zoals in fig. 1 is getoond is een tweede connectorframe 13, dat op soortgelijke wijze gevormd is als het eerste connectorframe 3, gepositioneerd aan de andere zijde van de 30 ketenplaat 1 op enige afstand daarvan en zodanig dat de aan deze zijde van de ketenplaat 1 uitstekende delen van de pennen 2 verlopen door de daartoe volgens het reeds genoemde raster in het bodemdeel 14 van de connector 13 aangebrachte openingen. Op deze wijze vormen de aan deze zijde van 35 de ketenplaat 1 uitstekende delen van de pennen 2 tezamen met het connectorframe 13 eveneens een complete mannelijke connector.
Zoals verder in fig. 1 is getoond wordt het connectorframe 13 op afstand gehouden van de ketenplaat 1 door middel 800 03 94 Λ* -* van afstandsbussen 20, waarvan de uitvoering nog nader ter sprake komt. De bevestiging van de framedelen 3 en 13 aan de' ketenplaat 1 vindt aan beide uiteinden plaats door middel van een pen 7» welke gezien aan de onderzijde in fig. 1 5 voorzien is van een blok dat na montage aan rust tegen de. daartoe bestemde steunvlakken van de uitstekende delen 9 terwijl het andere uiteinde van de pen 7 voorzien is van een haakkop 11, welke aangrijpt achter de rand van de betreffende opening 6 in het bodemdeel 4 van het connectorframe 13.
10 Zoals uit fig. 1 blijkt is de lengte van de pennen 7 bepalend voor de afstand tussen de connectorframes 3 en 13.
Het zal verder duidelijk zijn dat er problemen kunnen ontstaan wanneer niet telkens ketenplaten 1 van gelijke dikte worden toegepast. Als de dikte van de ketenplaat 1 varieert 13 dan zal ook de hoogte van de afstandsbusjes 20 telkens anders moeten worden gekozen om na montage een stabiele constructie te bereiken. Bij connectoren van dit type zijn verder de afstanden A en B die in fig. 1 zijn aangegeven van belang om bij toepassing van een geschikte vrouwelijke connector 20 een goede verbinding te verkrijgen. Omtrent deze afstanden worden dan ook in de zogenaamde DIN-normen voorschriften en toleranties gegeven.
Het zal duidelijk zijn dat bij het inbrengen van de pennen 2 in de ketenplaat 1 de lengte van de aan de onder-25 zijde van de ketenplaat uitstekende delen van de pennen 2 zodanig kan worden gekozen dat na positionering van het connectorframe 3 tegen de ketenplaat 1 de afmeting B voldoet aan de in deze Dlïï-normen gestelde eisen. Om de afmeting A binnen de gestelde tolerantiegrenzen te kunnen hand-30 haven moet de afstand tussen de connectorframes 3 en 13 nauwkeurig ingesteld kunnen worden ongeacht bijvoorbeeld de dikte van de ketenplaat 1 of andere toleranties die in de gehele constructie kunnen voorkomen. Om hieraan te voldoen wordt volgens de uitvirding een afstandsbus van bijzondere 35 constructie toegepast.
Zoals getoond is in de fig. 2 en 3 bestaat het afstands-busje in zijn algemeenheid uit een cylindervormig lichaam 23- De onderzijde van deze cylinder is vlak, maar aan de bovenzijde van de cylinder bevinden zich langs de rand tel- 5 800 0 3 94 V «r; kens over ongeveer de halve omtrek van de cylinder schroef-lijnvormig oplopende randgedeelten 31 die via axiaal gerichte randgedeelten 32 in elkaar overgaan. De huitendiameter van het cylindrische afstandsbusje is kleiner dan de afstand 5 tussen de aan de onderzijde van de connectorframes uistekende blokdelen 5i zodat het afstandsbusje tussen deze blokde-len 5 past en de schroeflijnvormig oplopende randgedeelten kunnen samenwerken met de eveneens aan de onderzijde van het connèctorframe aanwezige uitstekende delen 8. Zonder dat 10 op dit moment al op de verdere details van het afstandsbus-je wordt ingegaan zal het duidelijk zijn dat door verdraaiing van de afstandsbusjes 20 dank zij de samenwerking tussen de uitstekende bijvoorkeur kamvormige delen 8 aan de onderzijde van het connectorframe 13 en de schroeflijnvormige op-13 lopende randgedeelten 31 aan de bovenzijde van de afstands-busjes 20 de afstand tussen het connectorframe 13 en de ketenplaat 1 kan worden gevarieerd. Deze instelmogelijkheid wordt nu benut om na assemblage van de diverse onderdelen de afstand tussen het connectorframe 13 en de ketenplaat 1 20 zodanig in te stellen dat de haken 11 aan de bovenzijden van de pennen 7 strak aangrijpen op de desbetreffende randen van de openingen 6 in het connectorframe 13. Aangezien de lengte van de montagepennen 7 bepalend is voor de onderlinge afstand tussen het connectorframe 13 en het connector-25 frame 3 wordt door deze verdraaiing bereikt dat eventuele toleranties bijvoorbeeld in de dikte van de ketenplaat 1 worden geëlimineerd en de afstand tussen de beide connectorframes ook inderdaad wordt bepaald door de pennen 7«
Een verder probleem dat op kan treden bij een dergelij-30 ke constructie is het volgende. Door het verdraaien van de afstandsbusjes 20 om zodoende de afstand tussen het connectorframe 13 en de ketenplaat 1 c.q. het andere connectorframe 3 in te stellen ontstaan er spanningen, in het bijzonder in de haakse koppen 11 en in de daarop aansluitende delen van 35 de pennen 7· Als nu, bijvoorbeeld doordat de afstandsbusjes 20 te strak worden aangedraaid, of doordat een te zware belasting wordt uitgeoefend op het connector 13 deze spanning te hoog wordt dan is het niet denkbeeldig dat de bovenste gedeelten van de pennen 7 met de haakkop 11 binnenwaarts ^ bewegen (vervormen) onder invloed van deze spanning zodat 800 0 3 94 / c de verbindingen die deze haakkoppen 11 vormen met de randen van de desbetreffende openingen 6 in het connectorframe 13 loslaten én het connectorframe 13 vrij komt.
Een verdere uitvoeringsvorm van het afstandsbusje vol-5 gens de uitvinding biedt echter een oplossing voor dit probleem. Daartoe wordt in het bijzonder verwezen naar de figuren 2 en 3, welke laatste figuur een bovenaanzicht van het afstandsbusje 20 toont. Zoals blijkt uit de figuren is het afstandsbusje 20 aan de onderzijde voorzien van een centra-10 le cirkelvormige opening 21. Deze centrisch gepositioneerde cirkelvormige opening 21 mondt uit in een excentrisch gelegen opening 22 welke vanaf de bovenzijde van het af-standsbusje tot op korte afstand van de onderzijde van het busje doorloopt. Zoals uit fig. 3 blijkt hebben de openingen 15 21 en 22 een gemeenschappelijk wandgedeelte 28 dat in het geïllustreerde uitvoeringsvorm verloopt over ongeveer de helft van de omtrek van de opening 21. Door de resterende niet samenvallende wandgedeelten ontstaat als het ware een sikkelvormige rand 27 aan de onderzijde van het busje.
20 De grendelnok 24- die ter plaatse van de cirkelvormige opening aan de binnenzijde van het busje is gevormd werkt samen met de spiebaan 25 die in axiale richting is aangebracht in de pen 7· Zoals blijkt uit fig. 2a kan het busje 20 vanwege deze grendelnok 24- slechts in één stand op de 25 pen 7 worden geschoven. De axiale spiebaan 25* waardoor de grendelnok 24 tijdens het opschuiven van het afstandsbusje wordt geleid, mondt uit in een over de helft van de omtrek van de pen 7 verlopende radiale grendelsleuf 26. Zodra de grendelnok 24 deze radiale grendelsleuf 26 heeft bereikt en 30 de afstandsbus 20 wordt enigszins verdraaid, dan zal de grendelnok 24 aangrijpen in de grendelsleuf 26 zodanig dat de afstandsbus 20 niet meer van de pen 7 kan loskomen.
Bij de montage van het connectorstelsel volgens de uitvinding wordt allereerst de pennen 7 door de openingen 6 in 35 ket connectorframe 3 gestoken en vervolgens door de daartoe aanwezige openingen in de ketenplaat 1. Daarna worden, zoals voor een connectorframeuiteinde getoond is in fig. 2, aan de andere zijde van de ketenplaat de afstandsbussen 20 op de pennen 7 gestoken, zodanig dat de nok 24 via de spie- 7 80 0 0 3 94 baan 25 terecht komt big het begin van de grendelsleuf 26. Daarmee wordt dus de situatie bereikt zoals geïllustreerd is in fig. 2b. Vervolgens wordt de afstandsbus 20 over ongeveer 180° verdraaid (in fig. 2 gezien tegen de richting 5 van de wijzers van de klok in) zodanig dat de nok 24 door de grendelsleuf 26 loopt en in aanslag komt met het andere, in de figuren niet zichtbare uiteinde van deze grendelsleuf. Het connectorchassis 3 is nu geborgd tegen losraken. Het zal duidelijk zijn dat ook het andere in fig. 2 niet geïllus-10 treerde uiteinde van het connectorchassis 3 op soortgelijke wijze wordt geborgd.
In de figuren 4a en 4b zijn twee deeldoorsneden getoond volgens hetzelfde vlak is als de doorsnede uit fig. 1, welke doorsneden in het bijzonder betrekking hebben op de linker 15 pen 7 met bijbehorende afstandsbus 20 in fig. 1. Zodra de afstandsbus op de pen is geschoven en dus de situatie van fig. 2b is bereikt dan geldt voor de onderlinge positie van de pen 7 en de afstandsbus 20 de doorsnede uit fig. 4b, evenwel zonder het daarbij getekende gedeelte van het connector-20 frame 13. De sikkelboogvormige rand bevindt zich aan de linkerzijde in de figuur en de rechter kant van de pen 7 ligt volledig aan tegen het doorlopende wandgedeelte (28) van de boringen 21 en 22. Wordt nu het afstandsbusje over ongeveer 180° verdraaid, waardoor de situatie uit fig. 2c wordt be-25 reikt, dan geldt de doorsnede uit fig. 4a. Hu ligt de linkerzijde van de pen 7 volledig aan tegen de doorlopende wand (28) van de openingen 22 en 21. In deze positie is het mogelijk dat de haakkop van de pen 7 enigszins naar rechts toe kan verbuigen (vervormen) zodat het mogelijk is om het 30 connectorframe 13 op de pennen 7 te plaatsen en door licht aandrukken de haakse koppen 11 naar achteren te laten buigen zodat de pennen door de openingen 6 in het connectorframe 13 worden gevoerd, waarna de haakse koppen 11 weer terugveren en samen met de randen van de openingen 6 een 35 snapverbinding vormen zoals geïllustreerd is in fig. 1.
Hadat op deze wijze het connectorframe 13 op zijn plaats-is gebracht worden de afstandsbusjes opnieuw verdraaid, nu in de richting van de wijzers van de klok gezien in fig. 2 waardoor, zoals reeds werd beschreven even··· 8 80 0 0 3 94 tuele toleranties en speling worden opgeheven en de connec-torframes 3 en 13 op de juiste afstand van elkaar worden vastgeklemd. Als gevolg van de excentriciteit van de beide ope-ningen 21 en 22 in het afstandsbusje en als gevolg van de 3 speciale vorm van de opening 22 die in het bijzonder geïllustreerd is in fig. 3 wordt al na een korte verdraaiing van het afstandsbusje een situatie bereikt waarbij de rechter zijde van de pen 7 in fig. 4b volledig aanligt tegen een doorlopend wandgedeelte van de openingen 21 en 22. In deze situa-10 tie kan de haakkop 11 van de pen 7 niet meer of althans niet ver genoeg naar rechts verbuigen om de haakkop 11 vrij te maken van de rand van de opening 6 zodat ook indien er grotere spanningen in de constructie mochten optreden de verbinding onverbrekelijk gehandhaafd blijft .
15 Zoals geïllustreerd is in de figuren is het afstands busje 20 voorzien van een uitstekende kartelrand 29 om het verdraaien van het busje te vergemakkelijken. Het zal duidelijk zijn dat ook andere hulpmiddelen toegepast kunnen worden om de draaiing te vergemakkelijken. Gedacht kan’ bijvoor-20 beeld worden aan een zeshoekige uitstekende rand waarop een passende sleutel geplaatst kan worden.
In een verdere, in de figuren niet in detail weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding bevindt ook het connec-torframe 3 zich op enige afstand van de ketenplaat 1.Tus— 25 sen het connectorframe 3 en de ketenplaat 1 worden daarbij conventionele cilindrische afstandsbusjes geplaatst met een voorafbepaalde lengte. Bij het inbrengen van de pennen 2 in de ketenplaat 1 moet er in dat geval op gelet worden dat de aan de zijde van het connectorframe 3 uitstekende delen van 30 de pennen ongeacht de dikte van de ketenplaat 1 een voorafbepaalde lengte bezitten. Het andere connectorframe 13 wordt vervolgens door middel van dienovereenkomstig langere pennen gemonteerd en vastgeklemd door de in het bovenstaande beschreven afstandsbusjes 20.
35 Alhoewel in het bovenstaande telkens uitgegaan is van een constructie waarbij allereerst de aansluitpennen 2 door openingen in de ketenplaat worden geperst, en pas daarna het connectorframe 3 op een plaats wordt gebracht is het natuurlijk ook mogelijk om uit te gaan van een volledige van aan- 9 80 0 0 3 94 sluitpennen voorziene connector, waarvan de aansluitpennen door de openingen in de ketenplaat 1 worden gestoken.
Alhoewel in het bovenstaande uitgegaan is van aansluitpennen die aan telkens aan een zijde van de ketenplaat even 5 ver uitsteken is het ook mogelijk om een voorafbepaald aantal pennen verder te laten uitsteken. Daardoor worden mannelijke connectoren verkregen waarbij, bij koppeling met een vrouwelijke connector, het eerst contact gemaakt wordt door deze verder uitstekende pennen. Dit is bijvoorbeeld van voor-10 deel indien de connectoren dienst doen voor het verbinden van MOS-schakelingen. De verder uitstekende en eerst contact makende aansluitpennen kunnen in dat geval met aarde worden verbonden zodat de te verbinden MOS-schakelingen eerst geaard worden voordat via de andere pennen verdere spanningen 15 aan deze MOS-schakelingen worden toegevoerd.
Opgemerkt wordt verder dat het eerste en tweede connec-torframe identiek uitgevoerd kunnen worden.
De uitvinding verschaft derhalve een elektrisch con-nectorstelsel met twee connectorframes die op een vooraf-20 bepaalde stand van elkaar ongeacht eventuele toleranties in de tussenliggende ketenplaat worden gemonteerd waarbij de montagemiddelen niet alleen functioneren bij de afstands-instelling maar tevens een verbinding realiseren die bestand is tegen eventueel optredende hoge spanningen.
25 Alhoewel de uitvinding beschreven is aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm ervan zal het duidelijk zijn dat diverse wijzigingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de uitstekende delen 9, die de aanslagvlalcken voor 50 het blok 10 aan het uiteinde van de pen 7 bepalen weg te laten. Ook het blok 10 bijvoorbeeld kan anders gevormd zijn.
800 03 94 10

Claims (9)

1. Elektrisch connectorstelsel, bestaande uit een eerste connectorframe, dat gemonteerd kan worden op een ketenplaat, en een aantal aansluitpennen, die gerangschikt in een voorafbepaald patroon zodanig door openingen in de ketenplaat en 5 openingen in het eerste connectorframe verlopen, dat de aan de ene zijde van de ketenplaat uitstekende delen van de aansluitpennen samen met het eerste connectorframe een eerste connector vormen en de aan de andere zijde van de ketenplaat uitstekende delen van de aansluitpennen dienst kunnen doen 10 voor het bevestigen van verbindingsdraden, met het kenmerk, dat de bovenste gedeelten van de aan de andere zijde van de ketenplaat uitstekende delen van de aansluitpennen bij de montage van de verbindingsdraden vrij blijven en hierop een tweede connectorframe wordt geplaatst, zodanig dat 15 samen met deze bovenste vrije gedeelten van de aansluitpennen een tweede connector wordt gevormd, welk tweede connectorframe door middel van afstandsbussen op afstand van de ketenplaat wordt gehouden en aan het eerste connectorframe wordt bevestigd door middel van aan beide uiteinden vanaf dit eer-20 ste connectorframe door daartoe bestemde openingen in de ketenplaat, door de afstandsbussen, en door daartoe bestemde openingen in het tweede connectorframe verlopende montage-pennen met een gehoekte kop, waarbij deze gehoekte koppen aangrijpen op de randen van de betreffende openingen in het 25 tweede·connectorframe.
2. Elektrisch connectorstelsel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat langs de rand van de openingen in het tweede connectorframe aan de naar de ketenplaat toegekeerde zijde twee diametraal te- 30 genover elkaar geplaatste uitstekende bijvoorkeur kamvormi- ge nokken zijn aangebracht en dat de naar het tweede connectorframe toegekeerde uiteinden van de afstandsbusjes voorzien zijn van telkens over ongeveer de halve omtrek van de afstandsbusjes schroeflijnvormige oplopende randgedeelten, welke 35 via axiaal gerichte randgedeelten in elkaar overgaan.
3· Elektrisch connectorstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de lengte van de monta- 800 0 3 94 gepe.nn.en en daarmee de afstand tussen de connectorframes afhangt van de lengte van de aansluitpennen.
4. Elektrisch connectorstelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 montagepennen aan de van de uitstekende gehoekte kop afgekeerde zijde afgeschermd zijn volgens één, onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van de montagepennen verlopend vlak zodanig, dat de montagepennen door een met de hoofddiameter van de montagepennen overeenstemmende opening in 10 de ketenplaat in de connectorframes kunnen worden gestoken.
5. Elektrisch connectorstelsel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstandsbusjes voorzien zijn van een, vanaf de naar de grond-plaat toegekeerde zijde verlopende centrische boring met een 15 diameter die overeenstemt met de diameter van de montagepennen en vanaf de naar het connectorframe toegekeerde zijde voorzien is van een excentrische boring met grotere afmetingen, welke doorloopt tot op korte afstand van de naar de bodemplaat toegekeerde zijde en uitmondt in de genoemde cen-20 trische boring zodanig dat de wanden van de in elkaar overgaande boringen ten minste over een deel van de omtrek zonder overgang op elkaar aansluiten.
6. Elektrisch connectorstelsel volgens conclusie 5ï met het kenmerk, dat de vorm van de excentri- 25 sche boring met grotere afmetingen zodanig is dat de wand van de centrische boring ten minste over bijna de halve omtrek daarvan zonder overgang overgaat· óp de wand van de excentrische boring.
7· Elektrisch connectorstelsel volgens een der voor-30 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de montagepen voorzien is van een vanaf de bovenzijde axiaal verlopende spiebaan, uitmondend in een over de halve omtrek van de montagepen verlopende radiale grendelsleuf, waarbij het afstandsbusje voorzien is van een in de centrische bo-35 ring uitstekende grendelnok, welke samenwerkt met de spiebaan en met de grendelsleuf.
8. Elektrisch connectorstelsel volgens één der voor- 12 80 0 0 3 94 gaande conclusies, met liet kenmerk, dat de montagepennen. een integraal geheel vormen met het eerste connectorframe.
9. Elektrisch connectorstelsel volgens één der con-5 clusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de montagepennen eveneens door openingen in het eerste connec-torframe verlopen en aan het bij dit eerste connectorframe gepositioneerde uiteinde voorzien zijn van een buiten de hoofddiameter van de montagepen uitstekend gedeelte dat 10 aangrijpt op de rand van de betreffende opening in het eerste connectorframe. 13 800 0 3 94
NL8000394A 1980-01-22 1980-01-22 Elektrisch connectorstelsel. NL8000394A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8000394A NL8000394A (nl) 1980-01-22 1980-01-22 Elektrisch connectorstelsel.
US06/221,885 US4363530A (en) 1980-01-22 1980-12-31 Spacer element for use in an electrical connector apparatus
DE8181200080T DE3163129D1 (en) 1980-01-22 1981-01-21 Electrical connector system
AT81200080T ATE7185T1 (de) 1980-01-22 1981-01-21 Elektrisches verbindungssystem.
EP81200080A EP0032781B1 (en) 1980-01-22 1981-01-21 Electrical connector system
HK233/86A HK23386A (en) 1980-01-22 1986-04-03 Electrical connector system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8000394A NL8000394A (nl) 1980-01-22 1980-01-22 Elektrisch connectorstelsel.
NL8000394 1980-01-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000394A true NL8000394A (nl) 1981-08-17

Family

ID=19834719

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000394A NL8000394A (nl) 1980-01-22 1980-01-22 Elektrisch connectorstelsel.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4363530A (nl)
EP (1) EP0032781B1 (nl)
AT (1) ATE7185T1 (nl)
DE (1) DE3163129D1 (nl)
HK (1) HK23386A (nl)
NL (1) NL8000394A (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8105229A (nl) * 1981-11-18 1983-06-16 Du Pont Nederland Connectormontageblok.
USRE32290E (en) * 1983-06-17 1986-11-18 Amp Incorporated Input/output intercard connector
US4506940A (en) * 1983-06-17 1985-03-26 Amp Incorporated Input/output intercard connector
DE3323029A1 (de) * 1983-06-25 1985-01-03 Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt Vorrichtung fuer die verbindung von kabeln mit den anschluessen von leiterplatten
US4558919A (en) * 1983-09-29 1985-12-17 The Siemon Company Multiple electrical connector and block having a back to back configuration
US4631637A (en) * 1985-12-23 1986-12-23 Burroughs Corporation Dual backplane interconnect system
US4772211A (en) * 1986-04-17 1988-09-20 Amp Incorporated Multi-plane interconnection system
US4698029A (en) * 1986-08-01 1987-10-06 General Electric Co. Euro connector with space arrangement to permit mounting of male and female connectors
US4721470A (en) * 1987-04-13 1988-01-26 E. I. Du Pont De Nemours And Company Keys for electrical connectors
US4776811A (en) * 1987-04-13 1988-10-11 E.I. Du Pont De Nemours And Company Connector guide pin
US5316487A (en) * 1988-11-14 1994-05-31 E. I. Du Pont De Nemours And Company Spacer for board mounted connectors
US5158469A (en) * 1991-01-23 1992-10-27 Dsc Communications Corporation Press fit pinless latching shroud
US5180312A (en) * 1991-01-23 1993-01-19 Dsc Communications Corporation Press fit pinless latching shroud
US5373282A (en) * 1992-02-04 1994-12-13 Carter; Ronald L. Dealer information and security apparatus and method
JPH05226042A (ja) * 1992-02-13 1993-09-03 Nippon Denso Co Ltd コネクタ
US5261827A (en) * 1992-03-05 1993-11-16 Ag Communication Systems Corporation Movable shroud center standoff
US5254016A (en) * 1992-06-17 1993-10-19 Compaq Computer Corporation Interconnect device mounting apparatus for printed circuit boards
JP2556834Y2 (ja) * 1992-08-07 1997-12-08 モレックス インコーポレーテッド プリント回路基板用電気コネクタ
US5634810A (en) * 1995-03-22 1997-06-03 Molex Incorporated Printed circuit board mounted electrical connector assembly
US5807136A (en) * 1996-05-17 1998-09-15 Integrated Device Technology, Inc. Space saving connector layout
US5921812A (en) * 1997-05-03 1999-07-13 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. System for mounting two connectors on two sides of board
US6007375A (en) * 1997-09-05 1999-12-28 Molex Incorporated Mounting system for an electrical connector assembly
TW392942U (en) * 1998-12-28 2000-06-01 Hon Hai Prec Ind Co Ltd Fixture
US6319058B1 (en) * 2000-06-20 2001-11-20 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Pair of connectors clamping a printed circuit board
US6543098B2 (en) * 2001-03-02 2003-04-08 Tektronix, Inc. Printed circuit board mounting facility
US6901646B2 (en) * 2002-01-16 2005-06-07 Avaya Technology Corp. Universal snap-fit spacer
US6743053B2 (en) * 2002-08-09 2004-06-01 Hon Hai Precision Ind. Co., Ltd. Electrical connector with improved spacer
US7465189B2 (en) * 2006-06-14 2008-12-16 Dell Products L.P. Method and apparatus for electrically coupling a component to an information handling system
DE102009060423A1 (de) * 2009-12-22 2011-07-21 dspace digital signal processing and control engineering GmbH, 33102 Kontaktierungsvorrichtung
DE102020111438B3 (de) * 2020-04-27 2021-09-30 Schaeffler Technologies AG & Co. KG Elektronikgehäuse, Montageeinheit und Montageverfahren

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2237332A1 (en) * 1973-07-02 1975-02-07 Doloise Metallurgique Printed circuit connector mounting device - self tapping bolt passes through support and engages in split bor
DE2340211B2 (de) * 1973-08-08 1975-12-04 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Prüfadapter für gleichzeitige Kontaktierung von auf einer flächenhaften Schaltungsstruktur befindlichen Schaltungspunkten
DE2651345C3 (de) * 1976-11-10 1980-10-16 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Lösbares Verbindungselement zur reflexionsarmen elektrischen Verbindung gedruckter Schaltungsplatten
US4173387A (en) * 1978-03-28 1979-11-06 Amp Incorporated Snap-on pin header

Also Published As

Publication number Publication date
EP0032781A1 (en) 1981-07-29
US4363530A (en) 1982-12-14
DE3163129D1 (en) 1984-05-24
ATE7185T1 (de) 1984-05-15
EP0032781B1 (en) 1984-04-18
HK23386A (en) 1986-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000394A (nl) Elektrisch connectorstelsel.
US4971565A (en) Surface mount stacking connector
DE69708625T2 (de) Steckverbinder für wiederaufladbare batterien
KR0151778B1 (ko) 모듈 잭형 커넥터
DE69500809T2 (de) Kontaktleiste für leiterplatte zur erzeugung einer nichtgleichzeitigen elektrischen verbindung
US5290174A (en) Electrical connector for a card reader
US5893779A (en) Conforming press-fit contact pin for printed circuit board
US5228870A (en) Connector to circuit board securing arrangement with holding device insertion depth compensator
EP0889683B1 (de) Verbindungselement zum elektrischen Verbinden einer Leiterplattenanschlusszone mit einem metallischen Gehäuseteil
US4585293A (en) Elastic press-in for the solderless connection of the winding posts of electric connectors or the like with through-connected printed wiring boards
US5122066A (en) Electrical terminal with means to insure that a positive electrical connection is effected
US5186654A (en) Retention system for electrical connectors on printed circuit boards
US4998889A (en) Electrical connector
US4880401A (en) Electric female connector piece
KR0121794Y1 (ko) 분로식 전기 커넥터
NL9000578A (nl) Connectorsamenstel voor printkaarten.
KR930005295A (ko) 카드 연부 콘넥터 어셈블리
DE19632820C2 (de) Verteilerplatte für elektrische Anschlüsse
US5409399A (en) Electrical connection assembly for mounting on a printed circuit board
DE69216140T2 (de) Elektrischer Verbinder zur Montage auf Leiterplatte
JP2004055463A5 (nl)
US3369212A (en) Electrical connector
US5336117A (en) Split type card-edge connector
EP3069416A1 (de) Anschlussleiste und federklemmadapter
US5443401A (en) Electrical connector for mother and daughter printed circuit boards

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
BV The patent application has lapsed