NL8105229A - Connectormontageblok. - Google Patents

Description

» * /· , NO 30.579 „ - Connectormontageblok. -

De uitvinding heeft betrekking op een connectormontageblok voor een evenwijdige reeks van aansluitpennen, die in een vooraf-bepaald raster gerangschikt door openingen in het montageblok lopen en waarvan de ene en/of de andere uitstekende uiteinden voor 5 verdere aansluiting dienen, zoals op een printplaat via de openingen daarvan. Een dergelijk connectormontageblok is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 81.200080.0.

Dergelijke connectormontageblokken of wel steekverbinders genoemd, worden algemeen toegepast in de electro-teehnisehe en 10 electronische indnstrie. In bet bijzonder worden daarbij reeksen van aansluitpennen volgens een bepaald raster gebruikt voor het maken van verbindingen van en naar electrische of electronische % schakelingen, zoals bijvoorbeeld een printplaat. Hierbij worden de ene uiteinden van de aansluitpennen in of door overeenkomstige 15 gaten in de printplaat gestoken en door solderen of klempassing daarmede verbonden. Bij eventueel uitsteken van de aansluitpennen aan de andere zijde van de printplaat kunnen zij daar voor een verdere aansluiting gebruikt worden. Yaak hebben hierbij de aansluitpennen een rechthoekige doorsnede, bestemd voor het maken 20 van een verbinding met verdere aansluitdraden onder toepassing van de met wire-wrap aangeduide draadwikkeltechniek.

In bovengenoemde Europese octrooiaanvrage is een connectormontageblok of steekverbinder beschreven, welke gebruikt wordt om de evenwijdige reeks van aansluitpennen te vergrendelen en te po-25 sitioneren zodanig dat de aansluitpennen overeenkomstig hun raster vastgehouden worden.

In de praktijk is bij dergelijke connectorsamenstellen ge-bleken dat de tolerantie van het opnemen van de reeks van aansluitpennen in de openingen van een dergelijk montageblok van grote 30 invloed is op de stevigheid en betrouwbaarheid van de verbinding van de betreffende uiteinden van de aansluitpennen en op de levens-duur van het connectorsamenstel. Speling in de vergrendeling van de aansluitpennen in het montageblok heeft tot gevolg dat verbindingen slecht worden c.q. losraken of dat electrische schakelingen, 35 zoals een printplaat, nadelig door aangrijpkrachten beinvloed worden.

De uitvinding beoogt de opname en vergrendeling van de aan- 8105229 ί * -2- sluitpennen in het montageblok zodanig te verbeteren dat problemen met betrekking tot positietolerantie van de reeks van al dan niet reeds met een schakeling verbonden aansluitpennen ondervangen wor-den.

5 Bit wordt bij een connectormontageblok van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding aldus bereikt dat de openingen in het montageblok elk aan ten minste twee tegenovergeste1de zijden voorzien zijn van verende organen, waarvan de onderlinge afstand en opstelling ten opzichte van de doorsnede-afmeting van de aan-10 sluitpennen zodanig is, dat bij invoer van de aansluitpennen een klempassende vergrendeling daarvan wordt verkregen. Door deze uit-voering volgens de uitvinding kan een dergelijk montageblok als een integrale eenheid over een overeenkomstige reeks van aansluitpennen klempassend aangebracht worden. Elke aansluitpen wordt, 15 wanneer nodig, eerst verbonden met een electrische of electronische schakeling, zoals een printplaat, door middel van een klempassende of soldeerbewerking, waarna het montageblok vervolgens klempassend over elke pen wordt aangebracht en in positie vastgehouden wordt.

Daar de afzonderlijke aansluitpennen klempassend in positie 20 vergrendeld worden door de afzonderlijke paren van verende organen, worden variaties in positietoleranties in de reeks van pennen, zoals positietolerantie van de openingen in het blok, excentriciteit van de openingenas ten opzichte van de buiten diameter van de opening, schuine stand van de afzonderlijke aansluitpennen, en even-25 sens variaties in positietoleranties van de openingen ten opzichte van de blokafmeting zelf vereffend. Hiermede wordt een grote vrijheid in variatie van connectortoleranties in het algemeen verkregen.

Yerder worden, daar er een groot aantal van aansluitpennen 30 gelijktijdig klempassend in het montageblok wordt vergrendeld, aangrijpkrachten meer gelijkmatig over het totale bodemoppervlak van het aansluitblok en eveneens over een eventueel aangesloten schakeling, zoals een printplaat, verdeeld. Hierdoor wordt de waarschijnlijkheid van het breken van afzonderlijke verbindingen 35 van klempassend vergrendelde aansluitpennen in een plaatselijk gebied verminderd.

Bij een verdere voordelige uitvoering van het montageblok die een langwerpige doosvorm met bodemdeel en wanddelen heeft, waarbij het openingenraster in het bodemdeel aangebracht is, hebben 40 de openingen elk een rechthoekige doorsnede waarbij aan twee 8105229 rf- * -3- tegenovergestelde zijden daarvan verende organen zijn aangebracht.

Ook kunnen de openingen aan de twee andere tegenovergestelde zijden voorzien zijn van naar het midden van de opening uitstekende kam-men die het invoeren van de pen vergemakkelijken.

5 Bij een verdere voordelige uitvoeringsvorm worden de verende organen gevormd door de twee tegenovergestelde en dun uitgevoerde wanden van elke opening zelf.

Bij een verdere voordelige uitvoeringsvorm hebben de verende organen elk ten minste voor een deel een boogvormige uitvoering 10 waarbij de top van de boog naar het midden van de opening is ge-rioht. Ook kunnen de verende organen elk een in het algemeen V-vor-mige uitvoering hebben waarbij de open zijde van de Y-vorm naar het midden van de opening is gericht. Eveneens kunnen de verende organen elk een langwerpige vorm hebben en in elke opening onder-15 ling evenwijdig of gekruist onder een hoek tot het bodemvlak van het montageblok verlopen, waarbij zij aan έέη zijde licht schar-nierend vast kunnen zitten aan de wand van de opening.

Met voordeel zijn in het montageblok, dat van kunststof is gemaakt, de verende organen een geheel vormend met dit blok even-20 eens van kunststof gemaakt.

De uitvinding zal aan de hand van verschillende uitvoerings-voorbeelden nader worden toegelicht met verwijzing naar de teke-ningen, waarin dezelfde onderdelen in meerdere figuren door dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven en waarin: 25 Eiguur 1 een voorbeeld geeft van een montageblok uit de stand van de techniek;

Eiguur 2a/2d aanzichten geven van een opening en van de op-name van een aansluitpen in deze opening van een montageblok volgens de uitvinding; 30 Piguur 3 een aanzicht in perspectief geeft van een openge- sneden montageblok volgens de uitvinding en daarin opgenomen aansluitpennen;

Eiguur 4 een aanzicht in perspectief geeft van het in figuur 3 aangegeven montageblok en een reeks van op een 35 printplaat reeds bevestigde aansluitpennen;

Piguur 5a/5d onderaanzichten geven van verschillende uit-voeringsvormen van de verende organen volgens de uitvinding;

Figuur 6 een zijaanzicht geeft van een enkele aansluitpen 40 waarin een verbreding van de doorsnede-diameter 8105229 * % . -4- zorgt voor een betere vergrendeling in de verende organen;

De figuren la. en 7¾ een zijaanzicht geven van een oonnector-samenstel met twee montageblokken aan weerszijden 5 van een printplaat respectievelijk volgens de stand van de techniek en volgens de nitvinding; en

Figunr 8 een aanzicht in perspeetief geeft van een verder montageblok volgens de nitvinding reeds voorzien van aansInitpennen.

10 In fignur 1 is een doorsnede aangegeven van een deel van een connectormontageblok uit de stand van de techniek, waarin de aan-slnitpennen 2 door de overeenkomstige openingen 9 van het bodem-deel 5 van het montageblok 4 zijn gevoerd. Dergelijke montageblokken of steekverbinders worden in het algemeen gebruikt om reeds 15 op electrische of electronische schakelingen, zoals printplaten, aangebrachte reeksen van aansluitpennen te vergrendelen en te positioneren. Het is van groot belang dat een dergelijk montageblok zeer goed passend op de aansInitpennen vergrendeld wordt, waardoor problemen behorend bij de positietoleranties van de aansInitpennen, 20 ondervangen worden.

De figuren 2a/2d geven enkele voorbeelden van een opening en van de klempassende opname en vergrendeling van een aanslnitpen in deze opening in het bodemdeel van een kunststof montageblok of steekverbinder.

25 Pigunr 2a geeft een eenvondige versie van de nitvoering van een doorvoeropening in de bodem van een montageblok. De beide betrekkelijk dunne^. langswanden daarvan vormen twee verende organen die een geheel met het kunststofmateriaal van het blok vormen. De dikte van deze organen is gelijk aan T. Deze verende organen 1, 1' 50 strekken zich over de lengte van de opening 9 uit en verlopen evenwijdig aan het oppervlak van de bodem. De afstand X tnssen de wanden 1, 1 ’ is een weinig kleiner dan de dwarsafmeting van de in te voeren aanslnitpen 2, zoals in fignur 2b is aangegeven. Hierbij is een aanslnitpen 2 met vierkante doorsnede in de opening inge-35 voerd. Bij deze invoer moeten de beide verende knnststoforganen nitbnigen om de aanslnitpen op te nemen en te vergrendelen. De resnlterende dwarskracht, die in tegengestelde richtingen vannit de verende organen op de pen inwerkt, werken met het .bybehorende contactgebied van deze pen samen waardoor de pen in de overeen-• 40 komstige opening vergrendeld wordt.

8105229 * * -5-

Eiguur 2e toont een verdere variant waarin in elke opening twee tegenovergestelde kammen 3 en 3’ zijn aangebracht. Deze kam-men zijn als een geheel uitgevoerd met het kunststofmateriaal dat de opening omringt. De functie van deze kammen is bij te dragen 5 aan een juiste centrering van de aansluitpen zoals verder is aan-gegeven in figuur 2d. Hier is een afzonderlijke aansluitpen met rechthoekige doorsnede opgenomen en vergrendeld door de twee tegen-gestelde door de verende organen uitgeoefende krachten. De tegen-overelkaar gestelde kammen 3 en 3* vergemakke1i jken de centrale 10 plaatsing van de aansluitpen in de opening. Met voordeel kunnen zowel de verende organen als de kammen voorzien zijn van invoer-loopvlakken om een meer gemakkelijke invoer van de pen te verze-keren.

Eiguur 3 geeft een aanzicht van een montageblok waarvan 15 een deel is opengesneden ten einde de doorvoeropeningen 9 en de hierin opgenomen aansluitpennen 2 beter weer te geven. Ben der openingen met omringende wand is in segmentvorm 10 in meer detail afzonderlijk weergegeven. Het montageblok komt voor wat betreft de specificaties overeen met die aangegeven in de DIM 41612. Het 20 langwerpige montageblok bestaat in wezen uit twee opstaande langs-wanden 4 met bodemdeel 5 waarin drie rijen van 32 openingen 9 in rasterpatroon zijn aangebracht. Elke opening 9 heeft aan twee langszijden de verende organen 1 en 1 *, en aan beide dwarszijden de twee tegenovergestelde kammen 3 en 3’· De kammen 3 en 3* zijn 25 aan het begin van de opening nabij het bodemvlak tegenover elkaar geplaatst. De kammen zijn voorzien van invoervlakken 6. Eveneens zijn de verende organen voorzien van invoervlakken 7· Sr is slechts een enkelvoudige spuitgiet- of stampbewerking nodig om het totale montageblok te vormen voorzien van alle openingen en bijbehorende 30 verende organen en kammen.

7oor de toepassing in een-verier connectorstelsel wordt ver-wezen naar figuur 4* Een reeks van pennen 2 is zoals gebruikelijk klempassend op een printplaat 8 bevestigd. Zij kunnen ook door middel van een soldeerbevestiging op een dergelijke printplaat be-35 vestigd zijn. Het montageblok is voorzien van een raster van overeenkomstige openingen met verende kunststoforganen en kammen.

Het blok kan als een geheel klempassend over de reeks van pennen worden aangebracht. Op deze wijze is elke aansluitpen eerst aan de printplaat bevestigd en vervolgens klempassend opgenomen in het 40 montageblok. Daar de afzonderlijke pennen vergrendeld zijn tussen 8105229 „ -6-· afzonderlijke pare» van verende organen en kammen, is deze opstel-ling in staat oni variaties in positietoleranties in een reeks van pennen, zoals positietolerantie van de openingen, excentriciteit van de openingenas ten opzielite van de buiten diameter van de ope-5 ning, scheve stand Van de afzonderlijke aansluitpennen, en even-eens toleranties in positie van de openingenas ten opziohte van het montageblok te oompenseren. Hierdoor worden variaties in con- -nectortoleranties meer gemakkelijk opgenomen en vereffend.

Daar verder de vele aansluitpennen gelijktijdig klempassend 10 door het montageblok worden opgenomen, worden de aangrijpkrachten meer gelijkmatig over het totale bodemoppervlak van het blok en eveneens over de printplaat verdeeld. Hierdoor wordt de waarschijn-lijkheid van breken van een afzonderlijke verbinding met een printplaat van een klempassend opgenomen pen in een gelocaliseerd ge-15 bied verminderd.

Hoewel het montageblok volgens de uitvinding met voordeel gebruikt kan worden volgens specificaties van die van het DIF 41612 kan het ook voor andere typen connectoren toegepast worden. In deze gevallen kunnen de contacten bijvoorbeeld een staartdeel heb-20 ben dat met geschikte verende kunststoforganen en kammen kan samenwerken om een klempassende vergrendeling en opname te ver-krijgen.

De verende organen kunnen ook een andere uitvoeringsvorm dan alleen een langwerpige, volgens de wand verlopende vorm hebben. 25 Zo zijn in de figuren 5a/5d versohillende verdere uitvoerings-vormen aangegeven.

De figuren 5a en 5b geven een voorbeeld van in het algemeen boogvormige uitvoering van de verende organen. Zij kunnen hierbij zowel afzonderlijk van de wand als ook een deel vormend met de 50 wand zijn uitgevoerd. Hoewel niet aangegeven, kunnen er kammen zijn aangebracht, die in het algemeen ongeveer dezelfde boogvorm hebben. In figuur 5° zijn verende organen met een in het algemeen Y-vormige uitvoering aangegeven. Hierbij kan met voordeel in plaats van een aansluitpen met reohthoekige doorsnede een aansluitpen 55 met ronde doorsnede worden opgenomen en vergrendeld.

In bovenstaande voorbeelden verlopen de verende organen evenwijdig aan het bodemoppervlak van het montageblok. Zij kunnen echter ook onder een hoek tot het bodemvlak staan. Eveneens kunnen de verende organen hierbij onderling evenwijdig of gekruist 40 ten opziohte van elkaar verlopen. In figuur 5d is een voorbeeld 8105229 r * -7- van twee evenwijdig onder een hoek tot het langste eind van het bodemvlak verlopende verende organen aangegeven. Het spreekt van-zelf ^JfJonderiin| evinwijcLig^of gekruist lopen, gebruikt kun-nen worden om de krachten, optredend bij de invoer van de aansluit-5 pen, te belnvoeden en om positietoleranties beter te kunnen com-penseren.

Yerder is de uitvinding niet beperkt tot het geval dat de verende organen zich over de to tale breedte van de opening nits trek-ken. Elk verend orgaan kan licht scharnierend en als een geheel 10 met het materiaal van het montageblok bevestigd zijn, waarbij het andere uiteinde vrij is. Eveneens kan het verende orgaan aan beide uiteinden aan de wand van de opening bevestigd zijn, terwijl het middendeel van 44n of beide verende organen in geringe mate zich vrij kan bewegen onder invloed van de ingevoerde aansluitpen.

15 Het spreekt vanzelf dat het variSren van de diepte Ό (fig. 3) en de dikte T (fig. 2a) van de afzonderlijke verende organen en van de afmeting X (fig. 2a) van de openingen een belangrijke factor is bij de totals klempassing van het montageblok. Hit is daarom van belang daar bij te grote openingen in een printplaat een lage vast-20 houdkracht ten aanzien van de bijbehorende aansluitpen ontstaat.

Eveneens zal wanneer in het montageblok de vergrendelende kracht per opening op de aansluitpen buitengewoon groot is, deze aansluitpen uit de bijbehorende printplaat worden geduwd. Behalve dat de dikte en.diepte van het verende orgaan van invloed is kan de 25 vorm van de opening zelf, zoals aangegeven in de figuren 5a/5d gebruikt worden om de klempassende kracht binnen voorafbepaalde grenzen te houden.

In figuur 6 is weer een verdere variant aangegeven, waarin de doorsnede-afmeting van de opening in het montageblok en de 30 vorm van de verende organen aangepast zijn aan de afmeting van een in de diameter van de aansluitpen 2 opgenomen verdikking. Heze kan bij een uitvoering van een bepaalde connector uit twee aangrenzende uitstulpingen 12 op de aansluitpen 2 (fig. 6) bestaan zodanig dat bij vergrendeling in het montageblok de scherpe randen van de 35 verende organen (1, 1') zich in de inkeping tussen de twee uitstulpingen 12 vastzetten. Bij een verdere uitvoering kan de aansluitpen of afzonderlijk of naast de twee uitstulpingen van figuur 6 voorzien zijn van een enkele uitstulping voor vergrendeling van deze pen in een printplaat. Hierbij is namelijk slechts 44n uit-40 stulping nodig.

8105229 # ~ -8-

Behalve dat er bij aans luitpennen problemen ten aanzien van positietoleranties kunnen optreden, kunnen de afzonderlijke aan-sluitpennen ook toleranties hebben in de lengte en in de plaats van de penpunt ten opzichte van de printplaat als gevolg van 5 bepaalde instellingen van de bewerkingsmachines toegepast bij het proces van bet aahbreagen van de pennen in een printplaat.

In bovengenoemde Europese octrooiaanvrage 81.200080.0 is de toepassing bescbreven van een afstandselement om twee montageblok-ken aan beide zijden van een printplaat te positioneren en te 10 vergrendelen, zoals aangegeven in figuur 7a. De openingen 9 in de montageblokken 4 zijn glad verlopend, waardoor in deze uitvoering een afzonderlijk afstandselement 11 nodig is om op vender niet aangegeven wijze de beide blokken 4 ten opzichte van de printplaat 8 te positioneren.

15 Bij de in figuur 7b aangegeven uitvoering volgens de uit- vinding kunnen de punten van de reeks van klempassend in de printplaat 8 opgenomen aansluitpennen 2 nauwkeurig op een juiste afstand tot de bodem vanheteerste montageblok 4” zijn vastgezet. Yervol-gens kan het tweede montageblok 4' gepositioneerd en klempassend 20 in aangrijping met de reeks van uitstekende pennen aan de andere zijde van de printplaat 8 geplaatst worden. Hierbij kan wanneer nodig ook een afstand tussen de bodem van het montageblok 4’ en de printplaat 8 aangehouden worden. Het is duidelijk dat het onder-havige montageblok in figuur 7b van de uitvinding een inventieve 25 verbetering vormt van de bekende opstelling volgens figuur 7a> waaruit nu het afstandselement 11 kan worden weggelaten.

Bij weer een andere connectoruitvoering kan de reeks van aans lui tpennen eerst in een. eerste montageblok worden opgenomen. Yervolgens kan dit samenstel als een eenheid over een reeks van 50 overeenkomstige openingen op een printplaat geplaatst worden.

Hierbij worden de pennen ingevoerd en klempassend opgenomen of vastgesoldeerd. Uiteindelijk kan het tweede montageblok op de van de andere kant van de printplaat uitstekende aansluitpennen klempassend bevestigd worden.

55 Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet tot de weerge- geven uitvoeringsvormen beperkt is, maar dat wijzigingen en aan-vullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Zo kunnen afzonderlijke connectoren voorzien van een reeks van aanslui tpennen klempassend met de staartdelen van de pen-40 nen in een montageblok volgens de uitvinding vergrendeld worden.

•w -_____________ ________ ___ 8105229 * * -9-

Deze staartdelen met verschillende dwarsdoorsneden steken tot voorbij de bodem van het montageblok uit.

Zo is in figuur 8 een voorbeeld gegeven van een montageblok waarin de reeks van pennen reeds zodanig in de bodem van het links 5 in figuur 8 aangegeven montageblok - is opgenomen dat het op elke pen verder aanwezige klempassende gebied, zoals een verdikking, links buiten het montageblok uitsteekt. Hiema wordt het montageblok met de uitstekende staartdelen van de pennen geplaatst in de overeenkomstige gaten van een verder niet aangegeven en links 10 van dat montageblok opgestelde printplaat en vervolgens in deze printplaat geperst. Tijdens deze inpersbewerking kunnen de pennen zich richten naar het gatenpatroon van de printplaat opdat het montageblok zich hierin aanpast. Hoewel alle links uitstekende delen van de pennen elk voorzien zijn van een verdikking, is deze 15 gemakshalve alleen op de eerste pen van elke rij aangegeven. Bij deze uitvoering als mannelijk connectordeel is derhalve een klempassende vergrendeling vaade pennen in de verende kunststoforganen van het montageblok en een klempassende vergrendeling van de metalen pen in de printplaat verkregen.

20 Tevens bestaat ook nog de mogelijkheid om het montageblok als vrouwelijk connectordeel uit te voeren, zoals rechts in figuur 8 is aangegeven. Dat wil zeggen dat dit montageblok voorzien is van klempassend daarin opgenomen pennen of contactveren met bijbe-horende en rechts van het montageblok uitstekende, rechte staart-25 delen. Deze kunnen elk weer voorzien zijn van een klempassend gebied om doer tussenkomst daarvan vergrendeld te worden in een verder niet aangegeven, rechts van het montageblok opgestelde printplaat.

Bij dit vrouwelijke connectordeel is derhalve een klempassende vergrendeling van de pennen of contactveren in de verende kunststof-30 organen in het blok aanwezig en een klempassende vergrendeling van de metalen staartdelen in de printplaat.

Het mannelijke- en vrouwelijke connectordeel elk eventueel voorzien van een printplaat kunnen vervolgens aan elkaar bevestigd worden. De rechts van het mannelijke connectordeel uitstekende 35 pennen kunnen ook de vorm van een contactveer hebben, welke contactveren dan in de overeenkomstige openingen van het vrouwelijke connectordeel steken.

8105229

Claims (11)

1. 5 « -10- COUCLUSIES
2. 1. Connec tormontageblok voor een evenwijdige reeks van aan-sluitpennen, die in een voorafbepaald raster gerangschikt door openingen in het montageblok lopen en waarvan de ene en/of de an-dere uitstekende uiteinden voor verdere aansluiting dienen, zoals 5 op een printplaat via de openingen daarvan, met het kenmerk, dat de openingen in het montagehlok elk aan ten minste twee tegenovergestelde zijden voorzien zijn van verende organen, waarvan de onderlinge afstand en opstelling ten opzichte van de doorsnede-afmeting van de aansluitpennen zodanig is, dat bij in- 10 voer van de aanslnitpennen een klempassende vergrendeling daarvan wordt verkregen.
3. 2. Conneotormontageblok volgens conolusie 1, waarbij het montageblok een langwerpige doosvorm met bodemdeel en wanddelen heeft, waarbij het openingenraster in het bodemdeel aangebracht 15 is,met het kenmerk, dat de openingen elk een recht-hoekige doorsnede hebben, en dat aan twee tegenovergestelde zijden daarvan de verende organen zijn aangebracht.
4. 5. Conneotormontageblok volgens conolusie 2, m e t het kenmerk, dat de openingen elk aan de twee andere tegenover- 20 gestelde zijden voorzien zijn van naar het midden van de opening uitstekende kammen, die het invoeren van de pen vergemakkelijken.
5. 4· Conneotormontageblok volgens oonclusie 2 of 3? m e t het kenmerk, dat de verende organen gevormd worden door twee tegenovergestelde en dun uitgevoerde wanden van elke opening. 25 5· Conneotormontageblok volgens 44n der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de verende organen elk ten minste voor een deel een boogvormige uitvoering hebben, waarbij de top van de boog naar het midden van de opening is gericht.
6. 6. Conneotormontageblok volgens 44& der conclusies 2-4, 30 met het kenmerk, dat de verende organen elk een in het algemeen Y-vormige uitvoering hebben, waarbij de open zijde van de Y-vorm naar het midden van de opening is gericht.
7. 7. Conneotormontageblok volgens ££n der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de verende organen elk een lang- 35 werpige vorm hebben en in elke opening onderling evenwijdig of gekruist onder een hoek tot het bodemvlak van het montageblok verlopen. 8105229 -11- r V
8. 8. Connectormontageblok volgens conclusie ?, I e t het kenmerk, dat de verende organen aan een zijde licht schar-nierend vastzitten aan de wand van de opening.
9. 9. Connectormontageblok volgens 44n der conclusies 2-8, 5 waarin het montageblok van kunststof is gemaakt, met het k e n m e r k, dat de verende organen, een geheel vormend met het montageblok, van kunststof zijn gemaakt.
10. 10. Connectormontageblok volgens 44n der voorgaande conclusies, waarbij de aansluitpennen van metaal zijn, met het 10 kenmerk, dat ten behoeve van de klempassende vergrendeling in de verende organen de aansluitpennen elk aanvullend uitgevoerd zijn met twee aangrenzende uitstulpingen waartussen de randen van de verende organen zich vastzetten.
11. 11. Connectormontageblok volgens 44n der voorgaande eonclu-15 sies, met het kenmerk, dat ten behoeve van de klempassende vergrendeling in de printplaat de aansluitpennen elk aanvullend uitgevoerd zijn met een enkele uitstulping op het uit het montageblok uitstekende staartdeel daarvan. 8105229