NL7909112A

NL7909112A - Drager voor het optisch stelsel voor een beeld- overdrachtinrichting.

Info

Publication number: NL7909112A
Application number: NL7909112A
Authority: NL
Original assignee: Coulter Systems Corp
Priority date: 1979-02-12
Filing date: 1979-12-18
Publication date: 1980-08-14
Also published as: BE880667A; JPS55110270A; IL58980A; DE2950960C2; ZA796862B; AU5389879A; PH16407A; GB2041561B; CA1130124A; MX147924A; IT7951116A0; GB2041561A; IT1120226B; DK540379A; IL58980A0; SE7910445L; ATA795179A; FR2448730A1; LU82010A1; US4264199A

Description

: 79352*}/Ti/vL ' ** * -1-

Aeavraagster" COULTER SYSTEMS CORPORATION

35 Wiggins Avenue, BEDFORD, U.S.A.

Korte aanduiding: Drager voor het optisch stelsel voor een beeldcverdracht-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een als een zelfstandige eenheid uitgevoerde drager voor het optisch stelsel van een beeldover-drachtinrichting met een stel schuin geplaatste spiegels en een daartussen aangebrachte lensstelsel.

5 Elektrofotcgrafisch inrichtingen zoals kopieerapparaten maken gebruik van een elektrofotografisch element dat langs een aantal werkstations wordt gevoerd. Deze werkstations bevatten een laadstation waarin op het fotogeleidende oppervlak van het elektrofotografische element een uniforme elektrische lading wordt aangebracht, een belichtingsstation 10 waarin het geladen oppervlak wordt blootgesteld aan licht afkomstig van het te kopiëren element waardoor een latent elektrostatisch beeld wordt gevormd, een ontwikkelstation waarin dit latente beeld zichtbaar 790 91 1 2 r ..... -2- wordt gemaakt en overdrachtsstation waarin het tonerbeeld wordt overgedra-gen naar een secundaire draagpunt. Bij bepaalde apparaten kunnen een of meer van deze stations vervallen.

Het elektrofotografisch element kan zijn uitgevoerd als een plaat, 5 een trommel of een eindloze band. Snelle kopieerapparaten maken gebruik ' van een eindloze band die over een aantal rollen is geleid. Het elektrofotografisch element wordt blootgesteld aan'het beeld van het te kopiëren element daar waar de band een vlak gedeelte heeft. Het beeld wordt via een optisch projektiestelsel op de band geprojekteerd.

10 Dit optisch projektiestelsel omvat een lensstelsel en kan even tueel een of meer spiegels omvatten. Het aantal en de plaats van de spiegels hangt af van de plaats van de kopieplaat die het te kopiëren document draagt ten opzichte van de plaats waar het latente beeld wordt gevormd. Normaal is elk van de optische componenten die tezamen het opti-15 sche stelsel vormen aangebracht op een apart draagdeel dat is bevestigd aan het frame of een ander deel van het apparaat en dat nauwkeurig wordt gepositioneerd teneinde een juiste optische uitlijning met de andere optische componenten te verkrijgen. Instellingen kunnen aan elk der componenten van het optisch stelsel worden uitgevoerd wanneer deze in het 20 apparaat worden aangebracht; deze instellingen vergen verschillende individuele handelingen teneinde een juiste focussering en uitlijning te verkrijgen.

De beschikbare optische stelsels vergen een grote ruimte binnen het huis van het kopieerapparaat. Daardoor is het niet mogelijk een 25 kopieerapparaat compact te bouwen, bij voorbeeld met afmetingen die het geschikt maken het apparaat op een bureau te plaatsen. Er bestaat dus behoefte aan een optisch stelsel voor een beeldvorminrichting dat zodanig is uitgevoerd dat de totaalafmetingen van het apparaat worden verkleind 7909112

N

-3- tf terwijl het voorts gunstig zou zijn wanneer het complete apparaat'zou zijn opgebouvd uit een aantal apart vervaardigde modulaire componenten die gemakkelijk kunnen worden gecombineerd en individueel kunnen worden uitgenomen voor reparatievervanging of uitwisseling van componenten. Hierdoor 5 wordt de kostprijs lager en kan. het onderhoud goedkoper zijn.

De uitvinding verschaft een drager voor het optisch stelsel voor een beeldvorminrichting waarin een beeld wordt -geprojekteerd van een voor-werpsvlak of een beeldvlak, gekenmerkt door een uit één stuk gevormd, karfvormig, vast dragerdeel met een paar naar buiten hellende tegenover 10 elkaar gelegen met elkaar verbonden eindwanden en met een naar boven gericht verdeelstuk aangebracht tussen de eindwanden, welke eindwanden zijn aangebracht onder onderling gelijke doch tegengesteld gerichte hoeken en naar elkaar gerichte spiegels kunnen opnemen en waarbij het verdeelstuk voorts is ingericht voor het opnemen van een lensstelsel bestemd voor 15 het overbrengen van het beeld van de ene spiegel naar de andere.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 is een schematische dwarsdoorsnede van een elektrofoto-grafisch kopieerapparaat met de optische drager volgens de uitvinding; fig. 2 is een bovenaanzicht van de drager voor het optisch stel-20 sel toegepast in de uitvoeringsvorm volgens fig. 1; en fig. 3 is een afbeelding in uiteengenomen vorm van de verschillende delen van het kopieerapparaat volgens fig. 1.

Fig. 1 toont een elektrofotografisch kopieerapparaat, in het geheel aangegeven met het verwijzingscijfer 10 en voorzien van een document-25 dragerstelsel 12, een beeldvormstelsel 1U, een mediumoverdrachtsstation 16, een laadstation 22, en een overdrachtsstation 2k.

Het dragerplaatstelsel 12 bestaat uit een lichtdoorlatend vlak element 26 dat is aangebracht in de toegangsopening 28 van het huis 30 7909112

V

t -lien een geschikt plaatdeksel 32 dat kan scharnieren om steunen 3¼ zodat het te kopiëren document 36 wordt vastgeklemd tussen het element 26 en de deksel 32. Een grendel 38 is aangebracht langs de vrije rand van het plaatdeksel 32 en werkt samen met de rand Uo van het huis 30.

5 Het elektrofotografische beeldvormstelsel omvat een elektrofoto- grafische band 1+2 geleid over een paar rollen 1+1+ en 1+6* waarbij de rol 1+6 een door niet getekende motor aangedreven rol is. De band 1)-2 kan bewegen in de richting van de pijlen 1+8 en gaat daarbij achtereenvolgens langs een serie werkstations 18, 20, 22 en 2i 10 Met de term "elektrofotografische band" wordt in het hiernavol gende bedoeld een eindloze band of baan waarvan althans een gedeelte elektrofotografische eigenschappen heeft, dus bestaat uit een deel met een fotogeleidende bekleding op een geleidend substraat.

De band h2 passeert eerst een laadstation 18 waar de fotogelei-15 dende bekleding van de band uniform wordt opgeladen. Daarna gaat de band o 1+2 naar een belichtingsstation 20 waar het geladen oppervlak wordt blootgesteld aan hetlichtbeeld van het te kopiëren document 36, zodat op de band een latent elektrostatisch beeld ontstaat. De band h2 met het latente beeld gaat daarna naar een tonerstation 22 waar het latente elek-20 trostatisch beeld wordt ontwikkeld. De band b2 beweegt dan naar het over-drachtsstation 2k waar het tonerbeeld wordt ovérgedragen op een vel papier 50 of ander materiaal afkomstig van het voorraadstation 16.

Het belichtingsstation 20 bevindt zich langs het vlakke gedeelte 52 van de band 1+2 j de rollen hh en hè zijn zodanig geplaatst dat dit vlakke 25 deel 52 ligt in een vlak evenwijdig aan het bovenoppervlak van de kopieer-plaat 26 waarop zich het te kopiëren document 36 bevindt. De band h2 is aangebracht op de rollen UU en hè en wel zo dat de fotogeleidende bekleding van de band h2 zich bevindt op het buitenste omtrekdeel van de band 7909112 -5- % en omlaag is gericht, naar het helichtingsstation 20.

Het lichtbeeld van het document 36 wordt geprojekteerd van de kopieerplaat 26 op de fotogeleidende bekleding van de hand in het helichtingsstation 20 via een optisch projektiestelsel 5¾..

5 Dit optisch projektiestelsel 5^ omvat, optisch uitgelijnd, een lensstelsel 56 en een paar onder U50 geplaatste vlakke spiegels 58 en 60. Het lensstelsel 56 bevindt zich halverwege tussen de vlakke spiegels 58 en 60. Het lensstelsel 56 en de vlakke spiegels 58, 60 zijn aangebracht op de drager 62 die zich bevindt in het huis 6b van het apparaat op 10 zodanige plaats dat het beeld van het document 36 wordt geprojekteerd op de band h2 volgens de met de pijlen 36 aangegeven optische baan.

De drager 62 die in bovenaanzicht in fig. 2 is weergegeven bestaat uit een korfvormig, stijf deel, bij voorkeur uit êên stuk uit kunststof gevormd. De drager 62 heeft een bodem 68 en een paar naar buiten 15 divergerende vlakke eindwanden 70 en 72 aan weerseinden van de bodem 68.

De verbindingswanden Tb en 78 overbruggen de eindwanden J0 en 72 en een opstaand verdeeldeel 80 is van de bodem 68 uit omhoog gericht. De eindwanden 70 en 72 staan onder hoeken van ^5° ten opzichte van de bodem 86.

Een vlakke spiegel 58 is bevestigd aan het binnenoppervlak van de eind-20 rand 70 en een vlakke spiegel ÓO is bevestigd aan het binnenoppervlak van de eindrand 72, bij voorbeeld met een geschikte kleefstof. De verdeling 80 bevindt zich halverwege tussen de eindwanden 70 en 72. Het lensstelsel 56 is in de verdeling 80 aangebracht via een opening 82 en is daar op een geschikte, niet nader toegelichte wijze, vastgezet. Het lens-25 stelsel 56 kan zijn opgenomen in een flensvormig cilindrisch huis 8k en de afmeting van de opening 82 kan zodanig zijn gekozen dat een wrijvings-passing ontstaat met een deel van het cilindrisch huis 8¼.

De bodem 68 kan zijn uitgevoerd met een aantal bevestigingsope- 7909112 ΐ ' d -6- ningen 88 die samenverken met de uitsteeksels 90, aangebracht op de bodem van het huis 6b > zodat een snapverbinding ontstaat. De verbindingswanden 7^- en 78 divergeren naar buiten zodat zij beter passen in het huis, in het bijzonder wanneer in het huis 6b draagflenzen 92 zijn aangebracht.

5 Dergelijke flenzen zullen ook zijn voorzien van geschikte, met uitsteeksels samenwerkende, openingen. Uiteraard kunnen ook uitsteeksels zijn aangebracht op de flenzen en samenwerken met openingen in het huis-deel zelf. Elk ander geschikt bevestigingselement kan voor dit doel worden gebruikt.

10 De twee spiegels 58 en 60 en het lensstelsel 56 kunnen gemakkelijk in de drager 62 worden aangebracht waarbij een optische uitlijning is verzekerd voordat het geheel in het huis 30 wordt geplaatst. Het aanbrengen van de respektievelijke spiegels op de eindwanden geschiedt met de spiegels evenwijdig aan deze wanden.

15 De hoogte van het verdeelstuk 80 wordt lager gekozen dan de totaal- hoogte van de drager 62 zodat een van flenzen voorziene verdieping 9b ontstaat die kan worden gebruikt voor het opnemen van vloeibare toner of * voor het opnemen van een tonerhouder 96, rustend op de bovenrand van het verdeelstuk 80. Een uitsparing 98 kan zijn aangebracht in iedere wand 76, -20 78 gericht naar de bovenrand voor het opnemen van de verdieping 9^· De lamp 100 en de reflector 102 kunnen aan dit gedeelte worden bevestigd.

Een paar flenzen 1 θί+ en 106 zijn gevormd langs het verdiepte gedeelte 9!+, waarbij de flens 106 in hoofdzaak een L-vormige dwarsdoorsnede heeft. De flens 1Oh draagt de lamp en reflector en de flens 106 25 wordt gebruikt voor het dragen van het huis dat de elektrofotografisch werkstation draagt.

De korfvormige optische drager 62 wordt bij voorkeur als eenheid gevormd waarna spiegels en lensstelsels daarin worden aangebracht.

7909112

V

-7-

Het totaal kan op een bepaalde plaats worden geassembleerd en ter plaatse van het apparaat daarin worden aangebracht, of het kan met de andere componenten tot een compleet apparaat worden gecombineerd.

De eenheid heeft het voordeel dat het door het huis 6k ingenomen 5 ruimte, en in het bijzonder de afmeting invertikale richting, aanzienlijk kunnen worden verminderd ten opzichte van die der bekende kopieerapparaten door de hoekstand der spiegels waardoor een "gevouwen" optisch stelsel ontstaat. Wanneer echter een andere rangschikking der spiegels onder hoeken anders dan ^5° nodig is kan de optische drager 62 gemakke-10 lijk worden verwijderd uit het huis 6k en vervangen door een andere drager waarin de wanden o.a. hoeken staan.

Extra draagflenzen kunnen worden aangebracht waarbij de rand van de delen 98 zodat een grotere ondersteuning ontstaat voor het verdikte gedeelte 9^ dat de verbindingswanden overbrugt.

.7909112

Claims

1. Drager voor het optisch stelsel van een beeldvorminrichting waarin een beeld van een voorwerpsvlak wordt geprojekteerd op een beeldvlak, gekenmerkt door een uit een stuk gevormd, korfvormig, vast dragerdeel met een paar naar buiten hellende tegenover elkaar gelegen met elkaar verbon- 5 den eindwanden en met een naar boven gericht verdeelstuk aangebracht tussen de eindwanden, welke eindwanden zijn aangebracht onder onderling gelijke doch tegengesteld gerichte hoeken en naar elkaar gerichte spiegels kunnen opnemen en waarbij het verdeelstuk voorts is ingericht voor het opnemen van een lensstelsel bestemd voor het overbrengen van het beeld 10 van de ene spiegel naar de andere.

2. Drager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een vlakke bodem en het verdeelstuk loodrecht op deze bodem halverwege de eindwanden is aangebracht. «

3. Drager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de eind-15 wanden met elkaar zijn verbonden door een paar naar buiten divergerende wanden. Drager volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de eindwanden zijn aangebracht onder hoeken van 1+5°.

5. Drager volgens conclusies 1-U, met het kenmerk, dat de hellende 20 wanden zijn voorzien van in lijn gelegen aangepaste uitgesneden delen voor het opnemen van een overeenkomstig gevormd, dwars, verdiept element.

6. Drager volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat deze uit een stuk is gevormd.

7. Drager volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de hoogte van 25 het verdeelstuk kleiner is dan de vertikale hoogte van de schuin geplaatste delen. 7909112 N V -9-

8. Drager volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de vanden zijn voorzien van naar buiten gerichte randflenzen voor een snapverbinding met het apparaat vaar in de drager is opgenomen. 7909112