NL7908959A - Zuigbaggerinstallatie. - Google Patents

Description

* VO T820 "Zuigbaggerinstallatie"

De uitvinding, heeft betrekking op een zuigbaggerinstaliatie voorzien van een vaartuig, ten minste een pomp, ten minste een zvenkbaar met het vaartuig verbonden zuigleiding, die ten minste twee onderling zvenkbaar verbonden leidingdelen omvat, waarvan 5 het eerste zuigleidingdeel cm een zich dwarsscheeps uitstrekkende, horizontale as vanuit een nagenoeg horizontale stand omlaag schar-nierbaar is, alsmede middelen voor het regelen van de stand van de zuigleiding ten opzichte van het vaartuig.

Een dergelijke zuigbaggerinstallatie is bekend uit de 10 Nederlandse octrooiaanvrage 6^-. 10256. Het eerste zuigleidingdeel wordt hierbij ondersteund door een in hoofdzaak U-vormige drager, die met zijn uiteinden om een dwarsscheepsgerichte, horizontale as scharaierbaar met het vaartuig is verbonden en wel op zodanige wijze, dat de drager vanuit een verticale stand in hoofdzaak tot 15 in een horizontale stand voor de boeg kan zwenken. Nabij de over-gang tussen een been en het lijf van de drager is hierop een pomp geplaatst, welke zich derhalve nabij het zuigeinde van het eerste zuigleidingdeel bevindt. De drager is verder over de gehele lengte van een been voorzien van middelen voor het geleiden van de persmond 20 van het tweede zuigleidingdeel vanaf het dek van het vaartuig tot .in een koppelingspositie met de pomp. Het in de bedrijfsstand brengen van de zuigleiding geschiedt door het omlaag zwenken van de drager met pomp en eerste zuigleidingdeel tot in een nagenoeg verticale stand door middel van eerste besturingsmiddelen geplaatst 25 nabij de boeg van het vaartuig en het vervolgens door de drager geleid laten zakken van het tweede zuigleidingdeel door een tweetal hijsinstallaties tot de koppeling met het eerste zuigleidingdeel tot stand is gebracht, waarna de stand van het tweede zuigleidingdeel ten opzichte van het eerste wordt geregeld door een van bei-30 de hijsinstallaties, welke op een afstand gelijk aan de lengte van het tweede zuigleidingdeel van de horizontale as tussen eerste zuigleidingdeel en vaartuig is geplaatst.

7908959 —2-

Met deze zuigbaggerinstallatie kunnen grote zuigdiepten worden gehaald, in het bijzonder als aan het tweede, zuigleiding-deel nog een derde zuigleidingdeel scharnierbaar wordt gekoppeld. Moeten evenwel met deze bekende installatie zuigwerkzaamheden wor-5 den uitgevoerd waarbij de zuigmond over enige, afstand nagenoeg verticaal moet worden verplaatst, dan.houdt dit veelvuldig moeizaam en nauwkeurig manoeuvreren met het vaartuig in.

Met de uitvinding wordt beoogd dit probleem te ondervangen en te voorzien in een vaartuig dat stilliggend over grote afstand 10 de zuigmond nagenoeg verticaal kan verplaatsen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een zuigbaggerinstallatie van de in de aanhef genoemde soort bereikt, als althans een deel., van de middelen voor het regelen van de stand van het tweede zuigleidingdeel ten opzichte van het eerste zuigleiding-15 deel zijn opgesteld nabij de scharnieras tussen het eerste zuigleidingdeel en het vaartuig, waarbij de scharnierbare. koppeling uitgevoerd · tussen het eerste en. het tweede zuigleidingdeel zodanige is, dat deze zuigleidingdelen een onderlinge hoek tussen 0 en 180° kunnen insluiten. Door deze maatregelen kunnen het eerste - en het tweede 20 zuigleidingdeel een schaarvormige beweging ten opzichte van. elkaar maken, een en ander zodanig, dat de zuigmond ten opzichte van het vaartuig enkel nu verticale richting verplaatst. Wordt gebruik gemaakt van een derde zuigleidingdeel, dan .is het bijvoorbeeld mogelijk de zuigmond over een 'afstand van 30 m nagenoeg uitsluitend 25 verticaal, te- verplaatsen bij stilliggend vaartuig. Tevens is het door deze maatregelen mogelijk in het. bijzonder het laatste zuigleidingdeel steeds de optimale stand ten opzichte van de bodem te laten innemen over een groot scala van zuigdiepten, hetgeen in.het bijzonder bij sleepzuigers bijzonder voordeelbiedend is.

30 Een extra, bijzonder voordeelbiedend effect van. de overeen komstig de uitvinding voorgestelde maatregelen. is, dat de zuig-leiding in zijn boven, water gebrachte toestand aanzienlijk minder lengte in beslag neemt dan dat het geval is bij de bekende construe·— ____tie. Dit daar het eerste en tweede zuigleidingdeel zich in die 7908959 -3- * positie in samengevouwen toestand bevinden, zodat de totale door de znigbuis in beslag genomen lengte dan met een bedrag ongeveer gelijk aan de lengte van het kleinste der twee zuigleidingdelen is verminderd ten opzichte van die van de bekende znigbuis. Dit 5 nu houdt weer in, dat de lengte van het vaartuig een zelfde bedrag korter kan worden uitgevoerd. Het voordeel hiervan lijkt niet nader te hoeven worden toegelicht.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verdient het bij een door een ladder ondersteund eerste zuigleiding-10 deel de voorkeur, dat de middelen voor het regelen van de stand van het tweede zuigleidingdeel zijn aangebracht op de ladder. Door deze maatregelen wordt naast een uit krachten oogpunt gunstige kabels tand bij het regelen van de stand van het tweede zuigleiding-deel, tevens dit regelen zelf aanzienlijk .eenvoudiger, daar een 15 driehoeksconfiguratie tot stand is gebracht, welke de plaatsbepaling van het uiteinde van het tweede zuigleidingdeel aanzienlijk vereenvoudigt.

De breedte van de zuigleiding, en derhalve die van het vaartuig, kan gering worden gehouden, als bij een zuigbaggerinstal-20 lat ie, waarbij nabij de sehamierbare koppeling tussen -eerste en tweede zuigleidingdeel door middel van een draai gland met dwarsscheeps gerichte horizontale as op een het eerste zuigleidingdeel ondersteunende ladder een pomp is aangebracht, overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding de panp met de’ draai gland 25 is verbonden via een in hoofdzaak Z-vormig bochtstuk met benen waarvan de hartlijnen in hoofdzaak gelegen zijn in onderling evenwijdige vlakken en elkaar onderling loodrecht kruisen, waardoor een voordeelbiedende opstelling van de paap en de aandrijving daarvan wordt verkregen».

30 Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uit- voeringsvoorbeeld zal de zuigbaggerinstallatie volgens de uitvinding thans nader.worden besproken en toegelicht. Daarbij toont·: figuur 1 een zuigbaggerinstallatie volgens de uitvinding --- in zijaanzicht; en 7908958 -Ikfiguur 2 een aanzicht volgens pijl A in figuur 1 op vergrote schaal.

De in de tekening schematisch weergegeven zuigbaggerinstal- latie volgens de uitvinding is voorzien van een vaartuig 1 voorzien 5 van een driedelige zuigleiding 2.

Het eerste zuigleidingdeel, dat ondersteund wordt door een ladder 3-is in de tekening uit duidelijkheids overwegingen niet weergegeven, waarbij kan worden opgemerkt, dat de beweging van het eerste zuigleidingdeel gelijk kan worden geacht aan die van 10 de ladder 3. Deze laatste is via een eerste scharnieras. U, waarvan de hartlijn zich in dwarsscheepse richting horizontaal uitstrekt, scharnierbaar verbonden met het vaartuig 1. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de bok 5, die verbonden is met het vaartuig I, zodanig is uitgevoerd dat deze of de daarmee samenwerkende, met 15 de ladder verbonden draai flens 6 de ladder 3 ia staat stelt, langs de zijkant-van het vaartuig 1 te laten .zwenken., De ladder 3 draagt verder een pomp T alsmede niet weergegeven aandrijfmiddelen voor-die pomp. De ladder 3 is stuurbaar zwenkbaar. door middel.van een hijsinrichting 8 die via een kabel 9 samenwerkt met een met de 20 ladder 3 verbonden takel 10. Aan het onderuit einde van de ladder 3 : is een, een hoek met- de langsrichting van de ladder insluitend steundeel 11 aangebracht, dat een met zijn. .ene uiteinde met de pomp 7 verbonden verbinding^sbuis 12 die deel uitmaakt. van hèt eerste zuigleidingsdeel, ondersteunt... Het andere uiteinde van de 25 verbindingsbuis 12 sluit aan op een draaigland 13, die zodanig is gesitueerd dat zijn.draaiingsas .zich in dwarsscheepse richting horizontaal uitstrekt, en de scharnierbare koppeling tussen het 1 eerste zuigleidingdeel en een tweede zuigleidingdeel 1¾ vormt.

Het tweede zuigleidingdeel 14 sluit met een 90° bochtstuk 30 15 (zie fig. 2) aan op de draaigland 13. Aan dit bochtstuk 15 is.een tap 16 star bevestigd, die een hartlijn heeft., die samenvalt met die van de draaigland 13-, en.draaibaar-gelagerd is in het. steundeel; II. In het tweede zuigleidingdeel is een verder scharnier 17 aan- ___wezig, waarvan de scharnieras is gelegen in het vlak van tekening ; 7908959 ' -5- (fig. l) en loodrecht, op de hartlijn van het tweede zuigleidingdeel ik. Dit laatste deel is stuurbaar door eea hi jsinrichting 18, die geplaatst is qp het uiteinde van de ladder 3 nabij de draai-flens 6 ea via een kahel 19 kan samenverken met een takel 20.

5 Het tveede zuigleidingdeel Ik is verder via een seharnierkoppeling 21, waarvan de as loodrecht op het vlak van tekening (fig. 1) staat, gekoppeld met een derde zuigleidingdeel 22.

Het derde zuigleidingdeel 22 eindigt in een zuigmond 23 en is stuurbaar door een hijsinrichting 2k die via een kabel 25 10 kan samenverken met een takel 26.

De zuigbaggerinstallatie kan verder nog voorzien zijn van een aantal gebruikelijke voorzieningen, zoals een of meer draai glands in de zuigleidingdelen zelf/of*3 eên^^i tllraal-vat ertoe-voer nabij de zuigmond. Dergelijke en andere voorzieningen zijn 15 evenvel voor het onderhavige uitvindingsonderwerp minder van belang en derhalve buiten beschouving gelaten.

Met een aldus uitgevoerde zuigbaggerinstallatie kan over grote afstand de zuigaond 23 zich nagenoeg verticaal bewegend • vorden verplaatst. Ter illustratie hiervan kan vorden verwezen 20 naar fig. 1 waarin met getrokken lijnen een diepe zuigstand is weergegeven en met een streeplijn 27 een hoge zuigstand, waarbij de zuigaond slechts in verticale richting is verplaatst .ten opzichte van die in de di-epe zuigstand. Door een geschikte besturing van de zuigleiding is de zuigmond op elke positie, op de-verbindings-25 lijn tussen beide weergegeven posities brengbaar.

Dit kan tevens geschieden onder nagenoeg constant houden van de hoek die het derde zuigleidingdeel 22 met de bodem insluit, hetgeen in het·bijzonder voor sleepzuigers van.belang is, omdat anders de snijverking niet optimaal kan zijn of zelfs het contact 30 met de bodem kan vorden verbroken, waardoor niet alleen -het rendement nadelig wordt beinvloed, doch ook wordt afgeweken van het gewenste zuigpatroon of het te verkrijgen bodemprofiel.

Het regelen en bepalen van de stand van het eerste ziiig-- leidingdeel (of de ladder 3) ten opzichtevan het .tweede zuigleiding- 7908959 -6- deel is op eenvoudige, doch doeltreffende en nauwkeurige wijze mogelijk door de voordeelbiedende plaatsing van de hijsinrichting 18 op het uiteinde van de ladder 3. Hierdoor vormen de ladder 3, het tweede zuigleidingdeel 1U en de kabel 19 een driehoek, waar-5 van de lengten van twee zijden, nl. die van de ladder 3 en die van het tweede zuigleidingdeel 1^, vastliggen, terwijl de .lengte van de derde zijde, de kabel 19* alsmede.de hoek, die de ladder 3 met het vaartuig 1 insluit, op eenvoudige en nauwkeurige wijze bepaalbaar zijn.

10 Daarnaast heeft de zuigleiding een bijzonder voordeelbie- dende opbergstand, die in fig. 1 met een streeplijn 28 is aangeduid. In deze opbergstand bevindt het tweede zuigleidingdeel 1^ zich in een samengevouwen positie onder de ladder 3. Dit wordt mogelijk gemaakt door de scharnierbaarheid tot 0° van de koppeling 15 tussenbet eerste en het tweede zuigleidingdeel, welke, bij de constructie volgens, fig. 1 in het bijzonder mogelijk wordt gemaakt door het steundeel 11 en de draai gland 13. De verbindingsbuis 12 heeft daarbij een zodanige vorm dat de breedte van de zuigleiding minimaal blijft, hetgeen onder meer het krachtenspel op de ladder.

20 .3 ten goede komt.- Door het samengevouwen zijn van het eerste en het tweede zuigleidingdeel. in de opbergstand. neemt--de zuigleiding volgens de uitvinding aanzienlijk, minder lengte in beslage dan bij de bekende .zuigleidingen waarvan de respectieve, delen in de opbergstand op elkaar aansluitend in eikaars verlengde liggen.

25 'Verder kunnen er voorzieningen aanwezig zijn om de zuig leiding in.de stand.28 door een dwarsscheepse verplaatsing geheel, binnen boord te brengen, waardoor alle delen optimaal toegankelijk worden.

Het.spreekt vanzelf., dat er binnen het kader van de - 30 uitvinding nog vele andere varianten en wijzigingen mogelijk zijn. Zo zou bijvoorbeeld de draaiglandkoppeling 13 vervangen.kunnen worden door een andere scharnierende verbinding die de gewenste zwenkbeweging kan maken, zoals bijvoorbeeld door middel van bocht- 79 0 8 9 5 9 -τ- stukken en flexibele leidingdelen. Ook kan de verbindingsbuis 12 dubbel en/of spiegelsymmetrisch worden uitgevoerd.

7 9~Ö~8 95l '

Claims (2)

1. Zuigbaggerinstallatie voorzien van een vaartuig, ten minste een pomp, ten minste êén zwehkbaar met het vaartuig verbonden zuig-leiding, die ten minste twee onderling zwenkbaar verbonden leiding-delen omvat, waarvan het eerste zuigleidingdeel om een zich dwars-5 scheeps uitstrekkende, horizontale as vanuit een nagenoeg horizontale stand omlaag seharnierbaar is, alsmede middelen voor het regelen van de stand van de zuigleiding ten opzichte van het vaartuig, met het kenmerk, dat althans een deel van de middelen voor het regelen van de stand van het tweede zuigleidingdeel ten opzichte 10 van het eerste zuigleidingdeel zijn opgesteld nabij de scharnieras. tussen het eerste zuigleidingdeel en het vaartuig, waarbij de scharaierbare koppeling tussen het eerste en het tweede zuigleidingdeel zodanig is uitgevoerd, dat deze zuigleidingdelen een onderlinge hoek tussen 0 en 180° kunnen insluiten. 15 2, ·Zuigbaggerinstallatie volgens conclusie 1, waarbij het eerste zuigleidingdeel ondersteund wordt door een ladder, met het ; kenmerk, dat de middelen voor het regelen van de stand van het tweede zuigleidingdeel zijn aangebracht op de ladder.

3. Zuigbaggerinstallatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij 2. nabij de schamierbare koppeling tussen eerste en tweede zuigleidingdeel door middel van een draaigland met dwarsscheeps gerichte horizontale as op een het eerste zugleidingdeel ondersteunende ladder een pomp is aangebracht, met het kenmerk, dat de pomp met de draaigland is verbonden via een in hoofdzaak Z-vormig bochtstuk 25 met benen waarvan de hartlijnen in hoofdzaak gelegen zijn in.onderling evenwijdige vlakken en elkaar onderling loodrecht kruisen. 7ΠΓΤ9Τ9— ~~ "