NL7908951A - Inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisieontvanger. - Google Patents
Inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisieontvanger. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7908951A NL7908951A NL7908951A NL7908951A NL7908951A NL 7908951 A NL7908951 A NL 7908951A NL 7908951 A NL7908951 A NL 7908951A NL 7908951 A NL7908951 A NL 7908951A NL 7908951 A NL7908951 A NL 7908951A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- color
- pulses
- voltage
- transistor
- control
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/12—Picture reproducers
- H04N9/16—Picture reproducers using cathode ray tubes
- H04N9/22—Picture reproducers using cathode ray tubes using the same beam for more than one primary colour information
- H04N9/24—Picture reproducers using cathode ray tubes using the same beam for more than one primary colour information using means, integral with, or external to, the tube, for producing signal indicating instantaneous beam position
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Video Image Reproduction Devices For Color Tv Systems (AREA)
- Stabilization Of Oscillater, Synchronisation, Frequency Synthesizers (AREA)
- Details Of Television Scanning (AREA)
Description
C/Ca/eh/1079 .jc t * /
Inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisie-ontvanger.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype .uitgeruste kleurentelevisie-ontvanger .
5 Zoals algemeen bekend is, zijn bij een dergelijke kleuren televisie-ontvanger op het beeldscherm van de kathodestraalbuis niet alleen de gebruikelijke kleurfosforelementen in de vorm van rode, groene en blauwe kleurfosforstroken R, G en B aanwezig, doch bovendien met een bepaalde periodiciteit aan-10 gebrachte indexfosforstroken. De kleurfosforstroken zijn op gebruikelijke wijze volgens een zich herhalend patroon in triaden of drietallen van steeds een rode, een groene en een blauwe kleurfosforstrook op het beeldscherm aan gebracht voor aftasting door de electronenbundel wanneer deze een horizontale 15 aftastbeweging uitvoert, bijvoorbeeld van links naar rechts. Tijdens deze aftasting treft de electronenbundel bovendien de indexfosforstroken, welke bij exitatie door de electronenbundel eveneens licht uitzenden. Teneinde te verhinderen, dat het van de indexfosforstroken afkomstige licht een storende in-20 vloed op een zichtbaar gemaakt televisiebeeld uitoefent, zijn de indexfosforstroken aangebracht op het ene oppervlak van een dunne metaallaag, die bijvoorbeeld door opdampen over het gehele achteroppervlak van het beeldscherm is aagebracht? de kleurfosforstroken zijn op het andere oppervlak van deze 25 dunne metaallaag gevormd. De laag laat de aftastende electronenbundel door, doch blokkeert het van de indexfosforstroken afkomstige licht. Op dit laatstgenoemde licht reageert een fotodeuecuor door afgifte van een periodiek signaal of index-signaal, waarvan de frequentie gelijk is aan de frequentie, 30 waarmede de fosforindexstroken worden afgetast. Dit periodieke signaal wordt door een bandfilter gevoerd, zodanig, dat tijdens aftasting van een beeldregel op het beeldscherm door de electronenbundel een periodiek indexsignaal wordt verkregen.
Een dergelijk type kleurentelevisie-ontvanger met een 7908951 - 2 - t kathodestraalbuis van het indextype is bijvoorbeeld beschreven in aanvraagsters Amerikaanse octrooiaanvrage 06/054.490 van 3 juli 1979.
Het tijdens de aftasting van de indexfosforstroken ver-5 kregen indexsignaal wordt gebruikt voor vorming van poort-signalen, waarmede de doorlating van de respectievelijk op de kleuren rood, groen en blauw betrekking hebbende kleur-stuursignalen naar bijvoorbeeld het eerste rooster van de kathodestraalbuis wordt bestuurd door. zodanige poortbewerking, 10 dat de genoemde kleurstuursignalen in een zich steeds herhalende volgorde worden doorgelaten. Aangezien het indexsignaal wordt afgeleid uit de aftastbeweging van de electronenbundel, vertoont de frequentie van het indexsignaal een bepaalde relatie tot de aftastsnelheid van de electronenbundel. De poort-15 bestuurde doorlating van de verschillende kleurstuursignalen, ook wel aangeduid als "kleuroverschakeling", dient derhalve bij voorkeur met de bundelaftastsnelheid te worden gesynchroniseerd. Dit wil zeggen, dat wanneer de electronenbundel op de voor aftasting van bijvoorbeeld een rood kléurfosforelement 20 geschikte trefplaats op het beeldscherm terecht komt, het op de kleur rood betrekking hebbende kleurstuursignaal wordt doorgelaten voor modulatie van de electronenbundel met de op de kleur rood betrekking hebbende signaalinformatie. Vervolgens, wanneer de bundel op de voor exitatie van een groen kleurfos-25 forelement geschikte trefplaats komt, wordt het op de kleur rood betrekking hebbende stuursignaal onderbroken en het op de kleur groen betrekking hebbende stuursignaal doorgelaten voor modulatie van de bundel. Op soortgelijke wijze wordt, wanneer de bundel vervolgens op de voor exitatie van een blauw 30 kleurfosforelement geschikte trefplaats komt, het op de kleur groen betrekking hebbende stuursignaal onderbroken en het op de kleur blauw betrekking hebbende stuursignaal voor modulatie van de bundel doorgelaten. De zojuist genoemde doorlaat-cyclus herhaalt zich steeds, zodat de electronenbundel tijdens 35 aftasting van de rode, groene en blauwe kleurfosforelementen tegelijkertijd en synchroon met respectievelijk op de kleuren rood, groen en blauw betrekking hebbende kleurinformatie wordt gemoduleerd.
/908951 ·+ - 3 - f
Bij een kleurentelevisie-ontvanger van dit type is voor ieder van de verschillende kleurinformatiesignalen een eigen poortschakeling aanwezig; de respectievelijk aan de kleuren rood/ groen en blauw toegevoegde poortschakelingen worden 5 tijdens aftasting door de bundel van een beeldregel afzonderlijk en in volgorde opengestuurd, zodanig, dat de kleurstuur-signalen steeds in de juiste tijdsrelatie met het treffen van een bijbehorende kleurfosforstrook door de electronenbundel worden doorgelaten. Voor de besturing van de kleuroverscha-10 keling, dat wil zeggen de besturing van de respectievelijk aan de kleuren rood, groen en blauw toegevoegde poortschakelingen, wordt het van het bandfilter afkomstige indexsignaal toegevoerd aan een als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling, welke dient voor vorming van een met het indexsignaal 15 gesynchroniseerd signaal, waarvan de frequentie tweemaal dié van het indexsignaal bedraagt. Indien geen tijdsvertragingen zouden optreden, zou de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling de zekerheid verschaffen, dat bij een eventuele frequentieverandering·van het indexsignaal, bijvoorbeeld als 20 gevolg van niet-lineariteiten van het horizontale afbuig- stelsel veroorzaakte verandering van de aftastsnelheid van de electronenbundel, de aan de respectievelijke kleuren toegevoegde poortschakelingen desondanks op de respectievelijk bijbehorende, juiste tijdstippen worden opengestuurd, dat 25 wil zeggen op de tijdstippen waarop de electronenbundel steeds op de voor exitatie van de kleurfosforlementen juiste plaats op het beeldscherm terecht komt.
De als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling, de fotcdetector en het bandfilter veroorzaken echter een inherente 30 tijdsvertraging. Ingeval van een verandering van de bundelaf-tastsnelheid zal een kleine vertraging optreden bij de weergave van een dergelijke verandering in het uitgangssignaal van ' de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling. Deze ver-. traging kan fouten in de kleuroverschakelingssynchronisatie 35 veroorzaken, zodanig, dat de aan de respectievelijke kleuren toegevoerde poortschakelingen enigszins vertraagd ten opzichte van aftasting van de respectievelijk bijbehorende kleurfosfor- 7908951 r - 4 - stroken door de electronenbundel worden opengestuurd. Een dergelijke tijdsvertraging heeft derhalve tot gevolg, dat de electronenbundel op een bepaald ogenblik weliswaar door één van de kleurstuursignalen wordt gemoduleerd, doch het 5 beeldscherm op een andere dan op de respectievelijk bijbehorende kleurfosforstrook liggende plaats treft. Aangezien aangrenzende kleurfosforstroken van elkaar zijn gescheiden door een hoeveelheid zwart materiaal, bijvoorbeeld koolstof of dergelijke, kan een dergelijke vertraging of fasever-10 schuiving van het kleurstuursignaal tot gevolg hebben, dat de trefplaats van de electronenbundel op het beeldscherm zodanig wordt verschoven, dat hij op het nabij gelegen zwarte materiaal of zelfs, in een extreem geval, op de aangrenzende kleurfosforstrook terecht komt. Daardoor worden in de eerste 15 plaats de afmetingen van het op de in aanmerking komende kleurfosforstrook vallende gedeelte van de trefplaats of tref-vlek verminderd, waaruit een verandering van "hue" resulteert, evenals een vermindering van de kleurverzadiging en van de relatieve helderheid van het zichtbaargemaakte videobeeld.
20 In aanvraagsters hiervoor genoemde, Amerikaanse octrooi aanvrage wordt een inrichting voor besturing van de electronenbundel beschreven, waarmede compensatie van de optredende tijdsvertraging wordt verkregen. Bij deze inrichting is tussen de uitgang van een spanningsgeregelde oscillator van de als fase-25 vergrendelde lus uitgevoerde schakeling en de ingang van een eveneens tot deze schakeling behorende fasevergelijkings-schakeling een faseverschuivingsnetwerk opgenomen, dat een vaste hoeveelheid faseverschuiving teweeg brengt en als ver-tragingsbijregelschakeling dient. De spanningsgeregelde 30 oscillator levert daarbij aan de fasevergelijkingsschakeling via een frequsr.tiedeler een oscillatiesignaal, zodat een aan frequsntiedeling onderworpen oscillatiesignaal, dat op geschikte wijze is vertraagd, voor fasevergelijking met het van het bandfilter afkomstige indexsignaal aan de fasevergelijkings-35 schakeling wordt toegevoerd. Bij een dergelijke inrichting is de door het vertragingsnetwerk teweeg gebrachte vertraging bij benadering gelijk gemaakt aan de genoemde, aan de schakeling inherente tijdsvertraging voor compensatie daarvan. De 7908951 Λ - 5 - t in werkelijkheid optredende tijdsvertraging kan echter met veranderingen van de bundelaftastsnelheid variëren, zodat in sommige gevallen op de beschreven wijze geen nauwkeurige compensatie wordt verkregen.
5 De onderhavige uitvinding stelt zich nu ten doel, een verbeterde inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling te verschaffen, waarbij de hiervoor genoemde problemen zijn geëlimineerd.
Meer in het bijzonder stelt de uitvinding zich ten doel, 10 een inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisie-ontvanger te verschaffen, waarbij de kleuroverschakeling nauwkeurig in overeenstemming met de aftasting van de verschillende kleurfosforstroken door da electronen-15 bundel wordt gebracht, zulks onafhankelijk van eventuele tijdsvertragingen welke kunnen optreden in de schakeling, waarmede de kleuroverschakeling door middel van het indexsignaal wordt bestuurd.
Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een inrichting 20 voor besturing van de kleuroverschakeling te verschaffen, waarbij de voor poortbestuurde doorlating van de respectievelijke kleurstuursignalen dienende poortimpulssignalen worden onderworpen aan een faseverschuiving, welke steeds afhankelijk is van het niveau van een aan de spanningsgeregelde oscillator 25 van de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling toegevoerd regelsignaal.
Daartoe gaat de uitvinding uit van een inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisie-30 ontvanger, waarbij de kathodestraalbuis is voorzien van een beeldscherm met kleurfosforelementen, die tijdens aftasting door de met kleurstuursignalen gemoduleerde electronenbundel geëxiteerd worden, en met eveneens afgetaste kleurindexelementen, waarbij de besturingsinrichting is voorzien van: middelen voor 35 opwekking en afgifte van een indexsignaal in reactie op de door de electronenbundel uitgevoerde aftasting van de index-fosforelementen; poortschakelmiddelen voor sequentiële doorlating van de respectievelijke kleurstuursignalen ter modulatie 7908951 Λ3 - 6 - τ van de electronenbundel tijdens aftasting daardoor van de respectievelijk bijbehorende kleurfosforelementen; en van middelen voor opwekking van poortimpulsen in reactie op het index-signaal en voor levering van de poortimpulsen aan de poort-5 schakelmiddelen, zodanig, dat deze steeds het in aanmerking komende kleurstuursignaal doorlaten, welke poortimpulsopwek-middelen een spanningsgeregelde oscillator omvatten voor. opwekking en afgifte van eerste impulsen, waarvan de frequentie met het indexsignaal is gesynchroniseerd, in reactie op een 10 met veranderingen van de frequentie van het indexsignaal variërende regelspanning voor de spanningsgeregelde oscillator.
De uitvinding stelt nu voor, dat 'een dergelijke inrichting bovendien is voorzien van middelen voor wijziging van de fase van de eerste impulsen in afhankelijkheid van de in de regel-15 spanning optredende variaties.
Bij voorkeur omvatten de middelen voor opwekking van de poortimpulsen een als fasevergrendelde lus uitgevoerde scha-^ keling, waartoe de spanningsgeregelde oscillator voor opwek king van eerste impulsen behoren, evenals een laagdoorlaat-20 filter voor levering van de regelspanning aan de oscillator.
Bij een bepaalde uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de middelen voor wijziging van de fase van de eerste impulsen een met de van de spanningsgeregelde oscillator afkomstige, eerste impulsen en met de door het laagdoorlaatfilter afge-25 geven regelspanning gevoede faseverschuiver voor regeling van de aan de eerste impulsen meegedeelde hoeveelheid fase- . verschuiving. Bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding geeft de spanningsgeregelde oscillator van de fasevergrendelde lus zelf de gewenste faseverschuiving aan de eerste impulsen; 30 de oscillator is daartoe voorzien van twee ingangen, waarvan de ene met de van het laagdoorlaatfilter afkomstige regelspanning wordt gevoed voor besturing van de frequentie van de eerste impulsen en de andere eveneens met de genoemde regelspanning wordt gevoed voor regeling van de hoeveelheid 35 faseverschuiving, welke aan de eerste impulsen'wordt medegedeeld.
De onderhavige uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving· aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich 7908951 r - 7 - echter niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1 een blokschema van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van 5 het indextype uitgeruste kleurentelevisie-ontvanger, figuur 2 een blokschema van een tweede uitvoeringsvorm van de besturingsinrichting volgens de uitvinding, figuur 3 een grafische weergave van de bij de in de figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvormen optredende, in-10 herente faseverschuiving, figuur 4 een schema van een voor toepassing bij de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm van de uitvinding in aanmerking komende faseverschuiver, figuur 5 een schema van een voor toepassing bij de in 15 figuur 1 weergegeven fasevergrendelde lus in aanmerking komende, spanningsgeregelde oscillator, figuur 6 een schema van een voor toepassing bij de in figuur 2 weergegeven fasevergrendelde lus in aanmerking komende, spanningsgeregelde oscillator, 20 figuur 7A-7G enige golfvoritten ter verduidelijking van de werking van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1, figuur 8A-8E enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van de spanningsgeregelde oscillatoren volgens de figuren 5 en 6, 25 figuur 9Α-9Ξ enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van de uitvoeringsvorm volgens figuur 2, en figuur 10, schematisch, een dwarsdoorsnede door een gedeelte van het beeldscherm van een kathodestraalbuis van het voor toepassing bij een kleurentelevisie-ontvanger volgens de 30 uitvinding in aanmerking komende type.
Figuur 1 toont een gedeelte van een kleurentelevisie-ontvanger welke is uitgerust met een kathodestraalbuis 10 van het indextype met een enkelvoudige electronenbundel en een beeldscherm 5, waarop een verdeling van volgens triaden ge-35 groepeerde kleurfosforelementën R, G en B zijn aangebracht (zie figuur 10). Zoals bekend, zal ieder dergelijk kleurfos-forelement ingeval van exitatie door de aftastende electronen- 79 0 8 9 5 f ♦ - 8 - bundel licht .van de respectievelijk bijbehorende kleur emitteren , waarbij de intensiteit van het geëmitteerde licht wordt bepaald door de intensiteit van de aftastende elec-tronenbundel. De triaden met zich steeds in verticale 5 richting uitstrekkende kleurfosforelementen of -stroken R, G en B hebben een steekwaarde PT en herhalen zich in de horizontale of aftastrichting van de bundel in de volgorde RGBRGBRGB.... Aangrenzende kleurfosforstroken zijn van elkaar gescheiden door banden 7 van zwart materiaal, bijvoorbeeld 10 koolstof. Deze banden 7 van zwart materiaal en de kleurfosforstroken R, G en B zijn aangebracht op het achtervlak of binnenvlak van het frontpaneel 10a van de kathodestraalbuis 10. Over het gehele achtervlak van het beeldscherm 5, dat. wil zeggen over de kleurfosforelementen R, G en B en de banden 15 7 van zwart materiaal is, bijvoorbeeld door opdamping onder vacuüm, een dunne metaallaag 8, bijvoorbeeld van aluminium, aangebracht; deze dient als lichtreflector, doch laat de electronen door. De electronenbundel 9 kan derhalve door de 1 metaallaag 8 heendringen voor exitatie van de kleurfosfor- 20 stroken R, G en B, waarbij het als gevolg daarvan door de kleurfosforstroken geëmitteerde licht ten minste grotendeels in voorwaartse richting naar de kijker wordt gekaatst, in. plaats van in het inwendige van de kathodestraalbuis 10 terecht te komen.
25 Op het achtervlak van de metaallaag 8 bevinden zich, op enige horizontale afstand van elkaar over het oppervlak van het beeldscherm verdeeld, verticale indexfosforstroken IN· Deze zijn in vooraf bepaalde positierelatie ten opzichte van de kleurfosforstroken R, G en B aangebracht. Bij de hier 30 beschreven uitvoeringsvorm is voor de afstand tussen opeenvolgende indexfos-forstroken 1^ bijvoorbeeld een steekwaarde gekozen, welke tweederde van de steekwaarde P^ van de triaden met de kleurfosforstroken R, G en B bedraagt, waarbij de indexfosforstroken Ijj zich steeds tussen aangrenzende rode, groene 35 en blauwe kleurfosforstroken uitstrekken.
Tijdens de aftasting van het beeldscherm 5 door de electronenbundel worden de daarbij getroffen indexfosforelementen * I geëxiteerd, zodat zij licht uitzenden? dit licht kan echter 7908951 - 9 - niet door de metaallaag 8 heendringen, zodat het geen storende invloed op het zichtbaargemaakte kleurenhelevisiebeeld uitoefent- Een kijker zal derhalve het kleurenvideobeeld kunnen waarnemen zonder daarbij door het van de indexfosforelementen 5 Ijj afkomstige licht te worden gestoord.
Bij de in figuur 1 weergegeven kleurentelevisie-ontvanger worden respectievelijk op de kleuren rood, groen en blauw betrekking hebbende primaire kleursignalen E_, E„ en E_ K Vj o selectief via respectievelijk de poortschakelingen 70R, 70G en 10 70B doorgelaten naar een eerste rooster 11 van de kathode-straalbuis 10, zodanig, dat de bundelstroomsterkte van de electronenbundel 9 tijdens aftasting van de respectievelijke kleurfosforstroken R, G en B steeds door het in aanmerking komende kleursignaal ER, Eg of Εβ wordt gemoduleerd. Aangenomen 15 wordt, dat de kleurentelevisie-ontvanger volgens figuur 1 vein een normale, niet in de tekening weergegeven schakeling is voorzien voor afleiding van de respectievelijk op de kleuren rood, groen en blauw betrekking hebbende stuur- of informatie-signalen ER, Eg en Εβ uit een ontvangen, samengesteld kleuren-20 televisiesignaal. Voorts wordt aangenomen, dat een electronen-bundelafbuiginrichting van gebruikelijk type (niet in de tekening weergegeven) aanwezig is voor afbuiging van de electronenbundel. De poortschakelingen 70R, 70G en 70B kunnen ieder een analoge poortbewerkingsinrichting bevatten, welke analoge 25 signalen, dat wil zeggen de genoemde kleurstuursignalen, doorlaat wanneer aan de poortbewerkingsinrichting toegevoerde poortimpulssignalen PR, Pg en Ρβ samenvallend met het in aanmerking komende analoge signaal aan de poortbewerkingsinrichting worden toegevoerd. De poortimpulssignalen PR, PQ en 30 Pg zijn over 120° in fase ten opzichte van elkaar verschoven, zodat zij de respectievelijke poortschakelingen sequentieel opensturen voor sequentiële doorlating van de primaire kleursignalen Er, Eg en Εβ tijdens aftasting door de electronenbundel 9 van de respectievelijk bijbehorende kleurfosfor-35 stroken R, G en B. Als gevolg daarvan worden de primaire kleursignalen synchroon met de aftasting aan het rooster 11 van de kathodestraalbuis 10 toegevoerd. Wanneer bijvoorbeeld 7908951 f* r -10- de poortschakeling 70R door het poortimpulssignaal PR wordt opengestuurd, wordt het op de kleur rood betrekking hebbende kleurstuur- of -informatiesignaal E^ doorgelaten. Op soortgelijke wijze wordt bij opensturing van de poortschakeling 5 70G door het poortimpulssignaal PG het op de kleur groen be trekking hebbende kleurstuursignaal of -informatiesignaal Eq doorgelaten. Tenslotte, wanneer de poortschakeling 70B door het poortimpulssignaal Ρβ worden opengestuurd, wordt het op de kleur blauw betrekking hebbende kleurstuur- of -infor-10 matiesignaal Εβ naar het rooster 11 doorgelaten. De uitgangen van de poortschakelingen 70R, 70G en 70B zijn daartoe gemeenschappelijk verbonden met een videoversterker 80, die op zijn beurt het doorgelaten kleurstuursignaal aan het rooster 11 van de kathodestraalbuis 10 toevoert. De.respectievelijk 15 op de kleuren rood, groen en blauw betrekking hebbende, primaire kleurstuursignalen ER, EQ en Εβ worden derhalve door de poortschakelingen in regelmatige opeenvolging als een sequentie van kleurstuursignalen doorgelaten, die door de videoversterker 80 aan het eerste rooster 11 van de kathodestraalbuis 20 10 worden toegevoerd voor dichtheidsmodulatie van de elec- tronenbundel 9 tijdens de aftasting daardoor van respectievelijk de rode, groene en blauwe kleurfosforstroken R, G en B.
Aan de buitenzijde van het trechtervormige gedeelte van het omhulsel van de kleurenkathodestraalbuis 10 is een foto-^ 25 detector 20 aagebracht, welke dient voor ontvangst van het licht, dat door ieder indexfosforelement 1^ wordt uitgezonden wanneer het desbetreffende element door de aftastende elec-tronenbundel wordt geëxiteerd. Bij de aftasting door de elec-tronenbundel 9 van de indexelementen IN wordt het als gevolg 30 daarvan uitgezonden licht 6 door de fotodetector 20 ontvangen en omgezet in een uitgangssignaal, dat aan een bandfilter 30 wordt toegevoerd. Eet bandfilter 30 dient'voor afgifte van een indexsignaal S^., waarvan de frequentie (band) wordt bepaald door de steekwaarde P^. van aangrenzende indexfosforelementen 35 l,T en de aftastsnelheid van de electronenbundel 9.
iN
Figuur 1 laat zien, dat het voor besturing van de voor kleuroverschakeling dienende poortschakelingen 70R, 70G en 70B gebruikte indexsignaal S.j door het bandfilter 30 wordt 79 0 8 9 5 i - 11 - toegevoerd aan een als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling voor vorming van een met het indexsignaal gesynchroniseerd signaal PQ (zie figuur 7A), waarvan de frequentie tweemaal dié van het indexsignaal bedraagt. De als fasevergrendelde 5 lus uitgevoerde schakeling 40 kan zijn voorzien van een span-ningsgeregelde oscillator 42 voor afgifte van oscillatieimpulsen, waarvan de centrale frequentiewaarde bij benadering tweemaal dié van het indexsignaal bedraagt en welke aan frequentie-tweedeling door een frequentiedeler 43 worden onderworpen. De 10 resulterende, aan frequentietweedeling onderworpen impulsen PN worden toegevoerd aan een fasevergelijkingsschakeling 41 voor fasevergelijking met het van het bandfilter 30 afkomstige indexsignaal S^.. De uit deze fasevergelijking resulterende foutspanning wordt door de fasevergelijkingsschakeling 41 via 15 een laagdoorlaatfilter 44 als regelspanning aan de spannings-geregelde oscillator 42 toegevoerd; de laatstgenoemde geeft dan de op tweemaal de frequentiewaarde vanhet indexsignaal Sj fasevergrendelde impulsen PQ af.
Figuur 5 toont een spanningsgeregelde oscillator 42, welke 20 bij de schakeling 40 volgens figuur 1 kan worden toegepast.
De spanningsgeregelde oscillator 42 bevat een paar emitter-gekoppelde multivibratoren met een eerste paar transistoren 131 en 136, waarvan zowel de collectors als de bases met elkaar zijn doorverbonden, en een tweede paar transistoren 25 132 en 137, waarvan eveneens zowel de collectors als de bases met elkaar zijn doorverbonden, waarbij de collectors van de beide paren transistoren respectievelijk via weerstanden 143 en 144 met ieder een weerstandswaarde R met. een voedingsspan-ningspunt van de potentiaal zijn gekoppeld. De emitters 30 van de transistoren 136 en 137 zijn rechtstreeks met elkaar doorverbonden, terwijl de emitters van de transistoren 131 en 132 via een capaciteit 133 met een waarde C met elkaar zijn gekoppeld. Van de transistoren 136 en 137 zijn de emitters verbonden met de collector van een transistor 138, terwijl 35 de emitters van de transistoren 131 en 132 met de collector van respectievelijk de transistoren 134 en 135 zijn verbonden, waarvan de bases zijn doorverbonden. De emitters van de transistoren 134, 135 en 138 zijn met elkaar doorverbonden en via een 7 9 0 8 9 5 t * - 12 - bron 139 van constante stroom met een waarde 2geaard. Een van het laagdoorlaatfilter 44 volgens figuur 1 afkomstige regel-spanning E^, wordt tussen de met elkaar doorverbonden bases van de transistoren 134 en 135 enerzijds en de basis van de transis-5 tor 138 toegevoerd. De transistoren 131 en 136 zijn aan hun met elkaar doorverbonden bases tevens verbonden met de emitter van een transistor 142, waarvan de collector eveneens met het punt van voedingsspanning van de potentiaal +V^ is verbonden en waarvan de basis met de collectors van-de transistoren 132 10 en 137 is verbonden. De met elkaar doorverbonden bases van de transistoren 132 en 137 zijn op soortgelijke wijze verbonden met de emitter van een transistor 141, waarvan de collector eveneens met het punt van voedingsspanning van de potentiaal +VCC is verbonden en waarvan de basis met de collectors van de 15 transistoren 131 en 136 is verbonden.
Indien wordt aangenomen dat de voedingsspanning een poten-tiaalwaarde heeft, de voorwaartse basis-emitterspannings- val van iedere transistor de waarde νβΕ heeft, de capaciteit 133 een waarde C heeft, de door de bron 139 van constante 20 stroom afgegeven stroom een sterkte 2IQ heeft, de weerstandswaarde van ieder van de beide belastingsweerstanden 143 en 144 de waarde R heeft en dat de stroom door iedere van de transistoren 134 en 135 de waarde I heeft (de stroom door de transistor 134 is gelijk aan dié door de. transistor135), dan 25 zullen de emitterpotentialen V.^, en de collectorpotentialen VCX' VCY van resPectieveli3k de transistoren 131 en 1-32 de gedaante van de golfvormen volgens de figuren 8A-8D hebben. Dit wil zeggen, dat op het tijdstip, waarop de transistoren 131 en 136 in hun geleidende toestand komen, de transistoren 132 3Oen 137 in hun niet-geleidende toestand komen. De transistor 131 zal co dit tijdstip aan zijn emitter een potentiaal V_„ met een waarde VCC~2VBE hebben, terwijl de transistor 132 aan .. zijn emitter een potentiaal V_„ met een waarde V,„-2V__+2I^. R zal hebben. De spanning, waartoe de capaciteit 133 wordt opge-35iaden, zal dus een waarde 2Iq..R en de in figuur 5 weergegeven polariteit hebben. Daarna zal een stroom 21, bestaande uit de stromen door de transistoren 134 en 135, door de transistor 131 vloeien, aangezien de transistor 132 in zijn niet-geleidende 7908951 - 13 - toestand verkeert. Aangezien de stromen door de transistoren 134 en 135 aan elkaar gelijk zijn, wil dit zeggen, dat een stroom ter waarde I van de emitter van de transistor 131 door de capaciteit 133 heen naar de collector van de transistor 5 135 vloeit. Als gevolg daarvan zal de emitterpotentiaal van de transistor 132 dalen volgens een hellingshoek met de waarde I/C, waarbij I de waarde van de stroom door de capaciteit 133 en C de waarde van de desbetreffende capaciteit is. Dit wil weer zeggen, dat door de transistoren 138 en 136 10 een stroom ter waarde 2(1^-1) vloeit, zodat een stroom ter waarde 2Iq door de belastingsweerstand 143 vloeit. Wanneer de spanning over de capaciteit 133 een waarde 2Iq.R met de aan dié volgens figuur 5 tegengestelde polariteit heeft bereikt, worden de transistoren 132 en 137 in hun geleidende 15 toestand gebracht, terwijl de transistoren 131 en 136 naar hun niet-geleidende toestand overgaan. Dit is het gevolg van de positieve terugkoppellus van de transistoren 132, 137, 142 en 131, 136. De voorgaande cyclus wordt dan herhaald, waarbij de stroom van de emitter van de transistor 132 via 20 de capaciteit 133 naar de transistor 134 vloeit, enzovoorts.
De oscillatiefrequentie van de spanningsgeregelde oscillator 42 kan derhalve als functie van de waarde I/C worden bepaald; aangezien de stroom I door de transistoren 134 en 135 met behulp van de regelspanning Ξc kan worden geregeld, kan ook 25 de oscillatiefrequentie van de oscillator op die wijze worden geregeld.
Zoals figuur 1 laat zien worden de door de spanningsgeregelde oscillator 42 afgegeven oscillatie-impulsen Pq, welke met het aan filtering onderworpen indexsignaal zijn fasever-30 grencsld en een aan tweemaal dié van het indexsignaal gelijke frequentie hebben, aan een poortimpulsgenerator 60 toegevoerd via een faseverschuiver 50. In het kader van de onderhavige beschouwing kan worden volstaan met op te merken, dat de poort-impulsgenerator 60 na door middel van een op geschikte wijze 35 daaraan toegevoerde modus-instelimpuls aan het begin van een horizontale aftastbeweging te zijn ingesteld of met die beweging van de electronenbundel te zijn gesynchroniseerd, 7908951 t - 14 - opeenvolgende, drie-fasige poortimpulssignalen PR, P^ en PR zal afgeven, waarvan de frequentie eenderde van de frequentie van de door de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40 afgegeven impulsen PQ bedraagt, dat wil zeggen tweederde 5 van de frequentie van het indexsignaal S^., waarbij de impulsen PR, PG en Ρβ sequentieel 120° in fase ten opzichte van elkaar zijn verschoven, zoals respectievelijk de figuren 7D, 7E en 7F laten zien. Aan de poortschakelingen 70R, 70G en 70B worden respectievelijke poortimpulssignalen PR, PQ en PR toegevoerd 10 voor selectieve opensturing van deze poortschakeling voor doorlating van de respectievelijk in aanmerking komende, pri-maire kleurstuursignalen E„, E„ en E_,.
Zoals echter eveneens in het voorgaande is besproken, zullen de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40, 15 hetbandfilter 30 en de fotodetector 20 echter, wanneer een verandering in de aftastsnelheid van de electronenbundel optreedt, een vertraging of faseverschuiving aan het indexsignaal S^. en de daaruit resulterende impulsen Pq meedelen; deze vertraging of faseverschuiving kan een fout in de kleur-20 registratie en een daaruit resulterende "hue"-verandering en verandering van de kleurverzadigingsgraad van het op het beeldscherm 5 zichtbaar gemaakte videobeeld,veroorzaken. Ter compensatie van een dergelijke vertraging of faseverschuiving wordt volgens de uitvinding faseverschuivingsregeling toege-25 past bij de tussen de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40 en de poortimpulsgenerator 60 opgenomen fase-verschuiver 50, waardoor de fase van het aan de poortimpulsgenerator 60 toegevoerde, impulsvormige oscillatiesignaal PQ wordt gewijzigd. Ter verkrijging van een dergelijke regeling 30 van de faseverschuiver 50 wordt een uit het laagdoorlaatfilter 44 van de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 4Q afkomstig recrelsignaal ET aan de faseverschuiver 50 toegevoerd voor variatie van de hoeveelheid faseverschuiving, welke aan hetimpulsvormige oscillatiesignaal Pq wordt gegeven.
35 Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van een variabele · faseverschuiver 50, welke bij de schakeling volgens figuur 1 kan worden toegepast en is voorzien van een variabele bron 51 voor afgifte van een constante stroom ter waarde ï,, welke 7908951 - 15 - stroombron 51 wordt geregeld met behulp van de door het laag-doorlaatfilter 44 van de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40 afkomstige regelspanning; de stroombron 51 is in serieschakeling met de collector-emitterstroomkring van 5 een transistor 52 tussen een voedingsspanningspunt van de potentiaalen aarde opgenomen. Parallel aan de collector-emitterstroomkring van de transistor 52, waarvan de basis de uitgangsimpuls PQ van de oscillator 42 krijgt toegevoerd, is een capaciteit 53 geschakeld. De over deze capaciteit 53 10 gevormde spanning E^ (zie figuur 7B) wordt vervolgens’ aan een golfvormcorrectieschakeling 54 toegevoerd, welke een uitgangsimpuls Pg volgens figuur 7C als uitgangssignaal van de fase-verschuiver 50 afgeeft.
Wanneer de uitgangsimpuls PQ van de spanningsgeregelde 15 oscillator 42 het logische niveau "1" (zie figuur 7A) vertoont, waardoor de transistor 52 in zijn geleidende toestand wordt gebracht, zal de spanning E^ (zie figuur 7B) over de capaciteit 53 zich op aardpotentiaal bevinden. Wanneer de uitgangsimpuls P0 daarentegen het lage niveau "0" vertoont, waardoor de 20 transistor 52 in zijn niet-geleidende toestand wordt gebracht, wordt de capaciteit 53 door de stroombron 51 met een constante stroomwaarde 1^ opgeladen, zodat de spanning E^ over de capaciteit 53 met een bepaalde snelheid toeneemt. Zodra deze spanning E^. het drempelniveau (zie figuur 7B) van de golfvorm-25 correctieschakeling 54 overschrijdt, zal de uitgangsimpuls Pg (zie figuur 7C) van de faseverschuiver 50 het logische niveau "O" aannamen. Wanneer de spanning E^. onder het genoemde drempelniveau VQ daalt, zal de uitgangsimpuls Pg het logische niveau "1" gaan vertonen. Dit wil zeggen, dat de dalende flank van 30 de uitgangsimpuls Pg wordt vertraagd ten opzichte van de dalende flank van de uitgangsimpuls PQ van de spanningsgeregelde oscillator 42, hoewel de stijgende flanken van beide impulsen met elkaar samenvallen. Dit is in het bijzonder van belang omdat de van de poortimpulsgenerator 60 afkomstige poortimpulsen 35 p p en P_ bij de dalende flanken van de uitgangsimpulsen Pg verschijnen, zoals de figuren 7D, 7F laten zien. Wanneer bijvoorbeeld de door de bron 51 van constante stroom geleverde stroom I evenredig met de door het laagdoorlaatfilter 44 af- 79 0 8 9 5 t - 16 - gegeven regelspanning stijgt, zal. deze stijging van de regel-spanning tot gevolg hebben, dat de spanning volgens een stijlere helling verandert, waardoor het tijdstip naar voren wordt verschoven, waarop de uitgangsimpuls. Pg naar zijn lo-5 gisch niveau "0" daalt, zoals links van de volle "lijnen in figuur 7C met gebroken lijnen is weergegeven. Het voorgaande heeft tot gevolg, dat de poortimpulssignalen PR, PQ en PB in overeenstemming met een dergelijke stijging van de regelspanning een faseverschuiving in voorwaartse richting ondergaan. 10 Meer in het bijzonder kan worden gesteld, dat wanneer de afwijking in hoekfrequentie tussen het indexsignaal en een referentiesignaal met een hoekf requentiewaarde (jJ0 de waarde&UJ heeft en wanneer het niveauverschil tussen de van het laagdoorlaatfilter 44 afkomstige regelspanning en een 15 referentiepotentiaal VQ een waarde hv heeft, Δ.ν evenredig metAU) is, zoals figuur 3 laat zien. Daarbij dient men zich uiteraard te realiseren, dat de hoekfrequentie van het index-signaal evenredig is met de aftastsnelheid van de electronen-bundel. Het niveau van de door het laagdoorlaatfilter 44 af-20 gegeven regelspanning, en meer in het bijzonder de niveau-afwijkingAV, zal derhalve zodanig met een afwijking van de hoekfrequentie overeenstemmen, dat een grotere verandering van hetniveau van de regelspanning overeenkomt met een grotere verstoring van de hoekfrequentie en van de bundelaftastsnelheid. 25 Voorts wordt aangenomen, dat de responsietijd van de fotode-tector 20 en het bandfilter 30 een vertraging over T1 teweeg brengt en dat de responsietijd van de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40 een vertraging over Τ’2 teweeg brengt, de totale faseafwijkingAf tussen een van de oscillator 30 42 afkomstige impuls Pq en een referentiesignaal met de fase kan dan worden weergegeven door: = n(Awjti) + (Ν.βω)ΤΓ2 = N.AWnri +vd Zoals figuur 3 laat zien, is deze faseafwijkingA ƒ evenredig met de verandering AU van de hoekfrequentie, dat wil zeggen 35 met de verandering van de bundelaftastsnelheid.
De fase van de door de oscillator 42 afgegeven uitgangsimpuls PQ wordt nu met behulp van de variabele faseverschuiver 50 in overeenstemming met de uitgangsspanning van hetlaagdoor- 7908951 - 17 - laatfilter 44 verschoven in ten opzichte van de door de foto-detector 20, het bandfliter 30 en de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40 teweeg gebrachte faseverschuiving tegengestelde richting en overeenkomende mate. De electronen-5 bundel wordt als gevolg daarvan tijdens aftasting van de respectievelijke kleurfosforstroken op de juiste wijze met kleurinformatie gemoduleerd, onafhankelijk van enige door de kleurinformatiebewerkings- en besturingsschakeling veroorzaakte tijdsvertraging, hetgeen resulteert in een onveranderde 10 "hue" en onverminderde luminantie- en kleurverzadiging. Daarbij dient te worden opgemerkt, dat de uitgangsimpuls P^. van de frequentiedeler 43 van de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling 40, zoals figuur 7G laat zien van teken omkeert bij de stijgende flanken van opeenvolgende uitgangsimpulsen 15 Pq van de spanningsgeregelde oscillator 42. Dit heeft tot gevolg, dat onder alle omstandigheden een arbeidsfactor van 50% wordt verkregen, zodat de fase van de impuls P^ niet wordt beïnvloed door faseveranderingen van de uitgangsimpuls Pg van de variabele faseverschuiver 50.
20 Figuur 2 toont een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding voor besturing van de kleuroverschakeling; daarbij zijn de met dié volgens figuur 1 overeenkomende componenten weer mee dezelfde verwijzingssymbolen aangeduid. Bij de besturingsinrichting volgens figuur 2 voert de spanningsge-25 regelde oscillator 42 * behalve de aan de hand van figuur 1 beschreven functie, bovendien de faseverschuiving uit, welke door de bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 derhalve weggelaten doch bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 toegepaste faseverschuiver 50 teweeg gebracht wordt; de spanningsgeregelde 30 oscillator 42' levert bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 rechtstreeks uitgangsimpulsen Pg voor de poortimpulsgenerator 60.
Zoals figuur 6 laat zien, komt een voor toepassing bij de schakeling volgens figuur 4 in aanmerking komende, spannings-35 geregelde oscillator 42* bijna geheel met de oscillator 42 volgens figuur 5 overeen, zij het met de volgende uitzonderingen: bij de oscillator 42* zijn de emitters van de transistoren 79 0 8 9 5 f - 18 - 134 en 135 verbonden met de collector van een transistor 149, waarvan de collector-emitterstroomkring in serieschakeling met dié van de transistor 135 is opgenomen. De emitters van de transistoren 149 en 138 zijn met elkaar doorverbonden en 5 voorts met de bron 139 van constante stroom. Voorts zijn de bases van de transistoren 134 en 135 in dit geval niet met elkaar doorverbonden, doch wordt de van het laagdoorlaatfilter 44 afkomstige regelspanning E^ tussen deze beide bases aange-legd, terwijl de uitgangsspanning Ec van het laagdoorlaatfilter 10 44 tussen de bases van de transistoren 149 en 138 wordt aangelegd. Wanneer de van het laagdoorlaatfilter 44 afkomstige spanning Ec aan de transistoren 149 en 39. wordt toegevoerd voor wijziging van de verhouding tussen de respectievelijk door deze transistoren vloeiende stromen, kan de oscillatie-15 frequentie van de spanningsgeregelde oscillator 42’ op soortgelijke wijze worden veranderd als-in het voorgaande is beschreven voor de spanningsgeregelde oscillator 42 volgens figuur 5.
Bij de spanningsgeregelde oscillator 42' zijn de respec-20 tievelijk door de transistoren 134 en 135 vloeiende stromen Ιχ en. Ιγ echter niet langer aan elkaar gelijk, hoewel tussen beide stromen de vaste relatie Ιχ+Ιγ=2Ι bestaat.. Dit wil zeggen, dat hoewel de tussen de bases van de transistoren 134 en 135 aangelegde regelspanning varieert voor wijziging van de 25 verhouding tussen de stroomsterkten Ιχ en 1^, de som van deze stromen steeds gelijk aan 21 is. De uitgangsimpuls Pg (zie figuur 9A) van de spanningsgeregelde oscillator 42' wordt derhalve op soortgelijke wijze aan faseverschuiving onderworpen als door de faseverschuiver 50 volgens figuur 1. Als 30 gevolg daarvan zullen de poortimpulssignalen PR, PQ en Ρβ (zie respectievelijk de figuren 9B, 9C en 9D) op overeenkomstige wijze aan een zodanige faseverschuiving worden onderworpen, dat de eiectronenbundel tijdens aftasting van de respectievelijk bijbehorende kleurfosforstroken steeds op de juiste wijze met 35 de in aanmerking komende kleurinformatie wordt gemoduleerd, zulks onafhankelijk van eventuele veranderingen van het door het laagdoorlaatfilter 44 afgegeven regelsignaalniveau, 7 9 0 8 9 5 f - 19 - dat wil zeggen onafhankelijk van enige door de fotodetector 20, het filter 30 en de als fasevergrendeide lus uitgevoerde schakeling 40 veroorzaakte tijdsvertraging. Voorts blijkt uit figuur 9E, dat de uitgangsimpuls PN van de frequentiedeler 43 5 steeds bij iedere stijgende flank van een uitgangsimpuls Pg van de spanningsgeregelde oscillator 42’ van teken omkeert. Hieruit resulteert een arbeidsfactor van 50%, zodat de aan frequentiedeling onderworpen impuls P^ geen fasebexnvloeding van eventuele faseveranderingen van de uitgangsimpuls Pg 10 van de spanningsgeregelde oscillator 42' ondergaat. Het zal duidelijk zijn, dat hoewel de uitvinding in het voorgaande is beschreven voor het geval van toepassing bij een kathode-straalbuis 10 van het indextype, waarbij de steekwaarde P^ van de indexfosforelementen 1^ tweederde maal de steekwaarde 15 Ρ,ρ van de triaden met rode, groene en blauwe kleurfosfor-stroken R, G en B bedraagt, de uitvinding op soortgelijke wijze kan worden toegepast bij een kathodestraalbuis van het indextype, waarvoor een andere steekwaardenrelatie geldt, bijvoorbeeld bij een kathodestraalbuis, waarbij de steekwaarde 20 Pj. van de indexfosforstroken gelijk is aan dié van de triaden met kleurfosforstroken, of een geheel veelvoud daarvan bedraagt.
De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang 25 worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.
79 0 8 9 5 f
Claims (12)
1. Inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisie-ontvanger, waarbij de kathodestraal-buis is voorzien van een beeldscherm met kleurfosforelementen, 5 die tijdens aftasting door de met kleurstuursignalen gemoduleerde electronenbundel geëxiteerd worden, en met eveneens afgetaste kleurindexelementen, welke inrichting is voorzien van: een indexsignaalopwekschakeling voor opwekking en afgifte van een indexsignaal in reactie op de aftasting van de 10 indexfosforelementen door de electronenbundel; een sequentieel poortbestuurde doorlaatschakeling voor sequentiële doorlating van ie afzonderlijke kleurstuursignalen naar de kathodestraal-buis voor modulatie van de electronenbundel tijdens de aftasting daardoor van de respectievelijk bijbehorende kleurfosfot-15 elementen; en van een poortimpulsopwekschakeling voor opwekking en afgifte van poortimpulsen in reactie op het indexsignaal en voor levering van de poortimpulsen aan de sequentieel poortbestuurde doorlaatschakeling voor besturing van de doorlating van de respectievelijk in aanmerking komende kleur-20 stuursignalen door de poortschakeling, welke poortimpulsopwekschakeling is voorzien van een spanningsgeregelde oscillator voor afgifte van eerste impulsen, waarvan de frequentie met dié van het indexsignaal is gesynchroniseerd, in afhankelijkheid van een regelspanning, die met de veranderingen van de 25 indexsignaalfrequentie varieert, gekenmerkt door een fasever-schuiver (50, 42') voor wijziging van de fase van de eerste impulsen (PQ) in afhankelijkheid van variaties van de regelspanning.
2. 3esturingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat de poortimpulsopwekschakeling (40, 60) is voorzien van een als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling (40) voor afgifte van de eerste impulsen (Pq), waarvan de frequentie met dié van het indexsignaal (S^.) is gesynchroniseerd, en van een poortimpulsafgifteschakeling (60) voor sequentiële toe-35 voer van de poortimpulsen (P_,-P-, P_) aan de sequentieel be- 79 0 8 9 5 1 - 21 - stuurde doorlaatschakeling (70R, 70G, 70B, 80) voor doorlating van de respectievelijk in aanmerking komende kleurstuursignalen ^ER' EG' EB^*
3. Besturingsinrichting volgens conclusie 2, met het 5 kenmerk, dat de als fasevergrendelde lus uitgevoerde schakeling (40) de spanningsgeregelde oscillator (42, 42‘) en een laag-doorlaatfilter (44) voor levering van de regelspanning aan de oscillator (42, 42') omvat, welke regelspanning dient voor regeling van de afgifte van de eerste impulsen (P^).
4. Besturingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de faseverschuiver (50, 42') van het variabele type is voor faseverschuiving van de eerste impulsen (Bq) en dat het laagdoorlaatfilter (44) de regelspanning aan de variabele faseverschuiver (50, 42’) toevoert voor regeling van de hoe-15 veelheid meegedeelde faseverschuiving.
5. Besturingsinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de variabele faseverschuiver (50) is voorzien van: een transistor (52), waarvan een ingangselectrode met de van de spanningsgeregelde oscillator (42) afkomstige, eerste im-20 pulsen (PQ) wordt gevoerd en de emitter-collectorstroomkring in serieschakeling met een bron (51) van variabele stroom tussen een voedingsspanningsaansluiting (V^) en aarde is opgenomen; een parallel aan de emitter-collectorstroomweg geschakelde capaciteit (53); en een met de capaciteit (53) 25 gekoppelde golfvormcorrectieschakeling (54) voor vorming van . de aan faseverschuiving onderworpen, eerste impulsen (Pg), waarbij de bron van variabele stroom op het niveau van de door het laagdoorlaatfilter (44) afgegeven regelspanning reageert.
6. Besturingsinrichting volgens één of meer der voor-30 afgaande conclusies, waarbij de indexfosforelementen tijdens aftasting door de electronenbundel worden geëxiteerd en licht uitzenden, met het kenmerk, dat de indexsignaalopwekschakeling (20, 30) is voorzien van een fotodetector (20), waaraan het van de indexelenenten (1^) afkomstige licht wordt toegevoerd 35 voor vorming van een periodiek signaal, waarvan de frequentie gelijk is aan dié, waarmee de indexfosforelementen (1^) worden geëxiteerd, en van een filter (30), waaraan het periodieke signaal wordt toegevoerd voor vorming van het indexsignaal 79 0 8 9 5 f r - 22 - * (S^), dat aan de poortimpulsopwekschakeling (40, 60) wordt toegevoerd.
7. Besturingsinrichting volgens éên of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de sequentieel be- 5 stuurde doorlaatschakeling. (70R, 70G, 70B, 80) is voorzien van een aantal poortschakelingen (70R, 70G, 70B), die ieder met één van de poortimpulsen (PR, PG, Ρβ) en een respectievelijk bijbehorende van de kleurstuursignalen (ER, EG, Εβ) worden gevoed voor vorming van de afzonderlijke kleurstuursignalen 10 (er, Eq, Eg), welke de electronenbundel moduleren wanneer een respectievelijk bij elkaar behorende poortimpuls en kleur-stuursignaal gelijktijdig aan de desbetreffende poortschake-ling (70R, 70G, 70B) worden toegevoerd.
8. Besturingsinrichting volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat de faseverschuiver (42') is opgenomen in de spanningsgeregelde oscillator (42') voor variabele fasever-schuiving van de daardoor afgegeven, eerste impulsen (PQ), waarbij de oscillator (42') twee ingangen heeft, van welke twee ingangen de ene met de van het laagdoorlaatfilter (44) af-20 komstige regelspanning wordt gevoed voor regeling van de frequentie van. de eerste impulsen (Pq) en de andere eveneens met •de van het laagdoorlaatfilter (44) afkomstige regelspanning wordt gevoed voor regeling van de hoeveelheid faseverschuiving, die door de oscillator (42') aan de eerste impulsen (Pq) 25 wordt medegedeeld.
9. Besturingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ds spanningsgeregelde oscillator (42, 42') is voorzien van een paar emitter-gekoppelde multivibratoren met ieder een paar transistoren (131, 136; 132. 137) waarvan de 30 bases en de collectors paarsgewijze met elkaar zijn doorverbonden, terwijl de emitters van de ene transistor (136, 137) van de beide paren met elkaar zijn doorverbonden, terwijl de emitters van de andere transistor (131, 132) van de beide paren via een capaciteit (C) mét elkaar zijn gekoppeld.
10. Besturingsinrichting volgens conclusie 9, methet kenmerk, dat de emitters van de ene transistor (136, 137) van de beide paren zijn verbonden met een vijfde transistor (138), waarvan de emitter is verbonden met een bron (139) van variabele 70 0 895 1 - 23 - stroom/ terwijl de emitters van de andere transistor (131, 132} van beide paren respectievelijk met een zesde en een zevende transistor (134, 135) zijn verbonden.
11. Besturingsinrichting volgens conclusie 10, met het 5 kenmerk, dat de emitters van de vijfde, de zesde en de zevende transistor (138. 134, 135) met elkaar zijn doorverbonden, de bases van de zesde en cb zevende transistor (134, 135) met elkaar zijn doorverbonden en de regelspanning tussen de basis van de vijfde transistor (138) en de met elkaar doorverbonden 10 bases van de zesde en zevende transistor (134, 135) wordt aangelegd.
12. Besturingsinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de emitters van de zesde en zevende transistor (134, 135) met de bron (139) van variabele stroom zijn ge- • 15 koppeld via de collector-emitterstroomkring van een achtste transistor (149); de faseverschuiver in de spanningsgeregelde oscillator (42') is opgenomen voor faseverschuiving van de daardoor afgegeven, eerste impulsen (Pq); de regelspanning tussen de bases van de vijfde en de achtste transistor (138, 20 139) wordt aangelegd voor regeling van de afgifte van de eerste impulsen (Pq) door de oscillator (42') en voorts tussen de basis van de zesde en de zevende transistor (134, 135) wordt aangelegd voor regeling van de hoeveelheid faseverschuiving die door de oscillator (42*) aan de eerste impulsen (PQ) wordt 25 medegedeeld. 7908951
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP15511478 | 1978-12-14 | ||
JP15511478A JPS5580983A (en) | 1978-12-14 | 1978-12-14 | Beam index type color television picture receiver |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7908951A true NL7908951A (nl) | 1980-06-17 |
NL191476B NL191476B (nl) | 1995-03-16 |
NL191476C NL191476C (nl) | 1995-07-18 |
Family
ID=15598886
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7908951A NL191476C (nl) | 1978-12-14 | 1979-12-12 | Inrichting voor het besturen van de kleuroverschakeling in een kleurentelevisie-ontvanger met een kathodestraalbuis van het index-type. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4268857A (nl) |
JP (1) | JPS5580983A (nl) |
AT (1) | AT379722B (nl) |
AU (1) | AU523664B2 (nl) |
CA (1) | CA1130449A (nl) |
DE (1) | DE2950467A1 (nl) |
FR (1) | FR2444385B1 (nl) |
GB (1) | GB2042844B (nl) |
NL (1) | NL191476C (nl) |
SE (1) | SE441973B (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4527192A (en) * | 1983-02-28 | 1985-07-02 | Zenith Electronics Corporation | Index signal enhancement circuit |
US4920410A (en) * | 1987-04-24 | 1990-04-24 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Drive method for synchronizing scanning and modulation of flat-configuration color CRT |
JPH02268020A (ja) * | 1989-04-10 | 1990-11-01 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | 位相同期回路 |
TW200401261A (en) * | 2002-06-12 | 2004-01-16 | Koninkl Philips Electronics Nv | Image display system having an analog display for displaying matrix signals |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3305628A (en) * | 1963-03-08 | 1967-02-21 | Hitachi Ltd | Phase-correcting device in beam-indexing color television receiver |
US3522370A (en) * | 1967-06-15 | 1970-07-28 | Texas Instruments Inc | Color display system employing a striped penetration type crt |
JPS5746275B2 (nl) * | 1973-12-31 | 1982-10-02 | ||
JPS5345927A (en) * | 1976-10-07 | 1978-04-25 | Toshiba Corp | Beam index type color picture tube |
-
1978
- 1978-12-14 JP JP15511478A patent/JPS5580983A/ja active Granted
-
1979
- 1979-12-05 AU AU53481/79A patent/AU523664B2/en not_active Expired
- 1979-12-06 CA CA341,344A patent/CA1130449A/en not_active Expired
- 1979-12-12 US US06/103,092 patent/US4268857A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-12-12 NL NL7908951A patent/NL191476C/nl not_active IP Right Cessation
- 1979-12-13 AT AT0787079A patent/AT379722B/de not_active IP Right Cessation
- 1979-12-13 GB GB7942986A patent/GB2042844B/en not_active Expired
- 1979-12-14 DE DE19792950467 patent/DE2950467A1/de active Granted
- 1979-12-14 SE SE7910344A patent/SE441973B/sv not_active IP Right Cessation
- 1979-12-14 FR FR7930779A patent/FR2444385B1/fr not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE2950467A1 (de) | 1980-07-03 |
SE7910344L (sv) | 1980-06-15 |
AU5348179A (en) | 1980-07-10 |
US4268857A (en) | 1981-05-19 |
JPS6248956B2 (nl) | 1987-10-16 |
GB2042844A (en) | 1980-09-24 |
AU523664B2 (en) | 1982-08-05 |
NL191476B (nl) | 1995-03-16 |
JPS5580983A (en) | 1980-06-18 |
ATA787079A (de) | 1985-06-15 |
NL191476C (nl) | 1995-07-18 |
FR2444385B1 (fr) | 1986-05-09 |
GB2042844B (en) | 1983-04-13 |
AT379722B (de) | 1986-02-25 |
FR2444385A1 (fr) | 1980-07-11 |
DE2950467C2 (nl) | 1988-10-20 |
SE441973B (sv) | 1985-11-18 |
CA1130449A (en) | 1982-08-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3939486A (en) | Cathode ray tube having index strip electrode | |
NL7908951A (nl) | Inrichting voor besturing van de kleuroverschakeling bij een met een kathodestraalbuis van het indextype uitgeruste kleurentelevisieontvanger. | |
NL192490C (nl) | Kleurentelevisie-ontvanger met een kathodestraalbuis van het indextype. | |
NL8003426A (nl) | Schakeling voor correctie van zijdelingse kussen- vormige beeldvervorming bij een kleurentelevisie- -ontvanger. | |
US4287531A (en) | Deflection control apparatus for a beam index color cathode ray tube | |
CA1119718A (en) | Beam index color television receiver | |
US3536823A (en) | Color display system | |
US4261010A (en) | Beam index color television receiver apparatus | |
NO760236L (nl) | ||
US4223344A (en) | Beam index color cathode ray tube | |
NL8002329A (nl) | Kleurentelevisie-ontvanger met een kathodestraal- buis van het indextype. | |
CA2040252C (en) | Parabolic voltage generating circuit | |
US2953634A (en) | Color television receiver | |
NL7905265A (nl) | Inrichting voor besturing van de electronenbundel van een kathodestraalbuis van het indextype. | |
US2975230A (en) | Color television beam registration system | |
USRE24685E (en) | clapp r | |
KR830001249B1 (ko) | 빔인덱스형 칼라텔레비젼 수상기 | |
JPH0569355B2 (nl) | ||
KR830002191B1 (ko) | 빔 인덱스 칼라텔레비전 수상기 | |
CA1114057A (en) | Color television receiver | |
KR100480414B1 (ko) | 수평구동신호발생회로 | |
KR830000983B1 (ko) | 이중 위상-제어루프 수평 편향 동기회로 | |
JPS6167382A (ja) | ビ−ムインデツクス式カラ−テレビジヨン受像機 | |
JPS6232874B2 (nl) | ||
JPS6167381A (ja) | ビ−ムインデツクス式カラ−テレビジヨン受像機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 19991212 |