NL7908339A

NL7908339A - Koffiezetapparaat.

Info

Publication number: NL7908339A
Application number: NL7908339A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-11-15
Filing date: 1979-11-15
Publication date: 1981-06-16
Also published as: IT8025906A0; US4343232A; JPS5674618U; GB2063655A; FR2469165A1; DE3042754A1; IT1134218B; GB2063655B

Description

Tv PHN 9635 1 N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven ,"Koffiezetapparaat"

De uitvinding heeft betrekking op een koffiezetapparaat met een huis waarin een filtreerinrichting plaatsbaar is, welke filtreerinrichting een filtervat met in de bodem daarvan één of meer uitstroomopeningen alsmede 5 een zich daaronder bevindend regelorgaan met één of meer uitstroomopeningen omvat, waarbij de uitstroomsnelheid van de koffie uit de filtreerinrichting regelbaar is met behulp van het filtervat en het regelorgaan, die relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn.

10 Een filtreerinrichting voor een dergelijk kof fiezetapparaat is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage no. 7706110 (PHN 8816).

Bij koffiezetapparaten, vooral bij de grotere typen, is bij het zetten van kleine hoeveelheden koffie 15 de temperatuur van de koffie lager dan bij het zetten van grote hoeveelheden koffie. Dit is ongewenst en kan opgelost worden door bij het zetten van kleine hoeveelheden koffie de uitstroomsnelheid van de koffie uit de filtreerinrichting kleiner te kiezen. Het is derhalve gewenst 20 de uitstroomsnelheid van de koffie regelbaar te maken. Hiervoor zijn verschillende constructies van filtreerin-richtingen bekend.

Een probleem bij koffiezetapparaten is dat na het zetten van de koffie uit de filtreerinrichting nog 25 enige tijd koffie nadruppelt, die, zodra de koffiekan verwijderd is, vervuiling veroorzaakt. Er zijn koffiezetapparaten bekend waarbij na het zetten van koffie onder het filtervat een bakje voor het opvangen van druppels koffie plaatsbaar is. Er zijn ook koffiezetapparaten bekend waar-30 bij na het zetten van koffie de uitstroomopening van het filtervat volledig wordt afgesloten.

De uitvinding beoogt een constructie van een filtreerinrichting te verschaffen waarbij door middel van 790 83 39

Jfc.' -φ PHN 9635 2 een eenvoudige constructie zowel de uitstroomsnelheid van de koffie uit de filtreerinrichting regelbaar is als de vervuiling ten gevolge van nadruppelende koffie vermeden wordt.

® Het koffiezetapparaat met filtreerinrichting volgens de uitvinding heeft hiertoe het kenmerk, dat het regelorgaan is voorzien van een reservoir, waarbij het filtervat en het regelorgaan relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn tot in een nadruppelstand waarbij de uitstroomopening(en) van de filterhouder zich boven het reservoir van het regelorgaan bevind(t)(en).

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het koffiezetapparaat, waarbij één uitstroomopening in de bodem van het filtervat aanwezig is, heeft het kenmerk, dat het regel-^ orgaan wordt gevormd door een filtervathouder, die het filtervat omgeeft, waarbij op de bodem van de filtervathouder een opstaand schot aanwezig is, die het onderste gedeelte van de filtervathouder verdeelt in het nadruppel-reservoir en een uitstroomgedeelte, op de bodem waarvan Ófi een opstaande pen is aangebracht, waarbij het filtervat en de filtervathouder relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn tot in een eerste stand waarbij de opstaande pen de uitstroomopening van het filtervat ten dele afsluit en tot in een tweede stand waarby de pen de uit-stroomopening geheel vrij laat.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van het koffiezetapparaat is de filtreerinrichting in de nadruppel-stand met behulp van arreteringsmiddelen in het huis van het koffiezetapparaat arreteerbaar.

30 Bij voorkeur is de filterhouder ophangbaar in het huis van het koffiezetapparaat, is. het filtervat draaibaar in de filtervathouder aangebracht en warden de arreteringsmiddelen gevormd door een haak en het huis van het koffiezetapparaat van de pen, waarbij in de nadruppel-35 stand de haak achter de pen grijpt,

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een filtreerinrichting zoals toegepast bij bovengenoemd koffiezetapparaat.

7908339

i J

ΡΗΝ 9^35 3

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in een tekening weergegeven uitvoerings— voorbeeld.

Fig. 1 is een koffiezetapparaat met filtreer-5 inrichting in perspectief weergegeven.

Fig. 2 is een doorsnede van de filtreerinrich-ting opgehangen in het huis van het koffiezetapparaat van fig. 1.

Pig. 3 is een aanzicht van de bodem van de fil-10 tervathouder van de filtreerinrichting van fig. 2.

Pig. h is een aanzicht vanaf de onderzijde van de bodem van het filtervat van de filtreerinrichting van fig. 2.

Fig. 5 en 6 zijn aanzichten vanaf de bovenzijde 15 van de filtreerinrichting van fig. 2 weergegeven in twee verschillende standen.

Pig. 7 en 8 en 9 zijn aanzichten van de bodem van de filtervathouder, weergegeven in respektievelijk drie verschillende standen.

20 In figuur 1 is met verwijzingscijfer 1 het huis van het koffiezetapparaat weergegeven, waarin een filtreerinrichting 2 en een koffiekan 3 plaatsbaar zijn. De filtreerinrichting, die in figuur 2 in doorsnede is weergegeven, bestaat uit een filtervathouder 4 en uit een fil-25 tervat 5» dat draaibaar in de filtervathouder is aangebracht. In het filtervat 5 is een niet weergegeven papieren puntfilter plaatsbaar. De filtreerinrichting is in het huis 1 van het koffiezetapparaat ophangbaar. Hiertoe is het huis voorzien van een half cirkelvormige steunrand 6.

30 De filtervathouder 4 steunt met een rand 7 op de steunrand 6 van het huis. Om te verhinderen dat de filtreerinrichting kantelt, is de filtervathouder 4 voorzien van een lip 8, die past in een gleuf 9 van het huis 1. Om het inzetten van de filtreerinrichting te vergemakkelijken 05 is het huis nog voorzien van een schuin omhoogstaande lip 10.

Volgens de uitvinding is met de filtreerinrich- 790 8 3 39 " -- - --------------------

* -V

PHN 9635 4 ting zowel de uitstroomsnelheid van de koffie regelbaar----------- als het opvangen van nadruppelende koffie. Hiertoe heeft het filtervat 5 een uitstroomopening 11, die excentrisch in de bodem 12 is aangebracht. Op de daaronderliggende 5 bodem 13 van de filtervathouder 4 is een opstaand schot 14 aangebracht, die het onderste gedeelte van de houder 4 verdeelt in een uitstroomgedeelte 15 en een nadruppel-reservoir 16. Op de bodem van het uitstroomgedeelte 15 is een opstaande pen 17 aangebracht. In het uitstroomgedeelte ^ bevindt zich tevens een uitstroomopening 18. Aan de onderzijde van de bodem 12 van het filtervat 5 is een centreer-rand 19 aangebracht. Een gedeelte 20 van het ópstaande schot 14 is cirkelvormig. De centreerrand 19 past zodanig in het cirkelvormige gedeelte 20, dat het filtervat goed ^ draaibaar is in de filtervathouder.

De filtreerinrichting heeft drie standen en werkt als volgt:

In stand 2 (zie fig. 5 en 7) is de uitstroomopening 11 van het filtervat boven het uitstroomgedeelte 20 15 van de filtervathouder 4 geplaatst, doch naast de pen 17· In deze stand stroomt de koffie met een normale snelheid door de openingen 11 en 18 in de koffiekan 3·

In stand 1 (zie fig. 8) is de uitstroomopening 11 precies boven de pen 17 geplaatst, waardoor de uit-* stroomopening 11 ten dele wordt afgesloten, De uitstroomsnelheid van de koffie is in deze stand kleiner dan in stand 2 en dus geschikt voor het zetten van kleine hoeveelheden koffie. Stand 1 is tevens de stand waarin de filtreerinrichting van fig. 2 is weergegeven.

In stand 0 (zie fig. 6 en 9) bevindt de uitstroomopening 11 zich boven het nadruppelreservoir 16.

Na het zetten van de koffie en voordat de koffiekan 3 verwijderd wordt, draait men het filtervat in stand 0. Hiermede wordt voorkomen dat nadruppelende koffie vervui- oe ling veroorzaakt van bijvoorbeeld een warmhoudplaat.

Om te verhinderen dat in de nadruppelstand 0, tijdens het verwijderen van de koffiekan de filtreerinrich- 790 8 3 39 ~~~ PHN 9635 5 * £ ting door de koffiekan uit het huis 1 wordt meegetrokken, is de filtreerinrichting in de nadruppelstand gearreteerd. Hiertoe is het filtervat 5 voorzien van een haak 21 en is op de steunrand 6 van het huis 1 een pen 22 aangebracht.

5 In de nadruppelstahd 0 grijpt de haak 21 achter de pen 22, zodat de filtreerinrichting niet uit het huis genomen kan worden.

Verdraaiing van het filtervat 5 geschiedt door middel van een knop 23» die tevens als indicator voor de stand dient.

De hoek waarover het filtervat in de filtervat-houder verdraaibaar is, wordt beperkt doordat de knop 23 gedeeltelijk in een uitsparing 24 van de vasthoudlip 25 van de filtervathouder 4 valt. De randen 26 en 27 fungeren 15 als aanslagen voor de verdraaiing van de knop 23.

Het filtervat en de filtervathouder kunnen ge— makkelijk uit elkaar genomen worden ter reiniging.

20 25 30 35 7908339

Claims

1. Koffiezetapparaat met een huis waarin een filtreerinrichting plaatsbaar is, welke filtreerinrichting een filtervat met in de bodem daarvan één of meer uit- 5 stroomopeningen alsmede een zich daaronder bevindend re-gelorgaan met één of meer uitstroomopeningen omvat, waarbij de uitstroomsnelheid van de koffie uit de filtreerinrichting regelbaar is met behulp van het filtervat en het regelorgaan, die relatief ten opzichte van elkaar verstel-10 baar zijn, met het kenmerk, dat het regelorgaan is voorzien van een reservoir, waarbij het filtervat en het regelorgaan relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn tot in een nadruppelstand waarbij de uitstroomope-ning(en) van de filterhouder zich boven het reservoir van 15 het regelorgaan bevind( t) (en)'.

2. Koffiezetapparaat volgens conclusie 1, waarbij één uitstroomopeniag in de bodem van het filtervat aanwezig is, met het kenmerk, dat het regelorgaan wordt gevormd door een filtervathouder, die het filtervat omgeeft, 20 waarbij op de bodem van de filtervathouder een opstaand schot aanwezig is, die het onderste gedeelte van de filtervathouder verdeelt in het nadruppelreservoir en een uitstroomgedeelte, op de bodem waarvan een opstaande pen is aangebracht, waarbij het filtervat en de filtervathou— 25 der relatief ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn tot in een eerste stand waarbij de opstaande pen de uitstroom-opening van het filtervat ten dele afsluit en tot in een tweede stand waarbij de pen de uitstroomopening geheel vrij laat. 30

3· Koffiezetapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de filtreerinrichting in de nadruppel-stand met behulp van arreteringsmiddelen in het huis van het koffiezetapparaat arreteerbaar is. k. Koffiezetapparaat volgens conclusie 3» roet het 35 kenmerk, dat de filtervathouder ophangbaar is in het huis van het koffiezetapparaat, het filtervat draaibaar in de filtervathouder is aangebracht en de arreteringsmiddelen 7908339 PHN 9635 7 worden gevormd door een haak en een pen, waarbij het Pil- ..... tervat is voorzien van de haak en het huis van het koffiezetapparaat van de pen, waarbij in de nadruppelstand de haak achter de pen grijpt. 5 5· Filtreerinrichting zoals toegepast bij een kof fiezetapparaat volgens één der voorgaande conclusies. 10 15 20 25 30 35 790 83 39