NL7908222A - Inrichting voor het hakken van vezels. - Google Patents

Description

< ✓

Inrichting voor het hakken van vezels.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het hakken van vezels, in het bijzonder ofschoon niet uitsluitend glasvezels in de vorm van uit een aantal fijne draden bestaande strengen zoals voor het versterken 5 van composietmaterialen worden gebruikt.

Eerder is een hakinrichting voorgesteld in het Britse octrooischrift 1.167.552, die een roteerbare snijcilinder omvat, voorzien van een aantal snijbladen, welke zich evenwijdig aan de as daarvan uitstrekken en 10 rond de omtrek daarvan uiteenliggen. De vezels worden toegevoerd in een in hoofdzaak uniforme oriëntatie loodrecht op de snijbladen van de snijcilinder door middel van stromen lucht in een aantal evenwijdige buizen. Een kussen-rol, die een elastisch buitenoppervlak heeft, wordt tegen 15 de snijcilinder gedrukt door middel van een door luchtdruk bediend orgaan, om zodoende samen te werken met de snijcilinder bij het in contact brengen van de vezels met de snijbladen. De snijbladen zijn gelijkmatig uiteengelegen rond de omtrek van de snijcilinder, zodat de vezels 20 op in hoofdzaak gelijkmatige lengten worden gehakt. Indien een verscheidenheid van lengten van gehakte vezels zijn vereist, kan de bladafstand worden gevarieerd rond de omtrek van de snijcilinder, zodat de snijcilinder de vezels op een kortere lengte snijdt gedurende éên 25 gedeelte van een omwenteling dan gedurende het resterende gedeelte van die omwenteling. Zodoende kan een mengsel van gehakte vezel van verschillende lengten worden verkregen.

In sommige gevallen is het echter wenselijk om 7908222 Λ 2 * l in staat te zijn om twee verschillende soorten van vezel tegelijkertijd te hakken, met verschillende strenglengten voor de verschillende soorten van vezel.

Deze eis kan zich hijvoorbeeld voordoen hij de productie 5 van bepaalde soorten van met glasvezel versterkt cement, waarbij gehakte niet dispergeerbare strengen van een tegen alkali bestand zijnde glasvezel van een gegeven strenglengte in samenhang met gehakte dispergeerbare strengen van een ander type van glasvezel met een kortere 10 strenglengte worden gebruikt. Aan deze eis kan niet worden voldaan door middel van de in het voorgaande beschreven bekende inrichting, die beide soorten van glasvezel op een verscheidenheid van verschillende strenglengten zou hakken.

15 Een ander vereiste, waaraan niet door de bekende machine kan worden voldaan, is voor de productie van gehakte vezels van verschillende lengten gedurende verschillende delen van het proces van de vervaardiging van een met glasvezels beperkt cement omvattend composiet-20 artikel. Het kan bijvoorbeeld gewenst zijn om kortere gehakte strengen te gebruiken bij het vormen van het buitenste gedeelte van het artikel, om zodoende een goede oppervlakafwerking te verkrijgen en om dan langere gehakte vezels aan te wenden voor het interieur 25 van het artikel om hieraan extra sterkte te verlenen.

Volgens de onderhavige uitvinding omvat een inrichting voor het hakken van vezels op gewenste lengten een roteerbare snij cilinder, voorzien van een aantal snijbladen, welke rond de omtrek daarvan uiteen^liggen, 30 een middel voor het toevoeren van vezels aan de snijbladen in een in hoofdzaak uniforme oriëntatie loodrecht op de lengteas van de cilinder, waarbij de snijcilinder in lengterichting is verdeeld in tenminste twee gedeelten, en de snijbladen in één zodanig gedeelte in hoofdzaak 35 gelijkmatig uiteen^liggen op een afstand die kleiner is 7908222 4 3 dan de in hoofdzaak gelijkmatige afstand tussen de snijbladen in een ander zodanig gedeelte, zodat vezels, die aan het eerstgenoemde gedeelte worden toegevoerd, op een kleinere lengte worden gehakt dan vezels, die aan 5 het andere gedeelte worden toegevoerd.

Bij voorkeur strekken de snijhladen zich evenwijdig aan de lengteas van de snij cilinder uit. Bij een alternatieve uitvoering kunnen de hladen zich schroeflijnvormig over de omtrek van de cilinder uitstrekken.

10 Bij deze uitvoeringen kunnen, door verschillende soorten van vezels aan de respectieve gedeelten van de lengte van de snijcilinder toe te voeren, de verschillende soorten van vezel tegelijkertijd op verschillende lengten worden gesneden. Als alternatief kan, door de toevoer van 15 vezel van het ene gedeelte van de lengte van de snijcilinder op het andere over te schakelen, de lengte van de gehakte vezels, die worden geproduceerd, gedurende het bedrijf van de inrichting worden gevarieerd.

Het is doelmatig wanneer al de hladen in het 20 eerst-genoemde gedeelte zich door het andere gedeelte van de snijcilinder uitstrekken, maar een verhoudings-gedeelte van de hladen hehhen hun snijranden weggesneden in dit andere gedeelte om alleen het gewenste aantal gelijkmatig uiteen-'gelegen snijhladen daarin werkzaam te 25 laten. De hladen kunnen worden vastgehouden in groeven in de ontrek van de snijcilinder.

3ij voorkeur omvattende middelen voor het toevoeren van vezels in een in hoofdzaak uniforme oriëntatie een aantal huizen, die naar de verschillende gedeelten van 30 de snijcilinder voeren, en middelen voor het meevoeren van vezels in een stroom lucht in elke zodanige buis.

De middelen voor het meevoeren van de vezels in een stroom lucht kunnen een lucht-meevoerorgaan omvatten, waarbij een venturionderdeel in elke zodanige huis is 35 opgenomen. In bedrijf is gebleken dat de luchttoevoer 7908222 * ' k slechts gedurende een korte periode aan het "begin van de snijverrichting "behoeft te worden uitgeoefend; daarna kan de luchttoevoer worden afgesneden en zullen de vezels verder worden aangezogen door de buizen naar de snijcilin-5 der.

De inrichting kan voorts middelen omvatten voor het verwijderen van gehakte vezels uit de nabijheid van de snijcilinder in een stroom lucht, De middelen voor het verwijderen van gehakte vezels zullen een lucht-meevoer-10 orgaan omvatten, waarbij een venturi in een afvoerleiding onder de snijcilinder is opgenomen.

De snijcilinder kan direct of indirect door een electromotor worden aangedreven.

Het is doelmatig dat een kussenrol, die een 15 elastisch buitenoppervlak heeft, tegen de snijcilinder wordt gedrukt en met de snijcilinder samenwerkt bij het in contact brengen van de vezels met de snijbladen.

De kussenrol kan tegen de snijbladen van de snijcilinder worden 'gedrukt door middel van een door luchtdruk bediend 20 orgaan.

Een specifieke uitvoering van de uitvinding zal nu meer in detail bij wijze van voorbeeld en aan de hand van de tekeningen worden beschreven.

Fig. 1 is een algemene afbeelding in perspectief 25 van de inrichting, fig. 2 is een afbeelding in perspectief van de snijcilinder en kussenrol en hun montering in de inrichting , fig. 3 is een van boven af beschouwde doorsnede 30 van de snijcilinder en snijrol en hun monteringen, en fig. 1» is een doorsnede op grotere schaal van een lucht-meevoerorgaan.

Bij de in fig. 1 t/m 3 voorgestelde inrichting is de roteerbare snijcilinder 10 horizontaal gemonteerd 35 in een huis 11. Een kussenrol 12, die een elastisch 7808222 r 5 buitenste deel 13 heeft, is gemonteerd in een juk 1k, dat naar de snij cilinder 10 beweegbaar is door middel van een door lucht bediende zuiger 15» welke in een cilinder 16 werkt, die luchtinlaat- en-afvoerverbindingen 5 17» 18 heeft. De zuiger 15 is met het juk 1U verbonden door eenzuigerstang 19. De snij cilinder 10 is er op ingericht om direct te worden aangedreven door een electromotor.

Zoals duidelijk in fig. 2 is weergegeven, is de 10 snijcilinder 10 voorzien van een aantal snijbladen 21, die zich evenwijdig aan de as daarvan uitstrekken en gelijkmatig rond de omtrek daarvan uiteenliggen. De snijcilinder 10 is op doelmatige wijze in de lengterichting verdeeld in twee gedeelten 10a, 10b. In het rechtergedeel-15 te 10a strekken al de snijbladen 21 zich tot dezelfde hoogte vanaf het oppervlak van de cilinder 10 uit.

In het linkergedeelte 10b is een verhoudingsgedeelte van de bladen 21 echter weggesneden of afgeslepen ^odat deze niet langer werkzame snijbladen vormen. De bladen 20 21, die staande zijn gelaten tot hun volle hoogte in het gedeelte 10b, zoals weergegeven een op de zes van de bladen 21, vormen zodoende werkzame snijbladen, die gelijkmatig uiteenliggen op een grotere afstand dan de werkzame snijbladen in het gedeelte 10a van de snijci-25 linder.

Bij het weer beschouwen van fig. 1 wordt gezien dat een aantal buizen 22 zijn aangebracht voor het toevoeren van glasvezels aan de inrichting in een in hoofdzaak uniforme oriëntatie, loodrecht op de lengte van de 30 bladen 21. Elk van de buizen 22 is aan één einde voorzien van een klein lucht-meevoerorgaan of "lucht-beweger" 23,zoals in fig. h is weergegeven. De glasvezels worden toegevoerd aan het open, wijdere einde 2k van een venturi 25, terwijl samengeperste lucht wordt toegevoerd 35 door een inlaatbuis 26 aan de ringvormige ruimte 27 rond 7902222 6 de buitenzijde van de venturi 25* Deze lucht gaat door een beperkte doorgang 28 tussen het nauwere einde van de venturi 25 en een ingenomen gedeelte 29 van de kast van de lucht-beweger 23, wat tot het toenemen van de snel-5 heid daarvan en het daardoor meenemen van de glasvezels en in de betreffende buis 22 voeren daarvan leidt,

De buizen 22, die zes in getal kunnen zijn zo als in fig. 1 is voorgesteld, eindigen bij een spleet in het bovendeksel van de kast 11, waarin een met 10 kleine diameter uitgevoerde rol 30 is gemonteerd, die behulpzaam is bij het in de kast 11 trekken van de vezels en het in de kneep tussen de snij cilinder 10 en de kussenrol 12 leiden daarvan, zonder hun in hoofdzaak uniforme oriëntatie te verliezen.

15 De vezels worden gehakt als zij door de kneep tussen de snijcilinder 10 en de kussenrol 11 gaan en worden dan afgevoerd in een trechtervormige afvoer-leiding 31 onder de snijrol 10. Een verder lucht-meevoer-orgaan 32 verwijdert dë gehakte vezels uit de afvoerleiding 20 31 door een toeleveringsbuis 33.

In fig. 1 is de hoofdluchttoevoer met 35 aangegeven, die via een filter 36 naar een aftakking 37 leidt, welke de toevoer naar de lucht-bewegers23 van de vezeltoevoer-pijpen 22 verzorgt, en een aftakking 38, welke de toevoer 25 naar de lucht-beweger 32 van de afvoerleiding 31 verzorgt. De luchttoevoer leidt ook via een drukregulateur ^3» een smeertoestel 39 en een omzetschakelaar 4o naar de inlaat en uitlaat 17, 18 van de cilinder 16. De electromotor 20 is via leidingen ^1 en het schakelpaneel b2 met een 30 3-fase en neutrale toevoer verbonden.

In bedrijf behoeft de luchttoevoer naar de luchtbewegers 23 van de vezeltoevoerpijpen 22 slechts gedurende een korte periode aan het begin van de snij verrichting te worden uitgeoefend. Wanneer de verrichting eenmaal op 35 gang is gekomen, kan de luchttoevoer naar de lucht-bewegers 7908222 τ 23 worden afgesneden en zullen de vezels verder worden aangezogen door de buizen 22 in het huis 11 naar de snij cilinder 10.

Door het toevoeren van verschillende soorten van 5 glasvezel door verkozen toevoerbuizen 22 naar de respectieve gedeelten 10a, 10b van de snijcilinder 10 kan men een mengsel van gehakte vezels van verschillende soorten verkrijgen, waarbij de verschillende soorten elk zijn gehakt op een andere lengte. Als alternatief 10 kan men, door de toevoer van glasvezel van een stel toevoerbuizen 22 over te brengen op een ander, om zodoende de toevoer van het gedeelte 10a over te brengen op het gedeelte 10b (of omgekeerd) van de snijcilinder 10, de lengte van de gehakte vezels, die worden geproduceerd, 15 wijzigen zonder enige hooidzakelijke stilstand in de productie.

Teneinde de orde van lengten van gehakte vezel, die kunnen worden geproduceerd, te wijzigen kan de snijcilinder 10 uit de kast 11 worden genomen door ver-20 wijdering van het eindleger 3^ dat in fig. 2 is weergegeven, en die te vervangen door een snijcilinder met op andere afstanden uiteengelegen snijbladen 21.

Ofschoon de voorgestelde uitvoering het gebruik van een snijcilinder toont, die in lengterichting is verdeeld 25 in twee gedeelten welke verschillende lengten van gehakte vezels produceren, is het natuurlijk ook mogelijk om deze in lengterichting te verdelen in drie of meer gedeelten, die elk een andere werkzame afstand tussen de snijbladen hebben, om zodoende drie of meer verschillende lengten 30 van gehakte vezel te produceren.

7905222

Claims (10)

1. Inrichting voor het hakken van vezels op gewenste lengten, met een roteerbare snij cilinder, voorzien van een aantal snijbladen, die rond de omtrek daarvan uiteenliggen, en middelen voor het toevoeren van vezels aan de 5 snijbladen in een in hoofdzaak uniforme oriëntatie loodrecht op de lengteaas van de cilinder, gekenmerkt doordat de snijcilinder in lengterichting is verdeeld in tenminste twee gedeelten, waarbij de snijbladen in één zodanig gedeelte in hoofdzaak gelijkmatig uiteenliggen op een 10 afstand die kleiner is dan de in hoofdzaak gelijkmatige afstand tussen de snijbladen in een ander zodanig gedeelte, zodat vezels, die aan het eerstgenoemde gedeelte worden toegevoegd, op een kleinere lengte worden gehakt dan vezels, die aan het andere gedeelte worden toegevoegd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de snijbladen zich evenwijdig aan de lengteas van de snijcilinder uitstrekken. '3. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de snijbladen zich schroeflijnvormig over de omtrek 20 van de snijcilinder uitstrekken. U. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat al de bladen in het eerstgenoemde gedeelte zich door het andere gedeelte van de snijcilinder uitstrekken, maar een verhoudingsgedeelte van de bladen 25 hun snijranden weggesneden hebben in dit andere gedeelte om alleen het gewenste aantal gelijkmatig uiteengelegen snijbladen daarin werkzaam te laten,

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de bladen worden vastgehouden in 30 groeven in de omtrek van de snijcilinder.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de middelen voor het toevoeren van vezels in een in hoofdzaak uniforme oriëntatie een aantal buizen omvatten, die naar de verschillende 7. n 3 9 9 9 S W '\j> t-af' ïlai &a C53 gedeelten van de snijcilinder voeren, en middelen voor het meevoeren van vezels in een stroom lucht in elke zodanige buis.

7. Inrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt 5 doordat de middelen voor het meevoeren van de vezels in een stroom lucht een lueht-meevoerorgaan omvatten, waarbij een venturionderdeel in elke zodanige buis is opgenomen.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 10 sies, gekenmerkt doordat middelen zijn aangebracht voor het verwijderen van gehakte vezels uit de nabijheid van de snij cilinder in een stroom lucht. 9« Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de middelen voor het verwijderen van gehakte 15 vezels een lucht-meevoerorgaan omvatten, waarbij een venturi in een afvoerleiding onder de snij cilinder is opgenomen.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de snij cilinder wordt aangedreven door 20 een electromotor.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat een kussenrol, die een elastisch buitenoppervlak heeft, tegen de snijrol wordt gedrukt en met de snij cilinder samenwerkt bij het in contact brengen 25 van de vezels met de snijbladen.

12. Inrichting volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de kussenrol tegen de snijbladen van de snijcilinder wordt gedrukt door middel van een door luchtdruk bediend orgaan.

13. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 7908222